Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
De bestemmingsbarometer werd gelanceerd op 30 mei 2022. Het is een heel interessante tool waarmee we verschillende indicatoren kunnen raadplegen. Het gaat niet alleen om het economische, maar ook om het sociale en ecologische luik, over verschillende jaren heen. Je kunt er dus heel wat informatie uit halen. Dat is belangrijk en het kwam hier al verschillende keren aan bod. Daarbij ging het bijvoorbeeld over het cruisetoerisme en de impact voor de inwoners. We zien dat het gevoel van ontevredenheid bij de inwoners redelijk oké zit, maar dat het cruisetoerisme soms voor overlast zorgt.
De barometer is interessant en past in de visie Reizen naar Morgen, waar dat gezond evenwicht tussen de belangen van bewoners, bezoekers, ondernemers in balans wordt gehouden. De indicatoren zijn interessant omdat ze op die drie doelgroepen focussen en er inzicht in geven.
We zien dat Vlaanderen positief wordt beoordeeld als florerende bestemming. We hadden ook niets anders verwacht of gewenst. Maar we zien ook dat er aan ondernemingszijde wel een aantal risico’s naar voren komen. Het gaat onder andere over de vacatures die maar moeilijk ingevuld raken in de sector. Het is een pijnpunt dat zal blijven en dat niet alleen voor die sector geldt. We zien het overal. Ook de liquiditeitspositie baart verschillende segmenten van de sector toch wel wat zorgen. Daarom heb ik enkele vragen voor u, minister.
Kunt u wat meer toelichting geven bij de lancering en het doel van de bestemmingsbarometer?
Hoe evalueert u de eerste resultaten? Welke werkpunten zijn er al vastgesteld?
Ik had het daarnet over de risico’s aan ondernemerszijde. Zijn er acties of is er overleg met andere ministers op die bevoegde domeinen?
Het is ook de bedoeling om de barometer verder te ontwikkelen en om niet alleen te kijken op het niveau van Vlaanderen, maar ook te focussen op bepaalde toeristische regio’s of steden en gemeenten. Is dat in uitrol? Wat is de timing? Hoe ziet u dit?
Minister Demir heeft het woord.
Jullie kennen allemaal de visie Reizen naar Morgen. In die visie is het doel van toerisme niet enkel om steeds meer bezoekers te lokken, maar wel om meerwaarde te creëren voor alle betrokkenen, bewoners, bezoekers, ondernemers en de plek zelf. Ook hier hebben we nood aan een meetinstrument dat toelaat objectief na te gaan in hoeverre we de belangen van deze verschillende betrokkenen verzoenen. De bestemmingsbarometer is dit meetinstrument.
In de bestemmingsbarometer worden de beschikbare relevante indicatoren verzameld over verschillende jaren heen, zodat we ook evoluties kunnen detecteren. Het gaat over traditionele economische parameters zoals aankomst- en overnachtingscijfers of bijdrage aan het bruto binnenlands product. Maar het gaat ook over sociale, ruimtelijke en ecologische parameters als de algemene toeristische druk, de percepties ten opzichte van de positieve en negatieve impact van toerisme en het bestaande evenementenaanbod, de tevredenheid over accommodaties, attracties, transport en dienstverlening, het aantal en de nettogroei in toeristische ondernemingen en de toeristische tewerkstelling. En het gaat over maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzaamheid, toegankelijkheid, spreiding in tijd en ruimte van het toerisme en de ecologische voetafdruk van het internationale toerisme.
Waar mogelijk werkt de barometer ook met richtinggevende drempelwaarden. Deze zijn gebaseerd op internationale studies. Deze barometer is dan ook interessant voor heel de toeristische sector. Het laat ons eveneens toe op hoger niveau probleemvelden te detecteren en op dit vlak, samen met de sector, te zoeken naar oplossingen. De bestemmingsbarometer wordt dan ook online beschikbaar gesteld voor alle geïnteresseerden.
