Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Bijstandsorganisatie Touring organiseerde recent een bevraging bij 2400 Belgen over hun reisplannen. Uit de vakantiebarometer komen een aantal opmerkelijke conclusies naar voren over reizen na corona. Ik wil graag horen wat u daarvan vindt.
Zo blijkt onder meer dat bijna 80 procent van de vakantiegangers dit jaar naar het buitenland trekt. Voor corona lag dat aantal traditioneel rond de 60 à 70 procent, een pak lager dus. Dat is toch een opmerkelijke vaststelling. Dit jaar krijgen we dus wellicht een pak minder vakanties in eigen land. We kunnen wel vermoeden dat er nu sprake is van wat men noemt een ‘inhaalpiek’ op dit vlak. We hebben allemaal een zware periode achter de rug, veel mensen zijn niet naar het buitenland kunnen gaan door de maatregelen. Men is wat gehaast om dit opnieuw te kunnen doen. Wat ook opvalt, is dat de helft van de reislustigen deze zomer het vliegtuig zal nemen. We hebben recent heel veel ingezet op duurzaam reizen, onder meer met de trein. We dachten dat er na corona weer een switch zou komen, maar die tendens zou toch anders zijn. Al kan dat tijdelijk zijn; dat kan liggen aan die inhaalpiek.
Tijdens de coronacrisis zagen we verder hoe velen kozen voor vakanties in de natuur en landelijke gebieden. Ook daar ziet Touring nu een terugval: van 33 naar 26 procent. Dat aantal ligt wel nog hoger dan voor corona, toen we op 21 procent zaten.
Het toerisme lijkt zich dus te hernemen, toch qua aantallen. Bij het duurzame toerisme in eigen land zijn er minder blijvers, maar dat is dus voor 2022. Minister, hoe ziet u dat voor de zomervakantie? Zien we meer buitenlanders hier en minder natuurvakanties?
Hoe ziet u deze evoluties? Kunt u daar wat toelichting bij geven?
Op welke manier past Toerisme Vlaanderen nu zijn inspanningen en strategie aan aan de tendensen die naar voren komen?
In een artikel van de krant De Morgen concludeert men ook dat reizigers vooral opnieuw de weg vinden naar het massatoerisme. Een professor van de KU Leuven stelt dat de overgang naar duurzaam reizen langzamer gaat dan voorzien. Hij denkt dat we daar meer inspanningen zouden kunnen leveren. Wat denkt u hiervan?
Minister Demir heeft het woord.
We zien in de al binnengelopen boekingen bij Stardekk duidelijk dat de boekingen door Belgen minder hard stijgen dan deze door buitenlandse bezoekers. Dit wijst er inderdaad op dat er meer buitenlandse vakanties geboekt worden.
Dit is geen Vlaams, maar een Europees fenomeen. Uit de bevragingen die de European Travel Commission (ETC) 2020 in de tien belangrijkste Europese markten uitvoert, blijkt dat de zin om in eigen land te reizen sinds augustus 2020 stelselmatig aan het afnemen is. In maart 2022 lag dit al 10 procent lager dan in augustus 2020. Het wijst erop dat de interesse om in eigen land te reizen in grote mate tijdelijk was, en dat is te begrijpen. Het is goed dat we daarop hebben ingespeeld. Samen met alle provincies hebben we Vlaanderen Vakantieland in de picture gezet en proberen te redden wat er te redden viel. Dat was een goede manier. Het is inderdaad zo dat mensen weer naar het buitenland willen nu.
We zien in dit onderzoek ook dat stedentrips opnieuw populairder worden en natuurvakanties lichtjes afnemen. Het valt nog af te wachten of deze trend zich doorzet.
Het is positief dat de buitenlandse boekingen verder toenemen. Dit zijn boekingen in de kunststeden, omdat deze vooral in trek zijn bij de buitenlandse bezoekers. Ik ben dan ook verheugd om deze tendens te zien, want onze kunststeden hebben het langst moeten wachten op bezoekers. Ik geloof ook dat de kunststedencampagne die we gezamenlijk voeren, de nodige vruchten afwerpt.
