Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de nieuwe subsidieregeling voor Vlaamse dierenasielen en de terugbetaling van de gemaakte onkosten voor in beslag genomen dieren
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, vorig jaar is de nieuwe subsidieregeling voor Vlaamse dierenasielen in werking getreden. Ze werd gekoppeld aan de professionalisering van de asielen. Artikel 2 van het ministerieel besluit van 26 april vorig jaar tot vaststelling van de regels voor de vergoeding voor de opvang van inbeslaggenomen dieren, de subsidiëring van de erkende dierenasielen en het verhalen op de verantwoordelijke van de kosten voor inbeslagname van dieren stelt dat de subsidie van 300.000 euro volgens een bepaalde verdeelsleutel berekend wordt afhankelijk van de opvangcapaciteit uitgedrukt in oppervlakte met een gecorrigeerd gewicht per vierkante meter.
Ondertussen blijkt dat verschillende dierenasielen die verdeelsleutel als oneerlijk ervaren en menen dat ze een onvoldoende vergoeding krijgen voor het geleverde werk bij inbeslagnames. De frustraties bij de asielen hierover lopen hoog op en een aantal asielen spreken zelfs luidop de wens uit de huidige subsidieregeling liever terug te schroeven naar het oude systeem, waarbij een terugbetaling van de effectief gemaakte onkosten werd voorzien.
Minister, we weten dat er een evaluatie komt van de huidige regelgeving. Ik denk ook dat men over het algemeen tevreden is over het nieuwe subsidiereglement met als bedoeling te komen tot meer professionalisering, maar ik kijk uiteraard uit naar de detailevaluatie. Wat dit specifieke dossier betreft, werd er wel door 28 asielen een voorstel aan uw adres geformuleerd om de kosten van die inbeslagnames toch nog te kunnen recupereren en terugbetaald te krijgen.
Ik wil u hierover graag enkele vragen stellen.
Wat zijn de voornaamste klachten die u hebt ontvangen over het nieuwe beleid rond de werking van asielen in het algemeen en over de subsidieregeling die onlangs werd ingevoerd voor asielen?
In de plenaire vergadering van woensdag 16 maart jongstleden gaf u aan de evaluatie van het nieuwe reglement en het nieuwe systeem te willen afwachten. Tegen wanneer wordt die evaluatie verwacht, minister? Wie is die evaluatie aan het maken? Plant u eventueel een tussentijdse evaluatie?
Hoe reageert u zelf op de negatieve ervaringen met en de commentaren op het huidige subsidiesysteem, waarbij het aantal in beslag genomen dieren en de opvangcapaciteit als parameters voor de verdeling van de subsidies worden gehanteerd?
Bent u van plan om sneller tegemoet te komen aan de vraag van asielen om de verdeelsleutel voor de financiering te herzien en om hen op een andere manier te vergoeden? Op welke manier denkt u de gemaakte kosten eventueel te vergoeden indien u merkt dat er toch een mismatch is tussen de kosten en de verkregen vergoeding in het huidige subsidiesysteem?
Op welke manier zult of kunt u in de toekomst nog beter garanderen dat er voldoende opvangcapaciteit zal zijn voor inbeslaggenomen dieren? Dat sluit wat aan bij de vraag van daarnet over de opvanggezinnen.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Collega’s, minister, we hebben al een paar keer vragen gesteld over de situatie bij asielen. De afgelopen jaren is er een oefening ingezet rond het professionaliseren van dierenasielen. Helaas werden we de afgelopen jaren allemaal geconfronteerd met corona en ook een problematiek van impulsaankopen. Er is een responsabilisering rond gebeurd. Iedereen heeft zijn best gedaan, maar we stellen vast dat de dierenasielen overvol zitten.
We stellen ook vast dat de nieuwe subsidieregeling voor Vlaamse asielen maakt dat de asielen heel sterk aan het overwegen zijn, in de context van corona en de gestegen inbeslagnames, of ze hiermee verdergaan. Want er zijn 28 asielen die inderdaad een concreet voorstel formuleren om het anders te doen, om in afwachting van de evaluatie van het nieuwe subsidiereglement, van het nieuwe systeem de kosten terugbetaald te krijgen. Zij laten aan ons weten dat zij op hun voorstel nog geen concreet antwoord hebben gekregen.
