Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Deze vraag om uitleg werd via videoconferentie behandeld.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega's, de Brexit Adjustment Reserve (BAR) is een Europees fonds dat financiële steun toekent aan lidstaten die getroffen werden door de Brexit. Volgens cijfers van u, minister-president, opgevraagd per schriftelijke vraag nummer 276 van 24 maart 2022, ontvangt België in totaal zo’n 353 miljoen euro uit het fonds, uitbetaald in vier schijven. Drie schijven worden uitbetaald gedurende bepaalde periodes, in principe in 2021 – maar dat is verschoven naar 2022 –, in 2022 en in 2023. Na het indienen van hun gemaakte kosten, kunnen lidstaten ook nog een laatste schijf ontvangen in 2024.
Volgens u werd een intra-Belgisch akkoord bereikt over de regionale verdeling van de aan België toegekende middelen, waarbij Vlaanderen een aandeel van 63 procent zou ontvangen, Wallonië en Brussel respectievelijk 29 procent en 8 procent. Dat komt erop neer dat Vlaanderen een totaalbedrag van zo’n 223 miljoen euro zal ontvangen, uitbetaald in schijven.
Die som is natuurlijk niet min. Gelet op de negatieve impact die Brexit had en heeft op de open Vlaamse economie is het nu van essentieel belang om deze middelen op een coherente en doeltreffende manier in te zetten om het getroffen bedrijfsleven te ondersteunen. De negatieve impact van de Brexit moet zo veel mogelijk opgevangen worden.
Om een goed beheer van de BAR te verzekeren, stelde de Vlaamse Regering het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) aan als managementautoriteit, samen met de Vlaamse Auditautoriteit. VLAIO neemt zowel het operationeel management als de rapportering naar de Europese Commissie op zich. Momenteel worden de concrete afspraken met de diverse beleidsdomeinen verder gefinaliseerd.
Belangrijk om te weten is ook dat de Europese Commissie recent pas duidelijkheid heeft verschaft over de criteria waaraan bedrijven moeten voldoen om in aanmerking te komen voor financiering vanuit de BAR. Een mogelijke negatieve impact door Brexit moet per onderneming aangetoond worden, en mag dus bijvoorbeeld niet op sectoraal of macro-economisch niveau beoordeeld worden. Deze strikte criteria maakten dat de Vlaamse aanpak bijgestuurd diende te worden.
De vernieuwde nota van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022 omschrijft de maatregelen die Flanders Investment & Trade (FIT) wenst op te zetten in verband met internationaal ondernemen ten behoeve van door de Brexit geïmpacteerde bedrijven. Dit actieplan voorziet in een breed pakket maatregelen zoals subsidies voor bijzondere exportsteun en het starterspakket internationalisering, de kostenverlaging voor deelname aan acties van FIT, het versterken van acties voor extra investeringsleads, extra ondersteunende maatregelen voor zwaar getroffen bedrijven en voor het versterken van acties met een culturele omkadering.
Minister-president, kunt u een stand van zaken geven van de besteding van de BAR-middelen? Werd de eerste schijf reeds uitbetaald door de Europese Commissie aan België? Werd dat geld reeds doorgestort aan Vlaanderen?
Kunt u een overzicht geven van het aantal bedrijven dat zich aanmeldde voor financiële steun vanuit de BAR? Over welke bedrijven gaat het? Welke sectoren zijn het meest getroffen? Welke aanvragen werden positief beoordeeld?
Kunt u inschatten in welke mate de nauwe interpretatie van de gehanteerde criteria een impact heeft op het aantal bedrijven dat in aanmerking komt voor steun vanuit de BAR? Hoe zult u ervoor zorgen dat er geen bedrijven uit de boot dreigen te vallen?
Wat gebeurt er indien de aan Vlaanderen toegewezen middelen niet volledig besteed worden?
Op 5 mei organiseerde VLAIO een event naar aanleiding van de installatie van de BAR. Hoe evalueert u het event? Was het succesvol? Wat waren de reacties van de deelnemende ondernemingen?
