Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Deze vraag om uitleg werd via videoconferentie behandeld.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister-president, op 3 februari 2022 werd het actieplan 2022 ter uitvoering van de Vlaamse datastrategie gepubliceerd. In het plan worden maar liefst 154 acties opgenomen ter uitvoering van de datastrategie, en daarnaast nog eens 48 acties ter uitvoering van de INSPIRE- en ‘open data’-programma’s. Het proces om tot dit plan te komen verliep vooral bottom-up vanuit de verschillende beleidsdomeinen, die rond de verschillende prioritaire actiedomeinen uit de strategie – het algemeen kader, de datageletterdheid, het ecosysteem en data governance – initiatieven moesten formuleren. De bedoeling is om elk jaar een actieplan rond het onderwerp op te maken.
De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) publiceerde daarop op 9 mei zijn advies omtrent zowel de Vlaamse datastrategie zelf als het data-actieplan. De SERV beschouwt deze twee documenten als een belangrijke stap voorwaarts en een nuttig vertrekpunt voor verdere initiatieven. Tegelijk formuleert de SERV heel wat bijkomende aanbevelingen die de verdere uitwerking van de strategie en komende actieplannen moeten versterken. De drie overkoepelende aanbevelingen die volgens de SERV prioritair zijn, zijn de volgende: verdiep en verbreed de strategische analyse en aanpak; intensiveer de link tussen strategie en acties; maak de financiering effectiever en transparanter.
Op basis van de vaststellingen van de SERV en in het kader van die aanbevelingen heb ik een aantal vragen, minister-president.
Welke doelstellingen, geformuleerd vanuit de noden van de gebruikers, wil de Vlaamse overheid op het einde van de legislatuur gerealiseerd hebben middels deze strategie en het actieplan of de actieplannen?
Werd er al een toetsingskader voor het al dan niet behalen van die doelstellingen opgemaakt?
Wanneer zal het opvolgingscomité, waarbij ook de SERV en de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) betrokken zullen zijn, operationeel zijn? Kunt u de rol van dat orgaan toelichten?
Deelt u de mening van de SERV dat een aantal acties, bijvoorbeeld rond cybersecurity, nu nog te versnipperd zijn in de verschillende beleidsdomeinen? Zo ja, welke acties hebben nog potentieel om meer centraal aangepakt te worden?
Hoe staat u tegenover de vraag om een apart financieringskader te voorzien voor de uitvoering van deze strategie?
Hoe verhouden de datastrategie en de reeds geïdentificeerde acties zich tot het initiatief van het Vlaams Datanutsbedrijf? Zal dit meer geïntegreerd worden?
Minister-president Jambon heeft het woord.
U vraagt ten eerste welke doelstellingen er worden gerealiseerd tegen het einde van de legislatuur. Het tot stand komen van een onderbouwde Vlaamse datastrategie draagt bij tot een goede en efficiënte datagedreven werking van de Vlaamse overheid. Data speelt namelijk een belangrijke ondersteunende rol in de verdere digitalisering van de Vlaamse administratie maar ook van de lokale overheden.
Het overkoepelende doel van deze strategie is dan ook de algemene datamaturiteit van de Vlaamse overheid te verhogen, en in een bredere optiek ook de dataeconomie en de datasamenleving in Vlaanderen verder mee uit te bouwen. Belangrijke principes zijn leidend, zoals een eenmalige data-inzameling, het ontzorgen van de burger door de creatie van een betere, snellere en automatische dienstverlening, maar ook het maximaal inzetten op het potentieel van data, zowel bij het tot stand komen van beleid – de zogenaamde ‘evidence-informed policy making’ – en als grondstof voor de Vlaamse economie en het wetenschappelijk onderzoek.
Dan was er het toetsingskader. Het huidig actieplan biedt een gestructureerd overzicht van relevante data-initiatieven en -acties en maakt zo transparant wat er al gebeurt binnen de Vlaamse overheid.
Er wordt verder gewerkt, zoals de SERV ook suggereert in zijn rapport, aan een bredere visie en waardenkader rond data, waarbij de Vlaamse datastrategie een hefboom vormt tussen de huidige en de gewenste toekomstige situatie.
Het Stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid volgt de impact van de Vlaamse datastrategie en de aangekondigde initiatieven op. Daarnaast zal ook het opvolgingscomité dienst doen als toetssteen voor de verdere opvolging en de evaluatie van de Vlaamse datastrategie.
Wanneer zal dat opvolgingscomité operationeel zijn? Naar het voorbeeld van het maatschappelijk relancecomité, het economisch relancecomité en het klimaatpanel, die de uitvoering van het relanceplan begeleiden, is het de bedoeling om een opvolgingscomité op te richten, zoals ik vroeger reeds heb aangekondigd, waarin afgevaardigden van onder meer de SERV en de VLIR kunnen zetelen.
