Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Aerts heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister, sinds 1 april 2022 zijn de nieuwe ontradingstarieven net als de nieuwe sociale tarieven bekend. Het ontradingstarief is er voor de gedropte klanten: gezinnen die bij de commerciële leverancier een energieschuld af te betalen hebben en voortaan dus een 'ontradend' tarief betalen. De ontrading is dat de gezinnen eigenlijk opnieuw gedwongen worden naar de geliberaliseerde energiemarkt, waar er normaal gezien goedkopere contracten zijn.
Helaas komen mensen met energieschulden zo in een vicieuze cirkel terecht. Mensen met energieschulden moeten niet alleen hun bestaande schuld afbetalen, maar moeten gedurende de hele afbetalingsperiode het hogere tarief betalen. Zo komen ze ook bij de netbeheerder in de schulden en worden ze via het 'ontradend tarief' gedwongen richting budgetmeter.
Het ontradingstarief helpt mensen in armoede niet vooruit. Het is goedbedoeld, maar heeft een pervers neveneffect. Het ontradingstarief wordt berekend per kwartaal en heeft nu een gigantische sprong gemaakt. Voor elektriciteit stijgt het met liefst 38,4 procent. De btw-verlaging is ingecalculeerd. Voor aardgas stijgt het ontradingstarief met 30 procent. Dat zijn toch stevige stijgingen, die zullen aankomen bij mensen die al schulden hebben.
Armoedeorganisaties SAAMO, Netwerk tegen Armoede en Service de lutte contre la pauvreté deden u het voorstel om niet-beschermde gedropte klanten tijdelijk te beleveren aan sociaal tarief. Zo krijgen deze gezinnen een reële kans om hun bestaande energieschulden af te betalen.
We hebben deze discussie een eerste keer in oktober gevoerd. De aanleiding om deze vraag opnieuw te stellen, is natuurlijk het voorstel van de armoedeorganisaties en de felle stijging.
Terwijl het federale niveau bevoegd is om een maximumprijs of uniform tarief vast te leggen, blijft de functie van noodleverancier een gewestelijke bevoegdheid.
Het Brusselse en het Waalse Gewest gaan hier inderdaad ook anders mee om. Ze hebben een bijkomende regeling opgenomen voor mensen die met betalingsproblemen worden geconfronteerd. Zij krijgen geen ontradingstarief, maar worden tijdelijk geholpen.
Minister, erkent u het probleem dat het sterk gestegen ontradingstarief klanten met energieschulden in een vicieuze cirkel duwt? Bent u bereid om het systeem van het ontradingstarief te hervormen?
Minister Demir heeft het woord.
Het standaardtarief is de laatste maanden inderdaad gestegen, net zoals de tarieven van de commerciële contracten, naar aanleiding van de internationale hogere energieprijzen.
Het standaardtarief blijft dus een zekere vorm van sociale bescherming bieden. Het standaardtarief beschermt deze klanten bij Fluvius meer tegen de prijsstijgingen dan de klanten van de commerciële leveranciers.
Vandaag zijn er geen plannen om iets aan de bestaande regeling te veranderen of het systeem van sociaal tarief in Vlaanderen aan te passen.
Ik ga wel bij Fluvius en de VREG een analyse vragen over de globaliteit om te zien welke bewegingen er zijn.
De heer Aerts heeft het woord.
Ik wil er toch op blijven hameren dat het belangrijk is voor de gezinnen die met die schulden worden geconfronteerd. De felle stijgingen van de energieprijzen maken de markt oververhit. We hebben het er ook over gehad toen het over het capaciteitstarief ging.
De groep die een sociaal tarief krijgt, is beschermd. Die groep is uitgebreid, waardoor vermoedelijk een deel mensen extra bescherming genoten hebben. Alle armoedeorganisaties zeggen zelf dat het sociaal tarief de beste bescherming is. Maar de groep die net daarboven zit, wordt ook met die problemen geconfronteerd en geniet geen sociaal tarief. Die groep wordt met gigantische stijgingen geconfronteerd. De afrekeningsfacturen vallen regio per regio in de brievenbussen. In de regio Lier, waar ik zelf vlak naast woon, vallen de facturen op dit moment in de brievenbussen. Die mensen komen nu in schulden terecht en krijgen als oplossing een nog hoger tarief om ze weer in de richting van de private markt te duwen.
