Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
De justitiehuizen hebben een belangrijke opdracht met betrekking tot slachtofferonthaal. De dienst slachtofferonthaal kan tussenkomen zodat men, als slachtoffer of als na- of naastbestaande van het slachtoffer, de nodige informatie en bijstand krijgt tijdens de hele gerechtelijke procedure, vanaf de indiening van de klacht tot de strafuitvoering, en zodat men zijn rechten kan laten gelden.
De magistraat die het dossier behandelt, kan vragen dat een justitieassistent tussenkomt als hij of zij oordeelt dat de omstandigheden of de gevolgen van het misdrijf een bijstand vereisen. In sommige gevallen is dat ook verplicht. Mensen kunnen echter ook zelf contact opnemen met een justitieassistent, die zal dan toestemming vragen aan de magistraat om tussen te komen.
In antwoord op mijn schriftelijke vraag, nr. 394 van 20 januari van dit jaar, stelde u, minister, dat de Vlaamse justitiehuizen in 2020 en 2021 respectievelijk 6680 en 8392 nieuwe dossiers slachtofferonthaal ontvingen.
In totaal is dat een stijging van 25,6 procent, maar in sommige justitiehuizen gaat het over een stijging van 40 tot bijna 50 procent. Dat is het geval in de justitiehuizen van Antwerpen, Brugge, Brussel, Kortrijk en Veurne. In absolute aantallen was de stijging het meest uitgesproken in het justitiehuis van Antwerpen, waar in 2021 499 dossiers meer werden ontvangen dan het jaar voordien.
Minister, in een reactie op deze cijfers in de pers stelde u dat er wordt bekeken of een uitbreiding van het aantal justitieassistenten slachtofferonthaal mogelijk zou zijn. Ook zei u dat slachtofferonthaal niet altijd wordt ingeschakeld, zoals in gevallen wanneer het slachtoffer overleden is of wanneer er sprake is van intrafamiliaal geweld. Ook wanneer de dader minderjarig is, wordt slachtofferonthaal niet vaak ingeschakeld. In antwoord op mijn schriftelijke vraag stelde u dat de systematische of verplichte vatting van de dienst slachtofferonthaal door de magistraten in sommige arrondissementen uitgebreider toegepast wordt dan voorzien in de omzendbrief van het College van procureurs-generaal 16/2012 (COL 16/2012).
Minister, hoe verklaart u de grote toename vorig jaar van het aantal dossiers dat werd geopend bij de diensten slachtofferonthaal van de justitiehuizen? Wat is de reden dat de systematische vatting van de dienst slachtofferonthaal in sommige arrondissementen uitgebreider of minder uitgebreid wordt toegepast dan voorgeschreven? Hoe kan ervoor worden gezorgd dat de verplichting om de dienst slachtofferonthaal in te schakelen overal op dezelfde manier wordt nageleefd? Hoe wordt ervoor gezorgd dat de dossiers slachtofferonthaal een vlotte afhandeling kunnen krijgen binnen de justitiehuizen nu hun aantal zo is toegenomen? Welke uitbreiding aan capaciteit acht u daarvoor noodzakelijk? Welke acties onderneemt u daartoe?
Minister Demir heeft het woord.
Op federaal niveau wordt via omzendbrieven bepaald wanneer de magistraten de dienst slachtofferonthaal systematisch moeten vatten. De algemene regels hierrond zijn opgenomen in de omzendbrief COL 16/2012. Daarnaast zijn er nog enkele specifieke omzendbrieven die systematische vattingen voorzien rond bepaalde soorten misdrijven.
Naast dit algemene kader staat het elke procureur des Konings vrij om in het kader van zijn strafrechtelijk beleid voor zijn gerechtelijk arrondissement en na overleg met de diensten slachtofferonthaal deze systematische vatting uit te breiden tot andere feiten. In Antwerpen bijvoorbeeld zien we dat het parket erg inzet op vattingen van slachtofferonthaal.
We zien inderdaad een stevige stijging. We zien die stijgende trend al sinds 2017. Afgelopen jaar was inderdaad een recordjaar met 8400 dossiers. Dat is een stijging met 26 procent in vergelijking met 2020, een stijging van 38 procent in vergelijking met 2019 en zelfs een stijging van meer dan 70 procent ten opzichte van 2017.
De stijging van de afgelopen jaren kan worden verklaard door verschillende factoren. Zo zijn de parketten, onder andere dankzij blijvende sensibilisering door de diensten slachtofferonthaal, zich steeds meer bewust van het belang van de vatting door de dienst slachtofferonthaal. Daardoor zetten de parketten enerzijds meer in op een nauwere toepassing en opvolging van de systematische vattingen. Anderzijds zien we dat de individuele magistraten hierbij ook een belangrijke rol spelen.
Daarnaast is er ook op mijn initiatief in 2020 een bijkomende systematische vatting gekomen voor dossiers vanuit de zorgcentra na seksueel geweld (ZSG’s).
Ik heb ook het College van procureurs-generaal gevraagd om alle Vlaamse parketten te sensibiliseren rond vattingen voor slachtoffers van minderjarige daders. Tot voor kort gebeurde dat amper.
