Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, minister, in de aanloop naar een nieuwe omgevingsvergunning voor de goudraffinaderij Value Trading, een klasse 1-bedrijf in hartje Antwerpen, stelde mijn collega Imade Annouri u eind vorig jaar in deze commissie enkele vragen. Ondertussen is er door de deputatie een vergunning verleend en hebben een aantal omwonenden van de raffinaderij zich verenigd om hiertegen in beroep te gaan. Het dossier kwam zo op het bureau van uw collega-minister Demir terecht.
Een van de cruciale elementen in het dossier is het aspect gezondheid. De bewoners maken zich grote zorgen over de impact van het bedrijf op hun gezondheid, dit zowel voor de acute gevolgen, met name het aanleveren van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen – waaronder zoutzuur en salpeterzuur – op de straat, maar ook voor de impact van de bedrijvigheid op de gezondheid op langere termijn.
De buurtbewoners stellen vast dat ze opvallend veel kankergevallen in hun buurt hebben. In een vorig advies bleef het agentschap Zorg en Gezondheid op de vlakte over de vraag of er verhoogde aantallen aan kankers zijn in de buurt.
Wij zijn voorstander van verder onderzoek. Minister, is er een oversterfte? En wat zijn de gevolgen op de langere termijn – ook als het bedrijf weg zou gaan?
In De Standaard konden we lezen dat ook dokter Chris Verslype van de universiteit van Leuven zich zorgen maakt. “Ik zie pancreaskankers, bloedkankers en longkankers passeren waarvan ik niet kan uitsluiten dat die gelinkt zijn aan omgevingsfactoren”, zegt hij. “Zeldzame zaken zijn dat soms, en dat in dezelfde buurt.” Dus ook vanuit de medische wereld is er een zekere ongerustheid.
Minister, ik heb de volgende vragen. Hoe luidt het advies van uw administratie in het dossier van Value Trading? En bent u bereid om een gezondheidsonderzoek te doen, om een ‘oversterfte’ te onderzoeken, maar ook om de effecten van het bedrijf op de langere termijn te onderzoeken? Dank u voor uw antwoord.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega, voor de interessante vraag.
Het agentschap Zorg en Gezondheid heeft heel recent, op 16 mei, een nieuw advies uitgebracht in het beroepsdossier.
Het besluit van de deputatie van 13 januari 2021 in eerste aanleg heeft al rekening gehouden met het advies van het agentschap Zorg en Gezondheid en de bezorgdheden omtrent de ligging van een bedrijf met dergelijke activiteiten in het midden van de stad.
De deputatie heeft in het besluit bijzondere milieuvoorwaarden opgelegd, waarbij zowel de emissie- als de immissiemetingen verplicht worden en een herlokalisatie zo spoedig mogelijk moet worden gerealiseerd, in elk geval niet later dan binnen drie jaar.
U weet dat er een verschil is tussen emissie en immissie. De emissie is de hoeveelheid verontreinigende stoffen die uit de bron komt. De immissie is hetgeen in de leefomgeving terechtkomt nadat alles zich verspreid heeft. Ik voel me weer in mijn allereerste bevoegdheid.
Ingaand op die immissiemetingen: om tussentijds een beter zicht te krijgen op de blootstelling van de omwonenden, beveelt het agentschap Zorg en Gezondheid aan om tijdens de immissiemetingen ook depositiemetingen uit te laten voeren gedurende een lange termijn met behulp van neerslagkruiken. Dus er wordt eigenlijk al voorgesteld om langer onderzoek te doen.
Daarnaast moeten die emissiemetingen gebeuren bij maximale werking van het bedrijf. Dat is ook belangrijk, natuurlijk, zodat je de maximale impact kunt zien. Dus op de eerste vraag, of we op lange termijn dingen gaan bekijken, is het antwoord ‘ja’.
Dan het gezondheidsonderzoek. Ik heb aan het agentschap gevraagd waar we nu staan. Ze hebben een risico-inschatting gemaakt op basis van beschikbare kankerincidentie- en sterftecijfers.