Met Toerisme Vlaanderen hebben we Reizen naar Morgen. Ook voor corona hebben we dat in de picture gezet. Dat werd opgepikt door The New York Times. We waren een van de eerste regio’s die zochten naar een evenwicht tussen toerisme en het lokaal draagvlak. We kunnen dit alleen realiseren op lange termijn. Deze toeristische ontwikkeling kan een meerwaarde zijn voor zowel de bezoeker, de bewoner, de ondernemer als de plek.
Uiteraard zijn Toerisme Vlaanderen en ikzelf niet blind voor de tendensen op korte en middellange termijn en houden we daar terdege rekening mee. We ondernemen dan ook op korte termijn de volgende acties.
Dit jaar en volgend jaar wordt samen met de kunststeden de kunststedencampagne verder uitgewerkt en uitgebreid naar de andere Europese landen. Het thema ‘Vlaanderen Natuurlijk’ wordt verder uitgerold. Dit is voor Toerisme Vlaanderen een nieuw thema. Ik geloof rotsvast dat Vlaanderen met de nationale parken en de landschapsparken veel te bieden heeft. We gaan hierop verder werken. In Limburg hebben we een nationaal park dat jaarlijks 1,2 miljoen bezoekers trekt. Vorig jaar waren er 30 procent meer bezoekers, ook vanuit Nederland en Duitsland. Dat zorgde voor vijfduizend directe en indirecte jobs in Limburg. Dat zal de nodige boost geven. We kennen het al in Limburg, een nationaal park, we weten wat dat doet met de economie en het toerisme. Het aantal bezoekers is echt massaal, het is nu kwestie om dat in heel Vlaanderen uit te breiden. Zeker ook streekproducten moeten we meer aan de man brengen. We hebben dat nog te weinig gedaan in Vlaanderen. Ik vind het belangrijk om dat te doen, we hebben heel goede streekproducten die de boer op zijn terrein maakt. Dat moet kenbaar worden en de boer moet er extra centen aan verdienen. Dat is belangrijk bij de landschapsparken.
Ik heb altijd gezegd dat ik dat nooit van bovenaf zou opleggen, het moet van onderuit komen, zowel wat nationaal park als landschapspark betreft. Dan kan dat het nodige succes boeken en een boost geven inzake het label en het toerisme. We willen dat opnemen in het beleid.
De voorbije maanden heeft Toerisme Vlaanderen zijn activiteiten in het buitenland noodgedwongen beperkt tot algemene reputatiecampagnes. Nu het toerisme herneemt, gaan we ons ook richten op conversiecampagnes om de bezoeker te overtuigen om naar Vlaanderen te komen voor het vele unieke dat wij te bieden hebben.
Ik heb ook gelezen wat professor Jan van der Borg heeft gesteld. Dat klopt. Toch zullen we inspanningen moeten doen om buitenlandse toeristen op een meer duurzame manier naar Vlaanderen te laten komen en eenmaal op bestemming ze op een meer duurzame manier te laten verplaatsen. Dat kan door onder andere meer samen te werken met treinmaatschappijen, te voorzien in fietsroutes langsheen belangrijke belevingen in Vlaanderen, het plaatsen van grote trekkers op locaties die vlot bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Daar is dus nog wat werk aan de winkel.
Ik wil even vergelijken met landen als Bhutan. Ik ben naar een seminarie geweest waar die minister van Toerisme een heel verhaal kwam doen. Dat is ongelooflijk. Daar kun je als toerist niet zomaar iets gaan bezichtigen. Dat gebeurt in groep. Daar komt iemand mee, en o wee – terecht – als je iets weggooit of schade aanbrengt. Men is daar megastreng. Ik vond het een ongelofelijk verhaal wat die man vertelde over hoe men omgaat met het toerisme in Bhutan. Dat is een heel ander verhaal. Ik denk dat we in Vlaanderen misschien wel eens moeten kijken hoe we extra inspanningen kunnen leveren op het vlak van Reizen naar Morgen, wat een goed verhaal is.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord en ook voor het delen van uw persoonlijke ervaring inzake Bhutan, waar toch een streng beleid wordt gevoerd wat betreft duurzaamheid. We kunnen daar misschien wel iets van leren want duurzaamheid is natuurlijk een heel belangrijk aspect waarvoor een mindswitch gecreëerd moet worden bij mensen. Dat is geen evidente oefening, maar we zullen zeker verder aan de weg timmeren.
