Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik ga even terug in de tijd, want de vraag is al een tijdje geleden ingediend, maar door omstandigheden nog niet gesteld kunnen worden.
Op 29 maart stelde de opdrachthouder zijn tweede tussentijds rapport voor aan de pers. Het kreeg de titel ‘Van kennis naar actie’, waarbij de heer Vrancken voorstelt om de normen voor bodem, grondverzet, drinkwater, afvalwater enzovoort te actualiseren of te verstrengen.
In het nieuwe rapport stelt men bijvoorbeeld voor om een strengere PFOS-norm (perfluoroctaansulfonaat) te hanteren in woonzones met een moestuin of kippen. Die zou van 18 microgram per kilogram droge stof naar 3,8 microgram per kilogram moeten gaan, in lijn met de waarden voor landbouw en natuur. Voor de industrie zou de norm 18 keer lager komen te liggen, van 1949 naar 110. Voor grondwater moet de Europese grenswaarde de regel worden: 0,1 microgram per liter voor 20 PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) en 0,5 voor alle PFAS.
De pers vermeldt dat over het algemeen het nieuwe normenkader minder streng is dan de Europese EFSA-normen (European Food Safety Authority) uit 2020. De Europese lat zou simpelweg te hoog liggen voor Vlaanderen, waar de achtergrondvervuiling relatief hoog ligt, en daarmee ook de hoeveelheid PFAS die de Vlaming door zijn of haar dieet binnenkrijgt. Vrancken zegt wel dat die Europese normen ‘op lange termijn’ het doel moeten blijven.
Minister, hoe realistisch schat u het voorgestelde normenkader?
Bent u van plan dit handelingskader om te zetten in normering? Wat is de vooropgestelde timing hiervoor?
Ondertussen zijn er verspreid over Vlaanderen metingen uitgevoerd op ‘prioritaire’ plaatsen. Indien dit normenkader wordt toegepast op deze meetresultaten, welke tussentijdse conclusies geeft dit enerzijds en welke gevolgen aan maatregelen anderzijds?
3M heeft een nieuw beschrijvend bodemonderzoek opgeleverd. Wat zijn de bevindingen? Hoe worden die beoordeeld en wat zijn de volgende door wie te nemen stappen? Intussen zijn we, zoals ik zei, een aantal weken verder. Toch zou ik graag willen weten welke concrete acties er op het terrein dienen te worden genomen.
De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) spreekt over een sanering van rode, gele en oranje zonering tegen 1 juli 2022 en 1 december 2022. Wat wordt verstaan onder ‘sanering’, met andere woorden: welk normenkader zal worden gehanteerd bij de beoordeling van de sanering en welke saneringstechnieken zullen waar worden toegepast? Is daar intussen meer informatie over geweten?
Op welke manier zijn private eigenaars en inwoners van het betrokken gebied op de hoogte gebracht van de saneringsverplichting? In welke mate zijn zij betrokken en/of wordt hun stem ook gehoord bij de wijze van sanering?
Welke nieuwe inzichten en impact heeft het rapport ‘Van kennis naar actie’ voor de Oosterweelwerken?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, het voorlopige normeringskader werd aangepast uit voorzorg en op advies van het agentschap Zorg en Gezondheid, en wordt voor de bodemaspecten waar mogelijk toegepast sinds 19 april. Het tijdelijk handelingskader geeft ons een leidraad om veilig om te gaan met PFAS-verontreinigd grondwater, bemalingswater en bodem. Die nieuwe toetsingswaarden impliceren een verstrenging en zijn het resultaat van overleg in de brede PFAS-expertengroep, waar elke betrokken administratie input heeft geleverd vanuit haar invalshoek. De voorgestelde toetsingswaarden zijn gebaseerd op de recentste wetenschappelijke inzichten. Op die basis wordt het als goed onderbouwd en vertaalbaar naar de praktijk beoordeeld.
Intussen werkt de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) in opdracht van de OVAM aan een verder onderbouwd normeringskader dat rekening houdt met de recente wetenschappelijke ontwikkelingen en de haalbaarheid in de praktijk.
Tegen eind 2022 is voorzien dat een methodiek is uitgewerkt om met de som van PFAS om te gaan. Dit zal ingaan op voorlopige bodemsaneringsnormen, voorlopige normen vrij gebruik en bouwkundig bodemgebruik.
We onderzoeken nog op welke manier het tijdelijk normeringskader al dan niet juridisch moet worden verankerd om rechtszekerheid te geven aan alle actoren.
In opdracht van de OVAM worden momenteel maandelijks 40 tot 50 verkennende bodemonderzoeken opgestart op locaties waar PFAS-houdend blusschuim wordt of werd gebruikt. De OVAM heeft het nieuwe handelingskader verwerkt in een aangepast onderzoeksprotocol voor deze verkennende bodemonderzoeken. Dit aangepast onderzoeksprotocol is op 4 april 2022 gepubliceerd door de OVAM en is van toepassing voor verkennende bodemonderzoeken die vanaf 19 april worden ingediend.
