Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik heb een vraag over de natuurherstelwet. Deze maand komt de Europese Commissie met een voorstel voor een nieuwe Europese natuurherstelwet, als onderdeel van de Green Deal. Die wet zal bindende doelstellingen vastleggen voor kwalitatieve natuur in alle lidstaten. Volgens het voorstel dat nu op tafel ligt, zouden de lidstaten tegen 2030 aan 30 procent beschermde natuur moeten komen, waarvan een deel op zee.
Elke lidstaat zal hiervoor natuurherstelplannen moeten opstellen. En de Wereldwijde Coalitie voor Biodiversiteit vraagt om tegen 2030 minstens 15 procent van de volledige Europese land- en zeeoppervlakte en rivierlengte te herstellen en hun ecosystemen weer intact en functioneel te maken. Het is nog afwachten of deze doelstelling zal worden opgenomen in het voorstel van de Commissie.
Volgens het laatste Natuurrapport uit 2020 zijn in Vlaanderen slechts 3 van de 44 Europees beschermde habitats in een goede staat: grotten, slikken en duindoornstruweel. De voorbije halve eeuw ging 75 procent van de Vlaamse wetlands verloren. Natte gebieden met waardevolle natuur en belangrijke buffers tegen droogte en overstromingen zijn tenietgegaan. Het potentieel herstel is 147.000 ha of 85 procent van wat verloren ging.
Mijn vragen aan u, minister, zijn de volgende.
Zult u de doelstelling om tegen 2030 minstens 15 procent van land- en zeeoppervlakte en rivierlengte te herstellen, verdedigen bij uw Europese collega-ministers? Wat is het standpunt van de Vlaamse Regering hierover?
De Wereldwijde Coalitie voor Biodiversiteit spreekt van een potentieel voor herstel van 147.000 hectare aan moeras. Hoeveel hectare zult u deze legislatuur nog herstellen en welke structurele maatregelen zult u hieraan koppelen? Werkt u aan een Vlaams natuurherstelplan met concrete doelstellingen?
Vlaanderen heeft zijn Natura 2000-gebieden afgebakend als kleine eilandjes te midden van een inmiddels vaak natuurvijandige omgeving. Voor het goed functioneren van de Natura 2000-gebieden dienen er goed werkende natuurverbindingen te worden aangelegd. Voorziet u die in uw beleid? Hoe zult u die realiseren?
Hoe zult u omgaan met het herstel van natuur die vooral gebonden is aan een ander landgebruik dan natuur, zoals de agrarische natuur en de stedelijke natuur?
In de 30 procent beschermde natuur zijn andere activiteiten mogelijk. Welke activiteiten zijn volgens u compatibel met het geplande natuurherstel? Zullen er beperkingen worden opgelegd?
Naast de 30 procent voorziet de herstelwet 10 procent strikt beschermd gebied. Hoe wilt u die realiseren, welke criteria zullen daarvoor worden gehanteerd en welke andere activiteiten kunnen in die gebieden nog?
Vandaag bestaat een kwart van de Natura 2000-gebieden nog uit landbouwbedrijven. In het licht van de opdracht die voor ons ligt, waarschuwen experts, is de rode lijst nog maar een begin. Welke stappen zult u ondernemen om te voldoen aan de instandhoudingsdoelstellingen (IHD's) en de Europese richtlijn?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u voor uw vraag. Er is nog geen concreet voorstel van de Europese Commissie bekend over de aangekondigde natuurherstelwet. Er circuleren wel een aantal versies. Ik zal zorgen dat Vlaanderen een standpunt heeft ten aanzien van het natuurherstelplan zodra het voorstel van de Europese Commissie bekend is en behandeld wordt in de Raad van de Europese Unie. Zoals u weet zal België met een gecoördineerd standpunt moeten komen, steunend op de bevoegdheidsverdeling binnen onze staatsstructuur. Het Belgische standpunt wordt vastgesteld volgens de geldende coördinatiemechanismen. Voordien zal Vlaanderen dus een standpunt moeten hebben, en ik zal ervoor zorgen dat dit ook tijdig gebeurt.