Ik ben in elk geval, samen met u, blij dat het toerisme zich herstelt. Het is inderdaad opmerkelijk om te zien dat zoveel Vlamingen kijken naar een reis in het buitenland en ik kan ze ook geen ongelijk geven na de voorbije periode. Ik denk toch wel dat we de inspanningen die we de voorbije jaren hebben geleverd om iedereen in eigen regio allerlei aantrekkelijks te tonen – en dat is er ook, zoals onder andere onze streekproducten waarnaar u verwees – zeker niet mogen loslaten. Ik denk dat dat wel terugkomt. Dit jaar gaan we nu even naar het buitenland, maar voor een korte trip gedurende het jaar of in de andere vakanties kan de Vlaming in eigen regio heel wat vinden om zich te amuseren en zich te ontspannen.
Het voordeel is dat als de Vlamingen naar het buitenland trekken, het omgekeerd wellicht ook zo is in onze buurlanden en andere Europese landen dat de goesting er ook zal zijn om naar het buitenland te gaan. Ik zou zeggen: kom dan allen naar Vlaanderen. We hebben hier heel wat te bieden. Bij dezen ben ik ook eventjes ambassadeur om toerisme uit het buitenland verder aan te zwengelen.
Voorzitter, ik denk dat we hier volgende week het duurzaamheidsplan zullen bespreken. Het is belangrijk om dan verder in te kunnen gaan op het aspect van duurzaamheid, dat ook heel belangrijk is voor het toerisme in Vlaanderen.
Verder heb ik geen verdere vragen want u had een heel uitgebreid antwoord voor mij klaar.
Het duurzaamheidsplan komt op 5 juli aan bod in de commissie.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, mevrouw Talpe had het over massatoerisme, maar dat is ook cruisetoerisme. Zijn daar ondertussen al nieuwe ontwikkelingen zichtbaar? U hebt in februari in deze commissie gezegd dat er in verband met cruisetoerisme een aantal zaken zouden worden onderzocht, zoals de sociale impact van bewoners, de economische impact van rederijen en de ecologische impact van cruiseschepen. Ook heel wat steden en provinciale diensten zouden bij die studie betrokken worden omdat ze een actieve rol kunnen spelen bij het aanleveren van data enzovoort. Kunt u zeggen wat daar de stand van zaken is momenteel? Zijn deze resultaten al bekend? Zo ja, zal het beleid ter zake bijgestuurd worden?
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Uit de bevraging vanuit Logeren in Vlaanderen blijkt dat 55 procent van de ondervraagden aangeeft ook een vakantie te plannen in eigen land. Het is bemoedigend dat mensen na de ervaringen van niet elders te kunnen reizen tijdens corona blijkbaar aangemoedigd zijn om onze eigen streek, onze eigen regio te leren ontdekken en dat dit een blijver is. De initiatieven die de voorbije jaren zijn genomen, werpen hopelijk hun vruchten af. Uit de voorlopige cijfers van de bevraging kunnen we dat concluderen en dat is een goede zaak.
Minister Demir heeft het woord.
Het onderzoek rond cruisetoerisme is nog lopende. Ik kan daar nog niet veel zinnigs over zeggen. Ik kan wel aangeven dat het cruisetoerisme stilletjesaan herneemt, maar wel heel traag. Dat wordt ons gezegd.
Wat betreft het binnenlands toerisme valt nog af te wachten op welk niveau het stabiliseert. Ook de provincies zijn natuurlijk bevoegd voor binnenlandse promotie. Ik zal het nog eens op een overleg met hen bespreken en het op de agenda houden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.