Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
De vorige Vlaamse minister van Media, Sven Gatz, – we hadden het daarnet ook al over hem – creëerde een nieuwe categorie van vier netwerkradio’s met vier FM-frequentiepakketten. Die werden toen vergund aan Stadsradio Vlaanderen, TOPradio, Vier – nu NRJ – en VBRO – nu BNL. Nadat de erkenning van Stadsradio Vlaanderen door de Raad van State werd ingetrokken, werd door de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) op 26 maart 2021 ook de erkenning van BNL voor het benutten van het frequentiepakket 2 ingetrokken. Dit frequentiepakket, dat toch een redelijk groot bereik heeft, met 17 frequenties met sterke vermogens, en dat een Vlaams en Nederlandstalig profiel moet hebben, is nu al bijna een jaar lang niet in gebruik.
In de vorm van een voorontwerp van decreet heeft de Vlaamse Regering op 1 april 2022, op uw initiatief, groen licht gegeven om het frequentiepakket 2 niet openbaar aan te besteden, maar te verdelen onder de drie overige netwerken. Stadsradio Vlaanderen, TOPradio en NRJ zullen dus extra frequenties die vrijgekomen zijn door BNL verkrijgen. Maar dat betekent dus ook dat in bepaalde regio’s en steden, waaronder Antwerpen en Mechelen, men op twee verschillende frequenties zal kunnen luisteren naar dezelfde radio. We kunnen ons vragen stellen bij de efficiëntie van het gebruik van die felbegeerde frequenties en de diversiteit in het radiolandschap.
Daarnaast is het volgens ons onduidelijk of de verdeling van de frequenties wel überhaupt juridisch mogelijk zal zijn, want de artikelen 45 en 48 van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (EWEC), de Europese richtlijn, verbieden het verdelen van frequenties zonder openbare aanbesteding. Hierdoor komen de frequenties van de netwerkradio’s volgens ons opnieuw in juridisch drijfzand te liggen en is er opnieuw kans op klachten bij de Raad van State. Maar ik begrijp dat er ook advies zou worden gevraagd aan de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) en de Raad van State bij dit voorontwerp.
Minister, kunt u uitleggen waarom er gekozen is om het frequentiepakket 2 te herverdelen over de erkende netwerkradio’s en niet openbaar aan te besteden zodanig dat ook lokale radio’s zouden kunnen intekenen? Graag daarbij een verduidelijking op basis van welke argumenten, rapporten en adviezen u deze beslissing hebt genomen.
Erkent u dat de herverdeling van het frequentiepakket 2 ervoor zorgt dat de frequenties niet op een efficiënte en gespreide manier zullen worden ingevuld?
Bent u ook van mening dat hierdoor de diversiteit van het radiolandschap dreigt ingeperkt te worden?
Op welke manier zullen de overige drie netwerkradio’s het Vlaamse en Nederlandstalige profiel dat bij het frequentiepakket 2 hoort garanderen? Anders komen we ook daar decretaal in de problemen.
Hoe staat u tegenover de mogelijke juridische gevolgen die deze beslissing kan hebben? Hoe schat u die in?
Minister Dalle heeft het woord.
Ik ga ervan uit dat we dit gesprek en deze discussie verder kunnen voeren op het moment van behandeling van het ontwerp van decreet, na advisering. Ik denk dat de discussie in die zin nog niet beëindigd zal zijn na deze vergadering.
Die beslissing tot herverdeling, of althans het ontwerp van de regering ter zake dat hier zal worden voorgelegd, is gebaseerd op technische en economische overwegingen enerzijds, maar anderzijds ook op de vraag naar meerwaarde voor het luistercomfort en een groter bereik voor de luisteraar.
