Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Ronse heeft het woord.
Gezien de tijdsnood en het feit dat de minister mijn vraag wel gelezen zal hebben, stel ik voor dat de minister meteen antwoordt.
Minister Crevits heeft het woord.
Voor de notulen: de vraag gaat over het nieuwe actieplan van VDAB en Defensie. Bedankt, collega Ronse. Ik zal zo ‘offensief’ mogelijk antwoorden.
De klemtonen binnen de samenwerking zijn drievoudig, ten eerste de rekrutering van personeel voor Defensie, ten tweede de organisatie van opleidingen en elkaar ondersteunen en ten derde de ondersteuning van werknemers die Defensie willen verlaten.
VDAB neemt hier de gewone taken op. Men wil eigenlijk komen tot een soort van cocreatie. Defensie krijgt toegang tot de specifieke locaties van VDAB om face-to-facecontacten te organiseren met werkzoekenden. Defensie neemt ook deel aan zowat alle contactmomenten die VDAB organiseert, zoals infosessies, jobdagen en jobdates.
Het is uiteraard de bedoeling dat Defensie gelijkaardige overeenkomsten afsluit met de tegenhangers van VDAB in Wallonië en Brussel, respectievelijk le Forem en Actiris.
Bijzonder is dat militairen die aan het einde zijn van hun statuut of contract van beperkte duur en dus in de werkloosheid terecht zouden kunnen komen, door VDAB ondersteund zullen worden in hun zoektocht naar werk. Op die manier wordt de ‘warme overdracht’ formeel geregeld.
Wat betreft het gebruik van infrastructuur van Defensie, maakt VDAB vooral gebruik van terreinen op militaire kazernes om rijopleidingen te organiseren. Bij het ondertekenen van de overeenkomst in Peutie op 6 april heb ik die specifieke werking mogen aanschouwen. Voor VDAB biedt dit het enorme voordeel een goed gelegen locatie te kunnen gebruiken met een enorm groot en handig oefenterrein. We hebben gezien dat dit nuttig is als je met een bus of vrachtwagen leert rijden. Ik heb daar trouwens gezien hoe de federale minister van Defensie een toertje met de bus gemaakt heeft. Ik heb me op discrete afstand gehouden.
VDAB maakt daarnaast ook gebruik van het zwembad van Defensie in Zeebrugge om veiligheidsoefeningen te organiseren. Maar er worden ook praktische oefeningen georganiseerd, zoals Groenwerk in de kazerne van Sint-Kruis. Ik vind het heel bijzonder om te zien hoe er samengewerkt wordt.
De actualiteit van vandaag, collega Ronse, drukt ons ook met de neus op de feiten. Defensie leek de laatste tijd voor velen een beetje een ver-van-mijn-bedshow, maar iedereen wordt er nu aan herinnerd dat je, om vrede te hebben, ook een sterke defensie moet hebben.
In 2022 werft Defensie meer dan 2500 werknemers aan. De helft van de geselecteerden is bestemd voor Vlaanderen. Er moet in de rekrutering ook echt heel veel aandacht gaan naar de jongeren. De focus ligt daarbij op de neet-jongeren (not in education, employment or training), dus de jongeren die geen diploma van het secundair onderwijs gehaald hebben. In die opleiding zit van alles, bijvoorbeeld ook sport. Defensie kan dus een manier zijn om jongeren toch toe te leiden naar een diploma. Ik ben dus blij dat de samenwerking opnieuw versterkt is en dat er volop ingezet wordt op de neet-jongeren.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, die samenwerking met Defensie vind ik goed om twee redenen. Een eerste reden hebt u al aangehaald. Ik denk dat we gemotiveerde mensen nodig hebben bij Defensie. Ik hoop dat iedereen doorheeft dat een goede defensie als onderdeel van een sterke NAVO meer dan ooit nodig is. Ik hoop dat dat mensen warm maakt en dat we daar wat tractie krijgen.
Bij dat eerste luikje hoort ook het verhaal van de neet-jongeren. Ik weet dat het een heel gevoelig thema is. Ik ken zelfs ons eigen partijstandpunt niet in dezen, dus ik begeef me op glad ijs. Maar ik denk dat de vroegere legerdienst, minstens op het vlak van integratie en gemeenschapszin, heel veel mensen heel veel heeft bijgebracht, zoals attitudes en discipline. Maar dat is een heel persoonlijk standpunt. Dit deed me wat denken aan de manier waarop neet-jongeren versterkt kunnen worden.
Over een tweede punt dat ik zie als een mogelijke synergie en samenwerking, ging het niet in het antwoord noch in de informatie die we hebben. Doorgaans gaan mensen bij Defensie op jongere leeftijd met pensioen. Dat heeft zijn redenen, vaak begrijpelijke redenen. Maar die mensen willen zich vaak nog nuttig maken na hun pensioen. Dikwijls is het niet zo gemakkelijk om dan aansluiting te vinden bij de reguliere arbeidsmarkt, terwijl het wel mensen zijn die heel veel kunnen en kennen. Ze kunnen dan, mits ze de juiste omscholing krijgen, wel in verschillende sectoren aan de slag. Ik heb daarom een bijkomende vraag, minister. Ziet u mogelijkheden om de uitstromers uit Defensie, dus mensen die op pensioen gaan, via VDAB of private partners op een of andere manier een aanbod te geven, zodat ze, wanneer ze nog willen werken, dat kunnen? Aan uw gezichtsuitdrukking te zien, ziet u dat wel zitten.
Ik zou suggereren dat de minister ook met private partners bekijkt wat mogelijk is op dat punt.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Ronse, een paar jaar geleden, in 2018, hebben collega Muyters en collega Vandeput, die toen toegevoegd was voor Defensie, de tienjarige samenwerking gevierd. Ik denk dat het belangrijk is dat we dat intens verderzetten.
Ik neem akte van uw vraag en zal de suggestie van de voorzitter ter harte nemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.