Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, Brussel Mobiliteit en de Brusselse openbaarvervoersmaatschappij MIVB hebben samen een aanvraag ingediend bij NMBS om onder de sporen van het Zuidstation een gezamenlijk busstation voor MIVB en TEC te creëren. Bij de inrichting van het Zuidstation was er indertijd reeds een autobusstation voorzien, maar dat werd nooit gebruikt. Momenteel houden de bussen van De Lijn halt ter hoogte van het Baraplein, die van de MIVB in de overdekte straat en die van TEC aan de Fonsnylaan. Dat is niet echt een overzichtelijke situatie voor een treinreiziger die zijn weg richting het centrum of de Brusselse periferie wil vervolgen.
Volgens de Brusselse minister van Mobiliteit, Elke Van den Brandt, hebben Brussel Mobiliteit en de MIVB samen geantwoord op een ideeënoproep van NMBS voor tijdelijke projecten, met het voorstel om van de grootste ruimte onder de sporen een plek te maken voor een busstation voor de MIVB en TEC, en anderzijds ook een platform voor fietsdiensten. Voor De Lijn zou echter geen ruimte voorzien zijn. Als reden wordt gegeven dat de ruimte te beperkt zou zijn. Persoonlijk lijkt het mij echter een gemiste kans om de bussen van de drie operatoren die actief zijn in onze hoofdstad niet te verzamelen in die terminus. Het getuigt op het eerste gezicht niet van een goede samenwerking tussen de drie gewestelijke openbaarvervoersmaatschappijen, maar ik zal natuurlijk luisteren naar de uitleg. Als we willen inzetten op beter openbaar vervoer, meer multimodaliteit en vlottere overstappen, dan is zo’n samenwerking in onze hoofdstad toch echt onontbeerlijk.
Eind maart moesten Brussel Mobiliteit en de MIVB hun project voorstellen aan een jury. Ondertussen is het natuurlijk afwachten of het project zelfs zal worden gekozen. Waarom men blijkbaar niet bij De Lijn aanklopte, dat weet ik echter niet. Ik vond het toch een beetje eigenaardig.
Daarom heb ik een aantal vragen voor u.
Hoe staat u zelf tegenover het feit dat er voor de bussen van De Lijn geen plaats voorzien zou zijn in dit project?
Was De Lijn op de hoogte van dit initiatief? Heeft men aan De Lijn gevraagd om eventueel mee in te dienen? Is er dus over dit initiatief op voorhand overleg geweest tussen Brussel Mobiliteit, de MIVB en De Lijn?
Waarom heeft De Lijn niet samen met Brussel Mobiliteit, de MIVB en TEC een project ingediend? Heeft De Lijn misschien een ander voorstel ingediend voor deze oproep? Indien ja, welk zou dat dan zijn? Of waarom niet?
Ten slotte heb ik een meer algemene vraag. Want dit is natuurlijk een kleine zaak, het gaat over een projectoproep van NMBS waar twee operatoren wel indienen en een andere niet. Maar in elk geval: hoe evalueert u de samenwerking van de drie gewestelijke openbaarvervoersmaatschappijen in het algemeen? Ziet u een kans om de samenwerking te verbeteren? Zult u hierover samenzitten met uw collega’s van de andere gewesten?
Minister Peeters heeft het woord.
Wat uw eerste drie vragen betreft, kan ik u sowieso meegeven dat De Lijn altijd betrokken werd bij de opmaak van het richtplan van aanleg voor het Zuidstation. Zij weten dus sinds dag één hoe het hele plan eruitziet.
Er is in de omgeving van het Zuidstation helaas geen locatie beschikbaar voor één groot busstation, gezien het zeer grote aantal buslijnen met hoge frequenties. Dat was helemaal in het begin wel het idee, maar dan zou heel de Europaesplanade ingepalmd worden, en dat is een ruimte die op dit ogenblik ook door de bekende markt kan worden ingenomen en die onder andere ook een ontbindingsplaats is van grote betogingen. Vandaar is er finaal gezegd dat er door gebrek aan ruimte geen plaats is voor de bussen van De Lijn. De Lijn zat vanaf dag één mee aan tafel en wist dat dus.
