Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over het jaarverslag van de centra voor leerlingenbegeleiding en de toename van psychische problemen bij kinderen en jongeren
Verslag
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Het feit dat kinderen en jongeren geleden hebben onder de coronacrisis is natuurlijk een open deur intrappen. Hierrond hebben we al vanuit verschillende hoeken onheilspellende berichten gekregen. Onlangs werd dit bevestigd door het gemeenschappelijk jaarverslag van de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) voor het schooljaar 2020-2021. Tijdens dat jaar werd voor 21,55 procent van de totale leerlingenpopulatie een vraag aan het CLB gesteld. Voor deze leerlingen registreerde het CLB gemiddeld 4,91 interventies per leerling. Zowel het aantal leerlingen waarvoor een vraag gesteld wordt aan het CLB als het aantal interventies per leerling is dus gestegen. Dat betekent dat de algemene zorgzwaarte jaar na jaar toeneemt, waarbij de casussen alsmaar complexer worden en er dus meer interventies vanuit het CLB nodig zijn.
Vooral het aantal meldingen rond mentale problemen steeg. Daarnaast zagen de CLB's ook een verdubbeling in het aantal begeleidingen rond depressieve gedachten en zelfverwonding. Begeleidingen in verband met zelfmoordgedachten stegen met 75 procent. Ook het aantal leerlingen met gedragsproblemen kende een lichte stijging.
Ook het aantal verontrustingen is met 28 procent gestegen in vergelijking met het schooljaar 2019-2020. Zo werd er voor 10.689 leerlingen een verontrustende situatie geregistreerd. Daarvan is sprake als er gevaar is voor de ontwikkelingskansen of de integriteit van een minderjarige en het CLB het als zijn plicht ziet om stappen te nemen om de veiligheid van de minderjarige te garanderen, zoals de inschakeling van diensten als het vertrouwenscentrum kindermishandeling (VK) of de jeugdrechtbank.
Minister, in het kader van uw visienota ‘Van kwetsbaar naar weerbaar’ werd er al 14 miljoen euro extra voor de CLB’s voorzien uit de eenmalige relancemiddelen, om vanaf september 2021 vooral te werken aan de mentale welzijnsproblematiek post corona. Daarmee zou men ruim 300 extra voltijdse krachten kunnen aanwerven. Maar toen kregen we een aantal andere golven over ons heen, waardoor de CLB’s opnieuw aan de bak moesten met contacttracing en alles wat erbij hoorde. Nu, de CLB’s trokken toen ook aan de alarmbel omdat volgens verschillende directies de kerntaak van de CLB’s hierdoor werd uitgehold. Dat is dan opgelost en ze zijn dan van de contacttracing, enzovoort afgeraakt. Bovendien lijkt de situatie op dit moment gelukkig meer onder controle, maar natuurlijk blijft het zo dat de CLB’s nog steeds heel erg overbevraagd zijn.
Minister, hoe bekijkt u de cijfers uit het CLB-verslag en dan vooral de toename van het aantal meldingen en begeleidingen rond ernstige mentale problemen?
De contacttracing is dus uit het takenpakket gehaald en corona lijkt gelukkig op zijn retour. In hoeverre kunnen CLB’s zich op dit moment wel wijden aan hun reguliere taken, maar ook specifiek aan het begeleiden van leerlingen met die mentale problemen? Hebt u daar al een zicht op of hebt u daar signalen over gekregen?
Dan heb ik een derde en belangrijke vraag: de CLB’s concluderen in hun jaarverslag dat de alweer toegenomen zorgzwaarte aantoont dat hun al decennia ongewijzigde geslotenenveloppenfinanciering hoe langer hoe meer een hypotheek legt op de begeleidingsmogelijkheden. Zij pleiten dus om hun werking structureel te versterken. Minister, zult u ingaan op dat pleidooi en de financiering herzien en effectief meer recurrente middelen geven?
Los van de aandacht die er naar het coronagebeuren ging, klagen de CLB’s ook – dat hebben we hier in een commissievergadering mogen horen – dat ze te veel bezig zijn met administratie, zoals het opmaken van verslagen, waardoor ze niet meer toekomen aan het begeleiden van de leerlingen met allerlei problemen, waarvan de mentale op dit moment de grootste brok zijn. In de hoorzitting rond het Leersteundecreet hebben we gehoord dat er een grote etiketteringsdrang is, door de financiering die daaraan gekoppeld is. Zult u daartoe een remedie bieden in uw nieuwe Leersteundecreet?
