Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Buysse heeft het woord.
Sinds 1 september 2020 kan een werknemer die als mantelzorger is erkend, ook het statuut van mantelzorger opnemen. Daarvoor kan hij dan via de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) een onderbrekingsuitkering aanvragen. Om dat engagement van onze mantelzorgers te ondersteunen en de balans tussen werk en privé te verbeteren, kent de Vlaamse Regering, net zoals bij andere thematische verloven, een aanvullende aanmoedigingspremie toe, boven op de federale tegemoetkoming, zowel voor de privé- als voor de socialprofitsector. Dat is zonder twijfel een goede zaak.
Minister, in uw antwoord op een schriftelijke vraag hebt u laten weten wat de aantallen waren van de aangevraagde en toegekende ondersteuningspremies. Dat blijkt toch wel een heel laag aantal te zijn. Voor het jaar 2021 ging het in totaal maar over 25 goedgekeurde aanvragen. Het is natuurlijk moeilijk om dat Vlaamse cijfer af te zetten tegenover het federale cijfer van de 489 personen die zo’n erkend statuut hadden in datzelfde jaar, maar sowieso ligt dit cijfer toch wel laag. Daarom een aantal vragen aan u.
Minister, hoe evalueert u de effectiviteit van deze ondersteuningspremie, meer in concreto het lage aantal aanvragen en toekenningen ervan?
Op welke manier wordt over de ondersteuningspremie gecommuniceerd naar de erkende mantelzorgers met een onderbrekingsuitkering?
Op welke manier zou u de bekendheid van deze maatregelen kunnen verbeteren?
Moet er iets gebeuren aan de toekenningsvoorwaarden voor die ondersteuningspremie? Zijn die misschien te streng?
Zal het budget waarin is voorzien, worden aangepast op basis van de evaluatie?
De laatste vraag is natuurlijk een klassieker. Er is natuurlijk een link met de gegevens van de federale overheid, van de RVA. Is het de bedoeling dat u probeert een koppeling te maken tussen de gegevens van de RVA en uw gegevens om zo’n premie voor mantelzorg op een bepaalde manier te automatiseren?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Buysse, dank u wel voor de interessante vraag.
Het engagement van mantelzorgers vind ik bijzonder waardevol en kostbaar. De onbaatzuchtige zorg voor de medemens geeft handen en voeten aan de warme samenleving die Vlaanderen wil zijn. Dat is een engagement dat we moeten ondersteunen. Daarom hebben we de Vlaamse aanmoedigingspremie ook voorzien voor het mantelzorgverlof. Vlamingen die het federale mantelzorgverlof opnemen, krijgen daarvoor vanuit Vlaanderen een extra aanmoedigingspremie. Dat is een heel goede zaak.
Ik heb daar een grote perscommunicatie over gedaan. U hebt dat gezien. Er is breed over de maatregel gecommuniceerd, maar nieuwe maatregelen hebben vaak ook enige tijd nodig om bredere bekendheid te krijgen. Daarom zullen we daar de komende maanden nog extra aandacht voor hebben.
Het klopt absoluut dat de premie momenteel nog weinig wordt aangevraagd. Nochtans zijn de toekenningsvoorwaarden beperkt. De belangrijkste voorwaarde is dat men een federaal mantelzorgverlof toegekend kreeg. De verklaring ligt dus voor een stuk ook federaal, omdat uit cijfers van de RVA blijkt dat het thematisch verlof voor mantelzorg ook weinig wordt aangevraagd op federaal niveau. In 2021 kregen over heel het Belgische grondgebied gemiddeld 76 mantelzorgers per maand een onderbrekingsuitkering. De discussie over de modaliteiten en de communicatie zal dus ook federaal moeten worden gevoerd.
Dan is er het budget. Ik stel voor dat we dat monitoren, want we moeten er ook rekening mee houden dat 2022 het eerste volledige jaar zal zijn dat de Vlaamse aanmoedigingspremie mantelzorg kan worden aangevraagd. Natuurlijk komt dat net na 2021, toen mensen vaker thuis konden werken en misschien ook voor een stukje hun privéleven anders hebben georganiseerd. Vooraleer grote bijsturingen of aanpassingen te doen, zou ik dus toch eerst de evaluatie willen afwachten.
De heer Buysse heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Het is natuurlijk een heel goede zaak dat de mantelzorgers worden ondersteund. Dat gebeurt federaal met het statuut, dat gebeurt met premies via u. Er zijn ook veel lokale initiatieven, met gemeenten die een aantal zaken doen. Er is inderdaad zeer veel goede wil, maar het is niet altijd even efficiënt, vrees ik. Bijvoorbeeld wat het federale statuut betreft, heeft het heel lang geduurd voor dat koninklijk besluit (KB) uiteindelijk werd uitgewerkt. Dat is allemaal jammer, want die mensen verdienen dus ondersteuning.
Ik heb twee bijkomende vragen.
Hebt u zelf met betrekking tot de premies cijfers voor de trend in het voorjaar van 2022? Ziet u ter zake al een eventuele kentering?
Belangrijk is ook dit. Er zijn in Vlaanderen een zestal organisaties die zo’n beetje de belangen van de mantelzorgers verdedigen. Hebt u daar ook rechtstreeks contact mee? Hebt u hun eventueel de vraag gesteld wat zij denken dat er zou moeten gebeuren om die premie iets meer bekendheid te geven?
Mevrouw Claes heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de antwoorden van de minister en bij de vraagstelling. We kunnen die mantelzorgers niet genoeg appreciëren en ik denk ook niet dat die premie nog meer mantelzorgers zal overtuigen om dat te doen. Ze doen dat eigenlijk omdat ze hun dierbaren willen verzorgen. Naast die premie is ook een goede omkadering belangrijk. We zien dat er veel initiatieven worden genomen, ook op federaal niveau. Op lokaal niveau zijn er ook heel veel premies, maar het is niet daarvoor dat ze het doen.
Minister, kunnen de noden en de zorgen van die mantelzorgers niet in kaart worden gebracht? Als er niet zoveel aanvragen zijn, hoe kunnen we er dan toch voor zorgen dat ze daar wel gebruik van kunnen maken?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, de aanvulling bestaat nog niet zo lang en we hebben dan ook nog wat werk op het vlak van communicatie. We bouwen eigenlijk voort op het federale. Wanneer men dus federaal weinig aanvragen heeft, is het logisch dat men er ook in Vlaanderen minder heeft. Ik ben ook niet van plan om dat los te koppelen van het federale niveau om ook de eenvoud te behouden. Wat de communicatie betreft: dat kunnen we nog eens bekijken met de federale collega’s.
De vraag om uitleg is afgehandeld.