Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
We heten onze nieuwbakken minister, de heer Brouns, van harte welkom in onze drukbezochte commissie.
De heer Ongena heeft het woord.
Op mijn beurt wil ook ik u welkom heten, minister. Ik ben blij dat ik u de eerste vraag om uitleg mag stellen in deze commissie. Ik kijk uit naar een goede samenwerking.
Mijn eerste vraag gaat over iets waarover al regelmatig vragen gesteld zijn – toch in de bredere context –, namelijk een tekort aan personeel. U zult dat ongetwijfeld ook al gemerkt hebben: dat wordt wellicht een van de grootste uitdagingen de komende jaren voor Vlaanderen. Voor u als minister van Werk is het natuurlijk niet evident om, in de mate van het mogelijke, iets te doen aan die grote personeelstekorten.
Deze vraag gaat specifiek over een bericht dat een tweetal weken geleden verscheen over het gevaar dat tijdens de drukke zomervakantie heel wat mensen die na een zwaar werkjaar op vakantie willen gaan, lang zullen moeten wachten bij de check-in op de luchthaven in Zaventem. Men had het over wachttijden van uren. Er werd ook verwezen naar de luchthaven van Schiphol, waar dit probleem zich ook al had voorgedaan. Er was dus een grote vrees voor een personeelstekort op de luchthaven.
Op Brussels Airport is er een tewerkstellingscentrum, Aviato, waar wordt bevestigd dat er 1200 vacatures open staan. Met bijna 24.000 werknemers in 317 bedrijven is die luchthaven een van de allergrootste werkgevers van ons land, die echter door covid heel zwaar te lijden gehad heeft. Ongeveer 4000 mensen zijn moeten vertrekken toen de luchthaven de facto stillag. Vandaag merken we dat het niet evident is om die 4000 mensen terug te halen. Veel van die mensen – evenals in andere sectoren, zoals de horeca – hebben ondertussen andere oorden gezocht en gevonden, en zijn niet geneigd om snel terug te keren. Dat maakt het probleem nog groter.
De redenen voor het grote aantal vacatures zijn velerlei. Niet alleen vertrokken vele werknemers ten gevolge van covid, het is ook niet altijd een even aantrekkelijke werkgever. Er zijn heel flexibele werktijden en de mobiliteit is niet altijd evident, zeker op de tijdstippen waarop er niet veel openbaar vervoer meer rijdt. Ook het gebrek aan talenkennis speelt mee, het groot aantal deeltijdse jobs en het feit dat de drukste periodes steevast vallen als anderen vakantie hebben. Dat zorgt ervoor dat werken op de luchthaven niet altijd evident is.
Wat is de precieze opzet van de geplande wervingscampagne door Aviato?
In welke mate kan de werking van Aviato nog bijgestuurd worden om toch te komen tot een betere invulling van vacatures in de luchthaven?
Kan VDAB misschien bijkomende initiatieven nemen om meer werkzoekenden toe te leiden naar die vacatures, en dit zowel vanuit Vlaanderen als vanuit Brussel, dat vlakbij de luchthaven ligt en waar er nog vele werkzoekenden zijn die daar terecht zouden kunnen?
Hoezeer speelt de mobiliteitsproblematiek volgens u mee bij de toeleiding van werkzoekenden naar de luchthaven?
Ondervindt de luchthaven ook meer problemen voor de invulling van vacatures omwille van de moeilijke verlofmogelijkheden?
In welke mate wordt er door VDAB en Actiris gewaakt over de handhaving en sanctionering? Het is een pijnpunt bij interregionale mobiliteit dat dit niet altijd op elkaar afgestemd is: als Actiris iemand doorstuurt die te weinig inspanningen levert om aan de slag te gaan, heeft VDAB er niet altijd zicht op in welke mate hij of zij daarvoor op de vingers wordt getikt. In welke mate wordt daar toch over gewaakt?