Ondertussen is de problematiek op het terrein wel heel groot. In een vraag die ik gesteld heb op 15 december, hebt u zelf geantwoord dat er tot vijfhonderd dieren per maand in beslag genomen worden, naast de dieren die gewoon aangeboden worden. In het antwoord op diezelfde vraag hebt u gezegd dat als asielen in nood zijn, we daaraan tegemoet kunnen komen. Maar vanuit een aantal asielen komt toch de boodschap dat het niet volstaat of dat dat in ieder geval niet het gevoel is dat zij hebben, dat ze het financieel zeer moeilijk hebben en dat bij die inbeslagnames ook problematieken komen van onderzoeken, van dierenartsen, enzovoort, dat het water hen tot aan de lippen komt. Daardoor zijn er verschillende asielen die ons laten weten dat ze overwegen om niet meer in te tekenen voor de subsidies en dus geen inbeslaggenomen dieren meer willen ontvangen, dat ze ook niet meer in het systeem, dat eigenlijk bedoeld was om verdere professionalisering mogelijk te maken, willen meegaan.
Ik zit nog met een aantal vragen. We mogen het kind niet met het badwater weggooien, maar we mogen ook de tekenen vanop het terrein niet negeren.
Minister, voor wanneer is de evaluatie? Op welke manier zullen de resultaten daarvan bekendgemaakt worden?
Welk antwoord gaan de 28 asielen krijgen die aan u hun voorstel geformuleerd hebben om in afwachting van de evaluatie hun kosten terugbetaald te krijgen?
Wat is uw visie rond de vergoeding over de inbeslagnames van dieren? We hebben het daar al eerder over gehad. Ik heb net verwezen naar uw antwoord van december, maar het is duidelijk onduidelijk en duidelijk onvoldoende. Deze vraag dringt zich op: hoe kunnen asielen hun gemaakte onkosten recupereren als er tekorten zijn in de subsidies?
Hoeveel dierenasielen hebben dit jaar ingetekend voor de subsidieregeling? Ik bedoel dan proportioneel, want u hebt ook in een vorige vraag aangegeven dat het aantal kleinschalige opvanginitiatieven gestegen is. Is de capaciteit gestegen? Zijn de dierenasielen die er al waren en een grote capaciteit hebben, aan het afhaken of niet? Hebt u daar een zicht op? Of kunt u daar een zicht op geven? Of moeten we daarvoor wachten op de evaluatie?
Minister Weyts heeft het woord.
Momenteel wordt er, kort gezegd, in het kader van de inbeslagnames aan de dierenasielen een dagvergoeding per dier gedurende de periode van inbeslagname betaald en een transportvergoeding voor de ophaling van de dieren. Daarnaast worden aan de contractdierenarts van het asiel rechtstreeks de volgende medische kosten betaald: de kosten van een medisch verslag als dat opgemaakt wordt op vraag van de inspectiedienst en dringende en levensnoodzakelijke veterinaire interventies, met het akkoord van de afdeling Dierenwelzijn. Daarnaast kan het dierenasiel ook aanspraak maken op een subsidie van respectievelijk 3000 euro, dat is een vast bedrag, en op een vergoeding voor de bestaande opvangcapaciteit, dat is een variabel bedrag, een pot van 300.000 euro.
De klachten die enkele dierenasielen formuleren, stellen dat de bedragen die uitgekeerd worden ontoereikend zijn voor de opgevangen dieren. Het gaat dan enerzijds om de subsidies die objectief berekend worden, onder meer op basis van de opvangcapaciteit, maar tegelijkertijd ook om de forfaitaire dagvergoedingen, die in dezelfde regeling vervat zitten. Ook daar zeggen sommigen dat ze er geen genoegen mee nemen.
Een van de klachten is dat bij de berekening van de beschikbare opvangcapaciteit de gastgezinnen niet meegerekend worden. Dat lijkt me echt een heel moeilijk verhaal. We komen er dadelijk op terug. Een andere klacht is dat de dierenartsenkosten niet gedekt worden door de forfaitaire dagvergoedingen. Zoals al gezegd worden dringende en levensnoodzakelijke veterinaire interventies wel vergoed mits daar een afzonderlijke factuur van ingediend wordt en er een akkoord van de afdeling Dierenwelzijn is.