Er zijn in het richtschema voor Brussel-Zuid daarom wel twee busstations voorzien, één in de P.H. Spaaklaan, waar De Lijn vandaag ook al staat, en één aan de kant van de Fonsnylaan, ter vervanging van het huidige busstation van de MIVB in de overdekte straat, en de terminushalte van TEC in de Fonsnylaan. Het vrijmaken van de overdekte straat houdt immers in dat er elders ruimte moet worden gezocht.
Het voordeel van de nieuwe situatie is dat de nieuwe zone ter hoogte van de P.H. Spaaklaan of het Baraplein alle lijnen herbergt die het zuidwesten van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest bedienen, en de zone Vierhoek de lijnen die het zuidoosten bedienen. Dat creëert sowieso ook meer duidelijkheid, zo zegt men mij.
Wat uw vierde vraag betreft, kan ik u meegeven dat de noden van De Lijn altijd volledig werden meegenomen in het richtplan van aanleg. Het gaat er hier vooral om een oplossing te vinden voor de noden van de MIVB en TEC.
Wat betreft uw vijfde vraag: wat dit specifieke project betreft was de samenwerking zeker positief, zo zegt De Lijn mij. De noden van De Lijn werden altijd meegenomen in het richtplan van aanleg, maar het gaat hier dus vooral om het zoeken naar een oplossing voor de noden van de MIVB en TEC.
Meer in het algemeen kan er ook nog worden gewezen op de goede samenwerking tussen de gewesten binnen de stuurgroep van het Gewestelijk Expresnet (GEN) van Brussel, en meer specifiek tussen de exploitanten of operatoren van het openbaar vervoer in de zogenaamde operationele groep van dit samenwerkingsakkoord. Bovendien werken de vervoersautoriteiten van de drie gewesten in hun trimestrieel overleg aan voorstellen om de twee samenwerkingsovereenkomsten inzake gewestgrensoverschrijdend openbaar vervoer, die al dateren van 1991, te actualiseren. Er is dus een goede samenwerking tussen de bevoegde administraties en de exploitanten van het openbaar vervoer.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik ben blij te vernemen dat er toch een goede samenwerking is, want als ik het zo lees, lijkt het wel alsof De Lijn niet mag meedoen. Zo kwam het een beetje over toen ik het vernam.
Aan de andere kant ben ik toch wat verwonderd, maar ik ken de situatie ter plaatse niet goed genoeg. Ik ken de Barastraat en zo, maar ik ben geen Brusselaar, dus verbeter mij alstublieft als ik hier stommiteiten zou zeggen, collega Bex. Ik vind het wel een beetje bizar dat de Europaesplanade, waarover u sprak, wordt voorbehouden voor een markt. Is die er dan elke dag? Men kan voor bepaalde dagen immers ook andere zaken voorzien. Het is in vele steden zo dat er op een bepaald moment bepaalde tijdelijke maatregelen worden genomen omwille van een markt, en dan weet iedereen op den duur wel dat het die dag markt is. En dan ook nog voor betogingen? Ik vind het persoonlijk eigenlijk wel erg dat dat voorgaat op een groter gemak voor de reiziger. Voor de reiziger is het daar immers wel een soepje: naargelang men op de MIVB, De Lijn of de TEC moet zijn, moet men zich naar een andere plaats begeven. Het zou wel iets eenvoudiger worden met het nieuwe systeem dat men voorziet in het project, dat al dan niet zal worden goedgekeurd, maar het blijft toch een beetje jammer dat het niet met de drie samen op één plaats kan, omdat daar blijkbaar een heel groot plein voor andere doeleinden wordt gebruikt. Maar goed, het is in elk geval al een verbetering tegenover de huidige toestand, dat wil ik zeker toejuichen.