De Vlaamse netwerkradio-omroeporganisaties worden geconfronteerd met een moeilijke leefbaarheid. Dat weten we. We hebben dat hier ook al herhaaldelijk aangehaald in de commissie Media. Een belangrijke factor hierin is de beperkte dekkingsgraad van de netwerkradio-omroeporganisaties. Zij hebben in Vlaanderen een bereik van tussen de 52 en 65 procent. Een herverdeling zal, naast de versterking van de globale dekking, de ontvangst in strategisch belangrijke gebieden met inbegrip van primaire en secundaire verkeersassen verbeteren. De huidige beperkte dekkingsgraad verhindert immers de geografische continuïteit op de belangrijkste Vlaamse verbindingsassen, waardoor de betrokken radio’s minder aantrekkelijk zijn voor luisteraars onderweg. Dat heeft, evident, ook een impact op de aantrekkelijkheid voor de adverteerders. Een grotere dekkingsgraad na herverdeling moet positieve gevolgen hebben op de inkomsten van de bestaande drie netwerkradio-omroeporganisaties en hun economische leefbaarheid. Zij hebben zelf ook bevestigd dat dit voor hen erg belangrijk is.
Een herverdeling van de frequenties zal in bepaalde gevallen toelaten om potentieel grotere delen van een regio rond of in een centrumstad te bedienen. De bijkomende frequenties zullen de huidige netwerkradio-omroeporganisaties kunnen inzetten in steden en centrumsteden waar ze nu nog geen frequenties hebben. De uiteindelijke implementatie zal resulteren in een meerwaarde voor de betrokken radio’s en voor de luisteraar, die hiermee een meer duurzame en grotere binding met de netwerkradio kan opbouwen.
Er is wat mij betreft geen inperking van de diversiteit van het radiolandschap. Enerzijds versterken we de huidige radio’s die drie verschillende profielen hebben. Anderzijds doet de beoogde herverdeling geen afbreuk aan het bestaan van een netwerkradio-omroeporganisatie met een Nederlandstalig en Vlaams profiel of muziekaanbod op decretaal vlak. De categorie van een Nederlandstalig en Vlaams profiel, zoals bepaald in artikel 143/1, eerste lid, ten tweede van het Mediadecreet en de daaruit volgende verplichting om een aanzienlijk deel van het aanbod uit te zenden via de invulling van het Nederlandstalige en Vlaamse profiel of muziekaanbod, blijft immers behouden. Bij een volgende erkenningsronde kan een netwerkradio-omroeporganisatie met dit profiel erkend worden.
Die drie moeten zich uiteraard aan de regels uit het Mediadecreet houden. Daar zal de herverdeling van de frequenties van netwerkpakket 2 niets aan veranderen.
De vereiste in artikel 143/2, paragraaf 1, ten tweede, c, tweede lid van het Mediadecreet dat een deel van het muziekaanbod moet bestaan uit Vlaamse muziekproducties, geldt momenteel niet voor het huidige NRJ, namelijk de radio-omroeporganisatie met een generalistisch profiel of muziekaanbod, maar aangezien ik veel belang hecht aan het Nederlandstalige en Vlaamse muziekaanbod zal die verplichting ook worden uitgebreid naar netwerkradio-omroeporganisaties met een generalistisch profiel.
De laatste vraag heeft betrekking op de mogelijke juridische gevolgen. Het is inderdaad zo dat wij, zoals het ook voorzien is, een advies vragen aan de SARC en aan de Raad van State. We zullen uiteraard op die basis desgevallend het voorontwerp aanpassen, indien nodig. Maar we zullen uiteraard alle nationale en Europese verplichtingen moeten respecteren. We zullen dat grondig bekijken nadat we die adviezen hebben gelezen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw bondige antwoord. Ik denk inderdaad dat het laatste woord hierover nog niet is gezegd. Op 1 april heeft de Vlaamse Regering dat voorontwerp van decreet goedgekeurd, maar u hebt ongetwijfeld gemerkt tot welke grote commotie dit al heeft geleid in het radiolandschap. De zeventien frequenties van BNL waren oorspronkelijk, voor de netwerkradio’s bestonden, frequenties van lokale zenders. Dat waren ook vaak de beste frequenties met het sterkste zendvermogen. Radio Minerva bijvoorbeeld moet door een schorsing van de Raad van State zijn dossier opnieuw indienen, terwijl er mogelijkheid was om met deze zeventien frequenties iets te doen.
