Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Om eventjes kort te kaderen: het is niet de eerste keer dat ik een vraag over de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) stel. Nu, mijn algemene bezorgdheid daarin is de volgende. Ik zal het heel even kort kaderen.
Ik vind het goed dat PMV bestaat. Ik vind het goed dat je als overheid op bepaalde vlakken – als er een marktfalen is, als er een incentive kan worden gegeven aan de economie – investeert in bedrijven waarvan de overheid denkt dat ze maatschappelijk nut hebben. Het is ook een zeer goede zaak dat je dat centraliseert en professionaliseert in een participatiemaatschappij. Het zou erg zijn als elk beleidsdomein dat apart begint te doen, natuurlijk. Op zich is het een goede zaak.
Nu, waar ik deze legislatuur beetje bij beetje een keitje in de rivier probeer voor te verleggen is het volgende. Mijn bezorgdheid is dat er enerzijds naar mijn gevoel weinig transparantie is over waar de investeringen van PMV soms naartoe gaan. Sommige beslissingen, misschien geen individuele beslissingen maar beslissingen op algemeen niveau, genereren ook niet het gewenste effect. Deze vraag kadert ook in die laatste bezorgdheid. Ik heb namelijk via enkele schriftelijke vragen cijfers opgevraagd van investeringen van PMV in enerzijds fondsen in het kader van de vroegere ARKimedesregeling en anderzijds in het kader van Belgian Growth Fund (BGF). Dat zijn twee fondsen waarin PMV participeert.
Met de ARKimedesregeling wilde de Vlaamse overheid durfkapitaal mobiliseren voor bedrijven in Vlaanderen. Dat zijn ongeveer 49 fondsen, waarvan er op vandaag nog 28 in de investeringsfase zijn. Die fondsen investeren op hun beurt in bedrijven. De ARKimedesregeling werd inmiddels opgeheven en de nog lopende investeringen in ARKIV’s werden ingekanteld in de fondswerking van PMV. Er werd door PMV in totaal ongeveer een half miljard euro kapitaal toegezegd aan deze 49 fondsen, waarvan ongeveer de helft effectief reeds werd volstort. Dat is een oude regeling waarbij PMV niet in individuele bedrijven investeert, maar wel in die fondsen.
Het Belgian Growth Fund werd vorige legislatuur opgezet op initiatief van de federale regering. Het BGF investeert in fondsen, die op hun beurt ook investeren in individuele bedrijven. Dat kapitaal bedraagt 312 miljoen euro en daarvan draagt PMV ongeveer 10 procent, een goede 31,2 miljoen euro. Dat is dus minder dan in de vroegere ARKimedesregeling. Er zijn dus 2 fondsen waarin PMV participeert.
Ik vroeg in de schriftelijke vragen naar cijfers over de investeringen van deze fondsen in individuele bedrijven. Die hebt u niet kunnen geven wegens confidentialiteit. Ik begrijp dat, in de huidige setting, maar ik ga daar op zich wel niet helemaal mee akkoord; ik vind dat we toch wel een weg moeten afleggen naar meer transparantie. Wij zijn parlementsleden en we hebben recht op die informatie, vind ik. Maar goed, ik begrijp in de huidige setting dat dit confidentiële informatie is. Maar u gaf in uw antwoord wel per fonds een overzicht van de geïnvesteerde bedragen. Wat daarbij interessant was voor mij, was dat die cijfers ook per regio stonden. Uit die cijfers blijkt dat de fondsen waarin PMV investeert fondsen zijn die niet in Vlaanderen gelegen zijn.
Om een aantal cijfers te noemen: de vroegere ARKIV-fondsen investeerden in totaal 1,7 miljard euro in 483 bedrijven. Het betrof 600 miljoen euro in Vlaanderen; ongeveer de helft van de bedrijven, namelijk 233, en de andere helft was buiten Vlaanderen. En ook bij het BGF is die verhouding ongeveer intact. Er waren maar 8 bedrijven die in Vlaanderen lagen en 17 bedrijven van die BGF waarin PMV mee investeert, liggen buiten Vlaanderen.