De CLB’s kunnen ook niet alles. En natuurlijk, als je ziet dat de situatie zo verontrustend is, ook met het mentaal welzijn van de jongeren: dat kunnen de CLB’s niet alleen. Ze moeten ook kunnen rekenen op instanties uit andere domeinen. De CLB’s zijn hier wel de draaischijf. Maar dan zit je natuurlijk weer met de problemen van de wachtlijsten in de jeugdzorg en geestelijke gezondheidszorg die een fuik vormen voor veel leerlingen. Bepaalde mensen in het onderwijs noemen CLB’s in zulke gevallen soms ook een extra wachtkamer. Minister, dat zit natuurlijk bij minister Beke, maar ik begrijp van de collega’s op Welzijn dat hij ook amper een zicht heeft op hoe lang de wachtlijsten daar nu zijn. Minister, we weten dat uw regering toch altijd zegt ‘meten is weten’. Zult u misschien minister Beke een beetje aanporren om daar toch iets aan te doen om dat te verhelpen?
Minister, het deel van het curatieve luik rond mentale problemen zit niet per se bij de CLB’s, maar bij de minder ingrijpende gevallen ook bij het schoolteam in de brede basiszorg en de verhoogde zorg. Nu, u hebt het voornemen om met het Leersteundecreet de leraren en scholen verder te versterken in de fases 0 en 1. Voor een leraar is het omgaan met leerproblemen natuurlijk één zaak, maar het omgaan met mentale problemen van leerlingen is nog iets totaal anders. Een leraar is geen therapeut. In hoeverre zult u met uw nieuw decreet ook inzetten op een plan rond extra professionalisering van de leraren, zodat zij ook weten hoe ze daarop moeten ingaan? Denkt u ook dat het haalbaar is dat leerkrachten dat ook op zich nemen?
Inzake mentale problemen is het preventieve luik even belangrijk of misschien zelfs belangrijker: voorkomen is beter dan genezen. Het preventieve is vooral een zaak van de scholen zelf, met ondersteuning van de pedagogische begeleidingsdiensten (PBD’s) en de CLB’s, maar misschien kunt u daar nog meer flankerende maatregelen nemen? Welke initiatieven kunnen we als Vlaamse overheid hier nog verder nemen?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Ik heb een heel gelijkaardige vraag, inderdaad over het CLB-rapport dat in maart werd gepubliceerd. We zien een stijging van het aantal meldingen, vooral op het vlak van mentaal welzijn. Het aantal vragen over angstproblemen en depressieve gedachten is met meer dan 87 procent toegenomen – mevrouw Beckers heeft het ook al gezegd. Er waren dubbel zoveel interventies rond zelfverwonding en het aantal meldingen over verontrusting, waarbij de ontwikkelingskansen en/of integriteit van een minderjarige bedreigd zijn, steeg met 28 procent. Dat zijn verontrustende cijfers.
Het rapport is, na verschillende onderzoeken van de afgelopen maanden en de Panoreportage uit februari, eigenlijk het zoveelste alarmsignaal dat jongeren worstelen met hun mentale gezondheid. Er is dus dringend nood aan meer aandacht voor hun situatie, en de CLB’s kunnen een belangrijke rol spelen op het vlak van preventie en vroege interventie.
Die rol is echter onder druk komen te staan. Enerzijds is er het oude probleem van onderfinanciering: de CLB’s ontvangen hun omkadering al meer dan twee decennia binnen een geslotenenveloppefinanciering. Ze trekken hierover al langer aan de alarmbel: ze botsen tegen de grenzen van wat ze kunnen doen en hebben geen ruimte om preventief en laagdrempelig psychosociaal werk te verrichten. Nochtans is dat net essentieel om aan vroegdetectie te doen en kinderen en jongeren in een vroeg stadium te helpen. Daardoor blijven heel wat kinderen en jongeren, en hun gezinnen, in de kou staan. De heer Grielens vraagt dus inderdaad om de CLB’s structureel te versterken.
