Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, minister Van Quickenborne wil een verbod op gokreclame invoeren. Dat is ondertussen al een paar weken geleden naar buiten gekomen. Hij lanceerde het voorstel in de pers op 9 mei, dus bijna een maand geleden. Het voorstel is opgenomen in een ontwerp van koninklijk besluit dat voor advies naar de Raad van State en Europa werd gestuurd. Dit is dus geen regeringsbeslissing. Dit is via een ontwerp van koninklijk besluit.
Minister Van Quickenborne hoopt dat het verbod eind dit jaar kan ingaan. Vanaf dan zouden gokbedrijven en -platformen niet meer mogen adverteren op radio of televisie, in sociale media, kranten of op affiches. Ook reclame bij sportwedstrijden zou dan worden verboden, na een overgangsmaatregel die loopt tot 2025. Opvallend is dat de Nationale Loterij niet onder het verbod zou vallen. Dat is blijkbaar een ander soort gokken, een soort veilig gokken. Van het terrein komt er heel wat reactie en ook kritiek op het voorstel. Bij de Jupiler Pro League zegt men dat men daardoor inkomsten zou mislopen en vraagt men zich af of een verbod op gokreclame de verslavingsproblematiek zou aanpakken. Ook de Kansspelcommissie is blijkbaar geen voorstander van het verbod. Ze stelt voor om beperkingen in te stellen voor jongeren en problematische spelers omdat zij kwetsbaarder zijn en reclame een grote invloed heeft op hun gedrag. Ik stel vast dat men in de stad Antwerpen de vlucht vooruit neemt en een aantal gokkantoren in de nabijheid van scholen geen nieuwe vergunning geeft.
Vlaanderen kan echter niet beslissen over een verbod of mogelijke beperkingen, maar we zijn wel bevoegd voor het preventiebeleid met betrekking tot gokken en alcohol- en druggebruik. Collega’s, als er hier nog mensen zijn die vragen waarom we moeten gaan naar homogene bevoegdheidspakketten ... Minister, u hebt het aan den lijve mogen ondervinden bij Werk, en in dezen is het opnieuw hetzelfde verhaal: wij kunnen daar niks aan doen, maar mogen wel aan preventie doen. Er wordt ingezet op de preventie en behandeling van de gevolgen van gokken. Zo lezen we in de beleidsnota van uw voorganger, die ook de uwe is, aangezien ze werd bekrachtigd door de Vlaamse Regering: “We bouwen het online hulpverleningsaanbod verder uit. Concreet willen we inzetten op de verwijzing vanuit online eerstelijnsdiensten naar het gespecialiseerde aanbod (vb. alcoholhulp.be, gokhulp.be, cannabishulp.be, drughulp.be, depressiehulp.be). Die kanalen ondersteunen de zelfzorg van de zorggebruiker, bieden online hulp aan alsook de mogelijkheid tot ‘blended care’, een combinatie van online en face-to-face contacten. We zetten bijkomende middelen in om de verslavingsproblematiek aan te pakken (...).” Bijgevolg zou een verbod op gokreclame ook een impact kunnen hebben op het Vlaamse preventiebeleid.
Minister, daarover gaat mijn vraag dus. Ze gaat dus niet over wat ik collega’s recent hoorde zeggen, namelijk dat de VRT meer subsidies moet krijgen omdat er minder kan worden gegokt. Dat is mijn vraag niet, voor alle duidelijkheid.
Minister, was u op de hoogte van dit voorstel van een verbod op gokreclame? Is er vooraf overlegd met uw voorganger? Dat lijkt me immers toch niet onbelangrijk, aangezien Vlaanderen toch instaat voor het preventiebeleid. Hoe staat u tegenover dit voorstel? Acht u het invoeren van een verbod op gokreclame, behalve voor de Nationale Loterij, een effectief middel om mensen weg te houden van het gokken? Ze zouden dus wel nog via de Nationale Loterij kunnen gokken. Welke effecten zou een verbod op gokreclame kunnen hebben op het preventiebeleid dat Vlaanderen voert?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik heb gemerkt dat mijn nieuwe bevoegdheden nog veel complexer zijn op het vlak van de staatsstructuur dan mijn oude bevoegdheden. Dat is een uitdaging in de positieve en in de negatieve zin.