Dus is de conclusie dat een belangrijk gedeelte van het geld dat wij als Vlaamse belastingbetaler in die fondsen steken voor meerwaarde voor de Vlaamse economie, eigenlijk naar investeringen gaat die buiten Vlaanderen gebeuren. De vraag is dan natuurlijk – en zo kom ik tot bij mijn vragen – of dat niet een beetje vreemd is. Ik wil niet zeggen dat er in het buitenland geen interessante opportuniteiten zijn, maar ik denk dat het toch de bedoeling is om de groei te ondersteunen van bedrijven binnen Vlaanderen en van de Vlaamse economie.
Hoe staat u tegenover de vaststelling dat de uitkomst van fondsen waarin PMV investeert, zich grotendeels buiten Vlaanderen bevinden en dat de investeringen worden ingezet voor economische bedrijvigheid buiten Vlaanderen? Vindt u dat dit een meerwaarde heeft voor de Vlaamse economie? Misschien is er wel een verklaring die ikzelf niet direct zie.
Op welke wijze past dit binnen de strategische doelstellingen en de opdracht van PMV? Acht u het wenselijk om dat eventueel bij te sturen?
Welke lessen trekt u uit deze cijfers?
Wat is de stand van zaken betreffende de nieuwe beheersovereenkomst met PMV? Worden daar eventueel ook elementen van investeringen per regio in opgenomen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vande Reyde, dank u wel.
Dit is een goede vraag, die ik eigenlijk had zien aankomen op basis van uw schriftelijke vragen, zelfs in die mate dat ik in het jongste antwoord de return voor Vlaanderen nog eens extra had laten benadrukken. Au fond deel ik uiteraard uw basisbekommernis dat de middelen de Vlaamse economie ten goede moeten komen, maar ik denk wel dat er vandaag niet echt een probleem is. Uit de cijfers die zijn gegeven in het antwoord op uw schriftelijke vraag, blijkt dat PMV een hefboom van 2,5 heeft op de 237,2 miljoen euro aan fondsinvesteringen die al werden gerealiseerd: die investeringen hebben immers tot 601,3 miljoen euro investeringen in Vlaanderen geleid. Deze hefboom op fondsniveau overtreft aanzienlijk de minimale hefboom van eenmaal de inleg voor participaties in fondsen kleiner dan 25 procent of tweemaal de inleg voor participaties groter dan 25 procent die PMV aan de fondsen oplegt waarin zij participeert en die nadien ook worden opgevolgd. Dit is ook hoger dan de hefboom die gold voor de ARKIV’s: twee keer.
Specifiek voor Belgian Growth Fund bedraagt de hefboom vandaag zelfs 35,4 keer. Er werd voor 113,4 miljoen euro geïnvesteerd in Vlaanderen, op een volstort bedrag van 3,2 miljoen euro door PMW. Met een hefboom van 2,5 in het algemeen, tot zelfs 35,4 voor Belgian Growth Fund, is de meerwaarde van de fondsinvesteringen voor de Vlaamse economie voor mij ook heel duidelijk.
Het fondsenlandschap is de voorbije jaren sterk geëvolueerd, onder andere met de trend dat fondsen zich veeleer volgens sector of technologie specialiseren. Een fondsmanager wordt niet langer geacht alleen in financiële middelen te voorzien, maar ook het management te ondersteunen in strategische keuzes, onder andere inzake technologie, deuren voor hen te openen, overnamedoelwitten op hun radar te brengen enzovoort. Fondsen die zich beperken tot Vlaanderen zijn uitzonderingen geworden.
De meerwaarde voor de Vlaamse economie van investeringen in fondsen die niet uitsluitend in Vlaanderen investeren, is volgens mij tweeledig. Ten eerste laat het Vlaamse fondsbeheerders toe om door de toevoeging van enkele buitenlandse investeringen aan de portefeuille de nodige schaal te bereiken. Dat is zeker een cruciaal gegeven voor scale-up- en groeifondsen. Het laat die fondsen ook toe om hun netwerk internationaal uit te breiden, wat hun Vlaamse portefeuillebedrijven dan weer ten goede komt. Ten tweede kan het aandeelhouderschap door PMV of Belgian Growth Fund in buitenlandse fondsbeheerders, al dan niet in combinatie met de aanwezigheid in hun bestuurs- of adviesorganen, die fondsen er ook toe aanzetten om te investeren in Vlaamse bedrijven en zo buitenlandse middelen naar Vlaanderen te loodsen. Bovendien is het ook van belang om erna de Vlaamse bedrijven bij te staan in hun internationalisering.
