Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, de voorbije jaren zijn bevragingen georganiseerd zowel in het eerste coronajaar 2020 als in 2021. Tussen 17 januari en 11 februari 2022 hebben we opnieuw een bevraging gehad door Toerisme Vlaanderen. In ieder geval vind ik het een goede zaak dat we de vinger aan de pols houden bij de mensen op het terrein. Dank u wel daarvoor. We deden dit in samenwerking met de provinciale toeristische diensten en de toeristische diensten van de kunststeden, onze Vlaamse logiesondernemers. Er werd gepeild naar de status van de logiessector en de impact van corona op de jaarbalans, het personeelsbeleid en de geplande investeringen. We hadden het daarnet over duurzaamheid. Ook in dat verband werd gepeild naar de vooruitzichten voor 2022.
Een aantal resultaten werden al in de pers gecommuniceerd. Die waren ook positief. We hadden een dalend aantal steunaanvragen, een verbetering van de economische situatie en ook de verwachtingen voor 2022 zijn beter. Als we kijken naar 2022, dan zien we 11 procent van de logiesuitbaters die stellen dat ze op een negatief resultaat zullen uitkomen. 38 procent verwacht winst te maken en 51 procent stelt voldoende te hebben om uit de kosten te geraken. Je zou zeggen: dat zit net boven de helft. Maar als we kijken naar 2021, dan zien we daar dat maar 38 procent dacht uit de kosten te geraken. Op dat vlak is er dus toch een koers die opwaarts evalueert.
Het is hier daarnet ook in een eerdere vraag om uitleg aangehaald: ook het personeelstekort in de sector kwam aan bod. We zien daar een daling ten opzichte van het jaar voor corona, dus in 2019. We zien dat logiezen met personeel aangeven dat ze eigenlijk onvoldoende personeel hebben om het volledig vlot te laten draaien. Bij hotels gaat het zelfs over een derde dat dit aanhaalt. Het is blijkbaar ook bijzonder moeilijk om geschikte personeelsleden of kandidaten te vinden om die functies te vervullen. Men moet inderdaad over bepaalde bekwaamheden beschikken om bepaalde functies te gaan uitvoeren. We zien dat trouwens ook in andere sectoren. Vandaar dat ik een aantal vragen voor u heb.
Wat zijn de meest in het oog springende resultaten uit de bevraging, naast diegene die ik daarnet heb aangehaald in mijn vraag? Hoe kijkt u naar deze resultaten?
Wat zijn de belangrijkste evoluties ten opzichte van de twee voorgaande bevragingen van 2020 en 2021?
Het nijpende personeelstekort moet ons zorgen baren. Daar hebt u daarnet al antwoord op gegeven, maar het stond in mijn lijst.
De stijgende energiekosten zijn een factor die een enorme impact zal hebben op de sector. Zijn er daar bepaalde aanbevelingen die u hebt? Wat is uw kijk op de evolutie?
Mevrouw Demir heeft het woord.
Bedankt, collega, voor de vragen rond de resultaten. Wat springt nu het meest in het oog? Dat op het moment van de bevraging het grootste deel van de logiessector opnieuw actief was. 81 procent is open, 10 procent is gesloten maar opent wel later op het jaar en 7 procent is deels gesloten.
44 procent van de logiezen heeft steun aangevraagd in 2021. Dit gaat vooral over hostels en jeugdverblijven, hotels en de grotere B&B’s. Wat betreft de jaarbalans 2021 geeft 38 procent aan verlies te hebben gemaakt, 38 procent haalde net voldoende omzet en 23 procent geeft aan winst te hebben gemaakt. Dat is een sterke verbetering ten opzichte van 2020. Toen draaide 63 procent van de ondernemingen verlies. Maar we merken duidelijk nog altijd een negatieve impact van de coronacrisis in 2021.