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega Ongena en andere talrijk aanwezige collega’s op deze eerste vergadering. Zoals ik gisteren in de plenaire vergadering heb gezegd, kijk ik uit naar een heel constructieve samenwerking. Ik zal proberen die vliegende start door te zetten bij deze vraag over de luchthaven.
Ik denk dat u een terecht pijnpunt aanhaalt. De luchthaven beleeft turbulente tijden sinds de coronapandemie. U hebt dat goed geschetst. Mijn voorganger, minister Crevits, werkte dan ook zeer nauw samen met Brussels Airport en het tewerkstellingscentrum Aviato. Dat is de context waarin ik verder zal werken. Sinds het voorjaar van 2020 waren er regelmatig contacten tussen het kabinet, het departement en VDAB. Dat resulteerde in een aantal concrete acties, zoals de focus op competentieontwikkeling, de werkingssubsidies voor de uitbouw van een futureproof relancebeleid en de coördinatie van het ecosysteem binnen Brussels Airport, het ESF-innovatieproject (Europees Sociaal Fonds) ‘Careerflow’ in het kader van het VESOC-akkoord (Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité) en de werk-naar-werktransitie.
Er was ook een tweede toegekend pakket aan werkingssubsidies om de intersectorale samenwerking te bevorderen. Het doel was natuurlijk om die mensen aan boord te houden. Corona heeft dat heel moeilijk gemaakt. Het is ook een flexibele sector met seizoenschommelingen op de arbeidsmarkt. Dat zorgt ervoor dat dit een extra grote uitdaging is binnen de luchthaven.
Het is dankzij die acties dat Aviato de recente wervingscampagne ‘1.200 jobs’ heeft kunnen lanceren. Dat is een positieve vaststelling. Ik begrijp dat uw vraag vandaag met bijzondere aandacht gevolgd wordt. Het is ook goed dat we hier nog eens onder de aandacht kunnen brengen dat die eerste wervingscampagne voor die 1200 jobs al vruchten blijkt af te werpen.
Daar zijn heel wat acties bovenop gedaan. Het zou ons misschien te ver leiden om die allemaal exhaustief op te noemen, maar er zijn bijvoorbeeld het tweewekelijkse jobcafé, de jobbeurzen en de doedagen. Er is ook heel wat aandacht gegaan naar specifieke communicatie met de verschillende partners, van VDAB tot de OCMW’s. Zo was er onder andere een breedschalige campagne via sociale media en een infosessie bij het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka). Op 25 oktober hadden we ook de jobfair en het congres.
U merkt dus dat zowel Aviato als mijn voorganger niet bij de pakken zijn blijven zitten en heel wat concrete, doelgerichte acties hebben genomen om het hoofd te bieden aan de huidige situatie. Die zijn niet zonder effect, zo blijkt: intussen zijn 850 mensen op de luchthaven aan de slag dankzij de tussenkomst van Aviato. Daarnaast noteren we dat Aviato sinds juni 2021 al meer dan 1700 cv’s voor gepubliceerde vacatures ontving. Die worden telkens gescreend en doorgegeven aan de verschillende bedrijven, en dat zijn er nogal wat op de luchthaven, zo weten we.
We spreken samen over de luchthavensector, maar de luchthavensector bestaat als dusdanig niet. Meer dan achttien verschillende sectoren werken daar onder één dak en dat maakt het natuurlijk extra uitdagend, om het zo te stellen. Verschillende regelingen, die vaak versnipperd zijn, maken het niet makkelijk om al de vacatures in de luchthaven, in al die sectoren, zo snel en efficiënt mogelijk in te vullen. Aviato is zich hiervan bewust en dat was ook net de reden waarom er een specifiek tewerkstellingscentrum voor de luchthaven is opgericht. Vandaag is het hogere doel om het ecosysteem verder uit te bouwen binnen de luchthaven.
Ik zal vragen 3, 4, 5 en 6 samennemen en achtereenvolgens beantwoorden, onder andere wat betreft de rol van VDAB en de mobiliteitsproblematiek.