Hoe past dat in de opdracht van PMV? Als je naar de hefboomeffecten kijkt, dan zie je dat die fondsinvesteringen van PMV significant bijdragen tot de financiering van starters en kmo’s in Vlaanderen. Dat is een belangrijk onderdeel van de opdracht van PMV. Daarnaast wordt er op twee actiedomeinen ingespeeld: ten eerste het faciliteren van de uitbouw van een professionele venturecapital- en private-equitysector, via fonds-in-fondsinvesteringen, ten tweede de financiering of facilitering van de internationalisering van Vlaamse ondernemingen.
Moeten we dat blijven doen? Ik vind dat die fondsinvesteringen net voor additionele financiering van Vlaamse bedrijven zorgen. Elke euro die PMV in fondsen investeert, zorgt voor 2,5 euro aan investeringen door die fondsen in Vlaamse ondernemingen. Daarenboven is er nog een bijkomend hefboomeffect, wanneer de investering in een Vlaams bedrijf door een fonds waarin PMV participeert, ook andere investeerders aantrekt.
Dan kom ik tot de lessen. Ik vind dat die investeringen zeer goed bijdragen aan de door ons gedefinieerde actiedomeinen. Ik bekijk wel samen met PMV of die fondsenwerking nog beter in het bestaande investeringskader zou kunnen worden verankerd.
Over de nieuwe beheersovereenkomst lopen op dit ogenblik gesprekken. Daarna zal het proces voor goedkeuring door de Vlaamse Regering worden opgestart. Het is dus een beetje moeilijk om daarop vooruit te lopen. U weet echter, want ik heb dat al eerder aangegeven, dat het mijn bedoeling is om op het vlak van duurzaamheid en energietransitie het bestaande kader aan te scherpen. Gelet op de uitdagingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd, vind ik het logisch dat ook PMV daar in de komende vijf jaar prioritair op inzet. U weet dat ook de verankeringsdiscussie voor mij zeer belangrijk is.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord.
Ik begrijp uw antwoord, en het komt mij een beetje bekend voor, want het was ook de uitleg die ik mij nog herinner van destijds, toen ik een nobele medewerker was van de fractie. Het was de uitleg die ook de heer Muyters heeft gegeven in antwoord op soortgelijke vragen daarover.
Ik begrijp het wel, maar ik ben niet helemaal akkoord. PMV investeert in de economie met de veronderstelling dat er een bepaald marktfalen is dat moet worden opgelost, dat die investering groot publiek nut zal hebben of dat het de Vlaamse economie zal vooruithelpen. Dan is het natuurlijk raar dat je middelen pompt in fondsen waarbij je eigenlijk geen enkele zeggenschap hebt over waar die investeringen naartoe worden geleid.
Ik begrijp uw redenering dat als we in het een of het ander fonds investeren, de kans groter is dat daar return voor naar Vlaanderen komt, in de vorm van investeringen in Vlaamse bedrijven. Maar daar heeft PMV dan op dat moment eigenlijk geen elke zeggenschap over. PMV beheert die fondsen niet, dat zijn de fondsbeheerders. Dat is zoals wanneer je als particuliere belegger bijvoorbeeld in een fonds van een bank belegt. Dan geef je geld aan de bank. Je zegt dan dat de bank dat beter kan, daar meer tijd voor heeft en dat beter zal doen. Maar je hebt dan geen zeggenschap over waar dat geld naartoe gaat. Dat werkt bij PMV op net dezelfde manier.