Dan is er ook nog de coronacrisis, mevrouw Beckers heeft het ook al aangehaald. Daardoor komt de reguliere werking al twee jaar op rij onder druk te staan, kunnen contactmomenten niet doorgaan en kan dus niet ingegaan worden op vragen over mentaal welzijn.
In mei kondigde u aan dat er 27 miljoen euro uitgetrokken werd, specifiek bedoeld om het mentaal welzijn op scholen te versterken. 14 miljoen euro was bedoeld voor de CLB’s en met dat budget konden ze bij het begin van het schooljaar driehonderd extra krachten aanwerven om leerlingen te ondersteunen in de nasleep van de coronacrisis, zowel voor leerachterstand als op het vlak van mentaal welzijn. Stefan Grielens geeft echter aan dat ook de relancemiddelen ingezet moesten worden voor de ondersteuning van het contactonderzoek en daardoor hun doel voorbijschoten. Als we willen vermijden dat CLB’s voor het derde jaar op rij hun werk niet naar behoren kunnen doen, moeten we dus ingrijpen.
Hoe evalueert u de cijfers en bevindingen die gepresenteerd worden in het jaarverslag?
Hoe evalueert u de financiering van de CLB’s?
Bent u bereid om de financiering van de CLB’s structureel te herzien?
Kunt u een beeld geven van hoe de bijkomende 14 miljoen euro dit schooljaar wordt ingezet? Welk aandeel gaat daadwerkelijk naar het ondersteunen van mentaal welzijn en leerachterstand? Welk aandeel gaat naar contactonderzoek?
Plant u om nogmaals extra middelen te voorzien voor de CLB’s, specifiek bedoeld voor het ondersteunen van mentaal welzijn?
Wat kan er gebeuren om de CLB-werking beter af te stellen op een laagdrempelig aanbod in scholen? Hoe kunnen CLB’s versterkt worden om hun psychosociale ondersteuning op school opnieuw ten volle op te nemen, zodat ze tegemoet kunnen komen aan de noden van jongeren?
Minister Weyts heeft het woord.
De cijfers zijn inderdaad verontrustend, maar anderzijds moeten we ook erkennen dat ze niet totaal onverwacht zijn. Ze bevestigen enerzijds dat de maatschappij gewoon complexer wordt, met daarbovenop ook nog eens een coronapandemie van twee jaar als extra katalysator. Het zijn cijfers waarover we de afgelopen periode al indicaties ontvingen van de scholen en de CLB’s, en waarvoor we samen met de CLB’s ook diverse stappen hebben gezet. Ik denk dat we in die periode toch heel korte lijnen hebben onderhouden met onder andere de CLB’s, maar evengoed met de Vlaamse Scholierenkoepel (VSK) en anderen.
Ten eerste – het is denk ik ook al aangeraakt – is inzetten op mentaal welbevinden van kinderen en jongeren niet alleen een verantwoordelijkheid van Onderwijs. Ik kijk bijvoorbeeld ook naar mijn collega’s bevoegd voor Jeugd en Welzijn, waar ook werk wordt gemaakt van een conceptnota om te komen tot een geïntegreerd jeugd- en gezinsbeleid, waarbij hulp zo vroeg mogelijk ingezet kan worden en dichter bij de gezinnen en de familie staat.
In Onderwijs is leerlingenbegeleiding cruciaal, denk ik. Dat heeft tot doel de totale ontwikkeling van alle leerlingen te bevorderen, hun welbevinden te verhogen, vroegtijdig schoolverlaten te voorkomen en meer gelijke onderwijskansen te garanderen. Op die manier wordt natuurlijk ook bijgedragen tot het functioneren van de leerling in zowel de schoolse context als de brede samenleving.
De school is de eerste actor binnen de leerlingenbegeleiding en neemt ook de schoolinterne leerlingenbegeleiding op zich. Ze werkt daarvoor een geïntegreerd beleid voor leerlingenbegeleiding uit, dat een invulling en uitwerking omvat voor wat wij de vier begeleidingsdomeinen noemen: de onderwijsloopbaan, studeren en leren, psychisch en sociaal functioneren en preventieve gezondheidszorg, en dat vanuit de ratio van een continuüm van de zorg. Daarbij verhoogt de mate van individualisering van de zorg natuurlijk naarmate de nood aan begeleiding er ook is en toeneemt. De school wordt voor de leerlingenbegeleiding ook doorgelicht door onze onderwijsinspectie, dat maakt altijd deel uit van de gewone audit. Daarnaast is er ook de externe ondersteuning via de CLB’s en de pedagogische begeleidingsdiensten.