We hebben daar vorige keer ook over gediscussieerd. Ik herinner me dat collega Bothuyne toen een vraag vanuit de zaal kreeg: hoe kunt u dat oplossen? Ik ben daar verder naar op zoek gegaan. Ik merk nu bijvoorbeeld dat zowel in het voorstel van onder andere SAAMO maar evengoed in de praktijk in Brussel, gedurende een tijdelijke periode een ander tarief wordt gehanteerd dan het ontradingstarief. Daar zijn verschillende voorwaarden aan gekoppeld. Ik stel vast dat zowel Wallonië als Brussel niet met een ontradingstarief werken maar dat men mensen tenminste tijdelijk ademruimte geeft om hun schulden af te betalen. Ik wil blijven benadrukken dat het goed is dat het gesprek wordt aangegaan maar dat het zeer belangrijk is om die mensen niet verder in de schulden te duwen. Het is in ons aller voordeel dat mensen de kans krijgen om eruit te geraken en om dan terug naar de normale energiemarkt te kunnen gaan. Ik hoop dat het vruchtbare gesprekken zijn en dat we daar stappen vooruit in kunnen zetten, ook hier in Vlaanderen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Een ontradingstarief is inderdaad een ontradingstarief. Het is niet het laagste tarief en ook geen sociaal tarief. Het is belangrijk dat dat op die manier wordt gecommuniceerd naar de mensen. We hebben er inderdaad al eerder over gediscussieerd. Het zou ook geen goed idee zijn dat Fluvius het laagst mogelijke sociaal tarief gaat hanteren om mensen die hun energierekeningen niet of weigeren te betalen, te compenseren, want uiteindelijk wordt dat verrekend op de energiefactuur van alle andere gezinnen.
Iets anders is dat er wel degelijk een problematiek bestaat over de afbetaling. Collega Aerts, ik denk dat u een aantal elementen met elkaar verwart. De afbetalingsplannen die enorm in aantal stijgen bij diverse leveranciers, zijn al eerder voorwerp van gesprek in de commissie geweest. Haalbare afbetalingsplannen van leveranciers zijn daarbij een belangrijk aandachtspunt. Te veel leveranciers hanteerden in het verleden te korte termijnen, waardoor het voor gezinnen niet haalbaar was om de voorgestelde afbetalingsplannen na te leven. Op dat punt valt er zeker in deze periode helaas wel wat werk te verrichten om in overleg met de leveranciers de haalbaarheid van de voorgestelde afbetalingsplannen te verzekeren. We hebben in het verleden al gedebatteerd over de eventuele noodzaak van een decretaal kader daaromtrent, waarbij leveranciers verplicht worden om voldoende lange termijnen voor afbetalingsplannen te voorzien zodat ze haalbaar zijn. Misschien is dat op dit moment helaas wel degelijk aan de orde.
Over het ontradingstarief zelf kunnen we in het kader van de conceptnota die ik straks voorstel misschien nog een nuttig gesprek voeren.
Minister Demir heeft het woord.
Ik heb naar de collega's geluisterd. Zoals ik eerder heb gezegd, zal ik eens een analyse vragen van Fluvius en van de VREG zelf rond de thematiek.
De heer Aerts heeft het woord.
De afbetalingsplannen bij de huidige leveranciers is één zaak. Maar zodra je daar niet aan kunt voldoen, word je nog altijd gedropt en heb je nog altijd die schuld openstaan. Zolang je die schuld hebt openstaan, blijf je als gedropte klant zitten en word je in heel die periode met dat ontradingstarief geconfronteerd. Dat helpt die mensen niet vooruit. Ik denk dat we daar onder voorwaarden, net zoals we ook in onze andere gewesten zien, oplossingen voor moeten bieden zodat zij uit die vicieuze cirkel kunnen geraken. Er zijn mogelijk mensen die daar misbruik van maken, maar net daarom zijn er voorwaarden die ervoor zorgen dat er geen misbruik is en dat we ondertussen geen mensen verder in de put duwen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.