Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Telkens er droge periodes komen moeten we vragen stellen over extra water, maar mijn hart klopt al veel langer voor regenwaterputten. Dat weten de meeste collega’s wel. Maart en april 2022 waren twee heel droge maanden. Dan komt de vraag opnieuw naar boven: wat kunnen we daaraan doen?
We proberen op een slimme manier zuinig om te gaan met water. Zo geldt er voor nieuwbouwwoningen de verplichting om een regenwaterput te installeren met een volume van minstens 5000 liter. Dat geldt ook voor wie een gezinswoning groter dan 40 vierkante meter verbouwt. Er moet ook een overloopsysteem zijn zodat bij te veel water het overtollige water kan overlopen en infiltreren in de bodem.
De heer Patrick Willems, hydroloog aan de KU Leuven, stelt dat de putten groter moeten zijn omdat de hemelwaterregels gestoeld zijn op oude berekeningen die achterhaald zijn. Ik heb hier in de commissie al vele malen meegegeven dat 5000 liter veel te beperkt is, afhankelijk van de gezinstoestand en van het verbruik. Hij adviseert om naar volumes te gaan van 8000 tot 10.000 liter. Ook de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) beaamt dat. De voorspellingen voor de toekomst zijn namelijk dat we naar veel nattere winters zullen evolueren en naar langere, drogere zomers. Dat zijn al geen uitzonderingen meer en dat zal zich in de toekomst naar alle waarschijnlijkheid nog meer doorzetten.
Twee jaar geleden vroeg ik u, minister, naar het project Aqtiput van Aquafin dat zou bekijken hoe bestaande regenwaterputten bij particulieren slimmer kunnen worden gebruikt. Enerzijds om ons daarmee te wapenen tegen droogte en anderzijds om wateroverlast bij korte en hevige regenval te kunnen opvangen. Op de website lezen we nog steeds dat Aqtiput in volle ontwikkeling is en in de loop van 2020 uitgewerkt zal worden in een demoproject. Dat is ook het antwoord dat ik toen kreeg op mijn schriftelijke vraag. Ik ga er uiteraard van uit dat er na zoveel tijd wel enige evolutie is.
In opvolging daarvan en gezien de huidige stand van zaken, had ik u hierover graag de volgende vragen gesteld, minister.
Zijn er plannen om de regels rond hemelwater, de hemelwaterverordening, aan te passen? Waarom overweegt u dit wel of waarom niet? Welke aspecten worden onder de loep genomen?
Kunt u concreet beschrijven hoe het demoproject Aqtiput verlopen is en welke elementen uit het onderzoek concreet worden aangewend? Hoe evalueert u het demoproject?
Wordt er naast de particuliere inzet van regenwaterputten ook nagedacht over collectievere vormen van regenwateropvang? Op welke manier hebt u hierin acties ondernomen of zult u dat doen?
Hoe evalueert u de maatregelen rond slim gebruik van regenwater uit de Blue Deal? Daarin zijn collectieve regenwaterprojecten voorzien, waterbesparingsprojecten en proeftuinen droogte. Welke conclusies zijn hieruit voortgekomen en kunnen we daar algemene acties aan verbinden of inzichten gebruiken om ons aan te passen? Zoals ik al aangaf in het verleden zijn er heel wat proefprojecten, maar we moeten ook zien wat we daaruit kunnen leren en regulier verder en breder zouden kunnen uitrollen.
Minister Demir heeft het woord.
De getallen waar professor Patrick Willems naar verwijst zijn afkomstig uit een studie die ik via de Vlaamse Milieumaatschappij liet uitvoeren. Deze conclusies zijn dus niet nieuw. Ik heb daarom aan mijn administratie de opdracht gegeven om de hemelwaterverordening aan te passen, waarbij rekening wordt gehouden met droogte en grote hoeveelheden neerslag. Maar het gaat uiteraard verder dan hemelwaterputten. Ik heb de VMM gevraagd om de volledige hemelwaterverordening versneld onder de loep te nemen. Zo vatten we meteen ook de infiltratie- en buffervoorzieningen. Enkel een integrale aanpak zal immers een degelijk antwoord kunnen geven op de steeds toenemende extremen.
In Edegem werd een pilootproject afgerond. In dit piloottraject werden regenputten gemonitord en gestuurd. De resultaten waren bemoedigend. De demo en uitrol werden intussen gestopt wegens de hoge kosten. De kostprijs en het potentieel verdienmodel blijven een belangrijk vraagstuk. Aquafin en De Watergroep zetten hier samen verder op in om antwoorden te bieden.
Uiteraard zet ik ook in op een collectieve regenwateropvang, dat is ook één van de actiepunten uit de Blue Deal.
