Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over het gebruik en de verkoop van nicotinezakjes
Verslag
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Begin mei waren er heel wat actuele berichten in de media over dat vooral het te jonge publiek zich wel eens wil wagen aan het zakje met nicotine dat tussen lip en tandvlees wordt gestopt, niet te verwarren met snus waarin tabak zit. Maar ook het stijgende aantal gevallen van gebruik van Xanax bij jongeren, dat vrij online verkrijgbaar is en waarvan ook wel misbruik wordt gemaakt, baart ons zorgen.
Stichting tegen Kanker, maar ook het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs trekken aan de alarmbel en vragen om hier niet licht mee om te gaan.
In sommige Scandinavische landen zoals Zweden is het gebruik van snus en nicotine een traditie en daar ziet men een afname in de tabakgerelateerde ziektes en overlijdens omdat dit een vervangproduct is van de sigaret. Om die reden is Zweden het enige land waar snus is toegelaten. In de rest van de Europese landen is het een verboden product voor jongeren.
De nicotinezakjes zijn tegenwoordig ook fysiek in de winkels te verkrijgen, voorlopig enkel in Oost-Vlaanderen. Dit wordt uiteraard verontrustend, want de drempel wordt hiermee heel klein. De producenten promoten dit naast vapen als een mooi alternatief voor de traditionele sigaret. Het geeft immers dezelfde effecten als roken, maar zonder de verbranding, zonder de teer en zonder de tabak. Maar dit wil niet zeggen dat het daardoor een gezond product is. Nicotine blijft verslavend voor lichaam en geest.
Het Vlaams Instituut Gezond Leven ziet de nicotinezakjes daarom aan de ene kant als een manier voor verstokte rokers om van de sigaret af te geraken, maar vreest tegelijk wel dat ze een nieuw publiek van jonge tot zeer jonge mensen zullen aantrekken.
Het is immers een manier om nicotine weer trendy te maken bij jongeren. De producenten maken die nicotinezakjes dan nog eens erg aantrekkelijk door ze in een leuk doosje te stoppen, en ze promoten ze zelfs actief bij het jonge publiek via TikTok en de sociale media. In de VS zien we dat tabaksproducenten zeggen dat die nicotinezakjes je helpen om je fysiek en mentaal beter te voelen. Nicotine verhoogt inderdaad de bloeddruk, maar de producenten vertellen er niet bij dat je er snel afhankelijk van bent en dat het uiteindelijk meer psychische problemen kan creëren. Het gevaar is dat hoe jonger je eraan begint, hoe verslavender het kan werken.
De voormalige minister gaf aan dat hij er voorstander van was om het wettelijke kader te verruimen. Hij zei toen dat nicotinezakjes op alle momenten en onder alle omstandigheden gelijk moeten worden behandeld als tabak en dus onder de tabakswetgeving vallen.
Minister, op welke manier zult u ervoor zorgen dat het wettelijke kader effectief zal worden verruimd? Hebt u hiervoor al contact gehad met uw federale collega?
Op welke manier wilt u de jongeren sensibiliseren voor de gevaren van het gebruik van deze nieuwe gevaarlijke producten zoals snus, maar ook de nicotinezakjes en zelfs het medicijn Xanax?
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Voorzitter, ik zal mij beperken tot de vragen, want onze inleidingen lopen gelijk op.
Minister, hoe staat u tegenover het verontrustende gebruik en de verspreiding van nicotinezakjes? Welke aanpak dringt zich volgens u op?
Is het volgens u wenselijk dat sportclubs actief nicotineproducten gaan verspreiden? Zult u een dialoog met hen aangaan om deze kwalijke tendens om te keren?
Op welke manier wordt het gebruik van nicotinezakjes meegenomen in het preventiebeleid, in het bijzonder het beleid dat gericht is op minderjarigen?
Bent u reeds in overleg getreden met uw bevoegde federale collega’s om een verruimd wettelijk kader – waar de minister volgens de berichtgeving zelf een voorstander van is – tot stand te brengen? Wat is daar de laatste stand van zaken?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s De Rudder en Verheyen, we werken op dit ogenblik aan een interfederaal plan rond tabak. Daar kunnen we bekijken hoe nicotinezakjes en andere nieuwe gelijkaardige producten kunnen worden gereglementeerd. Ik ben zelf voorstander van een strenge regulering van dit soort nieuwe producten zodat er geen potentiële markt van nieuwe nicotinegebruikers wordt aangeboord.
Er wordt door diverse sportclubs ingezet op rookvrije stadions. Ik vind het ook jammer dat er door middel van deze nicotinezakjes door de tabaksindustrie toch een ingang wordt gevonden om aanwezig te blijven in deze setting. Voor mij mag het duidelijk zijn dat tabak en soortgelijke producten geen plaats hebben binnen de sportsetting.