Vooral de lokale radio's staan dus op hun achterste poten. U zegt terecht dat ze moeilijk leefbaar zijn. Ik denk niet dat dat alleen een technische kwestie is. In Mechelen bijvoorbeeld komt de FM-frequentie 99 vrij. NRJ zendt daar uit, TOPradio zendt daar uit, Stadsradio zendt daar uit. Hoe zullen die drie radio’s die ene vrijkomende frequentie onder elkaar verdelen, terwijl zij al op goede frequenties zitten?
Ik vind het een heel rare beslissing, en het lijkt me niet de beste manier om de diversiteit en de rijkdom in het radiolandschap te garanderen. Ik wacht het advies af van de SARC en van de Raad van State en dan zullen we zien wat er verder zal gebeuren.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Collega Segers, ik dank u voor de interessante vraag. Ik kijk ernaar uit om hier uitgebreider over te debatteren, want ik heb een hele waslijst vragen. Ik zal er een aantal uit pikken.
Minister, u zegt dat de ontvangst van bepaalde pakketten onvoldoende is. En dan spreekt u over de verkeersassen. Ik vind die verkeersassen een heel vreemd argument, aangezien we verplicht zijn om in nieuwe auto’s DAB+ te installeren. Dat is dus een probleem dat zich op termijn volledig zelf zal oplossen. U bent een minister die altijd wil inzetten op de uitrol van DBA+. FM speelt vandaag nog altijd een zeer belangrijke rol, maar op termijn zal het probleem zich vanzelf oplossen.
Bovendien vind ik het een beetje vreemd dat we nu tot de vaststelling komen dat de ontvangst van bepaalde pakketten vaak onvoldoende is, terwijl die projecties bij de overgang van de ketenradio’s zijn gemaakt door het departement. Wat is daar dan misgegaan? Heeft het Departement Cultuur, Jeugd en Media dat dan volledig verkeerd ingeschat? Halen die pakketten in de praktijk dan de vooropgestelde percentages niet?
We lezen dat de huidige dekking tussen 52 en 57 procent bedraagt. Wat zal dan de nieuwe dekkingsgraad zijn wanneer daar die extra frequenties bij komen? Volgens mijn bescheiden berekening is de impact daarvan eigenlijk bijzonder gering.
Last but least is dat hele Vlaamse karakter natuurlijk helemaal niet meer gegarandeerd. U past de regel daar dan aan voor de generalistische netwerkradio’s, maar dat zal natuurlijk pas in werking gaan bij een eventuele volgende erkenningsronde, als die er al komt. Daar zijn we momenteel niets mee. NRJ zal daar helemaal niet aan moeten voldoen.
Toen men in 2016 dat Vlaamse profiel creëerde, was het de bedoeling dat er bijvoorbeeld uitzendingen waren van theatershows en sketches door Vlaamse of Nederlandstalige artiesten. Ook dat is vandaag helemaal niet meer gegarandeerd. Dit schiet echt zijn doel voorbij, dit zal een verlies zijn voor de diversiteit op radiogebied.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Over het dossier van de netwerkradio's hebben al veel mensen wakker gelegen, denk ik. Mijn partij heeft er altijd voor gepleit dat er een juridisch waterdichte oplossing komt, en we hopen dat de oplossing die u nu aanreikt waterdicht is. We vinden het alleen vreemd dat u voor die lokale frequenties waar heel wat over te doen is geweest een nieuwe beautycontest uitschrijft, terwijl u het voor de netwerken genoeg vindt om een herverkaveling te doen op basis van een voorgestelde wijziging van het Mediadecreet.