Er is de veronderstelling dat dat dan toch op magische wijze vanzelf zou terugvloeien naar de Vlaamse economie, maar er zijn een aantal precedenten die dat misschien toch wel tegenspreken. Ik ga u het voorbeeld geven van een investering uit het verleden, onder uw voorganger, toenmalig minister Muyters, die 250 miljoen euro in het Health & Care-fonds van Gimv heeft gestoken. 250 miljoen euro voor Health & Care, dat klinkt goed; het gaat over gezondheid, de uitdaging van de toekomst. Maar ik ben het nog eens nagegaan, en dat fonds investeerde uiteindelijk in bedrijven in Nederland, Frankrijk, Zwitserland en Duitsland, en in geen enkel bedrijf in Vlaanderen. En ondertussen – ik heb de evolutie van die participaties nog eens nagekeken – is er daar tot op de dag van vandaag geen enkele directe return van, van die 250 miljoen euro, in de Vlaamse economie. Dat wil niet zeggen dat dat op zich weggegooid geld is, want dat brengt natuurlijk wel een return met zich mee. Het is dan goed voor de begroting en dergelijke. Maar op zich is dat qua maatschappelijke meerwaarde nul. Dat is bijna nul. Dat is een kwart miljard euro dat eigenlijk slapend is voor de Vlaamse economie.
U weet dat de investeringen die u hebt gedaan in de ArcelorMittalfabriek van vergelijkbare grootteorde zijn. Dan kun je wel zeggen dat we toch een probleem hebben als we, zeg maar, blind aanzienlijke bedragen steken in fondsen die dan uiteindelijk toch vooral naar het buitenland blijken te gaan.
Nu, ik begrijp uw redenering dat men professioneel met die fondsen werkt, en dat dat allemaal nagegaan is qua kosten en baten en dergelijke. Ik zeg niet dat dat allemaal amateuristisch is. Ik zeg gewoon dat als we een dergelijke grootteorde hebben van bedrijven, we dat dan toch eens moeten nagaan, en u kunt dat eventueel doen via een beheersovereenkomst, of we daar niet voor iets meer directe return kunnen zorgen voor vele Vlaamse ondernemers, die echt wel een gebrek hebben aan durfkapitaal op dit moment. Dat is ook de reden waarom we andere instrumenten hebben opgericht de laatste jaren. Dan moeten we hier misschien toch ook naar kijken. Ik geef het mee als suggestie in de toekomstige bespreking van de beheersovereenkomst, maar ik ben er zeker van dat dat hier nog terug zal komen in de commissie. Bedankt.
Minister Crevits heeft het woord.
Het is zeer goed om dat nog eens te bediscussiëren, denk ik. Ik wil wel opmerken dat Gimv niet wordt beheerd door PMV. Dat is waarschijnlijk een lapsus.
PMV onderhandelt bij de opstap van die fondsen echt wel, dus ze hebben zeggenschap. En bij die instap wordt ook de return voor Vlaanderen onderhandeld. Daarom krijg je die return, die 2,5. En ik vind dat toch niet onbelangrijk. Vlaanderen participeert ook via de Nationale Portefeuillemaatschappij (NPM).
Het is een beetje moeilijk om het proces van het verleden te maken, maar voor mij is een van de essentiële vragen ook wat je terugkrijgt voor de middelen die je zelf investeert, en hoe je daarover onderhandelt. En wat dan de verankering betreft: daar zorgt Gimv duidelijk voor, denk maar aan de manier waarop Vlaamse topbedrijven zoals CGK worden verankerd.
Voorzitter, naar aanleiding van de beheersovereenkomst denk ik dat het sowieso interessant zou zijn dat PMV bij gelegenheid ook eens langskomt. Want het is niet de eerste keer dat we hierover spreken. Ik ga eens nakijken wanneer die beheersovereenkomst er komt; dat moet ook nog besproken worden op de raad van bestuur van PMV. Dus ik weet niet of dat nog voor het reces zal zijn.
We nemen dit mee in de regeling der werkzaamheden, om PMV op het juiste moment in de commissie uit te nodigen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik wilde gewoon zeggen dat het verre van een lapsus was. Want dat was eigenlijk net mijn punt. Die 250 miljoen euro is door de Vlaamse overheid in Gimv geïnvesteerd. Het is net mijn punt dat ze daar geen instrumenten hebben gehad om ervoor te zorgen dat die investeringen dan richting Vlaamse bedrijven werden geleid.
Maar goed, ik denk dat het punt dan duidelijk is. Collega Schiltz heeft daar indertijd nog vragen over gesteld aan collega Muyters. Ik denk dat het punt duidelijk is, en we zullen het meenemen. Ik vind het een zeer goede suggestie om dat met PMV zelf ook te bespreken in deze commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.