Het bestrijden van illegale handel in medicatie is een bevoegdheid van de federale overheid. Binnen het Belgian Psychotropics Expert Platform (BelPEP) kan aan het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) worden gevraagd op welke manier zij tot op vandaag het verbod op online verkoop van voorschriftplichtige medicatie handhaven.
Mevrouw De Rudder, snus is een soort tabak in vochtige poedervorm en is op vandaag verboden voor verkoop in België. Xanax is een op voorschrift verkrijgbare benzodiazepine, dat zijn kalmeringspillen. Gezien het verbod op onlineverkoop van voorschriftplichtige medicatie blijft het vanzelfsprekend belangrijk om in te zetten op de naleving van de federale wetgeving. Algemeen blijft het inzetten op geestelijke gezondheidszorg en niet-medicamenteuze alternatieven belangrijk. Het blijft dus aangewezen dat ook het grote publiek correct wordt geïnformeerd over voordelen, bijwerkingen en gezondheidsrisico’s van het niet-medisch gebruik van dergelijke producten.
Het Vlaams Expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) geeft aan dat het betreffende preventie belangrijk is jongeren te sensibiliseren over de risico’s die gepaard gaan met het niet-medisch gebruik van geneesmiddelen. Om jongeren echter niet nieuwsgierig te maken en zo aan te zetten tot het gebruik van psychoactieve medicatie, voorziet de partnerorganisatie VAD momenteel geen preventiecampagne over deze producten die zich richt naar minderjarigen. Om de doelgroep jongeren te bereiken, richt VAD zich ten eerste naar ouders. Om die reden werd het onderwerp medicatie toegevoegd aan de methodiek ‘Als kleine kinderen groot worden’, die opvoedingsondersteuning voor ouders omvat.
Ten tweede wordt de link gelegd met het aanbod naar het hoger onderwijs via de studentenbevraging. Hogescholen en universiteiten hebben een rol te spelen in het informeren van studenten over de risico’s van niet-medisch gebruik van geneesmiddelen. Wetende dat studenten kwetsbaar zijn voor de academische en sociale druk, wat risicogedrag kan stimuleren, wordt aangemoedigd om psychoactieve medicatie op te nemen in een alcohol- en drugsbeleid van de onderwijsinstellingen.
Omtrent snus en nicotinezakjes zijn de meningen genuanceerd en eerder verdeeld binnen de organisaties van het Consortium Tabak. Elke organisatie raadt jongeren af om die producten te gebruiken en verwelkomt beleidsmaatregelen in die zin. Stichting tegen Kanker pleit voor een strenge regulering die minderjarigen beschermt.
Het Vlaams Instituut Gezond Leven beklemtoont dat er bij de regulering van deze nieuwe nicotineproducten ook oog moet zijn voor het potentieel dat ze mogelijk hebben voor volwassen rokers als rookstopmiddel. Dat is dan het omgekeerde. Het Vlaams Instituut Gezond Leven is ook voorstander van een regulering die minderjarigen beschermt, maar vraagt dat bij de regulering van deze producten ook het potentieel voor volwassen rokers mee in rekening genomen wordt. Dat is het positieve dat ze zien.
Begin dit jaar plaatste het Vlaams Instituut Gezond Leven een tekst online om een antwoord te bieden op vragen over snus en nicotinezakjes. Ook polst het Vlaams Instituut Gezond Leven op dit moment bij scholen naar het gebruik van nicotinezakjes bij leerlingen. Een twintigtal scholen gaven aan dat enkele leerlingen nicotinezakjes gebruikten. Het gaat dus om een kleine minderheid van de Vlaamse jongeren. Bovendien gaven sommige scholen sindsdien aan dat bij hen het probleem zich niet meer voordoet. Op dit moment lijkt een brede sensibilisering of klassikale aanpak daarom niet opportuun, om de andere leerlingen niet op ideeën te brengen. In al het enthousiasme om zoiets aan te pakken, zouden ze net goesting kunnen krijgen om zoiets te doen. Conform de leerlijn verslavingspreventie wordt hiervoor een één-op-één aanpak aanbevolen.
Stichting tegen Kanker geeft aan dat de nicotinezakjes sinds begin dit jaar in beeld gekomen zijn op verschillende verkooppunten. Ze liggen duidelijk zichtbaar te koop in krantenwinkels, tankstations, buurtwinkels enzovoort. Deze zakjes worden soms getoond in displays met tekst errond, wat een inbreuk is op de reclamewetgeving. Het is erg belangrijk dat er gewaakt wordt over de verkoop aan minderjarigen. Tabaksbedrijven worden heel actief op de markt van nieuwe nicotineproducten. Er zijn eerder al contacten geweest met bijvoorbeeld het festival Tomorrowland en recent met voetbalclub AA Gent over het verkopen van deze producten tijdens een festival of voetbalwedstrijd. In het buitenland komt promotie van deze producten via Instagram of TikTok in het vizier.