Het gaf dus de indruk dat De Lijn niet mocht meespelen, maar u hebt duidelijk uitgelegd dat dat zeker niet het geval was. Ik ben al blij dat de samenwerking tussen de drie gewesten en de operatoren, de verschillende openbaarvervoersmaatschappijen, toch wel volstaat of zelfs zeer goed is.
Ik heb geen verdere vragen, maar dus wel de bedenking over dat grote plein, dat dan eigenlijk voor betogingen dient. Ik hoop dat die er ook niet elke week zijn, maar dat weet je in Brussel nooit, natuurlijk.
De heer Bex heeft het woord.
Waarmee moet ik nu beginnen, collega’s, na die open invitatie van collega Brouwers? Misschien eerst en vooral met te zeggen dat het Zuidstation veel meer is dan een trein- en busstation. Het is, wat mij betreft, de toegangspoort van België, van Brussel ook, voor heel wat mensen die met de internationale treinen naar Brussel komen. Er is ongelooflijk veel werk aan heel dat complex om het aantrekkelijker te maken en de Europese hoofdstad waardig te maken. In die zin denk ik dat het belangrijk is dat de verschillende overheden goed samenwerken om daar snel vooruitgang in te boeken.
Mijn tweede punt gaat over het project dat de MIVB met TEC heeft ingediend. Ik heb mij inderdaad laten vertellen dat de ruimte onder de sporen – want daar gaat het over –, die vandaag afgesloten is voor het publiek, maar die indertijd voorzien was als eventuele bushalte, simpelweg te klein is om er de drie openbaarvervoermaatschappijen te laten samenkomen. TEC heeft daar twee lijnen, vertelt men mij. Die van De Lijn, dat zijn er veel meer. De twee lijnen van TEC kunnen bij het aanbod van de MIVB genomen worden, maar voor De Lijn is dat eenvoudigweg niet haalbaar. Het zou wel, ook in de filosofie van de MIVB, de bedoeling zijn dat ook de bushalte van De Lijn zich zeer kortbij bevindt, zodat het voor de reiziger alleszins wel gemakkelijker wordt. Het is trouwens nog verre van zeker of dat project aanvaard zal worden door NMBS, dus het is een beetje toekomstmuziek. Maar ik denk wel dat het een mooi project zou zijn.
Wat de Europaesplanade betreft, collega Brouwers: we moeten op zondag – want dan is het – een keer samen naar de markt gaan. Dat is inderdaad een zeer, zeer grote markt, en het zou voor de Brusselaar zeer vreemd overkomen om daar een bushalte te leggen. We kunnen ook nog een keer samen naar de Vrijdagmarkt in Leuven gaan, maar ook daar ga je geen bushalte op leggen. Dat zou ook niet pakken. Die plek is daar eigenlijk niet toe geëigend. Als we daar iets mee zouden doen, dan moeten we daar geen bushalte van maken, maar een plek waar, in die drukbevolkte buurt, kinderen ook een keer kunnen gaan spelen en een beetje meer open ruimte kunnen hebben. Maar om daar nu een bushalte aan te leggen, dat geniet niet mijn voorkeur.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik denk niet dat er bijkomende vragen zijn, maar ik hoor hier wel, mijnheer Bex, dat u zegt dat in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest meer groen aangelegd moet worden. Ik denk dat we daar dan best akte van nemen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Er is nog één aspect dat ik in mijn vraag niet had verwerkt, maar waarover ik me nadien nog een bedenking had gemaakt. Stel dat het project wordt goedgekeurd en uitgevoerd, dan hoop ik dat men daar ook kijkt naar de sociale veiligheid. Als je ziet wat er in het Noordstation gebeurt met dergelijke overdekte busstations: dat zijn niet altijd de meest aangename en veilige plekken, zeker voor vrouwen, maar ook voor andere mensen, om daar bijvoorbeeld ’s avonds laat nog een bus te moeten nemen. Ik hoop dat men dan heel goed kijkt, als het wordt uitgewerkt, naar de sociale veiligheid, laat het ons zo even noemen. Dat is een bijkomende bemerking die ik nog vergeten te maken was.
Een terechte bemerking.
De vraag om uitleg is afgehandeld.