Ik stel vast dat ook de lokale besturen hierop meer en meer wensen in te zetten. We ondersteunen hen daarbij door bijvoorbeeld te verwijzen naar goede praktijken voor de openbare ruimte. Daarnaast staat ook een uitbreiding van het groenblauwpeil naar de openbare ruimte op de agenda. Via WaterProof onderzoeken we hoe we dit verhaal van collectief opvangen en hergebruiken van regenwater kunnen doorvertalen naar bedrijventerreinen en naar de landbouw.
Voor concrete projecten voorzie ik financiële ondersteuning via onder meer de rioolsubsidies, het Lokaal Energie- en Klimaatpact en de Blue Dealcall ‘Circulair water’. Er zijn 34 projecten ingediend voor hergebruik van hemelwater. Die projectvoorstellen worden momenteel beoordeeld.
In het kader van de Blue Deal zijn er ook diverse projectoproepen en steunmaatregelen die duurzaam watergebruik bevorderen, waaronder ook maatregelen die gaan over slim gebruik van regenwater. Aangezien het bij slim en duurzaam watergebruik van groot belang is om de actoren van waterintensieve sectoren, zoals de industrie en de landbouw, te inspireren en tot actie aan te zetten, vallen diverse Blue Dealprojectoproepen rond slim watergebruik niet enkel onder mijn bevoegdheid, maar ook onder de bevoegdheid van collega Crevits. Mijn kabinet en mijn administraties zijn ook met diverse actoren en sectoren in overleg om de drempels te detecteren en weg te werken. Vorige week heb ik samen met essenscia een intentieovereenkomst uitgewerkt voor een Blue Deal met de chemische sector. Ik verwees eerder naar de Blue Dealoproep ‘Circulair water’, maar wil ook het belang van de oproep ‘Proeftuinen droogte’ benadrukken, waarbij bedrijven investeren in gezamenlijke hemelwateropvang en waarbij het gebufferde water via een lokaal hemelwaternetwerk wordt herverdeeld.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het geven van een stand van zaken en een overzicht in dezen. Ik begrijp dat u aangeeft dat u de hemelwaterverordening wenst aan te passen. Kunt u een timing geven wat dat betreft, zodat we weten wanneer we die mogen verwachten?
Ik vraag me ook af of u er zicht op hebt of er wordt ingespeeld op de regenwaterputten. Ik bedoel dan de individuele putten, minder de collectieve, hoewel ik ook overtuigd ben van het aanpakken van de collectieve putten. Welk geheel qua extra waterbuffering zouden we ook daar kunnen realiseren? Ik kan me voorstellen dat u dat cijfer niet uit het blote hoofd kent, maar zijn daar gegevens van bekend en zouden die in beeld kunnen worden gebracht, of weet u op welke wijze die in beeld zouden kunnen worden gebracht? Ik ben er immers van overtuigd, hoewel dat mijn buikgevoel is, dat echter wel voor een deel wordt bevestigd door experten, dat daar ook een bijzonder groot potentieel is om meer water te bufferen.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Collega, dank u wel voor de vraag. Er was sprake van een nieuwe tool die zou worden toegevoegd op de website van Groenblauwpeil (https://www.groenblauwpeil.be/) voor het dimensioneren van regenwaterputten. Het lijkt mij logisch dat dat in eerste instantie opgaat voor privéwoningen, maar het lijkt mij ook geen slecht idee om een dergelijke dimensionering te gaan uitwerken voor die grotere bekkens of putten onder parkings of supermarkten of op wijkniveau. Minister, wordt er ook over gedacht om dat in dergelijke grootorde uit te werken?
Ik vroeg me ook af of er aan nog meer stimulerende maatregelen wordt gedacht om die grote inzamelingscapaciteiten onder de parkings en op wijkniveau te stimuleren.
Minister Demir heeft het woord.
Collega Rombouts, die cijfers zal ik moeten opvragen, maar ik kan wel meegeven dat het qua timing de bedoeling is om daarmee voor de zomer naar de regering te gaan.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het antwoord.
Collega, u verwees al naar het groenblauwpeil en het berekeningsmodel dat in eerste instantie voor private personen of particulier gebruik naar voren wordt geschoven om inderdaad beter te kunnen inschatten wat nu een zinvolle buffering is als men een investering doet voor zijn woning. Ik heb daar in het verleden heel sterk op aangedrongen. Ik ben ook heel blij dat dat ook wordt gerealiseerd. Natuurlijk is het nu de uitdaging om iedereen ervan bewust te maken dat men daadwerkelijk meer moet bufferen, en de mensen daartoe aan te zetten. Ik heb er in het verleden ook al op gewezen: er wordt rond heel veel zaken, rond nutsvoorzieningen, rond energie, rond klimaat en dergelijke, heel veel ondersteuning gegeven, maar ook onze blauwe lijn, het water en de waterbuffering, verdient een stimulerend, motiverend beleid. We moeten dus verder subsidies bekijken om bijvoorbeeld mensen meer tot extra buffering aan te zetten. Ik hoop dat we dat ook verder kunnen uitwerken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.