Vanuit de filosofie dat de samenwerking rond de verdere digitaliseringsplannen van de Vlaamse overheid noodzakelijk is, zal het opvolgingscomité geraadpleegd worden als klankbord, als inspiratiekamer en voor het inwinnen van adviezen. Daarnaast dient het ook als toetssteen voor de verdere opvolging en de evaluatie van de Vlaamse datastrategie. De samenstelling, opdracht en concrete invulling van het opvolgingscomité worden momenteel voorbereid, en het zal in het najaar een eerste keer samenkomen.
U vroeg ook of ik de mening deel van de SERV dat het aantal acties rond cybersecurity nog te versnipperd zijn. Het klopt dat vandaag een aantal initiatieven vermeld in het data-actieplan nog te veel in verspreide slagorde worden ondernomen. Die analyse onderschrijf ik. Het opstellen van een overkoepelend data-actieplan voor de Vlaamse datastrategie maakt het mogelijk synergieën te detecteren en samenwerking en kennisdeling tussen beleidsdomeinen te faciliteren.
In het advies van de SERV is sprake van mogelijke synergieën, bijvoorbeeld rond datageletterdheid, ‘open data’-portalen, datacatalogi en indicatoren. Bij de opmaak van de volgende data-actieplannen worden deze thema’s meer gecoördineerd aangepakt in overleg met de betrokken beleidsdomeinen. Ik onderschrijf dus de analyse van de SERV.
Dan was er uw vraag over het apart financieringskader. De huidige financiering van de Vlaamse datastrategie en het data-actieplan volgt uit de algemene werkingsmiddelen en toelagen aan de individuele instanties. Sommige initiatieven of delen van initiatieven vermeld in het data-actieplan steunen ook op financiering via het investeringsprogramma Vlaanderen Radicaal Digitaal II, of worden gefinancierd vanuit de relancemiddelen van het relanceplan Vlaamse Veerkracht.
De SERV doet de suggestie om een actie toe te voegen rond de uitwerking van een duurzaam interbestuurlijk financieringsmodel voor data, zodat bijvoorbeeld authentieke gegevensbronnen hun verplichtingen ten aanzien van andere instanties beter kunnen vervullen. Deze suggestie is waardevol en wordt meegenomen in de verdere evaluatie van de Vlaamse datastrategie en het actieplan 2022 door het Stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid.
Dan was er nog de relatie met het Vlaams Datanutsbedrijf. De relatie tussen het Vlaams Datanutsbedrijf en de Vlaamse datastrategie is dat ze wederzijds versterkend zijn. De Vlaamse datastrategie werd in deze eerste fase volgens een ‘inside-out’-benadering vanuit de Vlaamse overheid opgesteld. Het Vlaams Datanutsbedrijf dient ter ondersteuning en groei van de Vlaamse digitale economie en samenleving. Dat gebeurt bijvoorbeeld via de datavindplaats, waar overheidsdata makkelijker ontsloten wordt binnen ecosystemen – in lijn met de Vlaamse datastrategie – maar waarbinnen ook private data kan worden gedeeld met derden en de overheid zelf. Het doel is dat beide strategische initiatieven verder naar elkaar toegroeien.
De heer De Roo heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Ik vond het een duidelijk antwoord.
Ik ben tevreden om te vernemen dat het opvolgingscomité dit najaar voor de eerste keer zal samenkomen. Ik hoop inderdaad dat dat niet te lang op zich laat wachten, zodat zij hun rol ook kunnen gaan vervullen. Want de rollen die hun worden toegedicht – als klankbordevaluatie, als toetssteen – zullen groot zijn, maar zullen ook zeer belangrijk zijn om die hele datastrategie verder te kunnen opvolgen.
Wat de opmerkingen van de SERV betreft, gaf u aan dat u de mening deelt dat dat wat versnipperd is, dat het nog meer naar elkaar kan toegroeien en dat er meer synergieën moeten worden gedetecteerd. Het lijkt mij cruciaal om dit zo snel mogelijk aan te pakken, en daar ook geen tijd mee te verliezen en energie door verloren te laten gaan. Maar ik onthoud uit uw antwoord dat u daar ook mee aan de slag wilt gaan, met die datageletterdheid en die ‘open data’-portalen. Dat is iets wat zeker nodig is, opdat wij onze datastrategie op een goede manier zouden kunnen realiseren. Zo kunnen we effectief tegen het einde van deze legislatuur die basis leggen van datgene waar wij de komende jaren dan op kunnen verder bouwen.
Ik heb niet meteen bijkomende vragen. Nogmaals bedankt voor uw antwoord.
Ik vermoed dat de minister-president op dit ogenblik niets meer toe te voegen heeft?
De vraag om uitleg is afgehandeld.