Het aangepaste kader heeft in de eerste plaats een impact op de beoordeling of er duidelijke aanwijzingen zijn voor een ernstige bodemverontreiniging, dus de beoordeling of er al dan niet tot een beschrijvend bodemonderzoek moet worden overgegaan. Indien effectief tot een beschrijvend bodemonderzoek moet worden overgegaan, komt het kader nogmaals aan bod bij het bepalen van de bijhorende prioriteit.
Op 7 april 2022 nam de OVAM een beslissing over het eerste gefaseerde beschrijvend bodemonderzoek. In deze eerste fase van het beschrijvend bodemonderzoek werd nagegaan of de verontreiniging in het vaste deel van de aarde risico’s inhoudt voor de gezondheid. Het onderzoek is specifiek gericht op de woongebieden en de landbouwgebieden in Zwijndrecht en Beveren. Uit het beschrijvend bodemonderzoek blijkt dat de verontreiniging met PFAS een ernstige bodemverontreiniging vormt die conform het Bodemdecreet moet worden gesaneerd.
Voor het gebied dat het dichtst bij de terreinen van 3M ligt, moet tegen 1 juli door 3M een bodemsaneringsproject worden ingediend. Voor het verder gelegen gebied moet tegen 1 december een bodemsaneringsproject worden ingediend. De verontreiniging is nog niet volledig in kaart gebracht. Tegen 1 december 2022 moet daarom ook een bijkomend beschrijvend bodemonderzoek worden ingediend.
Op basis van de adviezen die door de OVAM werden gevraagd bij de beoordeling van het beschrijvend bodemonderzoek en op basis van de evaluatie van het rapport door de OVAM, zijn een hele reeks opmerkingen bij de beslissing van de OVAM gevoegd. Bij de opmaak van de bodemsaneringsprojecten en het bijkomend beschrijvend bodemonderzoek moet natuurlijk rekening gehouden worden met deze opmerkingen, waaronder ook de inzichten van het tweede tussentijds rapport van de opdrachthouder, Karl Vrancken.
De eigenaars van de gronden die zijn opgenomen in het beschrijvend bodemonderzoek ontvingen van de OVAM een bodemattest met het besluit van het bodemonderzoek voor hun grond. Bij het bodemattest was ook een brief gevoegd met toelichting. 3M heeft aangegeven dat ze op korte termijn in overleg met de betrokken gemeentebesturen een informatievergadering zullen organiseren.
Uit de bodemsaneringsprojecten die moeten worden opgesteld, zal blijken op welke manier de sanering zal worden uitgevoerd. Alle betrokken eigenaars en gebruikers worden aangeschreven zodat ze opmerkingen en bezwaren kunnen doorgeven.
Het rapport ‘Van kennis naar actie’ herneemt grotendeels de aanbevelingen die door de Commissie Grondverzet werden geformuleerd, specifiek in het kader van de Oosterweelwerken. Het nieuwe kader zorgt dus niet voor een verdere verstrenging voor de Oosterweelwerken. Daar wordt de strengste aanpak reeds gevolgd. Bij de uitwerking van het beschrijvend bodemonderzoek (BBO) en het bodemsaneringsplan voor de industriezone van 3M zal rekening gehouden moeten worden met de aangepaste toetsingswaarde voor industrie. Voor de werfzone werd op basis van het verslag van de Commissie Grondverzet al een aangepast criterium gehanteerd. Daarnaast zal bij het opstellen van het grondwatersaneringsplan ook rekening gehouden moeten worden met het handelingskader voor grondwater en bemalingswater. Hier zijn de voorgestelde waarden in lijn met de huidige voorwaarden voor Lantis en voor 3M.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Dank u wel voor het antwoord, minister. Ik begrijp dat het handelingskader op 19 april van toepassing is geworden en dus vandaag in de praktijk wordt gehanteerd, maar dat we voor het normeringskader nog moeten wachten tot het einde van het jaar. Ik ben dus een beetje bezorgd omdat het nog zo lang duurt. In welke richting zal dat normenkader naar verwachting evolueren?
Ondertussen lopen er natuurlijk heel wat zaken en worden ook andere projecten hiermee geconfronteerd. Wat als het normeringskader op het einde van het jaar toch andere richtlijnen bevat? Hoe denkt u daar dan mee om te gaan? Heel specifiek moet 3M, wat de vervuiling in Zwijndrecht betreft, voortvloeiend uit de activiteiten van 3M, tegen 1 december aangeven op welke manier ze zullen saneren. Maar valt ‘het einde van het jaar’ dan net voor of net na 1 december? Zal het normeringskader van toepassing zijn voor de uitvoering van de sanering van de gronden door 3M? Gaan zij nog net onder het normeringskader vallen? Wat verwacht u hieromtrent? Hoe zult u hiernaartoe werken opdat we dan effectief werken met normen die afgetoetst en vastgelegd zijn en opdat die gerespecteerd worden op het moment dat 3M zijn saneringsactiviteiten zal uitrollen?