Verschillende trajecten worden gereflecteerd door middel van de natuurindicatoren die het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) opvolgt. Door middel van het instrument natuurinrichting bijvoorbeeld is de totale gerealiseerde oppervlakte in 2021 gestegen tot 6209 hectare. Als alle lopende projecten uitgevoerd zullen zijn, kan deze oppervlakte in de komende jaren toenemen tot ongeveer 14.300 hectare. In uitvoering van het geactualiseerde Sigmaplan werd tot op heden al een oppervlakte van 1220 hectare ingericht. Er zijn inrichtingswerken lopende over een oppervlakte van 1427 hectare en de start wordt gepland van de inrichting van een bijkomende oppervlakte van 772 hectare tegen 2024. Er werden en worden dus stappen in de goede richting gezet, maar er is een gigantische inhaalbeweging te maken.
Ik wil erop wijzen dat niet enkel de Natura 2000-gebieden een beschermingsstatuut kennen in Vlaanderen. Ook de VEN-gebieden (Vlaams Ecologisch Netwerk), groene en geelgroene bestemmingen op de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's), bossen en ook bepaalde vegetatietypes hebben elk een beschermd statuut.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat die gebieden ingebed moeten worden in een functionerende ecologische structuur in het landschap. Hiertoe voorzien het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Natuurdecreet natuurverbindingsgebieden, als onderdeel van het integraal verwervings- en ondersteunend netwerk (IVON). De bevoegdheid voor het beleid rond die gebieden ligt evenwel bij de provinciebesturen, zodat ik op dit punt niet rechtstreeks kan antwoorden op uw vraag.
Vanuit Vlaanderen zet ik wel in op de verbinding door ecologische ontsnippering via het Vlaams Actieplan Ecologische Ontsnippering (VAPEO). Dat is ook gestart, zoals u weet, met een eerste fase, namelijk de aanleg van ontsnipperingsmaatregelen om migratiebarrières door autowegen te overbruggen. In een volgende fase plan ik gelijkaardige maatregelen voor waterwegen en spoorwegen, in overleg met de beheerders. Een derde fase is dan de ontwikkeling van grotere ecologische verbindingen doorheen het landschap, die verbinding leggen tussen belangrijke natuurkernen. Ik zet ook in op de soortenbeschermingsprogramma’s (SBP’s), waarin verbinden vaak een cruciale rol speelt voor genetische diversiteit en overlevingskansen van de gevatte soorten.
Het natuurherstel zal volgen uit de gestelde natuurdoelen, niet andersom natuurlijk. Wat Natura 2000 betreft, liggen die doelen ook allemaal vast. Op ons voorstel heeft de Vlaamse Regering op 18 maart 2022 die natuurdoelen ook definitief vastgelegd voor het Vogelrichtlijnengebied IJzervallei. Met deze goedkeuring voor de IJzervallei zijn voor alle Natura 2000-gebieden specifieke natuurdoelen ook vastgesteld. Het implementatiewerk, dat nu volop draait, focust enerzijds op een passend en goed beheer van de bestaande natuur, ten tweede op het creëren van nieuwe natuur, zodat we de oppervlaktedoelen van de instandhoudingsdoelstellingen kunnen halen, en tot slot op de nodige maatregelen nemen zodat alle condities gunstig staan en zodat de natuur zich door passend beheer ook in stand kan houden. Dit laatste is ook mijn definitie van natuurherstel en dat laat zich niet eenvoudig uitdrukken in vooraf vastgestelde percentages. We moeten doen wat nodig is en dat gaan we, zoals voorzien, ook uitwerken in het Vlaamse Natura 2000-programma.
Vanuit de Vlaams Landmaatschappij (VLM) lopen er ook verschillende initiatieven om de ecologische kwaliteit in het agrarisch gebied te verhogen. Hiervoor wordt ook samengewerkt met verschillende partners op het terrein, die ook een vergoeding krijgen. Ook het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) zet hier voor bepaalde soortenbeschermingsprogramma’s, zoals dat van de akkervogels, op in.