Kunt u toelichten hoe de andere deel- en lidstaten de besteding van de BAR-middelen aanpakken?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Het is op dit moment nog niet mogelijk om een concrete inschatting te maken van het aantal bedrijven dat in aanmerking komt voor steun vanuit de Brexit Adjustment Reserve. De BAR-projectoproep werd in elk geval gelanceerd begin april en het e-loket is operationeel.
Via verschillende kanalen worden ondernemingen, organisaties en overheidsentiteiten die een negatieve impact van de Brexit ondervinden alvast volop aangemoedigd om een aanvraag voor deze subsidie in te dienen. Zo werd er begin mei een kick-offevent – u hebt eraan gerefereerd – georganiseerd waarbij de projectoproep in de verf werd gezet. Ook tijdens de FIT-exportbeurs in juni krijgt de BAR de nodige aandacht op de Brexitstand. Op dit ogenblik zijn er diverse aanvragen in behandeling bij de beheerautoriteit.
Onze diensten zetten volop in op een volledige besteding van de middelen toegekend aan Vlaanderen, zodat de financiering rechtstreeks naar Vlaamse ondernemingen en belanghebbenden gaat. Zij kunnen tot 1 juli 2023 projectvoorstellen indienen. Alle uitgaven dienen te gebeuren vóór 1 januari 2024.
Natuurlijk willen we vermijden dat middelen terugvloeien naar de Europese begroting. Daarvoor hebben we te hard onderhandeld voor de BAR-middelen. Intern-Belgisch hebben we daarom de afspraak gemaakt dat, indien een of meerdere deelstaten hun enveloppe niet kunnen uitputten, kosten van de federale overheid op de BAR kunnen worden aangerekend. Ik denk bijvoorbeeld aan kosten voor douane-infrastructuur.
Ik ken de concrete details uit de plannen van de andere deelstaten niet. Over het algemeen begrijp ik dat zij vergelijkbare maatregelen treffen ter ondersteuning van getroffen ondernemingen en sectoren, zoals onder andere de begeleiding van ondernemingen naar andere markten en de organisatie van specifieke opleidingen rond douanevereisten en andere nieuwe vereisten die het gevolg zijn van de Brexit.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, ik begrijp dat mijn vraag misschien wat vroeg komt. Het projectvoorstel kan worden ingediend tot 1 juli 2023. Ik zal mijn vraag dan nog eens herhalen.
Misschien is dit ook nog te vroeg, maar ik hoorde u zeggen dat er op dit ogenblik diverse aanvragen in behandeling zijn bij de beheerautoriteit. Hoeveel zijn er dat? Of moet ik daar een schriftelijke vraag over stellen?
Intern-Belgisch werd er een afspraak gemaakt dat als een of meerdere lidstaten hun enveloppe niet kunnen uitputten, kosten van de federale overheid op de BAR kunnen worden aangerekend. Dat wil niet zeggen dat het van de ene deelstaat naar een andere gaat, het is dan eigenlijk kostendekkend voor de federale overheid. Of zie ik dat verkeerd?
Neen, er gaat geen geld van de ene deelstaat naar de andere, maar bij de onderhandelingen over de verdeling heeft de federale overheid ingebracht dat ze douanekosten hebben door de Brexit. Toen hebben we die regeling getroffen. Als de deelstaten het geld niet ‘buitengedragen krijgen’, zal de federale overheid er een beroep op mogen doen voor hun douanekosten. Het zal kwestie zijn om op het Vlaamse niveau de portefeuille leeg te krijgen.
We zijn begin april gestart – ook via het e-loket – met de aanvragen, dus het is nog pril. Het loopt nog tot juli 2023. Het zijn er nog niet gigantisch veel, een exact aantal kan ik niet geven. Het is nog niet de grote massa.
Ik begrijp dat de vraag vroeg gesteld is, ik zal er later zeker nog op terugkomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.