Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Tijdens de coronacrisis werkte de Vlaamse Regering aan een vierluik – een klavertjevier – om de Vlaamse ondernemingen door de crisis te loodsen en de solvabiliteit van onze ondernemingen te versterken via waarborgen, achtergestelde leningen, het Welvaartsfonds en als vierde onderdeel de Winwinlening. De achtergestelde lening en het Vriendenaandeel behoren dus tot het deel ‘kapitaal’ van het vierluik.
Sinds 2006 kunnen vrienden en familie kmo's een Winwinlening verstrekken. Een particulier krijgt daarvoor in ruil een jaarlijks voordeel via de belastingbrief op het openstaande kapitaal. De ondernemer kan op die manier via een achtergestelde lening extra kapitaal verwerven. Naar aanleiding van de coronacrisis werd deze Winwinlening dus versoepeld.
Het Vriendenaandeel is een recent instrument om de solvabiliteit en de kapitaalstructuur van de ondernemingen te versterken door als particulier te investeren in een kmo, een coöperatieve of een burgerinitiatief. Het is een stimulans om spaargeld te activeren om onze ondernemingen een boost te geven.
Om ervoor te zorgen dat ondernemingen en potentiële Vriendenaandeelhouders de weg naar deze maatregel vinden, werd in de zomermaanden van 2021 een communicatiecampagne gelanceerd. Ondertussen werd het Vriendenaandeel al meer dan een jaar geleden, op 11 februari 2021, gelanceerd.
Minister, ik heb daarover vier vragen.
Hoe evalueert u de versoepelde Winwinlening en het Vriendenaandeel? Welke lessen trekt u daaruit en op welke manier kunnen deze de instrumenten versterken?
Vinden de ondernemingen en de Vlamingen hun weg naar deze instrumenten en maakt men er effectief gebruik van?
Hoe kunnen goede praktijken de ondernemers en de Vlamingen stimuleren om er gebruik van te maken?
Wat is de verhouding tot de federale taxshelter voor startende ondernemingen en scale-ups, zoals groeibedrijven?
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Gryffroy, voor uw belangrijke vragen rond de twee belangrijke instrumenten, de Winwinlening en het Vriendenaandeel.
U hebt er al naar verwezen: de Winwinlening is bekend, al meer dan vijftien jaar. Ze was succesvol en is bijgestuurd in 2020, waardoor ze nog een extra boost gekregen heeft. Als we kijken naar de cijfers voor het laatste kwartaal van 2020, werden er bijna 2000 Winwinleningen toegestaan, voor een totaalbedrag van maar liefst 51,5 miljoen euro. Dat is evenveel als in de drie kwartalen ervoor samen. In 2020 werden er in totaal bijna 4200 Winwinleningen gesloten, voor een bedrag van 100,8 miljoen euro. 2021 stelde dat record nog scherper met bijna 8700 Winwinleningen, voor een bedrag van 151,9 miljoen euro.
Het Vriendenaandeel is bekend en operationeel sinds februari 2021. Inmiddels registreerden zich 80 Vriendenaandeelhouders bij de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV), voor een bedrag van 391.000 euro. Daar zien we ook een sterke toename in de evolutie: de eerste vier maanden van 2022 hebben zich al 273 Vriendenaandeelhouders geregistreerd bij PMV, voor een totaalbedrag van 517.600 euro. Het werd vooral ingezet voor de coöperatieve vennootschappen, bijvoorbeeld de coöperatieve bioboerderijen.
Een algemene kanttekening die u zult onderkennen is dat de gezondheidsbeperkingen door corona voornamelijk onze zelfstandigen en bedrijven troffen, waardoor er bij de consument meer spaargelden op de rekening stonden. Er werd minder klassiek geconsumeerd, waardoor dat wel een positief effect had: er waren veel meer middelen beschikbaar. De Oekraïnecrisis treft nu ook de spaargelden van onze Vlaamse gezinnen en de koopkracht van de consumenten, waardoor het spaarvermogen lager ligt. Als we daar naar de cijfers kijken: in april 2022 maar liefst twaalf punten lager dan een jaar geleden. Dat effect zal zich ongetwijfeld weerspiegelen in deze maatregelen.
Uw tweede vraag was of de ondernemingen en de Vlamingen de weg naar die instrumenten vinden. Zeer zeker, denk ik. De Winwinlening bestaat vijftien jaar. Het Vriendenaandeel is natuurlijk volledig nieuw. Maar er zijn vandaag al meer dan 350 – 353 om concreet te zijn – Vriendenaandeelhouders, goed voor een totaalbedrag van bijna 1 miljoen euro. Dat meer dan drie vierde van hen zich in de eerste vier maanden van dit jaar gemeld heeft, toont aan dat het instrument aan bekendheid wint en in de richting evolueert die wij wensen.
Het Vriendenaandeel is intrinsiek risicovoller ten opzichte van de achtergestelde lening van de Winwinlening. Het is immers kapitaalparticipatie. Daar is op dit moment geen specifiek streefcijfer voor bepaald.
Dan was er uw vraag naar de goede praktijken om de ondernemers en de Vlaamse burgers te stimuleren om hier nog meer gebruik van te maken. Mijn voorganger heeft daarvoor de campagne ‘Friends with benefits’ gelanceerd, die u welbekend is. Op de PMV-website staan er ook getuigenissen van ondernemers die een beroep hebben gedaan op de Winwinlening. Dat lijkt me ook niet onbelangrijk. Het is de bedoeling om ook met betrekking tot het Vriendenaandeel ‘good practices’ en ervaringen te delen, zodat mogelijke koudwatervrees kan worden weggenomen. PMV en VLAIO organiseren ook tal van informatiesessies voor ondernemers, sectororganisaties en belangenverenigingen. De samenwerking van VLAIO is op dat vlak ook noemenswaardig.