Als actieve partner en lid van de raad van bestuur van Aviato, is VDAB inderdaad al zeer actief op de luchthaven. Het feit dat ook Actiris en le Forem partner zijn, zorgt ervoor dat alle nodige actoren aan tafel zitten en ook maximaal kunnen inzetten op de interregionale mobiliteit, wat voor de internationale luchthaven in de Belgische context natuurlijk heel belangrijk is.
U hebt al verwezen naar wat VDAB extra kan doen, zoals: zich toespitsen op de taalopleidingen en de opleidingsprogramma’s die breed inzetten op de basiscompetenties. Dat zijn competenties die we mogen verwachten van alle luchthavenmedewerkers; ik denk dat dat toch wel fundamenteel is. VDAB kan jobs en werken op de luchthaven ook extra in de kijker zetten via de communicatietools. Dat is een absolute randvoorwaarde om die toeleiding te versterken, nog sterker dan vandaag al het geval is.
Een cruciale kerntaak van VDAB is natuurlijk ook dat zij het sollicitatiegedrag van de verschillende kandidaten, de werkzoekenden, nauw opvolgen. Het is een extra uitdaging voor VDAB, denk ik, dat de bemiddelaars het specifieke zoekgedrag van de mensen richting de luchthaven nauwgezet moeten kunnen opvolgen vanuit hun rol.
Zoals dat voor heel veel werkzoekenden vandaag het geval is, is het mobiliteitsaspect een algemene drempel om op zoek te gaan naar de meest gepaste job. De context van de luchthaven, waar het 24/24 en 7/7 is, maakt dat natuurlijk extra moeilijk. Zo is het openbaar vervoer voor heel wat werkzoekenden noodzakelijk om daar te geraken. Wat dat betreft is een mogelijk antwoord het digitale gratis treinticket dat men kan aanvragen om vlot de locatie van de sollicitatie te bereiken. Ook de rijopleiding van VDAB kan een extra antwoord bieden op de mobiliteitsproblematiek voor werkzoekenden.
Het is inderdaad ook zo dat aan het werk op de luchthaven een enorme flexibiliteit vasthangt. Wat de verlofregeling en de mogelijkheden tot telewerk betreft: dat is natuurlijk niet zo evident. De grote flexibiliteit is een feit en de telewerkbare functies zijn eerder beperkt, dat spreekt voor zich; aanwezigheid wordt daar verwacht. Daarom is het vooral belangrijk men een duidelijk, realistisch beeld schept naar de werkzoekenden, zodat men ook wel weet wat men daar kan verwachten, en vooral ook wat niet. Ik wil me er, net zoals u, echter heel graag bij aansluiten dat we de belangrijke rol hebben om aan te geven dat het ook een unieke context is om in te mogen gaan werken. Zo’n luchthaven is een smeltkroes, zeg maar, iedere dag komt men daar heel de wereld tegen. Mogen werken op de luchthaven is ook een beetje reizen, als het ware. Ik denk dus dat we samen zoveel mogelijk promotie moeten maken om zoveel mogelijk gepaste profielen naar die internationale luchthaven te leiden, die ook heel belangrijk is voor Vlaanderen.
Ik denk dat we de ingeslagen weg verder moeten zetten. De acties die we hebben opgezet moeten we blijven monitoren en ik denk dat dat in de volgende opvolgvragen ook wel zo zal zijn.
Tot daar, collega Ongena, de eerste antwoorden op uw vragen.
De heer Ongena heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor het omstandig antwoord.
Ik ga helemaal akkoord met u. We mogen echt niet bij de pakken blijven zitten, al is het maar om te vermijden dat de mensen die op vakantie gaan, met hun pakken blijven zitten. Het is dus zeer goed dat er door u en ook door de mensen op het terrein – VDAB en dergelijke – zo veel inspanningen worden geleverd. Ik denk dat we dat allemaal toejuichen, vooral ook van de mensen op het terrein die daarmee bezig zijn, bij VDAB en Actiris.
