Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Minister, uit cijfers die collega Vandenhove via een schriftelijke vraag aan u heeft opgevraagd, zou blijken dat dierenartsen die toezicht houden in de slachthuizen, veel inbreuken melden tijdens het transport. Van de 757 gemelde inbreuken vorig jaar hadden er maar liefst 663 betrekking op het transport. Daartegenover staan maar 2 waarschuwingen en 21 pv’s die gaan over de behandeling van de dieren in het slachthuis.
Bij de overtredingen inzake het transport gaat het vooral om vaststellingen door de dierenarts ter plaatse dat bepaalde dieren eigenlijk niet vervoerd hadden mogen worden omdat ze ziek of gewond zijn. Sommige dieren overleefden de rit naar het slachthuis zelfs niet. Blijkbaar zouden vooral de hogere kosten om het dier ter plaatse op de boerderij te slachten een beweegreden zijn om het alsnog onwettelijk op een transport te zetten richting het slachthuis. Voor gewonde of zieke dieren is dat echter een marteling en vanuit het oogpunt van dierenwelzijn onaanvaardbaar.
Minister, hoe evalueert u deze cijfers? Acht u bijkomende initiatieven nodig om deze toestanden te voorkomen? Zult u desgevallend met de transportsector samenzitten in verband met dit thema?
Minister Weyts heeft het woord.
Het is inderdaad zo dat een groot deel van de vastgestelde overtredingen door de dierenarts met opdracht (DMO) de aanvoer naar de slachthuizen betreft. Ik herken daarin toch ook dat dat de resultante is van onze aanpak, waarbij we op zo veel mogelijk plaatsen meer effectieve controles gaan uitoefenen. Het vervoer is natuurlijk wel een ‘nefralgiek’ punt. Dit zijn overtredingen die begaan werden door de vervoerder en/of de veehouder en men kan hiervoor het slachthuis moeilijk met de vinger wijzen.
De cijfers tonen aan dat de dierenartsen met opdracht in onze slachthuizen hun job goed doen. Verwacht werd dat het hoge aantal informatieformulieren zou afnemen naarmate de DMO’s volhardden in hun opdracht. We zien dat ook in de praktijk: slechts ongeveer 36 procent van de binnengekomen informatieformulieren van het afgelopen jaar dateert uit de tweede helft van dat jaar. De overige 64 procent van de informatieformulieren dateert dus uit de eerste helft van 2021. Er is dus wel degelijk een effect dat we kunnen bevroeden.
Ondanks deze daling blijven onregelmatigheden met betrekking tot het transport de basis voor het grootste deel van de meldingen door de DMO’s.
Zoals al eerder in deze commissie gezegd, zet ik momenteel in op de analyse van de huidige werking van de DMO’s om op basis daarvan te evolueren naar de meest effectieve en efficiënte wijze van de controles door de DMO’s in de Vlaamse slachthuizen. Vorig jaar heb ik een studieopdracht uitbesteed om het systeem waarmee we nu werken te evalueren om aanbevelingen te doen in functie van optimalisering. Het rapport werd recent opgeleverd en bevat ook aanbevelingen als het gaat over het transport. Het is interessant om hierbij te vermelden dat in het kader van deze opdracht, in november 2021, zes opleidings- en overlegmomenten van de DMO’s werden georganiseerd. Daarbij werd elk deelfacet van de dierenwelzijnscontrole in de slachthuizen doorgenomen en desbetreffende vragen besproken en opgelijst. Dat gaat over de transportwaardigheid en het transport zelf, het los- en veedrijfproces, de wachtruimte, de bedwelming, de effectiviteit van de bedwelming en het verbloeden als belangrijke stappen die in acht moeten worden genomen.
De nieuwe studieopdracht die door mijn diensten is uitgeschreven, gaat over de vraag om over te gaan tot een praktische uitwerking van de conclusies van dat adviesrapport, waaronder de vraag naar het verbeteren van het transport van dieren naar de slachthuizen. Concreet wordt gevraagd om na te gaan hoe men ter zake het best sanctionerend kan optreden en wie we vooral moeten responsabiliseren. Wie moeten we aantikken? Gaat het over de toeleveranciers en chauffeurs van niet-transportwaardige dieren? Dit om te bepalen hoe het controlebeleid hierop het best kan worden afgestemd.