Ik zei al dat de cijfers niet nieuw zijn. We hebben doorheen het jaar ook al ingezet op extra versterking. We hebben ons relanceplan Vlaamse Veerkracht, en de concretisering in de visienota, waarbij we zeggen: beter leren, beter voelen, ook in termen van leerachterstand. Dat is voor ons ook allemaal met elkaar verweven. We zetten daarbij ook in op het aanpakken van die leerachterstand, en simultaan op het bevorderen van het mentale welzijn bij kinderen, jongeren, leerlingen, scholieren en studenten.
We hebben dan ook middelen toegekend aan de CLB’s. De eerlijkheid gebiedt mij om te zeggen dat we toen in een periode zaten dat we dachten dat we eindelijk eens konden gaan focussen op dat welbevinden, maar tot eind januari van dit jaar zijn die middelen eigenlijk opnieuw grotendeels ingezet voor contactonderzoek. We hadden daar toch wel serieuze sommen voor uitgetrokken. Ik denk dat het over een driehonderdtal voltijdsequivalenten (vte's) ging. Als je het contingent kent waarmee de CLB’s werken, is dat een serieuze boost. Maar dat is dan in eerste instantie weer ingezet moeten worden in het kader van de aanpak van corona en dus contactonderzoek.
Ik heb dan hemel en aarde bewogen om van die contacttracing af te raken. Dat is uiteindelijk gelukt. En dan hebben we met de CLB’s ook samen de nadruk gelegd op de eigenlijke ondersteuning van leerlingen. De CLB’s zijn sinds begin februari van dit jaar ook echt aan de slag met de detectie van zorgnoden bij leerlingen via de school en via de leerlingen zelf. We monitoren ook de inzet van die middelen.
Flankerend aan die middelen maakt de CLB-sector via de relancemiddelen ook werk van de ontwikkeling van een beveiligd digitaal platform. Dat nieuwe platform moet ervoor zorgen dat leerlingen en hun ouders ook gemakkelijker de weg vinden naar de CLB’s. Dat is opnieuw de notie van laagdrempeligheid. De bedoeling is dat men gemakkelijk een afspraak kan maken met een CLB-medewerker, dat er ‘blended’ hulpverlening kan worden ingezet. Op dat platform zal de CLB-sector ook bestaande tools ter beschikking stellen waarmee leerlingen en ouders ondersteund kunnen worden rond thema’s als studiekeuze, faalangst, stress allerhande, gezondheidsbevordering, welbevinden. En als daar nood aan is, kunnen er natuurlijk ook nieuwe tools ontwikkeld worden. Aanvullend zal dat platform voorzien in alle relevante informatiebronnen en hulpbronnen voor leerlingen, ouders, CLB-medewerkers en school- en netwerkpartners. Daarbij hebben we de ambitie om niet alleen een nuttig instrument te zijn voor hulpbehoevenden, maar evengoed voor hulpverstrekkers, in de persoon van scholen en ondersteuners.
Om scholen te helpen bij het werken aan het mentale welbevinden, is ook het Vlaams Instituut Gezond Leven ingeschakeld, met een pakket van handvatten, kant-en-klare materialen, tips en informatie voor leerkrachten.
Even terzijde: we hebben ook een initiatief van de Rode Neuzencampagne ondersteund, waarbij het onder meer de bedoeling is om te werken aan een groot platform, confer MoodSpace voor studenten. Dat zou wel zinvol zijn. Ik heb daar recent nog wat gesprekken rond gehad: kunnen we zorgen voor een vertaling van datgene wat we op poten hebben gezet voor het hoger onderwijs? Kunnen we dat in aangepaste vorm ook gaan uitrollen voor het secundair onderwijs, in eerste instantie?