Wat de Vlaamse muziek betreft, treed ik collega Brusselmans bij. Het zal u niet verbazen dat we er scherp op zullen toezien wat er met dat Vlaams Nederlandstalig profiel zal gebeuren. Normaal zou dat worden ingevuld door netwerkpakket 2, maar nu staat in het voorontwerp dat het profiel wordt uitgebreid naar de andere netwerkpakketten. De vraag is wat de definitie wordt van Vlaams: Vlaams maar Engelstalige producties of meer specifiek Nederlandstalige producties. Het hele punt van het netwerkpakket 2 was immers juist de garantie op Nederlandstalige muziek, die het sowieso al moeilijk heeft, hoe je het ook draait of keert.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, ik ben blijkbaar de vreemde eend in de bijt, maar ik vind het eigenlijk een vrij logische en goede beslissing om te bekijken of die netwerkfrequentie binnen de aanbieders van de netwerkradio’s kon worden verdeeld. We hebben in deze commissie al heel vaak tegen elkaar gezegd hoe moeilijk dat is en hoe de verdeling van die frequentiepakketten voor de netwerkradio’s leidt tot moeilijkheden met het uitzenden, de leefbaarheid en het bereik van de radio’s.
Wanneer men frequentiepakket 2 zou verdelen onder de huidige aanbieders, is dat misschien de manier om het luisterbereik en de economische rentabiliteit in de sector te verhogen. Natuurlijk – en dan sluit ik me wel aan bij collega Van Werde – moet dat een juridisch robuuste regeling worden. Ik begrijp dat we daar wachten op de adviezen en ik wacht daar samen met u op, maar ik vrees dat het toekennen van dat netwerkpakket aan de lokale radio’s juridisch nog veel meer implicaties zou hebben gehad dan de oplossing die hier vandaag voorligt.
Dus minister, wanneer we dit juridisch rondkrijgen, hebt u daarbij alvast alle steun van mijn fractie.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s, ik dank u voor de talrijke vragen, die effectief illustreren dat we daar nog verder op door zullen moeten gaan. Ik zal proberen de voornaamste vragen te beantwoorden.
Ik begin met de vraag van collega Van Werde over waarom we hier gaan voor een herverdeling en niet voor een beautycontest, gekoppeld aan de vragen van de andere collega’s: quid met de lokale radio’s? De twee zijn een beetje gekoppeld.
Ik had in dit dossier – en daar hebben we het in deze commissie al herhaaldelijk over gehad – verschillende mogelijkheden, en we hebben er inderdaad vrij lang over gedaan om een beslissing te nemen. Dat is een kritiek van enkele maanden geleden die ik zeker begrijp. Dat komt omdat we niet onmiddellijk hebben willen besluiten tot een logische conclusie. De logische, automatische conclusie als het ware op basis van het Mediadecreet was gewoon het netwerkpakket opnieuw in de markt zetten en een beautycontest organiseren. Dat is eigenlijk wat men normaal gezien zou doen, en dat kon men als het ware een week na de beslissing van de Vlaamse Regulator voor de Media gedaan hebben. Wij hebben dat niet gedaan omdat we het breder wilden bekijken en onderzoeken.
De mogelijkheid van een beautycontest is evident. Wat wij hier nu doen, is wettelijk voorzien en is dus ook mogelijk. We hebben uiteraard wettelijk-juridisch moeten onderzoeken dat dit helemaal correct is, en we zullen daar ook op toezien. Het is niet voorzien om dat netwerkpakket opnieuw te verdelen en toe te kennen aan de lokale radio’s. Want, collega Segers, ik heb inderdaad heel wat kwade reacties gekregen en gelezen van lokale radiozenders, die ik natuurlijk begrijp, die vragen om die interessante frequentiepakketten aan hen toe te kennen, aan Minerva, aan de Antwerpse housezender FG. Ik begrijp dat allemaal, maar dat is niet wat wij decretaal hebben voorzien en dat is overigens op technisch en juridisch vlak een huzarenstuk. Dat is niet de beleidsoptie die wij hier nemen om dat te herbekijken. Dat zou trouwens veel meer tijd in beslag nemen. Het is een heel moeilijke en delicate technische kwestie, die gepaard gaat met analyses van interferenties, pakketten en dergelijke meer. We hebben inderdaad mensen die dat in detail bekijken maar dat is niet de optie die op tafel ligt. De optie was het organiseren van een beautycontest voor dit pakket of een meer fundamentele oefening, die we uiteindelijk hebben gemaakt.