Er wordt ook ingezet op sensibilisering. Zo zijn er op de website van Dierenwelzijn Vlaanderen uitgebreide brochures te vinden over de criteria voor de geschiktheid van transport van dieren. Daarnaast wordt er ook aan actieve sensibilisering gedaan, bijvoorbeeld het actief folders verspreiden over het transport van dieren door mijn inspectiedienst aan de betrokken personen. Het is ook de bedoeling om de folders via landbouwbeurzen te verspreiden. Er vindt tevens ook af en toe communicatie in landbouwtijdschriften plaats.
Geschiktheid voor transport is ook een regelmatig terugkerend onderwerp in het overleg dat we organiseren met zowel de slachthuisfederaties als de landbouworganisaties.
Het staat alleszins vast dat het transport van levende dieren vooralsnog een onvermijdelijke schakel is in de vleesindustrie. Het is ook altijd een bron van stress voor dieren. Door een goede planning van de transporten en een aangepaste rijstijl kan hieraan gedeeltelijk verholpen worden. Dit is een onderdeel van de verplichte opleiding die transporteurs nu moeten volgen in het kader van het verwerven van een getuigschrift van vakbekwaamheid. Dat is maar één elementje van de problematiek. Dit getuigschrift is verplicht voor iedereen die commercieel landbouwhuisdieren vervoert.
Indien er alsnog onregelmatigheden vastgesteld worden met betrekking tot het vervoer zal hier blijvend en kordaat tegen worden opgetreden.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Dank u minister, voor uw uitgebreide antwoord. Het klopt wat u zegt. We zijn strenger gaan optreden in de slachthuizen zelf, en nu verplaatst het probleem zich naar de transporten. Natuurlijk niet in groten getale, maar er is toch duidelijk een zichtbaar probleem op de transporten zelf. Het is dus heel goed dat u hier onderzoek naar gaat doen. Een van de dingen die u misschien kunt doen, die u kunt meenemen in het onderzoek naar hoe dieren het best getransporteerd kunnen worden, is ook af en toe die transporten controleren. De slachthuizen weten wanneer transporten gaan aankomen en ook van waar die vertrekken, dus ze kunnen dat eventueel aan de diereninspecteurs doorgeven, om af en toe al een inspectie uit te voeren terwijl het transport nog aan het rijden is. U kunt dat dan meenemen in de algemene evaluatie die u wilt opstellen, om te kijken hoe het transport van dieren het best kan gebeuren, want dan kunnen die inspecteurs daar op het transport zelf al eventuele inbreuken vaststellen.
Mijn bijkomende vraag is dus of u bereid bent om inspecteurs in te zetten om ook die transporten tijdens het transport zelf te controleren.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat dat laatste betreft, dat is net het doel van de opdracht die we hebben uitgeschreven: hoe ga je het meest efficiënt dat controlebeleid gestalte geven? Je hebt natuurlijk minstens drie betrokken partijen. Je hebt enerzijds het ontvangende slachthuis, waar de dieren worden afgeladen, de vervoerder en de locatie waar ze worden opgeladen – als er al geen sprake is van tussenstations. De vraag is: hoe ga je efficiënt optreden? Wie ga je aantikken? Wie ga je in eerste instantie responsabiliseren? Hoe kunnen we de controleketen op dat vlak nog versterken?
Ik erken dat we in de lange ketting absoluut verschillende ketens hebben versterkt, met ondertussen 57 dierenartsen met opdracht, waarvan 48 met een vaste opdracht. Daar hebben we absoluut de controle versterkt. Maar nu komt het erop aan om ook in die keten te zien hoe we het meest efficiënt kunnen optreden. Hoe kunnen we zorgen voor een responsabilisering wat de taken en verantwoordelijkheden betreft? Hoe kunnen onze controlediensten het efficiëntst optreden? Is dat met vliegende brigades? Ik zeg maar wat. Dat is misschien een mogelijkheid. Maar dat moet dat rapport in concreto wel opleveren.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Dank u, minister, voor het antwoord. Wij kijken ook mee uit naar de resultaten van het rapport, en ik zal u daar te gepasten tijde nog een schriftelijke vraag over stellen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.