De vraag van enkele asielen is ook om alle overige medische kosten zoals voor de sterilisatie bij katten en de wettelijke vaccinaties te vergoeden. De sterilisatie van katten wordt al verhaald op de kandidaat-adoptant. Men zou dus dubbel worden gefinancierd. Enerzijds zou de Vlaamse overheid betalen, anderzijds zou ook de kandidaat-adoptant daarvoor moeten betalen. Dat is dubbelop. En een vaccinatie is ongetwijfeld goed voor het dier, maar er is geen kost verbonden aan de inbeslagname en dus kunnen wij dat ook niet verhalen op de eigenaar.
Daarnaast lijkt me het in rekening brengen van de oppervlakte van de woning van gastgezinnen een onmogelijke opdracht. Dat is onbegonnen werk, niet alleen omdat het zelden of nooit gaat om vaste opvangstructuren zoals kooien of hokken, waardoor ze nagenoeg oncontroleerbaar zijn, maar ook omdat het een heel volatiel systeem is. De lijst van opvanggezinnen kan van week tot week wijzigen. Niets belet een asiel om een hele lijst van potentiële gastgezinnen aan te leggen, zonder dat die gezinnen ook effectief regelmatig dieren opvangen. Wanneer men dat in rekening zou brengen, zou ook de oppervlakte van de woning van opvanggezinnen in rekening worden gebracht, maar welke oppervlakte dan? De vraag is dan ook hoe men dit zal controleren en of de gastgezinnen dan een minimale tijd dieren moeten opvangen. Dat lijkt me allemaal onbegonnen werk. Het is trouwens wel zo dat een asiel dat enkel met opvanggezinnen werkt, in elk geval wel aanspraak kan maken op de subsidie van 3000 euro.
Hoe dan ook heb ik gezegd dat ik de huidige subsidieregeling zeker zal evalueren. Ik heb dat ook zo laten weten aan de betrokken dierenasielen waarmee regelmatig contact is geweest. Voor deze evaluatie is het nodig dat we eerst alle cijfers hebben over de subsidies die dit jaar per asiel zijn verleend. Die zijn cruciaal voor deze oefening.
Uiteraard wil ik eventuele aanpassingen doorvoeren voor de volgende subsidieronde in 2023. In het oude systeem, namelijk voor 2014 toen wij op Vlaams niveau bevoegd werden voor dierenwelzijn, was het begrotingsbedrag voor de vergoeding voor de opvang van in beslag genomen dieren 15.000 euro. In de periode 2019-2020 bedroeg het jaarlijkse gemiddelde aan vergoedingen voor de opvang van in beslag genomen dieren ongeveer 450.000 euro. Voor 2021 hebben we meer dan 1 miljoen euro uitgetrokken voor de opvang van in beslag genomen dieren. Het precieze bedrag is 1.017.000 euro, dus meer dan 1 miljoen bovenop de 15.000 euro uit 2014. Maar ik herhaal dat alles ongetwijfeld beter kan en dat ik bereid ben om te evalueren, ook in functie van 2023.
Dat bedrag van ruim 1 miljoen euro dient dan nog enkel voor de vergoeding voor de opvang van dieren die in beslag zijn genomen. Daarnaast is er de nieuwe subsidieregeling die ik heb ingevoerd en ook daar zien we een gevoelige toename. Vorig jaar ging het over 124 aanvragen en 184 erkende dierenasielen. Dit jaar hebben we 145 subsidieaanvragen ontvangen terwijl er 186 erkende dierenasielen zijn. Ook daar zien we dus een groei die zich vertaalt in de subsidiebedragen. In 2020 heb ik daarvoor 387.000 euro uitgetrokken, in 2021 was dat 633.000 euro. Ook daar zien we opnieuw een gevoelige toename.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Zoals bepaald in het regeerakkoord, is het belangrijk om onze dierenasielen goed te ondersteunen. We hebben ervoor gekozen om dat te doen en om ze extra te gaan professionaliseren. Daarvoor werd een nieuwe financiële regeling uitgewerkt, inderdaad met meer financiële middelen, en dat is een hele goede zaak, denk ik. Wat betreft die nieuwe regeling, hoor ik op het terrein vooral gemor in het kader van de inbeslagnames. Ik kijk enorm hard uit naar de evaluatie en ik hoop alsnog dat u bereid bent om die te versnellen en te vervroegen. In het kader van de inbeslagnames blijkt de schoen ook daar financieel te knellen. Dat sluit aan bij de vorige vraag die ik daarnet in deze commissie heb gesteld, over de problematieken van de inbeslagnames en de gastgezinnen die de in beslag genomen honden opvangen. Ik verneem van de asielen langs de andere kant de wens om ook een financiële tussenkomst te krijgen met betrekking tot die inbeslagnames, de medische kosten en andere.