Ontvangst in de wagen is natuurlijk iets anders. Wij hebben inderdaad in ons decreet, in uitvoering van de Europese wetgeving, ingeschreven dat nieuwe wagens ook over DAB+ moeten beschikken. Dat betekent dat in nieuwe wagens FM niet meer zo belangrijk zal zijn. Dat staat er een beetje los van, temeer omdat de tweedehandswagens en de wagens die voor vorig jaar zijn geproduceerd, dat niet noodzakelijk hebben. Dat blijft in een overgangstermijn relevant. En FM en dus ook deze beslissing blijft ook alleen maar in die overgangsperiode relevant. Begin jaren 30 zal een toekomstige minister FM afschakelen. Dat is in elk geval de intentie van de Vlaamse Regering, zoals ook door het Vlaams Parlement is vooropgesteld. In die zin denk ik dat daar geen probleem is.
Er werd verwezen naar de eerdere prospecties van het departement. Het is inderdaad zo dat het departement prospecties heeft gedaan. Ik kan vandaag alleen maar vaststellen, in de informatie die wij kregen van de drie organisaties, dat zij effectief aangeven dat het op economisch vlak een zeer moeilijk werkbare situatie is. Ik ga me voor de rest niet uitspreken over de beslissingen van de vorige legislatuur. Het is evident dat ik daar niet bij was.
Wat de dekkingsgraad betreft, collega Brusselmans, verwijst u naar een eigen analyse die zou aangeven dat die zeer beperkt is en dat hij niet voldoende relevant zou zijn. Ik kan alleen maar meegeven dat volgens het werk dat bij ons is gebeurd en ook volgens de inschatting van de drie betrokken radio’s, het voor hen wel een substantieel verschil maakt. We gaan er in de uitvoering daarvan natuurlijk ook op toezien dat het relevant is, en dat het hen ook versterkt in hun werking.
Wat het Vlaamse karakter betreft – want er was een vraag naar de definiëring daarvan –: dat is gedefinieerd in de memorie van toelichting, die hier natuurlijk ook zal voorliggen in het parlement. De definitie die daar naar voren wordt geschoven is als volgt: het gaat over “elke productie waarbij de creatieve inbreng van een Vlaming als uitvoerder, auteur, producer of arrangeur een bepalende rol speelt”. De definitie is overgenomen uit de beheersovereenkomst 2021-2025 met de VRT.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dat laatste gaat sowieso een probleem opleveren, want het staat gewoon heel duidelijk in het decreet dat een van de vier pakketnetwerkradio’s expliciet het profiel van Nederlandstalige of Vlaamse muziek zal moeten hebben.
Dan zegt u dat het vooral technische overwegingen zijn, dat het heel moeilijk is en zo verder, en daarom hebt u het niet gedaan. Maar ja, volgens mij zijn het gewoon weer de lokale zenders, van wie de frequenties oorspronkelijk ook waren, die de dupe zijn. Ik zie niet direct de meerwaarde voor de netwerkradio’s. Daarvan zult u mij nog moeten overtuigen. Er is bijvoorbeeld alleen al het probleem van Minerva, dat met een petitie 25.000 handtekeningen heeft verzameld. Antwerpenaars zouden zich dat niet kunnen voorstellen – ik ben geen Antwerpenaar – dat Minerva zou verdwijnen.
‘To be continued’, maar hier is het laatste woord inderdaad nog niet over gezegd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.