Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, op 17 mei vond er een spontane staking plaats binnen De Vlaamse Waterweg vanuit de Algemene Centrale der Openbare Diensten (ACOD) en het Vrij Syndicaat van het Openbaar Ambt (VSOA). De stakers blokkeerden daarbij gedurende een halve dag een aantal sluizen in West-Vlaanderen en op het Albertkanaal. Op 31 mei vond er dan een actiedag plaats, tijdens dewelke ACOD en VSOA opnieuw staakten. Die keer duurde de staking 36 uur. De stakers legden het zeekanaal en het Albertkanaal lam van 30 mei om 18 uur ’s avonds tot 1 juni om 6 uur ‘s morgens. Bij die laatste staking lagen op het Albertkanaal alleen al 80 schepen stil gedurende meer dan 24 uur.
Nu blijkt dat de directie van De Vlaamse Waterweg met de beide vakbonden een regeling heeft getroffen waardoor stakende werknemers een dienstvrijstelling hebben gekregen. Dat wil dus zeggen dat er Vlaamse loonmiddelen in de stakingskassen van de beide vakbonden worden gestort. Werknemers die staakten, worden op die wijze eigenlijk beloond ten koste van de niet-stakende medewerkers, werknemers die er nota bene het werk van de stakers bij dienden te nemen. Vanuit die laatste groep van werknemers klinkt er uiteraard gemor over een dergelijke regeling.
De vermoedelijke drijfveer van de directie zou eruit bestaan dat er op die wijze voor de directie officieel geen staking heeft plaatsgevonden en De Vlaamse Waterweg als modelorganisatie kan worden afgeschilderd. Ook de mato – een soort bonus voor hoger management – van de gedelegeerd bestuurder blijft op die manier gegarandeerd.
Minister, bent u op de hoogte van de regeling tussen de directie en de vakbonden? Zo ja, kunt u zich daarin vinden? Zo neen, bent u van plan om bezwaar te maken bij de directie van De Vlaamse Waterweg en de beide vakbonden? En hoe wilt u in de toekomst dergelijke afspraken tussen directie en vakbonden vermijden?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag, mijnheer Verheyden. Ten eerste geeft De Vlaamse Waterweg aan dat hij bij aangekondigde en door de vakorganisaties erkende stakingsacties uiteraard altijd de geldende regels toepast. En die geldende regels kennen we. Stakende werknemers hebben geen recht op loon. Als de staking wordt erkend, kunnen de leden van de vakbonden zich desgevallend wenden tot de vakbond waar zij lid van zijn voor het verkrijgen van een stakersvergoeding. Dat was het geval bij stakingsacties in het verleden en was ook het geval bij de nationale actiedag van het gemeenschappelijke vakbondsfront op 31 mei 2022.
Wat is er dan gebeurd op 17 mei 2022? Toen ontstond er vanaf 9 uur op een aantal werkplekken bij De Vlaamse Waterweg een onaangekondigde stakingsactie, uit onvrede met de door de directie vastgestelde standplaatsen van een aantal vacatures. De gedelegeerd bestuurder heeft ons kabinet om 9.30 uur op de hoogte gebracht van de stakingsactie. Het was geenszins de bedoeling om dat te verzwijgen. Ook alle binnenvaartondernemers werden onmiddellijk via de gebruikelijke communicatiekanalen in kennis gesteld van de stakingsactie. De directie van De Vlaamse Waterweg is dan om 10 uur in overleg gegaan met de vakorganisaties. Dat heeft vrij snel tot een vergelijk geleid, wat maakte dat de stakingsactie na vier uren werd beëindigd.
In totaal ging het om een 60-tal werknemers die aan de spontane staking deelnamen. 35 werknemers die instonden voor de bediening van sluizen en bruggen, hernamen na kennisname van het akkoord met de vakorganisaties hun dagtaak. Daarnaast waren er een 25-tal regiewerknemers die blijkbaar hun dagtaak hadden afgebroken, in de veronderstelling dat de stakingsduur hun dagtaak zou overschrijden.