Ik kom tot uw vierde vraag. De verhouding tot de taxshelter is inderdaad niet onbelangrijk. Het lijkt me belangrijk te wijzen op de complementariteit tussen die federale maatregel en het Vlaamse pakket aan maatregelen, met de instrumenten Winwinlening en Vriendenaandeel. Zoals gezegd, gaat dat enerzijds over leningen en anderzijds over kapitaalparticipaties. De taxshelter gaat enkel over kapitaalverhogingen. De Winwinlening staat open voor vzw’s, die geen beroep kunnen doen op de taxshelter. De Winwinlening en het Vriendenaandeel staan open voor alle kmo’s, terwijl de taxshelter beperkt is tot de kleine en jonge vennootschappen, tot de starters en de groeibedrijven. Er is nog een verschil dat duidt op de complementariteit en in die zin kunnen ze elkaar ook versterken: de Winwinlening en het Vriendenaandeel bieden een belastingkrediet, terwijl de taxshelter een belastingvermindering toekent. De slotsom is dus dat de Winwinlening en het Vriendenaandeel steeds complementair zijn aan elkaar en aan de taxshelter. Ze hebben in verschillende opzichten dus een ruimer toepassingsgebied.
De heer Gryffroy heeft het woord.
We hebben de achtergestelde lening en het Vriendenaandeel ingevoerd wegens corona. Eerst en vooral was er de achtergestelde lening. Dat is het eerste wat is versoepeld. Ik heb toen heel sterk aangedrongen op dat Vriendenaandeel, om de eenvoudige reden dat een achtergestelde lening nog altijd een lening is. Die moet worden terugbetaald en die staat aan de passivazijde van de balans, terwijl een Vriendenaandeel op de activazijde van de balans staat en je kapitaal versterkt. Normaal gezien zal dat de facto altijd ook gepaard gaan met een kapitaalsverhoging. Het is volgens mij gezonder voor een bedrijf om zijn kapitaal te versterken dan om nog bijkomende leningen af te sluiten. Anderzijds is het waarschijnlijk ook voor een bedrijf misschien niet altijd opportuun om bijkomende aandeelhouders te hebben, om tal van redenen. Bovendien is het instappen in kapitaal ook een complexere procedure, omdat je dan altijd de waardering moet opmaken van het bedrijf enzovoort. Bij een achtergestelde lening, daarentegen, bepaal je het bedrag en de interestvoet volgens de voorwaarden opgelegd door VLAIO, door de Vlaamse overheid, en je bent vertrokken.
Ik geloof echter heel sterk in dat Vriendenaandeel. Vroeger hadden we het systeem van de wet-Cooreman. Ik denk dat dat zelfs nog in Belgische franken was. Dat kan niet meer worden toegepast, voor alle duidelijkheid, omdat we ondertussen in een Europees kader meespelen. Dat was toen echter wel zeer succesvol, omdat men daaraan ook belastingtechnisch een aantal voordelen had gegeven. We hebben altijd afgesproken met uw voorganger, minister Crevits, dat we ook maatregelen moeten durven te evalueren. Ik zie nu dat we met die Winwinlening gigantisch goed scoren, tot 150 miljoen euro, maar met het Vriendenaandeel eigenlijk maar met moeite aan 1 miljoen euro komen. Dan denk ik dat dat verder moet worden opgevolgd en dat we desnoods moeten durven te bekijken, laten we zeggen begin 2023, wat we moeten bijsturen aan dat Vriendenaandeel om dat ook meer succesvol te maken. Dat zal nooit in dezelfde verhouding zijn als de achtergestelde lening, maar ik geloof wel dat dat een tool is die voor een bedrijf veel beter is, zelfs als het moet onderhandelen met banken. Hoe sterker je kapitaal, hoe beter je kredietlijnen kunnen zijn bij de banken, en tegen betere voorwaarden.
Natuurlijk gaat het ook over de communicatie daarrond, zoals u zelf zegt, met ‘Friends with benefits’, maar ik denk dat we in dezen misschien ook nog een tandje bij kunnen steken, dat we moeten bekijken hoe we via de geijkte kanalen, niet noodzakelijk via de overheid zelf, maar vooral via PMV en via de banken, die communicatie kunnen verbeteren.
Dat is dus mijn bijkomende vraag. Bent u bereid om dit binnen een half jaar te evalueren? Kan er in de tussentijd gezorgd worden voor een betere communicatie over het Vriendenaandeel?
Minister Brouns heeft het woord.
Ik denk dat we eerst inderdaad moeten beamen dat de cijfers op korte tijd wel positief geworden zijn. Er werd wel degelijk een vlucht genomen wat het Vriendenaandeel betreft. Ik denk dat we alles in perspectief moeten zien: vijftien jaar ten opzichte van de korte periode nu. Het is ook een nicheproduct. Dat moeten we ook durven te onderkennen. Maar dat neemt niet weg dat de toeleiding naar dat product zeker versterkt kan worden. Ik denk dat u dat punt terecht aanhaalt.
We zien de cijfers groeien. We zijn uiteraard ook bereid om dat te blijven opvolgen. U zult dat ongetwijfeld samen met mij doen in dit parlement. Ik ga dus in positieve zin mee in uw vragen en suggesties op dat vlak. Ik wil dat hier dus mee onderschrijven.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil me verbeteren ten opzichte van collega Vande Reyde. Het is de wet-Cooreman-De Clerck. Is de heer De Clerck misschien een liberaal? (Opmerkingen van Maurits Vande Reyde)
Het ging dus vooral om Cooreman.
De vraag om uitleg is afgehandeld.