Voor 2022 zijn de vooruitzichten gelukkig beter. Slechts 11 procent van de uitbaters denkt verlies te maken, 51 procent verwacht break-even te draaien en 38 procent van de uitbaters verwacht winst te maken. Uitbaters verwachten prijsstijgingen van zowel logiezen als voedsel en maaltijden en ook een toename van de lastminuteboekingen.
Qua personeelsbezetting is er een daling in het aantal personeelsleden ten opzichte van 2019. In 2019 waren er gemiddeld 14 personeelsleden, in 2021 13. 22 procent van de logiezen met personeel geeft aan onvoldoende personeel te hebben om het verblijf vlot draaiende te houden. De belangrijkste reden waarom hun personeelstekort niet ingevuld raakt, is het onvermogen om voldoende geschikte kandidaten te vinden op de arbeidsmarkt.
De meerderheid van de logiezen is na corona vooral bezig met duurzame investeringen. Dat is op zich ook positief. Men denkt vooral na over bijvoorbeeld energie- en waterverbruik.
Wat uw tweede vraag betreft: de sector is zich duidelijk aan het herstellen. Je ziet dat ook aan de cijfers. Maar er is natuurlijk nog wel een weg af te leggen. Wij zullen het nodige doen om de sector daarin te begeleiden. Vooral de logiezen met een grote capaciteit, de hostels en de hotels, hebben het zwaar te verduren. De sector is wel voorzichtig hoopvol over 2022. Ook de paasvakantie is bijzonder goed verlopen. Maar, zoals eerder al gezegd, verwachten ze zich wel aan prijsstijgingen en een toenemende belastingdruk.
Wat zijn de belangrijkste evoluties ten opzichte van de twee voorgaande bevragingen? Een eerste belangrijke evolutie is de afname van de afhankelijkheid van overheidssubsidies. Waar dit in de bevraging van 2021 nog 66 procent was, is dat dit jaar gedaald naar 44 procent. Ook geeft 34 procent nu aan dat de steun nodig was om het verblijf open te houden. Dat is volgens mij ook goed.
Het probleem van het personeel hebben we besproken. Het zit ook bij de VDAB. De VDAB heeft maar liefst 207 knelpuntberoepen op zijn lijst staan voor 2022. Dat is een heel pak. Op den duur denk je dat alles een knelpuntberoep is in dit land. Maar ik denk dat, om dat probleem goed aan te pakken, er ook federaal een aantal hefbomen zitten, die het hele systeem aan het zwengelen kunnen krijgen. Er zijn immers heel wat openstaande vacatures, niet enkel in de horeca, maar ook in andere sectoren, zoals de bouw- en energiesector. Overal waar ik kom, is het tekort aan personeel het eerste wat je hoort. En dat terwijl we nog heel wat werkzoekenden hebben, als je de lijst goed bekijkt.
De huidige moeilijke economische omstandigheden en de stijgende energiekosten kunnen op onze sector nog een impact hebben. We volgen dat samen mee op. Aan de ene kant zullen ook onze bezoekers in economisch moeilijkere tijden naar hun uitgaven kijken. Een lange zomervakantie blijft dan ook een prioriteit, ten nadele van extra kortere vakanties of citytrips doorheen het jaar. We zullen zien in hoeverre dat een invloed gaat hebben op Vlaanderen als toeristische bestemming.
Aan de andere kant zullen natuurlijk ook de uitbaters proberen om hun kosten te drukken. Zij zijn ook, zoals ik al had aangegeven, volop bezig met slimme investeringen. We zien dit ook in de logiesbevraging, waar bij de geplande duurzame investeringen zowel op korte als lange termijn, vooral de energie-investeringen vooropstaan. Ik zie heel veel zonnepanelen naar voren komen, net als batterijen voor groene stroom. Ik denk dat dat ook heel positief is, en ook veel zegt over onze sector. Toerisme Vlaanderen en het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) werken samen aan een oproep om de sector hierin te ondersteunen hierrond. Die wordt dit jaar gelanceerd.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord. Ik vind het heel positief dat dergelijke bevragingen gebeuren. We kunnen er heel wat uit leren. Het is positief dat het positief is. Uit deze bevraging blijkt dat de sector bijzonder veerkrachtig is. Dat is nu bewezen in cijfers. Meten is weten, bevragen is ook weten. Ik zocht een woord dat rijmt op bevragen, maar dat heb ik nog niet gevonden. We zien nu hoe de sector eraan toe is.