De Vlaamse Waterweg bevestigt uitdrukkelijk dat er geen regeling werd getroffen met vakorganisaties omtrent het toekennen van dienstvrijstellingen van werknemers. Het management van De Vlaamse Waterweg gaf, op basis van de aanleiding van de stakingsactie, aan om voor de personeelsleden die deelnamen aan de stakingsactie nadat ze hun shift of dagtaak hadden aangevat, dat te aanzien als een volledige shift en dus dienstvrijstelling te verlenen. Pas later, nadat het management die dienstvrijstelling had verleend voor de mensen die hun dagtaak als beëindigd beschouwden, is gebleken dat de vakorganisaties de staking hadden erkend. Daar is het dus fout gelopen. Maar het is alleszins niet zo dat daaromtrent een afspraak werd gemaakt.
Alleszins zullen wij andermaal aan de afgevaardigd bestuurder van De Vlaamse Waterweg duidelijk maken dat dat natuurlijk niet kan. Op het moment dat er een staking is, kan er geen loon uitgekeerd worden en kan er geen dienstvrijstelling verleend worden. Die boodschap is heel duidelijk. Dat zullen we na deze commissie zeker nogmaals expliciet overmaken aan de mensen van De Vlaamse Waterweg.
De heer Verheyden heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik denk dat uw boodschap heel duidelijk was, en wij steunen u daarin uiteraard. Het kan niet zijn dat lonen onterecht worden gestort.
Ik heb in het verleden nog al een aantal schriftelijke vragen gesteld rond de manier van werken, rond onduidelijkheden bij De Vlaamse Waterweg. Ik vraag me soms toch wel af of u expliciet op de hoogte bent van wat daar precies allemaal gebeurt. Ik hoor toch, vanuit het personeel onder andere, dat hun communicatie naar u toe helemaal niet zou kloppen. Ik zou u de raad willen geven om dat misschien toch eens allemaal goed uit te zoeken, want ik heb toch wel de indruk dat daar zaken gebeuren die niet altijd koosjer zijn, om het zo uit te drukken. Ik hoop ook dat u die raad zult meenemen en misschien daar wel eens een audit rond zult organiseren.
De heer Keulen heeft het woord.
Goede collega’s, soms overtreft ook de realiteit de karikatuur: het beeld van een overheid waar men liever niet werkt. En dat is uiteraard een karikatuur, want we kennen allemaal, ook bij De Vlaamse Waterweg, mensen die zich tot en met inzetten. Ik heb dat nog meegemaakt met de befaamde overstromingen op 14 en 15 juli van vorig jaar, waarbij ze, op een voorbeeldige manier, met Chris Danckaerts als gedelegeerd bestuurder op kop, letterlijk dag en nacht beschikbaar waren. Als het goed is, moeten we dat ook zeggen, en ook erkennen, en ook niet bang zijn om dat ook uit te dragen.
Ten tweede, wat hier aan de hand is, is natuurlijk inderdaad de realiteit de karikatuur laten overtreffen. Dat mensen staken, is hun goed recht. Dat wordt zelfs in de Grondwet gewaarborgd. Maar dan ben je consequent: ofwel neem je een dag verlof, ofwel laat je je betalen vanuit de stakingskas. Dat is inderdaad minder inkomen dan wanneer je regulier zou werken, maar dat heet dan ook consequent zijn. Wat absoluut niet kan, is natuurlijk gewoon eigenlijk profiteren – want een andere term is daar ook niet voor – en je gewoon laten betalen alsof je gewerkt zou hebben, tot men vanuit de directie de weg van het minste kwaad bewandelt en een dienstvrijstelling toekent. Dit is iets wat de buitenwereld niet snapt. Soms moet je ook aan mensen duidelijk maken dat het niet is omdat men daar intern vrede mee heeft, dat dat ook door de buitenwereld als gesneden koek wordt geslikt.