U hoort het, ik ben voorstander van een strenge regulering van dit soort nieuwe producten zodat er geen potentiële markt van nieuwe rokers of nicotinegebruikers mee wordt aangeboord. Evident zijn er nog geen langetermijnstudies naar de potentiële gezondheidseffecten. Met dit standpunt stellen mijn diensten zich op in het overleg met het federale niveau over deze problematiek.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Het is goed dat dit ook mee zou kunnen worden genomen in het interfederaal tabaksplan. Ik denk dat een globale aanpak van alles rond tabak goed is, maar de vraag is: is er al enige duidelijkheid over de timing? Wanneer zouden we daarmee kunnen landen?
Ik ben het ook volledig met u eens als u zegt dat we geen campagnes moeten gaan opzetten, omdat de problematiek dan misschien nog groter zal worden en het misschien nog meer jongeren zal aanzetten om het te gaan gebruiken.
Des te belangrijker is ook de monitoring, denk ik, om te weten hoe het probleem vandaag is. Ik verwijs even naar het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs, u zei dat zij het ook in kaart proberen te brengen. VAD organiseert elk jaar een bevraging bij heel veel jongeren, bij leerlingen en studenten, om het gebruik van tabak, alcohol enzovoort in kaart te brengen. Misschien zou het gebruik van nicotinezakjes vanaf nu ook een element kunnen zijn in hun studie, zodat we jaarlijks ook zicht hebben op de grootte van de problematiek en of we al dan niet moeten bijsturen.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Minister, ik weet dat we u de komende maanden nog zullen overvallen met vragen over engagementen die uw voorganger is aangegaan. Ik ben blij te horen dat u zeker dezelfde lijn blijft doortrekken, wat betreft deze problematiek toch.
Ik denk dat we het probleem gewoon moeten benoemen zoals het is: nicotine is een extreem verslavende stof. Als we die stof zelfs in een tabaksloze context in beschouwing nemen, dan is er nog altijd voldoende wetenschappelijke evidentie dat die stof op zich nog altijd schadelijk is, ondanks hetgeen tabaksgiganten bepleiten. Ja, het is minder schadelijk, maar het blijft wel nog altijd schadelijk.
Als ik dan sportclubs zie die deze nicotinezakjes actief gaan verkopen, dan val ik van mijn stoel. Een product ter vervanging van sigaretten of het gebruik van minder schadelijke vapes? Dat houdt steek, daar ben ik volledig in mee, al gebeurt dat bij voorkeur onder de nodige professionele begeleiding. Nicotinezakjes als alternatief voor sigaretten in het stadion, waar hoe dan ook een rookverbod geldt, houdt daarentegen geen steek. Ik zal het zeggen zoals het is: ik vraag me oprecht af waar ze bij AA Gent met hun hoofd zaten toen deze beslissing werd genomen.
Ik heb nog één bijkomende vraag. Ik heb ook de discussie in Nederland wat gevolgd, minister, en net zoals bij ons – en dat viel me eigenlijk redelijk snel op – spreken ze daar de uitdrukkelijke ambitie uit om voor een rookvrije generatie te gaan. De beleidsnota van uw voorganger zegt ook dat we werk maken van de ‘Generatie Rookvrij’, waarbij elk kind dat wordt geboren vanaf 2019 rookvrij kan opgroeien en niet begint met roken.
Mijn vraag in dat kader is dan ook heel concreet: moeten we die ambitie niet optrekken, van een rookvrije generatie naar een nicotinevrije generatie? Het zal niet op een-twee-drie gebeuren, daar ben ik me zeker van bewust, maar de ambitie mag volgens mij echt wel omhoog. Ik ben benieuwd hoe u daartegenover staat.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega De Rudder, het federale kabinet heeft te kennen gegeven dat ze ook een verbod genegen zijn. Eind juni is er opnieuw een werkgroep van de Algemene Cel Drugsbeleid (ACD) en wij gaan via die studentenbevragingen ook andere producten bevragen, ook lachgas zit daar dan bij.
Collega Verheyen, de discussie over die rookvrije generatie is gaande. Weet dat wij heel fors aan het werk zijn aan rookvrije ruimtes en ik ben niet van plan om de lijnen die mijn voorganger heeft uitgezet, te veranderen.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik denk dat we allemaal onderschrijven dat de problematiek wat betreft het gebruik van tabak ernstig is en dat we er alleen maar voor kunnen zorgen dat we naar die Generatie Rookvrij kunnen gaan. Er zijn daarrond al heel wat initiatieven genomen, ik denk dat ook de lokale niveaus al heel wat stappen hebben gezet, bijvoorbeeld met het rookvrij maken van speel- en sportterreinen. Het is echter iets waar we dag na dag aan moeten blijven werken. Ook het Vlaamse beleid kan nog verdere stappen zetten op het vlak van preventie.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.