Covid heeft uiteraard diepe wonden geslagen, een aantal hebben het niet overleefd, maar we zien toch al dat 81 procent weer open is en op termijn nog 8 procent opengaat. Ik vind dat bijzonder positief nieuws. Dat stemt me echt tevreden, want ik heb heel veel ongelukkige ondernemers gezien de voorbije jaren.
Wat betreft de personeelsdruk, ik was twee weken geleden aan de Westkust, ik zat bij een uitbater die ik ken en het zat daar propvol. Ik vroeg hoe het ging, ik dacht: goed zeker? Maar hij vond dat het niet ging, hij had geen personeel. Hij stond daar lijkbleek omdat hij bijna alles zelf moest doen. Ik had met hem te doen, maar ik dacht: er is nu veel volk en het is weer niet goed. Maar toch begrijp ik dat, zeker als men dag in dag uit, en aan de kust is het zeker in de vakantieperiodes druk, alles zelf moet doen.
Als men continu moet zoeken naar personeel zie ik twee grote problemen. De ‘gap’ tussen werken en niet werken is nog altijd te groot op onze arbeidsmarkt. Dat is een issue dat we nog altijd meeslepen. Twee, de horeca- en hotelsector kennen bijzondere werkuren. De mensen moeten werken als anderen met verlof zijn, men krijgt mensen moeilijker en moeilijker overtuigd om de work-lifebalance van 9 tot 5 los te laten. Dat is jammer. We moeten eigenlijk zoeken naar incentives om dat te ondersteunen.
Bij dezen, doe zo verder met die bevragingen. Laat ons eruit leren en dan kunnen we de juiste, gerichte relancesteun geven.
Ik had over hetzelfde thema een aantal weken geleden een schriftelijke vraag gesteld. Vandaag is het antwoord binnengekomen wat helemaal strookt met wat we vandaag gehoord hebben.
Door zulke bevragingen kunnen we inderdaad de tendensen en wat we aanvoelen, bevestigd zien. De heropleving is goed nieuws. In de afgelopen twee jaar heeft het beleid in volle crisis zo goed mogelijk steun en subsidies gegeven. Tegelijkertijd stimuleren we de bedrijven die het echt moeilijk hebben en geen ruimte hebben om te denken aan de toekomst en de periode na de crisis, met bijvoorbeeld het stimulusprogramma om te blijven investeren. Ze doen dat ook, vooral met slimme en duurzame investeringen die renderen op lange termijn en bijdragen aan de klimaat- en energietransitie die we echt wel nodig hebben. Dat maakt duidelijk dat het beleid echt wel gewerkt heeft, ondersteunen in een moeilijke periode maar blijven stimuleren om te investeren.
De veerkracht in de sector, het is al gezegd, is natuurlijk enorm. Inderdaad, het bijkomende probleem, de sector leeft weer op, de mensen komen weer, zowel vanuit Vlaanderen als vanuit het buitenland, naar onze ondernemingen en nu kampen ze met personeelstekort. De hefboom zit natuurlijk federaal, VDAB kan doen wat hij wil. We moeten die mensen die niet aan het werk zijn maar het wel kunnen, echt begeleiden en stimuleren richting horeca. De horeca- en toeristische sector zijn fantastisch om in te werken, misschien kunnen we het op die manier positief in de kijker zetten. Het is zwaar werk natuurlijk, het is weekendwerk, het is vaak werken op momenten dat de familie vrij is, maar het heeft ook zoveel mooie dingen te bieden, dat moeten we zeker in de verf zetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.