Minister, ik denk dat uw antwoord helder is, maar u mag dat inderdaad ook herhalen. Als het goed is, heb ik ook geen moeite om de verdienste, onder meer ook van De Vlaamse Waterweg, te erkennen. Maar iets wat, zeker in deze tijdsgeest, absoluut niet meer aanvaard wordt, ook niet door de werkmens, ook niet door de werknemer, daar moet je eigenlijk niet mee afkomen, onder de noemer van ‘we zijn allemaal uiteindelijk toch copain, copain’. Het is het een of het ander. Je staakt, en dan doe je dat met recht en reden, en je neemt daar ook de consequenties van, of je gaat werken. Maar de tussenweg, én een beetje staken, en dan ondertussen toch voluit betaald worden, ook al gaat dat over een kleine groep, dat is niet te pruimen. Want dat maakt eigenlijk net het imago van de politiek en van het openbaar ambt kapot. Wij moeten dat uiteindelijk altijd weer opsnuiven en verteren.
De heer De Veuster heeft het woord.
Ik sluit me helemaal aan bij de woorden van collega Keulen. Dat was er boenk op, zoals ze dat zeggen.
Ik heb nog één vraag, minister. Ik heb u vorig jaar, na een vorige staking, de schriftelijke vraag gesteld of er nog onderhandeld werd over een minimale dienstverlening daar bij de scheepvaart. Nogmaals, ik sluit me aan bij collega Keulen. Stakingsrecht is oké, maar als het disproportioneel wordt, en ze blijven daar goederenstromen blokkeren, dan mag daar misschien ook eens aan worden gedacht. U antwoordde toen dat De Vlaamse Waterweg zou onderzoeken hoe de impact van acties op de scheepvaart in de toekomst kon worden vermeden. Nu waren er weer een aantal acties. Hebt u daar al verder iets aan gedaan of over gehoord? Dat is mijn bijkomende vraag.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega's. U hebt allemaal gelijk. Mijnheer Keulen, u hebt zeker een punt. Het kan absoluut niet dat mensen enerzijds staken en tegelijkertijd nog loon krijgen. Die boodschap is heel duidelijk en die wordt eens te meer doorgegeven aan de afgevaardigd bestuurder van De Vlaamse Waterweg. De regels zijn de regels en de regels moeten worden gehonoreerd, ook de regels inzake stakingen. Wat daar gebeurd is, kan niet. Ik hoop alleszins, ik denk samen met jullie, dat dit de allerlaatste keer is dat zoiets gebeurt.
Mijnheer Verheyden, u zegt dat er nog een en ander misloopt bij het personeel. Ik zeg altijd dat de deur van het kabinet openstaat. Als iemand welbepaalde bedenkingen heeft bij de organisatie, mag die ons altijd contacteren. Men kan ons alleszins altijd bereiken met opmerkingen of wat dan ook. Die zullen we zeker ter harte nemen en verder onderzoeken.
Mijnheer De Veuster, wat betreft de optimale dienstverlening ken ik niet de allerlaatste stand van zaken. Dat zal ik moeten navragen. Ik weet wel dat de spontane staking van ongeveer een half jaar geleden onmiddellijk een impact had op een aantal bedrijven. Dat was onder andere het geval bij Nike, dat daar enorm last van had. Dat moeten we zeker meenemen. Niemand wordt graag geconfronteerd met hinder door stakingen. Daar moeten we een antwoord op geven.
De heer Keulen zei heel expliciet dat men altijd naar de politiek kijkt en de politiek moet dan een oplossing bieden. We zullen dat zeker verder mee opnemen, maar de allerlaatste stand van zaken ken ik niet. Ik zal dat verder bekijken en ik hoop u daar weldra meer informatie over te kunnen bezorgen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Niemand, ook onze fractie niet, wil aan het stakingsrecht tornen. Daar is helemaal geen sprake van. Wanneer het goed is, mijnheer Keulen, moeten we dat inderdaad ook durven zeggen. In die zin moet ik toch wel meegeven dat het personeel van De Vlaamse Waterweg de komende jaren een zeer belangrijke taak zal hebben in het ondersteunen van de modal shift van het vrachtvervoer. Zij hebben ook een heel belangrijke, ik zou bijna zeggen strategische taak om onze Vlaamse economie te ondersteunen. Het is inderdaad een heel belangrijk gegeven. De taken die ze vervullen zijn absoluut noodzakelijk. Maar inderdaad, excessen zoals we daarjuist besproken hebben, zijn uit den boze. In die zin ben ik tevreden dat de commissie eigenlijk unaniem die boodschap overmaakt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.