Belangrijk is dat de bestemmingsbarometer een instrument in ontwikkeling is. De indicatoren zullen de volgende jaren verder verfijnd moeten worden, maar op dit moment worden een achttal kernindicatoren weergegeven. De meeste van deze indicatoren zitten goed. Toch zijn er ook drie aandachtspunten en één probleempunt. De toeristische integriteit, de ‘net promotor score’ van de bezoekers, het aandeel loontrekkenden en de online reviewscore door bezoekers zitten goed. De lokale steun voor toerisme door de inwoners, de cashflow in de sector en de ruimtelijke spreiding van de toeristische overnachtingen vormen een aandachtspunt. De spreiding in de tijd is dan weer een probleem.
De lokale steun voor toerisme wordt gemeten via de periodieke bewonersonderzoeken. De meeste hiervan gaan over de kunststeden. De steun bedroeg in 2021 ongeveer 70 procent. De jaren voor corona was dat nog 75 procent. Dat is dus lichtjes achteruitgegaan. Het is een aandachtspunt. In de detailresultaten wordt ook gekeken welke toeristische aspecten een negatieve impact veroorzaken. Dit zijn vooral aspecten die we samen met het lokale niveau moeten aanpakken.
Een ander aandachtspunt vormt de beschikbare cashflow in de sector in ruime zin. Daarbij kijken we in hoeverre ondernemers over voldoende financiële middelen beschikken om de schulden op korte termijn te betalen. Zolang deze waarde hoger is dan 1 is er geen probleem. De toeristische sector kenmerkt zich door een lage liquiditeitsratio, met een waarde van 1,12. Op dit moment is er dus niet echt een probleem, maar zeker met de nasleep van corona is dit een aandachtspunt.
Om de ruimtelijke spreiding van de toeristische overnachtingen te bekijken, berekenen we de zogenaamde Gini-coëfficiënt. Een waarde hoger dan 0,85 wijst daarbij op een te hoge concentratie. Deze coëfficiënt bedraagt in 2020 0,83. Dit klopt ook met de realiteit dat we vooral veel toeristen ontvangen in de kunststeden en aan de kust. Maar het wijst er wel op dat groei enkel kan als we tegelijk meer spreiden. Via de verschillende thema’s willen we de bezoekers kennis laten maken met aantrekkelijke belevingen buiten de steden, uiteraard met aandacht voor de draagkracht van elke bestemming.
De spreiding in de tijd meten we door het belang van de top drie van toeristische maanden te bekijken op het jaartotaal. Als dit meer dan 55 procent van het totaal aantal overnachtingen bedraagt, wijst dit op een te sterke ‘seizoenaliteit’ volgens de internationale normen. Voor 2020 lag dit op 58 procent, net iets meer dan de vooropgestelde drempel. Ik stel evenwel vast dat deze waarde de jaren voordien stabiel rond de 38 procent bleef. Vermoedelijk is de piek in 2020 dan ook te herleiden tot de toen geldende coronabeperkingen. Onder voorbehoud hiervan, kunnen we stellen dat Vlaanderen over het algemeen weinig grote pieken kent, al kan dit lokaal wel verschillen. Maar ook los daarvan zet ik via de thema’s uit mijn beleidsnota in op een grotere spreiding in tijd om ervoor te zorgen dat niet alle bezoekers in de toeristisch drukste maanden naar Vlaanderen komen. Dat geldt ook als we meebieden voor bepaalde internationale events. Dan kijken we eerder richting september dan de vakantiemaanden, omdat we dan op die manier spreiden.