De analyse van de kankercijfers is opgenomen in het advies op de aanvraag omgevingsvergunning bij de bestendige deputatie in eerste aanleg. U hebt dat misschien ook gezien, ik weet het niet. Het dossier met inbegrip van alle adviezen is beschikbaar in de afgeleverde omgevingsvergunning.
Ik zal u meegeven tot welke conclusie ze komen. Het is niet mijn conclusie, dat wil ik wel meegeven. Ik geef mee wat het agentschap onderzocht heeft.
Hoe hebben ze dat gedaan? Ze hebben de sterfte- en bevolkingscijfers opgevraagd via Statbel. Daar hebben ze in de periode 2016-2020 gezocht. Dat zijn cijfers van de laatste vijf jaar. Ze hebben gekeken of er meer sterfte is geregistreerd bij inwoners van postcode 2018 dan bij inwoners van postcode 2000. Postcode 2018 vergelijken met postcode 2000 heeft het voordeel dat je in een gelijkaardige stedelijke context zit. Dat is wel belangrijk, natuurlijk.
Er is rekening gehouden met de verschillen in leeftijdsopbouw van de mensen in de beide gemeenten. Er is ook gekeken naar de algemene sterftecijfers onderverdeeld in leeftijdsgroepen van tien jaar. Door lage sterfteaantallen in sommige leeftijdsgroepen is de leeftijdsgroep 0-19 jaar samengenomen, en ook de cijfers voor mannen en vrouwen. Dat verbetert blijkbaar de betrouwbaarheid van de berekeningen. Het resultaat geldt dus voor alle leeftijden en de twee geslachten samen. Ik geef gewoon de context mee van hoe ze het gedaan hebben.
Zij zijn van oordeel dat er voor de periode 2016-2020 voor de algemene sterfte in postcode 2018 geen statistisch significante verschillen te vinden zijn ten opzichte van postcode 2000.
Waarom dus dat postcodeniveau? Dat postcodeniveau is het kleinste geografische niveau waarop er cijfers beschikbaar zijn. De cijfers laten ook toe om te kijken naar het aantal kankergevallen in een gemeente ten opzichte van het aantal verwachte kankers, op basis van de cijfers in heel Vlaanderen. In die cijfers wordt dan rekening gehouden met de leeftijdsopbouw in de bevolking.
Maar we moeten ook in het achterhoofd houden dat circa één man op drie en één vrouw op vier kanker krijgt gedurende het leven. Iedereen krijgt dus te maken met mensen in de familie, de buurt of op het werk die kanker krijgen.
Kanker omvat zo’n honderd verschillende ziekten, en iets minder dan 5 procent is milieugebonden. Per soort kanker zijn er ook andere oorzaken en risicofactoren. Vaak zal bijvoorbeeld een kanker bij een persoon ontstaan door het samenwerken van heel diverse oorzaken en factoren. Het is daarom meestal heel moeilijk om in individuele gevallen de precieze oorzaak vast te stellen. Dat moet ik wel een beetje relativeren. Als er sprake is van verschillende soorten kankers in een bepaalde regio, is het onwaarschijnlijk dat dit aan een gemeenschappelijke milieufactor kan worden toegeschreven.
Daarnaast zijn de meeste kankers gerelateerd aan leefgewoonten zoals (mee)roken, alcoholgebruik, voeding en gebrek aan beweging … Daarom hebben we een pauze gehad, voorzitter. Andere kankers zijn ook deels genetisch bepaald, bijvoorbeeld borstkanker. Tabak is medeverantwoordelijk voor ongeveer een op drie kankers. Doordat de rookgewoonten geografisch variëren, ontstaat er ook een regionale variatie op dat vlak in het optreden van kanker.
Uit dat onderzoek – dat tussen 2016 en 2020 gedaan is en waarbij men postcode 2018 vergeleken heeft met postcode 2020 – kun je voor de periode 2004-2019, 2010-2019 en 2015-2019 niet aantonen dat er een verhoogde kankerincidentie is ten gevolge van de activiteiten van het bedrijf.