In uitvoering van de Europese Biodiversiteitsstrategie 2030 heeft de Europese Commissie door middel van ‘een guidance document’ richting gegeven hoe de begrippen ‘beschermde natuur’ en ‘strikt beschermde natuur’ geïnterpreteerd moeten worden in context van het engagement dat de Europese Commissie vraagt van de lidstaten van de EU. We zullen binnen de Interministeriële Conferentie (IMC) Leefmilieu binnenkort ook voorstellen dat België wel degelijk die uitdaging aanneemt en dat daar samenwerking wordt opgezet, zodat elke betrokken entiteit binnen de eigen bevoegdheden het best passende engagement zal voorbereiden als bijdrage vanuit België aan de door de Europese Commissie gestelde uitdaging.
Wat uw zesde vraag betreft: nogmaals, er is nog geen Europese natuurherstelwet. De reële stand van zaken kennen we dus nog niet. Het werk gebeurt nu volop binnen de diensten van de Europese Commissie. Ook hier zijn mijn diensten aan de slag om de ‘guidance’ van de Europese Commissie door te vertalen naar de Vlaamse situatie. Ook voor de strikt beschermde gebieden zullen we ons richten op de instrumenten, waar bijvoorbeeld de natuurreservaten ook een belangrijke rol in zullen spelen.
Wat uw zevende vraag betreft: sommige Europees te beschermen soorten zijn, zoals eerder gezegd, afhankelijk van landbouwecosystemen. Wat wel absoluut vereist is, is dat de milieudruk die vanuit landbouwactiviteiten ontstaat, in overeenstemming moet worden gebracht met de goede omgevingscondities en basisnatuurkwaliteit die vereist zijn om de Europees te beschermen habitats en leefgebieden van soorten, in duurzame toestand te krijgen, zodat hun voortbestaan in Vlaanderen gegarandeerd is. Binnen het beleid van de Vlaamse Regering wordt via de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) aan de geschikte milieuvoorwaarden gewerkt om de Europese doelen en de gunstige staat van instandhouding te realiseren. Zoals u weet, zijn er, als ik me niet vergis, op dit moment maar twee habitats in orde. Het traject is dus nog gigantisch.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Het is net omdat het traject nog gigantisch is, dat ik deze vraag stel. Ik heb natuurlijk wel heel wat initiatieven gehoord die in de goede richting gaan, maar daarmee weten we nog niet in welke mate Vlaanderen de doelstellingen die vooropgesteld worden – of mogelijk vooropgesteld zulle worden – in de Europese natuurherstelwet, mee zal verdedigen en in welke fase Vlaanderen op dat vlak al zit.
Nu goed, u hebt ook een Blue Deal en een Bosplan gelanceerd. Mijn vraag is, minister: in welke mate zullen die twee plannen – die tijdelijk zijn, die lopen tot 2024, en waarvan de acties ook eindig zijn – ingeschreven worden in het Vlaams natuurherstelplan? En hoe zullen die plannen daartoe worden aangepast, zodanig dat ze een bijdrage kunnen leveren in de opdracht die de Europese Commissie aan haar lidstaten geeft?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Schauvliege, zoals eerder gezegd, zijn de plannen op dit moment nog niet afgerond. Er circuleren wel een aantal ‘gelekte versies’, als ik het zo mag zeggen. Ik denk dat we even moeten wachten tot er duidelijkheid komt vanuit Europa. Ik denk dat ook het engagement dat ik wil nemen, vrij duidelijk is in mijn tussenkomst. We zullen dat sowieso meenemen, ook in het Vlaamse natuurherstelprogramma. Ik denk dat niemand daaraan twijfelt.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, u weet dat u in ons een partner vindt om een ambitieus natuurbeleid in Vlaanderen op poten te zetten. Het is heel belangrijk dat de Europese Commissie een aantal doelstellingen heel duidelijk naar voren schuift, en dat wij daar rigoureus aan meewerken. Doen we dat niet, dan kennen we het verhaal. We weten waar we dan eindigen, waar we nu allemaal de komende – en afgelopen – weken en maanden heel veel energie en tijd aan verspillen, wat heel veel negatieve energie met zich meebrengt. Ik denk dus dat het heel belangrijk is dat we daarin echt stappen vooruit proberen te zetten, voor de gezondheid van de mensen en het herstel van onze natuur.
De vraag om uitleg is afgehandeld.