Tenslotte ben ik ook in overleg met het College van procureurs-generaal, samen met mijn collega-ministers van de deelstaten, over het uitbreiden van de automatische vattingen in het kader van de wet betreffende de externe rechtspositie. Vanaf september zal er niet enkel bij de zorgcentra maar in alle zedenzaken bijvoorbeeld een automatische vatting zijn.
Wat de capaciteit van de justitiehuizen betreft, heb ik de afgelopen twee jaar, zoals u reeds weet, de capaciteit met bijna 50 procent verhoogd door de aanwerving van zeventien extra vte’s waardoor de sterke toename aan dossiers opgevangen kon worden. In sommige justitiehuizen werden er in het kader van de twee personeelsplannen zelfs extra justitieassistenten slachtofferonthaal ingezet. In Antwerpen bijvoorbeeld, werden er niet twee maar vijf extra justitieassistenten ingezet om de stijging op te vangen. Ook met het nieuwe personeelsplan zal men daar nog twee tot drie extra justitieassistenten op inzetten. Die laatste wervingen zijn nu nog lopende en zouden tegen de zomer rond moeten zijn. Die zullen worden ingezet waar de noden liggen. In sommige justitiehuizen is er immers een minder grote stijging rond slachtofferonthaal dan in andere, zoals u zelf ook aangaf.
Gezien de stijgende cijfers, voornamelijk door inzet op sensibilisering, werd het nodige personeel dus tijdig aangeworven om alles op te vangen. Ook in het kader van het proces van de aanslagen zullen er tijdelijk extra justitieassistenten slachtofferonthaal worden aangeworven, zodat we geen enkele capaciteit verliezen van onze reguliere krachten.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. De diensten slachtofferonthaal doen natuurlijk zeer belangrijk werk. Daar zijn wij van overtuigd. Het is goed dat hun werking systematisch wordt uitgebreid. Maar dan moeten we natuurlijk heel de keten kunnen voorzien. Als het aantal misdrijven of de categorieën slachtoffers waarvoor slachtofferonthaal automatisch ingezet wordt, uitgebreid worden, dan moeten we natuurlijk ook zien dat de diensten zelf dat kunnen volgen. Een van de aspecten die ik graag in deze commissie altijd opvolg – en minister, ik denk dat dat een bekommernis is die u ook onderschrijft – is dat hoe een slachtoffer opgevolgd wordt en hoe hij zijn rechten kan laten gelden, niet afhankelijk mag zijn van de plek waar je slachtoffer geworden bent. We zien ook hier dat er nogal een grote verscheidenheid is tussen de verschillende parketten en justitiehuizen. Dat is mijn bekommernis. Minister, kunt u dat zeker meenemen: hoe kunnen we ervoor zorgen dat slachtoffers die zich in dezelfde situatie bevinden van dezelfde rechten en op dezelfde manier van slachtofferonthaal en -begeleiding kunnen gebruikmaken?
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Ik sluit me ook heel graag aan bij de terechte bijkomende vragen die collega Schryvers net stelde. Minister, naast het ondersteunen van het slachtoffer is ook de informatieverstrekking aan het slachtoffer over het verloop van het onderzoek ongelooflijk belangrijk. U gaf reeds eerder aan dat u het verbeteren van die informatieverstrekking ook al aangekaart had tijdens het overleg eind vorig jaar met het College van procureurs-generaal. Daarnaast zou u ook gevraagd hebben aan dat college om een overzicht te maken van de wettelijke en reglementaire bepalingen die vastleggen wie wanneer slachtoffers moet verwittigen. U deelde toen ook mee dat het College van procureurs-generaal u blijkbaar niet kon vertellen welke dienst wie wanneer eigenlijk moet verwittigen. Om dit te verhelpen had u ook gevraagd om dat duidelijk in kaart te brengen zodat die werking geoptimaliseerd kon worden. Daarom mijn bijkomende vraag: wordt hier momenteel al werk van gemaakt? Wanneer kunnen we hier eventueel de resultaten van verwachten?
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw Blancquaert, het is inderdaad misschien raar in dit land, maar het is vorige keer tijdens de vergadering van het College van procureurs-generaal heel duidelijk geworden dat het niet altijd duidelijk is wie wanneer wat op de hoogte brengt. Ik had gevraagd om dat in kaart te brengen. Dat staat nu op 2 mei opnieuw op de agenda van het College van procureurs-generaal. Wij zijn dat goed in kaart aan het brengen. Ik kan u en aan alle collega’s hier alleen maar meegeven dat het heel moeilijk is in dit land om zelfs over iets heel simpels, als het gaat over bepaalde informatie, om het slachtoffer daarvan op de hoogte te brengen. Blijkbaar is het zelfs heel moeilijk om dat te kunnen doen omdat niemand weet of hijzelf verantwoordelijk is. Soms kijkt iedereen naar elkaar en gebeurt het helaas niet en wordt het slachtoffer dan weer opnieuw slachtoffer. Welkom in dit land.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat ik mijn oproep duidelijk genoeg had gemaakt: we moeten zorgen dat slachtoffers ongeacht waar ze wonen en waar ze slachtoffer zijn van een misdrijf op dezelfde manier een beroep kunnen doen op de diensten van slachtofferonthaal. De minister was daar niet meer op ingegaan in al haar gedrevenheid om het andere punt te maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.