Ik verneem tevens dat er heel wat asielen zijn die gehoor proberen te krijgen bij u en uw diensten, maar gewoon geen gehoor krijgen, of dat gevoel hebben. Dat is eigenlijk wat ik doorkrijg. U hebt er daarnet in uw antwoord inderdaad wel naar verwezen dat er overleg is geweest met een aantal asielen, maar ik hoor toch dat dat niet zou gebeuren: ofwel niet met alle asielen, ofwel niet voldoende. Men heeft in ieder geval niet het gevoel dat er geluisterd wordt en dat er wat dat betreft effectief verbetering op komst is. Ik zou dus willen aandringen op een echt overleg, dus niet enkel kennisnemen, maar echt luisteren naar de mensen, om te bekijken: ‘Dit doen we allemaal extra,’ – dat is ook zo overeengekomen in het regeerakkoord – ‘we zijn tevreden met de evolutie die er op deze vlakken is, maar daar we zien een probleem. Hoe kunnen we dat oplossen?’ Ik hoop dat het effectief opgelost geraakt, want als ik zie dat er ook al bij de gastgezinnen een probleem is en dat men de financiële middelen daar niet recupereert, denk ik dat het een en-enverhaal is, minister.
Ik denk dat u de problematiek van de in beslag genomen honden of dieren echt wel onder de loep moet nemen, om die in haar globaliteit op te ruimen en om ook daar de financiële recuperatie op te lossen. Opnieuw verwijs ik naar het voorstel dat ik heb gedaan om te onderzoeken of er daar eventueel een mogelijkheid is om dat met een verzekeringskwestie, of een andere mogelijkheid, op te lossen.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, ik denk dat dit een problematiek is waarbij iedereen goede intenties heeft, maar waarbij er gezocht moet worden naar een systeem dat werkt, ook op het terrein. U hebt gelijk om te zeggen welke inspanningen u al hebt gedaan, ik zou dat ook doen als minister. De context waarin we zitten, waarin dierenwelzijn voor steeds meer mensen in onze samenleving een belangrijk aandachtspunt is – en terecht wat mij betreft –, zorgt ervoor dat we gelukkig weer inspecteurs inzetten en we de problematiek van dierenmishandeling gelukkig ernstiger nemen. In december hebt u zelf aangegeven dat het aantal inbeslagnames daardoor helaas tot vijfhonderd dieren per maand ging in 2021. Op jaarbasis is dat zesduizend dieren.
Wij hebben ook gezien dat we 188 asielen hebben, dat was ook uw antwoord in december. 28 daarvan trekken nu aan de alarmbel; dat is geen marginale groep, dat is een belangrijke groep. Zij hebben dezelfde intentie als u, de minister van Dierenwelzijn, namelijk: het dierenwelzijn vergroten. Als vrijwilliger, als dierenliefhebber proberen zij zeer moeilijke situaties op te lossen op het terrein, met weinig centen en heel vaak met liefdadigheidsacties. Dat zijn mensen die dag in dag uit bezig zijn met zorg te dragen voor de meest kwetsbaren onder ons, die zich niet kunnen laten horen, om het dan even in de termen van dierenorganisaties te zeggen. Die mensen laten vandaag weten dat het systeem van inbeslagnames – wij kunnen daar een heel theoretisch debat over voeren – voor hen bijzonder onwerkbaar is en dat het niet transparant is. U verwijst er zelf ook naar dat ze bijvoorbeeld de vraag stellen of ze, als ze dan naar de dienst Dierenwelzijn gaan, een terugbetaling kunnen krijgen voor bepaalde handelingen rond in beslag genomen dieren. Ze krijgen een forfaitair bedrag per dier, maar een paard heeft niet dezelfde behoeften als een kitten, dat bedrag is verschillend. De vraag is volgens mij dus wel zeer acuut om een antwoord te geven op de vraag die de 28 organisaties u hebben gesteld en waarvan ze ons laten weten dat ze geen bevredigend antwoord hebben gekregen. Ik denk dat de evaluatie inderdaad dringend is en dat er een antwoord moet komen op de proportionaliteit van die cijfers en de klachten rond onduidelijkheid.