Binnen het kader van de Algemene Cel Drugsbeleid (ACD) wordt gewerkt aan een interfederaal beleidsplan over gokken. Het aanpakken van gokreclame is daar een onderdeel van. Ik ben tevreden dat dat initiatief is genomen, omdat op de werkgroep ACD aangekondigd werd dat de Federale Overheidsdienst Justitie wetgeving daarover aan het voorbereiden is.
We weten op basis van onderzoek dat er een positief verband is tussen blootstelling aan gokreclame en gokgerelateerde attitudes, intenties en gedragingen. Er zijn daarbij aanwijzingen voor een toenemend effect bij een toenemende blootstelling. In gokmarketing worden voornamelijk boodschappen gebruikt die gokken normaliseren en sociale en economische winsten benadrukken. Gokmarketing legt de lat om te gokken lager, wat nefast is voor mensen die kwetsbaar zijn voor gokproblemen.
Als je impact wilt hebben op het gedrag van mensen, is het ook van belang om op een aantal preventiestrategieën tegelijk in te zetten: educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels, en zorg en begeleiding. Het aan banden leggen van reclame valt onder de preventiestrategie ‘omgevingsinterventie’, een van de vier preventiestrategieën voor een effectief preventief gezondheidsbeleid.
Ik geef uitzonderlijk landelijke cijfers. In België waren er in 2016 onder de personen van 18 jaar of ouder al 80.841 problematische gokkers en bijna 400.000 risicospelers: 72 procent van hen rookt dagelijks; 20 procent heeft alcoholproblemen en 19 procent gebruikt cannabis. Lichamelijke klachten, angst, slaapproblemen en depressie komen meer voor bij probleemgokkers dan bij niet-problematische gokkers. Meer dan de helft had al problemen met de partner vanwege het gokken, 12 procent heeft al problemen gehad met de werkgever en 22 procent zit diep in de schulden door het gokken. Dat is een enorm cijfer, maar slechts 14 procent van de probleemgokkers zocht al hulp voor het gokken. Daaruit kun je afleiden dat bewustmakingscampagnes niet volstaan om die groep te bereiken.
Gokken op sportwedstrijden neemt toe als er grote sportwedstrijden zijn. Tijdens het wereldkampioenschap (WK) voetbal van 2018 waren er 150.127 nieuwe registraties op online goksites. In die periode kregen 302.862 unieke spelers na controle in Excluded Persons Information System (EPIS) de toelating om online te spelen. Er werd toen 204 miljoen euro ingezet tijdens het WK. Gedeeld door de meer dan 300.000 unieke spelers leidde dat tot een gemiddelde inzet van 674 euro per speler. Die cijfers zijn toch de moeite waard om te vermelden. Sportweddenschappen kennen bijna 18 procent risicogokkers in verhouding tot 7 procent voor krasloten en loterijen.
U kunt begrijpen dat er een zekere bezorgdheid over het komende WK voetbal is. Het is heel belangrijk om te voorkomen, omdat genezen bijzonder moeilijk is. Ook de Nationale Loterij heeft dus te kampen met risicogokkers, alhoewel minder: 7 procent voor krasloten en loterijen en 17,7 procent voor sportweddenschappen. Daar gelden dezelfde argumenten over marketing en reclame als bij de andere gokbedrijven. De werkgroep ACD is het platform om dat te bespreken en verdere stappen te zetten. In andere landen is een verbod ook progressief opgebouwd. Italië heeft in drie fases gewerkt.
Er is nog heel veel werk aan de winkel, collega Daniëls. Voor mij is het echt belangrijk dat dat interfederaal besproken wordt en dat het geen ‘one shot’ van één niveau is. Ik denk dat dat de echte teneur van uw vraag was.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, om elkaar goed te begrijpen en opdat ik niet zou moeten gokken of het nu wel of niet zo was, wil ik u de volgende vraag stellen: was u nu op voorhand betrokken? Was dit op voorhand doorgesproken? Want dat is mij niet volledig duidelijk.
Ik verwijs naar het arrest nr. 34/2018 van 22 maart 2018 van het Grondwettelijk Hof, u allicht bekend. Daarin staat dat maatregelen waardoor gokken minder aantrekkelijk wordt gemaakt, via een bijzondere meerderheidswet moeten worden genomen en goedgekeurd. Met een koninklijk besluit zal dat er dus niet komen. Het moet gebeuren via die gewestelijke regeringen, via een akkoord, via het overlegcomité. Werd dat al formeel geagendeerd op een overlegcomité?