Ik had twee kleine bijkomende vragen. Heb ik het goed begrepen dat van die 1200 vacatures van Aviato, er al 850 mensen aan de slag zijn? Heb ik dat juist begrepen? Zijn dat dan 850 van die 1200 die ondertussen ingevuld zijn, of staan die daar los van? Gewoon voor de volledigheid.
Er worden heel veel inspanningen geleverd om mensen richting de luchthaven en de vacatures daar te begeleiden. Maar vanuit het veld krijgen we wel heel veel signalen dat die jobs op de luchthaven niet altijd even aantrekkelijke jobs zijn – we hebben het hier al gezegd. Er is daar veel werkdruk op drukke momenten. Men heeft vaak deeltijdse contracten. Die worden dan tijdens de zomer wel wat geüpgraded naar voltijds, maar in de minder drukke periodes worden die weer deeltijds. Dan gaan mensen vaak op zoek naar andere jobs. Een laatste signaal dat we toch wel opvangen is dat ook heel wat ervaren personeel begint uit te vallen – versta: weggaat. Iemand die veel ervaring heeft, kun je niet zomaar meteen vervangen door iemand nieuw. Kortom, er zijn echt wel heel specifieke problemen, naast mobiliteit en dergelijke meer, die maken dat we misschien eens moeten kijken in welke mate we de aantrekkelijkheid van die jobs toch min of meer kunnen verhogen. Het is eerder een suggestie: misschien lijkt het toch nuttig om eens met de luchthavensector en heel het ondernemen rond Zaventem rond de tafel te gaan zitten – het is een heel grote werkgever – om na te gaan hoe we, los van de activeringsinspanningen die we vandaag doen, ervoor kunnen zorgen dat die jobs duurzamer ingevuld blijven en dat we die jobs ook aantrekkelijker maken.
Het is gewoon een suggestie die ik meegeef om misschien eens op korte termijn met heel die sector rond de tafel te gaan zitten, mocht u dat nog niet gedaan hebben, of uw kabinet.
Het zou heel straf zijn mocht de minister dat al gedaan hebben.
Minister Brouns heeft het woord.
Wat de aantallen betreft: die 850 zijn inderdaad nieuwe jobs. Ik wil dus bevestigen wat u zegt.
Wat promotie maken betreft: ik was altijd fan van het programma ‘Het leven zoals het is: luchthaven’. Ik denk dat dat niet mag worden onderschat. Ik heb hier altijd heel sterk in geloofd, bij de politie, in de zorg: wanneer je het leven op de vloer in de huiskamer brengt, leert men echt waarderen hoe het er daar aan toegaat. Ik denk dat dat een heel positief effect heeft. Maar het is inderdaad een grote uitdaging voor elk bedrijf om verloop tegen te gaan. Verloop zegt natuurlijk iets over hoe het er op de werkvloer aan toegaat. Een duurzame job is wat dat betreft cruciaal. Dat is natuurlijk een rol voor de werkgever: analyse van exitgesprekken. Waarom vertrekken mensen? Het is toch wel een uitdaging voor de werkgever om na te gaan wat de redenen voor een groot verloop zijn. U hebt ernaar verwezen, ik denk dat dat voor een groot stuk klopt: er wordt daar op de vloer een gigantische flexibiliteit verwacht van die mensen, een enorme werkdruk. Maar daarom is het natuurlijk heel cruciaal – zoals gezegd in het eerste deel van het antwoord – dat de mensen goed weten voor welke job ze daar solliciteren, wat de mogelijkheden zijn, maar ook wat de verwachtingen zijn. De arbeidsvoorwaarden spelen daar natuurlijk ook hun rol in. Maar het is een grote verantwoordelijkheid, om de duurzaamheid van die jobs te kunnen garanderen, om op het niveau van de werkgever, samen met ons, na te gaan of het via het personeelsbeleid versterkt kan worden, zodat de duurzame jobs daar meer dan vandaag gewaarborgd kunnen worden.
Misschien tot slot nog een terechte aanvulling: die nuttige suggestie. Zoals aangegeven hebben we zeer goede contacten die we uiteraard willen voortzetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.