Ik zal hier geen welles-nietesdebat beginnen, ik denk niet dat dat zinvol is. We zitten hier allemaal met dezelfde intentie: hoe zorgen we ervoor dat het op het terrein verbetert? Het gaat enerzijds over sensibiliseren en anderzijds over kwalitatieve, professionele opvang.
Maar ik zie dus mensen op het terrein, die er dag in dag uit mee bezig zijn, die op hun tandvlees zitten. Ik denk dat het een gedeelde bekommernis moet zijn van ons, van u als minister en van ons als commissie, om daar een antwoord op te bieden. Als er 28 van de 188 aan de alarmbel trekken, ben ik wel bezorgd. Die 28 zijn niet de kleintjes, het zijn niet de meest onervaren asielen of de nieuwelingen. Er zijn echt asielen bij die een serieuze capaciteit hebben, die al heel lang bestaan en die nu zeggen dat ze erover nadenken of ze eigenlijk nog wel verder willen doen binnen dat nieuwe systeem.
Vanuit de intentie om dierenasielen te professionaliseren, en vanuit de intentie om zo goed mogelijk aan onze opdracht rond dienstverlening en rond het verhogen van dierenwelzijn tegemoet te komen, kijk ik heel erg uit naar het moment van die evaluatie – u hebt geen exacte timing gegeven –, alsook naar de antwoorden die de 28 asielen zullen krijgen op hun concreet voorstel. Ik zou het antwoord vanuit het kabinet ook graag ontvangen, alsook de effectieve cijfers over de subsidies.
Opnieuw, dit is geen aanval. Ik wil heel erg benadrukken dat we er allemaal samen voor hebben geijverd en dat ik die bekommernis deel. Al van in het federaal parlement, toen het nog daar zat en nog niet geregionaliseerd was, vraag ik om meer budget te voorzien voor Dierenwelzijn. Het is gestegen, maar ik denk dat alles beter kan. Ik denk dat deze noodkreten tonen dat er hier toch heel veel ruis en tegenspraak is, tussen wat wij te horen krijgen op het terrein en bij de bezoeken die ik doe, en wat als formeel antwoord terugkomt.
Ik kijk dus uit naar het effectieve moment van de evaluatie en het effectieve moment dat wij de resultaten krijgen. Ik wil er toch wel op aandringen om niet te wachten met het antwoord op het voorstel dat de 28 asielen hebben geformuleerd, om ons dat ook te bezorgen – het is een formele vraag om dat ook aan de commissie te bezorgen – en om ook snel formeel te overleggen met de sector. Want zij zijn niet tevreden met hoe het nu loopt. Ik denk dat we dat gewoon kunnen vaststellen, zelfs zonder dat we daar een debat over moeten hebben.
Minister Weyts heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid: één, er is een dagvergoeding vastgelegd per diersoort. Het is niet zo dat voor een kip dezelfde vergoeding wordt gegeven als voor een paard. Een paard staat hoger, dat is vastgelegd.
Twee, de overlegmomenten zijn er wel degelijk geweest. U spreekt over 28 maar het zijn 15 dierenasielen. We hebben die ontvangen, er zijn verschillende vergaderingen geweest. Ik geef u de data: 20 november 2020 en 29 november 2021. Op 19 januari 2022 is er een informatievergadering geweest met alle asielen. We hebben Möbius gevraagd om het vergoedingssysteem uit te werken en hen uitgenodigd om uit te leggen hoe het subsidie- en vergoedingssysteem tot stand is gekomen. Wat is de ratio erachter? Zowel de powerpointpresentatie als een rubriek van veel gestelde vragen hebben we op 2 februari aan alle asielen overgemaakt.
Drie, nogmaals, u refereert aan vroegere systemen. In 2014 was 15.000 euro voorzien voor de vergoeding voor inbeslagname van dieren, 0 euro subsidies. Vandaag geven we aan de asielen 1,6 miljoen euro: 1 miljoen euro gaat naar de vergoeding voor de opvang van inbeslaggenomen dieren, meer dan 600.000 euro zijn subsidies waar almaar meer gebruik van wordt gemaakt.