Tijdens deze legislatuur zorgden we ook al voor een administratieve vereenvoudiging van het gemotiveerd verslag. Ik denk dat dat ook wel nuttig was voor de CLB’s, om zich meer te kunnen concentreren op hun kerntaken. De wijziging van het verdelingsmechanisme, dat voor leerlingen met een gemotiveerd verslag type basisaanbod 3 en 9 met een 60/40-verdelingsmechanisme zal werken in plaats van het huidige 70/30-verdelingsmechanisme, mag daar geen invloed op hebben.
Tot slot vroeg u allebei naar de structurele financiering van de CLB’s. Wat dat betreft, kan ik natuurlijk enkel verwijzen naar de geplande evaluatie van het omkaderingssysteem van de CLB’s. Dat werd vanwege corona verschoven naar 2023. Aanvankelijk hadden we de ambitie om dat vroeger te doen. Maar dat zal ons natuurlijk wel belangrijke informatie geven over de noodzaak om al dan niet wijzigingen in de wijze van financiering door te voeren. Maar ik moet toch zeggen, met de hand op het hart en u allen recht in de ogen kijkend, dat we de afgelopen jaren, ook door de goede contacten en de goede samenwerking met de CLB’s, toch echt hebben gezorgd voor de nodige financiële impulsen voor de CLB’s. Het komt er dikwijls op aan om de extra vacatures die we creëren, ingevuld te krijgen. Zeker als het gaat over medisch personeel, over artsen, zitten we daar echt met een probleem.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, wat ik ook heb onthouden, is dat heer Grielens hier duidelijk heeft verklaard dat het aantal mentale problemen stijgt in heel de samenleving. Dat is geen probleem van het onderwijs alleen en dus ook niet van de CLB’s alleen. Dat is eigenlijk een probleem dat ons allemaal zorgen zou moeten baren, maar ik weet ook niet meteen hoe we dat kunnen oplossen.
Ik vind het een goede zaak dat die structurele financiering verder wordt geëvalueerd, want ik denk dat er hier wel een groot probleem is. In februari is men begonnen met de detectie van de zorgnoden. Minister, ik heb in de commissie van 13 januari nog een vraag gesteld over het CLB en gezegd dat er een heel aantal contactmomenten zijn gemist. Het gaat dan niet zozeer over het mentale welzijn maar over het meten, wegen, vaccineren enzovoort. Hebt u er zicht op in hoeverre het gat dat toen bestond inzake gemiste consultaties, vaccinaties enzovoort, al is gedicht?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Ik ben eigenlijk minder blij met het feit dat die evaluatie is verschoven naar 2023. De facto betekent dit dat er deze legislatuur geen hervorming meer zal komen van de financiering. Eigenlijk is dat de absolute nood en de absolute vraag.
Het is waar dat u regelmatig al wat bijgestoken hebt, maar dat is natuurlijk niet duurzaam. Het ging dan over contacttracing, terwijl zij echt een duurzaam financieel model vragen waarbij ze structureel en verankerd die preventieve taak op zich kunnen nemen. Ik denk dat dat meer dan nodig is. Die eenmalige boosts zijn goed maar verhinderen die duurzame werking.
Ik vind het jammer dat er pas in 2023 een evaluatie komt. Dan is de legislatuur gepasseerd voor u iets zult kunnen doen. Dat is eigenlijk zoveel als zeggen dat u dat niet echt zult bekijken. Voor mij is dat een heel spijtige zaak.
U legt ook de nadruk op die interne schoolbegeleiders, maar u weet ook, minister, dat dit nu uit de lerarenuren komt. Daar zijn meestal te weinig uren voor. Er is echt wel een vraag om dat stuk apart te financieren en daar een competentieprofiel voor in te voeren. Bent u bereid om dat ambt van schoolbegeleider ook te bekijken en te financieren?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik denk dat corona onze ogen op alle vlakken heeft geopend. De waardering voor de CLB-sector is nog nooit zo groot geweest. Ik ben blij dat we daar over alle partijgrenzen heen die visie op hebben.
Ik heb twee concrete vragen. We hebben 14 miljoen euro extra uitgetrokken vanaf het najaar 2021 en die ook ingezet. U hebt daar al naar verwezen in vorige commissievergaderingen. Heeft die 14 miljoen euro voldoende tools opgeleverd aan alle CLB’s om de opdrachten die er waren, tot een goed einde te brengen? Bestaat daar een evaluatie van?