Ik weet, collega Schauvliege, dat ik nu heel veel gezegd heb. Ik heb er ook geen probleem mee om aan de diensten te vragen om dat ook als bijlage te hangen bij dit antwoord, want het zijn niet mijn woorden. Het zijn conclusies uit een onderzoek dat zij gedaan hebben.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw uitvoerige antwoord. De eerste vraag die bij me opkomt, is of 2018 wel een voldoende kleine groep is om het verband tussen de uitstoot van het bedrijf en de kankerrisico’s in te schatten, want hoe groter je groep, hoe minder kans je natuurlijk hebt om zo’n verband te vinden. Ik kan daar geen uitspraken over doen, maar ik vraag me dat wel af, zeker omdat u daarbij zegt dat een op de drie mensen kanker krijgt. Dan is het niet zo evident om dat verband te kunnen vinden als je een grote groep neemt. Het lijkt me dus wel belangrijk dat daar toch verder naar wordt gezocht, vooral omdat een aantal prominente artsen indicaties hebben dat dat wel degelijk een probleem zou zijn.
Ik wil toch nog graag uw aandacht vestigen op twee elementen die heel eigenaardig zijn, die toch ook wel de wenkbrauwen doen fronsen. De buren van het bedrijf melden dat er in het weekend gele rook uit de schoorstenen op het dak van de fabriek te zien is, dus op het moment dat er geen personeel is in de fabriek. Ik heb al aan minister Demir gevraagd of zij weet wat die damp is, maar het lijkt mij toch ook wel belangrijk dat er voldoende controle is op dat bedrijf, niet alleen tijdens de productie-uren, maar ook erna, omdat buurtbewoners zeer ongerust zijn over de impact van die rook op de gezondheid van de omwonenden. Minister, bent u bereid om ook daarnaar onderzoek te doen?
Eenzelfde vraag heb ik over het zwart stof dat te vinden is op de ramen en nabij de woningen, en waarvan men vreest dat het ook in de riool terechtkomt. Dat brengt geurhinder met zich mee en brengt mogelijk irritaties van de luchtwegen en de ogen teweeg. Zou u ook dat verschijnsel en de impact op de gezondheid ervan mee willen onderzoeken?
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik vind dit een interessante vraag. Er zijn een paar elementen die ik wil aanraken. Er zijn de gezondheidseffecten en het onderzoek daarvan. Minister Beke heeft hierop in het verleden geantwoord dat de postcode eigenlijk de kleinste geografische entiteit is waarover het Kankerregister beschikt. In stedelijke agglomeraties kan een postcode als de dichtheid heel groot is natuurlijk een grote groep mensen omvatten. In meer landelijk gebied kan dat gaan over een zeer groot, uitgestrekt gebied. Is het haalbaar om naar kleinere geografische gebieden te gaan? Die mensen met kanker wonen immers in een straat en in een huis met een huisnummer. Ik besef wel dat er potentieel een privacygegeven aan kan vasthangen als men naar die kleinere geografische gebieden wil gaan, maar dat kan misschien wel enige duidelijkheid bieden wat dit betreft. Is dat mogelijk?
De kwestie is dat niet alleen de gezondheidsdiensten, maar ook de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) potentieel betrokken zijn in dezen. Ik neem aan dat er over dit dossier, aangezien het klasse 1 is, ook overleg is tussen u en minister Demir. Klopt dat, en in welke mate kunnen jullie daarover gegevens uitwisselen zodat zowel door de VMM, de OVAM en de handhaving als vanuit gezondheidsoogpunt samen naar deze case kan worden gekeken?