Opnieuw, ik ben altijd bereid om te evalueren, en dat gaan we doen op grond van de cijfers en in functie van de volgende ondersteuningsronde in 2023, als ik de meest recente cijfers heb. En ik vergeet nog mee te geven dat we ook investeren in de opleiding van asielmedewerkers, die we gratis aanbieden, en die een toenemende mate van succes kent. We begonnen in 2014 met 51 inschrijvingen, nu zitten we aan het drievoud, aan 150 inschrijvingen. Dat is een goede zaak. Dat heeft al bij al een beperkte kost, rond 50.000 euro, met een groot effect op het terrein.
Ik ben altijd bereid om een systeem te herbekijken in functie van de volgende ronde, op grond van de cijfers. We zullen per asiel kunnen zien wie wat heeft gekregen waarvoor.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik ga niet al mijn punten herhalen. Ik hoop alsnog dat u bereid bent om naar een snelle tussentijdse evaluatie te gaan, eventueel enkel al over de inbeslagnames, aangezien het daar echt morrelt op vele vlakken. Ik hoop oprecht dat u dit toch ter harte neemt en dat u zowel deze vraag als de vraag van daarnet over de gastgezinnen en de inbeslagnames effectief tot een snelle oplossing brengt.
Ik wil nog even aangeven dat ik het inderdaad over 28 asielen heb en mevrouw Almaci ook. Als u overleg hebt gehad met 15 asielen, zie ik een verschil van 13 asielen. Die zullen dan niet gehoord zijn. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Eenmaal, maar ze hebben niet het gevoel dat er naar hun problematiek wordt geluisterd, minister. Hoe u het aanpakt, beslist u zelf, minister, maar neem de inbeslagnames alstublieft onder de loep en kom tot een snelle oplossing.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Ik heb daarnet expliciet aangegeven dat ik geen polemiek wilde aangaan en dat ik wel erkende wat de budgetten waren. Ik denk dat dat een evolutie is die gelijkloopt met de maatschappelijke bewustwording rond het belang van dierenwelzijn. Het gaat inderdaad om 28 asielen die aan de alarmbel hebben getrokken en het gevoel hebben dat het overleg niet bevredigend is. Wij kunnen daarover met elkaar van mening verschillen, maar ik denk dat het misschien interessanter is om die asielen hier eens uit te nodigen. Ik heb ook geen zin in een ridiculisering. Het gaat niet over de forfaitaire dagvergoeding of over de kilometervergoeding, die in het nieuwe systeem ongewijzigd gebleven zijn ten opzichte van het vroegere. Het gaat effectief over de berekening, die te maken heeft met de verhouding tussen de kosten van asielen, de oppervlakte van de opvangcapaciteit, de diersoorten die opgevangen worden enzovoort. Het is misschien wat veel om te behandelen in een vraag om uitleg.
Men stelt evenwel vast dat het aantal opgevangen dieren, het aantal in beslag genomen dieren een zware druk legt op de asielen. We denken allemaal na over hoe we daar zo goed mogelijk aan tegemoet kunnen komen, maar ik denk dat de stem van onderaan daarin toch ongelooflijk belangrijk is. U hebt eerder ook gezegd – en het is altijd handig om na verloop van tijd een aantal antwoorden te kunnen zien – dat ook de Raad voor Dierenwelzijn openstaat voor een andere constructieve verdeelsleutel. Laten we dus dat debat aangaan. Laten we niet opnieuw een jaar wachten, want als er jaarlijks wordt samengezeten terwijl er nu al maandenlang een acute nood wordt aangevoeld – deze vraag komt niet toevallig verschillende keren terug en wordt al maandenlang door collega’s en mezelf in deze commissie naar voren gebracht –, dan denk ik dat sneller tussenkomen, een tussentijdse evaluatie vragen, in de diepte gaan en transparantie bieden wel zinvol is en een antwoord kan bieden op die frustraties. Anders gaan we hier nog vele maanden vragen stellen en gaan die frustraties door de doelstellingen van het nieuwe systeem om meer asielen in een professionaliseringstraject te krijgen, er misschien daadwerkelijk toe leiden dat asielen gewoon afhaken. Willen we dat? Het heeft geen zin om in te gaan op individuele cases, maar bij die 28 asielen zijn er een aantal die zeer professioneel werken, al zeer lang bestaan, zeer veel ervaring en expertise hebben en waarvan ik het zeer bizar zou vinden als ze zouden zeggen: laat maar, voor ons hoeft het nieuwe systeem niet meer. Ik denk dat dat toch niet de bedoeling kan zijn.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.