Samen met Welzijn is er het traject ‘Vroeg en nabij’, waarbij ik heel sterk geloof in het vindplaatsgericht werken. Hoe zullen we een inspanning kunnen doen ten aanzien van de ‘blended’ hulpverlening? Er werd niet verwezen naar de inspanningen van de CLBch@t, waar nochtans enorm op ingezet wordt. Ik heb er in het verleden al een aantal vragen over gesteld. Misschien is het goed om dat specifieke luik onder de loep te nemen en te bekijken of daar nog extra financiering voor nodig is.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, bij de analyse van de impact van corona op de CLB-werking moeten we inderdaad in eerste instantie de medewerkers bedanken voor hun inzet en de snelle schakeling. Ik hoor dat de extra middelen die de minister heeft ingezet ‘wat middelen’ worden genoemd, maar ik vind dat een stevige inzet van budget. De vraag om structureel te gaan, begrijp ik, naar aanleiding van de taken, maar ik vind dat we in de budgettaire context realistisch moeten zijn.
Ik heb van een CLB gehoord dat ze naar aanleiding van corona gedwongen waren om te kijken naar hun takenpakket en de manier waarop ze dat deden. Ze stelden vast dat ze een aantal taken anders moesten doen, misschien minder. Dat gedwongen kerntakendebat dat zich afspeelt in de CLB’s, vind ik interessant. Minister, exploreert u dat verder?
Twee, u hebt er ook naar verwezen, het welbevinden en de psychosociale begeleiding is geen exclusief terrein van het onderwijs. Het zit ook bij Welzijn en Jeugd. Ik kijk uit naar het plan dat u samen met ministers Dalle en Beke zult uitwerken in verband met het geïntegreerd jeugd- en gezinsbeleid. Daar liggen heel wat sleutels tot ontlasting van de CLB-medewerkers.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Ik wil daar even op verdergaan, ook omdat collega Beckers sprak over de aanpassing van de financiering in het nieuwe Leersteundecreet naar 60/40 en een extra administratieve last voor het CLB. In het kader daarvan heb ik veel gesprekken gevoerd, laatst nog met een secundaire school. Het is misschien wel heel interessant om de taken van het CLB omtrent de gemotiveerde verslagen nog eens goed te analyseren. Ik heb de indruk, minister, dat er heel veel dubbel werk gebeurt. Dat gebeurt door de leerlingenbegeleiding, ze brengen alles samen, ze zetten heel veel op papier, ze maken een leerlingvolgsysteemverslag en dergelijke. Ik heb de indruk dat het gemotiveerd verslag dikwijls copy-pastewerk is, om dan de handtekening eronder te zetten. We moeten eens bekijken hoe we daar efficiëntiewinsten kunnen boeken.
Er zijn ongeveer driehonderd extra vte’s gekomen. Er wordt aan detectie gedaan van de zorgnoden bij de leerkrachten. De extra middelen werden goed gemonitord. Net als collega Daniëls begreep ik dat de middelen daarvoor bestendigd zullen worden. Klopt dat?
Minister Weyts heeft het woord.
Inzake de administratieve last voor de CLB’s door het M-decreet hebben we onze goede wil al getoond. We proberen die op korte termijn te verminderen door er bijvoorbeeld voor te zorgen dat de CLB’s in het kader van het gemotiveerd verslag geen extra documenten moeten opleveren. Ik wil op deze manier verdergaan. Ik zal ervoor zorgen dat de CLB’s en andere actoren in het kader van de leersteun worden ontlast van administratieve verplichtingen. We bekijken samen met het CLB welke taken kunnen worden verminderd in functie van de creatie van meer ruimte voor hun kerntaken.
Ondertussen heb ik begrepen dat inzake de vaccinatie, een van de kerntaken van de CLB’s, de achterstand is ingelopen. Dat heeft men op korte termijn kunnen realiseren.
Wat de schoolbegeleider als ambt betreft: gelukkig laat de regelgeving wat ruimte aan de CLB’s om met enige soepelheid om te gaan met het personeelsbeleid. Men heeft dat gelukkig ook gedaan. Gelet op de grote krapte op de arbeidsmarkt, zeker als het gaat over gezondheidsgerelateerde beroepen, is men bijvoorbeeld voor de contacttracing geleidelijk overgeschakeld naar vooral niet-medische profielen van allerhande slag, zodat de artsen en andere medisch geschoolden zich konden concentreren op andere taken.