Ik kom tot mijn tweede punt. Ik wil aansluiten bij wat de minister zegt. Bij het gokken op sportwedstrijden tijdens het WK werd in 2018 204 miljoen euro ingezet. Bij de Nationale Loterij wordt jaarlijks 1,53 miljard euro ingezet. De Nationale Loterij is dat stukje dat minister Van Quickenborne erbuiten wil houden. Dat gaat dus om een veelvoud van die 204 miljoen euro.
Wat preventie betreft, hebben we vorige week geprobeerd een debat te houden over de dalende onderwijskwaliteit. Dat is niet meteen goed gelukt. Het ging dan over brooddozen. Maar als we echt eens naar die onderwijskwaliteit kijken, lijkt de beste preventietip mij om aan te geven wat de winstkans is. Want u zegt inderdaad dat er naar buiten wordt gebracht dat er een kans is om te winnen. Collega’s, de kans om te winnen met de juiste kruisjes op de wekelijkse Lotto is 1 op 8,1 miljoen. 1 op 8,1 miljoen. En bij Euromillions is die kans 1 op 139 miljoen.
Met andere woorden, er wordt gezegd dat je kans maakt om te winnen. Maar de kans dat je tijdens een aardbeving een flikflak maakt en terwijl naar Familie aan het kijken bent waarbij iedereen blijft leven, is groter. Het is echt cruciaal om op dat vlak sensibiliserend te werken. Minister, ik ben het met u eens dat het aan banden leggen van de reclame inderdaad een impact heeft. Maar als sommige manieren van gokken, zoals de Nationale Loterij, worden uitgesloten, omdat dat zogezegd veilig gokken zou zijn, dan geven we als overheid opnieuw een heel dubbel signaal. En daarvoor wil ik toch waarschuwen.
Verder weet ik niet in welke mate het mogelijk is om, wanneer langs preventieve kant, onze kant, wordt vastgesteld dat bepaalde spelers zeer veel spelen, hen actief te benaderen. Die platformen kunnen perfect zien wat mensen ertegenaan gooien. Op welke manier kan daar proactief en preventief iets tegen gebeuren?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, wat de staatshervorming en die regels betreft, zal ik dat nog eens goed laten nakijken. Er is in de werkgroep aangekondigd dat men daarrond initiatief zou nemen. Maar ik heb dat ook geïnterpreteerd als de start van een proces dat men wil doen. In die zin wist ik wel dat er een proces in aantocht was. Ik zal even nakijken of wij al dan niet moeten worden betrokken bij die wijzigingen. Ik weet dat de staatssecretaris voor de Nationale Loterij dezelfde regels wil als voor de private operatoren. Ook daar is een en ander aan het bewegen. Ik zal nog eens uitzoeken hoe dat precies zit en in welke mate wij daar al of niet bij moeten worden betrokken. Maar die Nationale Loterij is natuurlijk wel een federale bevoegdheid. Dat wordt nog bekeken.
Ik heb ook wat cijfers gegeven over het verschil tussen risico’s op zware gokverslaving bij de Nationale Loterij en bij de andere spelers. Het is een werk in uitvoering. Ik neem uw opmerkingen zeker mee om te bekijken hoe we dit dossier in de toekomst verder behandelen. Ik moet dat luikje rond de staatshervorming zeker nog eens uitklaren.
De heer Daniëls heeft het woord.
Het is ook in dezen inderdaad belangrijk dat de preventiemaatregelen die we in Vlaanderen nemen effect hebben en dat het voor de burger duidelijk is hoe het in elkaar zit.
Ook treed ik u erin bij dat je niet kunt zeggen dat de Nationale Loterij met 1 op 139 miljoen veilig gokken is en iets anders minder veilig. Voor wie potentieel gevaar loopt om verslaafd te worden, is dat net hetzelfde.
En als er dan initiatieven worden genomen, moet die timing met alle sectoren die daarmee samenhangen worden bekeken. We moeten daar niet flauw over doen: we moeten de sectoren die daar inkomsten uit halen, de kans geven om daarmee aan de slag te gaan en in een traject steken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.