Ik heb nog een tweede bijkomende vraag. 3M geeft aan snel tot sanering te willen overgaan. Het is duidelijk dat er inderdaad een aantal saneringen moeten gebeuren. Ik ga ervan uit dat dat niet gebeurt voor 1 december, want dan zullen ze de voorstellen doen. Maar is er verder gesproken over de timing? Is er zicht op wanneer ze effectief op het terrein de sanering zullen uitvoeren?
Ten derde, wat de Oosterweelwerken betreft, begrijp ik dat de normen voor industrie worden aangepast en dat de andere daarmee in lijn liggen. Kunt u duiden welke gevolgen dat zal hebben voor de Oosterweelwerken zoals die vandaag lopen? Wat als tegen het einde van het jaar het normeringskader effectief wordt vastgelegd? Hoe zal die afstemming met de Oosterweelwerken gebeuren?
De heer Aerts heeft het woord.
Voorzitter, minister, het zou normaal gezien mevrouw Schauvliege zijn die op dit thema tussenkomt, maar ze zit in het buitenland met de commissie Landbouw.
Net als bij stikstof is het bad meer dan vol. We moeten in de eerste plaats gaan voor de stopzetting van de productie van PFAS en de lozing in de omgeving. Hoe gaan we inspanningen doen voor de uitfasering van de niet-noodzakelijke PFAS? Minister, op welke manier gaat u de zoektocht naar alternatieven faciliteren? Gaat u hiervoor aankloppen bij minister Crevits die bezig is met technologie en innovatie?
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw Rombouts, het is net daarom dat we bekijken of we het tijdelijk kader al moeten verankeren. Door de mededeling aan de regering kan dit al gebruikt worden. We komen van ver, dat is al een goede start.
Er wordt gebruikgemaakt van de meest recente waarden die we hebben. Zodra er verder bijgesteld wordt, maken we daar ook gebruik van, net zoals we het nieuwe kader van het rapport-Vrancken in de praktijk al gebruiken. Zodra er eind dit jaar nieuwe waarden zijn, moeten die worden toegepast.
Er wordt veel druk op 3M gezet. Eigenlijk is het hallucinant, het is de grootste vervuiler van dit land. Ze zijn al even gestopt met PFOS, in de jaren begin 2000. Het is goed dat er nu een beleidsmaker is die effectief de druk verhoogt en heel snel tot een sanering wil komen. Dat was ook de reden waarom we aan 3M hebben gezegd dat we versneld willen gaan en dat op 1 juli het bodemsaneringsplan moet worden ingediend. Dit moet een openbaar onderzoek doorlopen, u kent dat. Daarna moet de sanering asap beginnen. We gaan daar geen twintig jaar mee wachten.
De impact op Lantis moet opnieuw worden bekeken als er nieuwe normen komen. We gaan daar niet op vooruitlopen, want we weten niet wat die zullen inhouden. Belangrijk is wel dat we nu normen hebben.
Het is perfect mogelijk dat het voorlopig kader dat we nu hebben, gewoon wordt bevestigd.
De zoektocht naar alternatieven wordt ook op Europees niveau opgenomen. Vlaanderen blijft daar sterk aan de kar trekken. We vinden die uitfasering bijzonder belangrijk, anders is het dweilen met de kraan open. 3M besloot recent 65 processen met perfluorbutaansulfonzuur (PFBS) definitief stop te zetten.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dat er geen twintig jaar gewacht wordt, daar had ik niet aan getwijfeld. Ik hoop alleszins op beter perspectief. U geeft aan dat het de bedoeling is om onmiddellijk te starten. Dat biedt al meer perspectief voor de mensen die ermee geconfronteerd worden.
Wat de normen betreft, ben ik blij dat de keuze is gemaakt om een actieplan op te maken rond PFOS/PFAS. De kennis vandaag geeft aan dat we stappen voorwaarts moeten zetten. Ik stel vast dat we nu een normenkader hebben dat eigenlijk gehanteerd wordt, maar naar juridische zekerheid is het belangrijk dat we effectief het normenkader vastleggen, zodat het in al zijn mogelijkheden en juridische kracht in werking kan treden. We hebben de opdracht al een tijdje aan VITO gegeven. Ik zal dat in die zin zeer nauw en bewust opvolgen. Ik kijk uit naar de verdere resultaten daarvan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.