Was 14 miljoen euro voldoende? Even corrigeren, de 14 miljoen euro waren voor het schooljaar 2021-2022. Voor het schooljaar 2020-2021 hadden we nog eens 8 miljoen euro extra. In verhouding tot de getalsterkte van de CLB’s en de budgettaire ondersteuning scheelt dat een serieuze slok op de borrel.
U hebt gelijk mevrouw Vandromme. Ik was in het overzicht de ondersteuning voor de CLBch@t vergeten. Ook daar zie je een gestage toename van de contactnamen. Dat cijfer ken ik niet vanbuiten, maar dat zijn geen grote aantallen. Ook daar hebben we extra middelen toegekend en de uren waarop de CLBch@t bereikbaar is, zijn verruimd. Dat was broodnodig. We zien dat dat een multiplicatoreffect heeft en dat het aantal contacten aldoor toeneemt, maar ook dat is een goede evolutie.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, u en de hele Vlaamse Regering hebben expliciet een engagement aangegaan. Ik citeer uit de visienota ‘Van kwetsbaar naar weerbaar’: “Leerlingen ervaren een verminderd welbevinden en hebben vaak ook nood aan een luisterend oor. Via hun school of ouders vonden meer en meer leerlingen de weg naar het CLB. Dit biedt opportuniteiten. Daarom willen we de sector versterken zodat ze leerlingen, ouders en scholen kunnen blijven ondersteunen in de nasleep van de coronacrisis. De CLB’s moeten opnieuw de nodige tijd en ruimte krijgen om hun rol als leerlingenbegeleider in de scholen op te nemen.”
U bent daarmee expliciet een engagement aangegaan om de negatieve evolutie aan te pakken en dus ook de mentale malaise bij onze leerlingen te verbeteren. Daar zijn nu eenmaal mensen en middelen voor nodig. U hebt uiteraard extra budget vrijgemaakt, maar dat heeft door de geschetste context nog niet tot veel verbetering geleid. We moeten de vinger aan de pols houden en de duidelijke signalen vanuit de CLB’s en de scholen toch capteren. Ik begrijp dat de evaluatie van het systeem van de gesloten enveloppefinanciering pas binnen een paar jaar gebeurt. Dat wil niet zeggen dat in afwachting daarvan niet nog extra financiële middelen kunnen worden vrijgemaakt. Ik begrijp ook dat er een budgettaire krapte is en dat je niet voor alles zomaar geld kunt toveren, maar het mentale welzijn van onze kinderen en jongeren is een heel belangrijk goed. Ik ben er ook van overtuigd dat als je daarin investeert, je een echte return on investment krijgt. De wachtlijsten buiten maar ook binnen de CLB’s zijn lang, minister. Daarom hebben de CLB’s in het algemeen en het brede veld inzake jeugdzorg en geestelijke gezondheidszorg nood aan recurrente versterking en niet zomaar eenmalige impulsen. We kijken dan ook zeker uit naar die evaluatie.
Je kunt zeggen dat met het nieuwe Leersteundecreet en het nieuw op te richten Leersteuncentrum de taaklast van de CLB’s zal verminderen. Maar de problemen inzake het mentale welzijn zullen in de toekomst niet verminderen, vrezen niet alleen wij, maar ook de experten. Minister, het aangaan van engagementen zorgt voor verantwoordelijkheid, en belofte maakt schuld. We rekenen dus op u.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Dat is de essentie, minister. Ik wilde zeker niet smalend doen, mijnheer Daniëls, over de middelen die zijn vrijgemaakt. Die zullen eenmalig zeker geholpen hebben. Dat was ook meer dan nodig gezien de coronacrisis enzovoort. Ik denk dat er anders wel wat rampen zouden zijn gebeurd. Dat zijn eenmalige injecties en het gekende probleem is het werken binnen die gesloten enveloppe. Dat is op dit moment echt niet meer houdbaar. Ik zou u willen vragen, minister, of u geen mogelijkheid ziet om die evaluatie te vervroegen en om dat sneller te bekijken en eventueel open te breken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.