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, bedankt voor de toelichting. Ik hoop inderdaad dat u het onderzoek mee opstuurt, zodat we dat eens goed kunnen bekijken. Ik heb daar echter toch ook wel mijn bedenkingen bij. Oké, de postcode is de kleinste geografische entiteit, maar ik weet niet of u Antwerpen een beetje kent. U bent altijd welkom. De postcode 2018 strekt zich uit ten zuidwesten van de fabriek, terwijl de dominante wind in de omgekeerde richting gaat. Er wonen bijzonder veel mensen in de postcode 2000 die dichter bij de fabriek wonen dan die in zone 2018. U moet die postcodes maar eens naast elkaar zien en de fabriek aanduiden. Het is niet zo heel zinnig om die twee postcodes op dat vlak met elkaar te vergelijken. Ik denk dat we inderdaad lager moet gaan. Dan denk ik bijvoorbeeld aan huisartsenwachtposten en huisartsenpraktijken. Eerstelijnszones zijn een beetje te groot. Kan dat niet worden bekeken op dat niveau?
Het idee om het bedrijf nu verder maximaal te laten produceren, om dan via kruiken te kunnen bekijken wat er uit de lucht valt, dat is voor een andere commissie, maar ik vind het toch een beetje een bizarre methode om daarmee om te gaan. Ik denk dus inderdaad dat we naar een veel kleiner geografisch niveau moeten gaan om zinnige conclusies te kunnen trekken.
De heer Anaf heeft het woord.
Ik denk dat die bezorgdheid algemeen wordt gedeeld. Ik heb gesproken met mensen die zich daarover heel ongerust maken. We nemen die ongerustheid niet weg met dit onderzoek. Zoals collega D’Haese zegt, wonen heel veel mensen in de postcode 2000 daar in de buurt. Het bedrijf situeert zich op de grens tussen de twee postcodes. Is het mogelijk om het onderzoek te doen op een manier waarop de privacy wordt gerespecteerd? Er is een heel grote vraag naar en het zou heel wat ongerustheid kunnen wegnemen. Het is goed dat de vergunning maar voor drie jaar is verleend en dat die niet eeuwigdurend is, maar dat wil niet zeggen dat de mensen in de komende jaren niet meer ongerust zullen zijn. Als het enigszins mogelijk is, zou het goed zijn om te kijken of het mogelijk is om op kleinere schaal te werken en om de postcodes 2018 en 2000 voor een stuk samen te nemen.
Minister Crevits heeft het woord.
In zulke zaken is voor mij het beste onderzoek het best mogelijke onderzoek. Ik ben zeker bereid om te kijken of we verfijnder aan gegevens kunnen geraken. Een aantal collega’s vraagt dat. Wie ben ik om dat tegen te houden? Als er ongerustheid is, moeten we dat zeker bekijken. De Stichting Kankerregister heeft het onderzoek gedaan op basis van de milieugegevens van ons agentschap. Dat beschikt over de statistische sector die kleiner is dan de postcode, maar men zegt me: hoe kleiner het gebied, hoe moelijker om de analyses te doen. Dat maakt dat ook weer problematisch. Ik zal sowieso jullie opmerkingen meegeven aan de Stichting Kankerregister en vragen of we iets beters kunnen vinden, ook voor de windrichting. In de volgende vraag is die ook van belang. Als je de windrichting in het ene dossier meeneemt, moet je dat overal doen. Ik ben daar niet ongevoelig voor en het is niet ideologisch. Je moet gewoon kijken wat je het beste kunt doen en hoe je de mensen het beste beschermt.
Ik heb in mijn antwoord de informatie gegeven die tot nu toe is onderzocht. Er is geen studie gebeurd, maar er zijn cijfers geanalyseerd. Ik ga aan de hand van jullie vragen bekijken of er eventueel nog aanvullende informatie is. Als die er is, dan moet die nog worden onderzocht. Jullie zullen toch nog vervolgvragen stellen. Als dat niet mogelijk is, gelet op de huidige onderzoeksmogelijkheden, zal ik dat ook laten weten.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoord, minister. Ik heb verder geen vragen. We zullen de problematiek de komende maanden en jaren nog bespreken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.