De barometer geeft inderdaad aan dat daar mogelijke gevaren zijn. Zo zien we dat er veel vacatures zijn door de grote uitstroom van personeel tijdens corona. De instrumenten daarvoor zitten vooral in handen van de minister van Economie en Werk. Overal in de toeristische sector en de horeca klaagt men over het personeel dat men niet vindt. Dit is een belangrijk punt voor mijn collega van Werk. Met Toerisme Vlaanderen informeren we de sector over de diverse ondersteuningsmogelijkheden. Zo werd bijvoorbeeld de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) uitgenodigd om het aanbod voor toeristische ondernemers toe te lichten op een sectordag horeca op 30 mei.
De barometer is dus een instrument in ontwikkeling. We gaan hier op twee manieren mee aan de slag. Enerzijds bekijkt Toerisme Vlaanderen, samen met de partners, hoe het zelf meer gedetailleerde gegevens kan verzamelen. Anderzijds stellen we een toolkit ter beschikking van de provinciale en lokale partners om hen te helpen om zelf de data voor de barometer te verzamelen.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is inderdaad een interessante tool. Ik kan alleen maar toejuichen dat we op een brede manier naar toerisme kijken – niet alleen naar het economische maar ook het sociaal-maatschappelijke en ecologische aspect. We kunnen er alleen maar uit leren, niet alleen als bezoeker maar ook als ondernemer en overheid, Vlaams en lokaal. Ook zij kunnen daar heel wat informatie uit putten.
Er zijn inderdaad risico’s te detecteren uit de barometer, maar ook opportuniteiten. Ik doe een oproep aan iedereen om ermee aan de slag te gaan. Spreiding in de tijd is heel goed, spreiding over de kunststeden en de kust en de Westhoek is heel goed. Daar gaan we volop op inzetten. Er is nog plaats bij ons, er mogen zeker nog toeristen komen.
De cijfers zijn belangrijk, al zijn ze niet alles zaligmakend. We moeten er wel mee aan de slag. We kunnen dan ook inspelen op trends. Zoals u zegt, moeten we alert zijn voor de risico’s. We moeten dat in overleg aanpakken, over de domeinen heen, want het valt niet allemaal onder uw bevoegdheid.
Ik ben absoluut voorstander van een uitrol op lokaal niveau. Elke regio of streek heeft zijn eigenheid. Daar kan men veel meer mee doen dan het als één grote Vlaanderenbrede barometer te zien. Dat moeten we verder finetunen.
De cijfers dateren vooral van 2019 en 2020. Het zal belangrijk zijn om dat continu te updaten zodat het een interessante barometer wordt, nu en in de toekomst.
Dit zeer interessante meetinstrument is in volle ontwikkeling. Onze filosofie Reizen naar Morgen is toekomstgericht. We werken er met de beleidsdomeinen hard aan. Toerisme Vlaanderen zal verder werken aan de ontwikkeling van het meetinstrument en aan de gegevens die ze naar de bestemmingen kunnen doorgeven. Dat is inderdaad een aparte entiteit. Maar de toolkit die zowel aan de provincies als aan de lokale partners wordt aangeboden, bestaat vandaag. Als ik het goed begrijp, geeft men inspiratie aan de lokale partners door middel van een soort enquête met vragen die men aan verschillende stakeholders kan stellen omtrent de relevante info die we nodig hebben. De focus is economisch gericht, maar richt zich ook op vragen als hoe ondervinden bewoners dat, hoe reageren bezoekers, zijn bezoekers tevreden, hebben ze voldoende aanbod enzovoort. Mijn vraag is hoe de toolbox aan de lokale besturen en de provincies kenbaar wordt gemaakt. Ik denk dat nog niet alle lokale besturen daar weet van hebben.
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil eerst en vooral meegeven dat de barometer in volle ontwikkeling is en continu wordt aangevuld met de meest recente gegevens. Voor sommige moeten we soms wel wat langer wachten, denk maar aan de FOD Economie. De toolkit bevat onder meer voorbeeldvragenlijsten voor allerlei bevragingen. Het is heel recent, we gaan binnenkort een communicatie doen naar lokale besturen en naar de partners voor wie het nuttig kan zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.