Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister, ik heb in het verleden reeds verschillende parlementaire vragen gesteld, zowel mondeling als schriftelijk, over de besteding van de relancemiddelen die in het kader van het plan Vlaamse Veerkracht werden voorzien voor het Vlaams Brusselfonds.
Deze middelen werden op basis van een algemeen bestedingskader verdeeld over twee pijlers waarbij 800.000 euro werd toegewezen aan digitalisering, pijler één, en 9,2 miljoen euro werd toegewezen aan de zogenaamde hefboomdossiers Vlaamse gemeenschapsinfrastructuur, pijler twee.
Binnen de tweede pijler werden reeds twee grote blokken vastgelegd. Zo werd er 3 miljoen euro toegekend aan de infrastructuur van het deeltijds kunstonderwijs (dko) in Brussel en 2 miljoen euro aan de oproep ‘Gemeenschapsinfrastructuur als broedplek’. We mochten tot op heden echter weinig informatie ontvangen over de besteding van de resterende 4,2 miljoen euro aan relancemiddelen.
Op 11 maart 2022 keurde de Vlaamse Regering de toekenning van 329.546 euro vanuit de relancemiddelen goed aan vzw Kenniscentrum Wonen, Welzijn, Zorg (WWZ). Met deze investeringssubsidie zal een deel van de rennovatiekosten van het Lakenhuis – waar de vzw samen met andere partners in welzijn, zorg en gezondheid is gehuisvest – worden gedekt.
Minister, op welke manier zal de tussenkomst in de verbouwing van het Lakenhuis het Nederlandstalig netwerk in Brussel structureel versterken? Hoe zal deze investering ten goede komen aan de Brusselse Vlaming?
Kunt u meer duidelijkheid geven over de besteding van de resterende relancemiddelen en de gekozen projecten, uitgezonderd de bovenvermelde projecten? Welke concrete projecten hebt u tot op heden ondersteund met het restbedrag van 4,2 miljoen euro?
Minister Dalle heeft het woord.
Mevrouw Tavernier, bedankt voor de vraag.
De investeringssubsidie aan het Kenniscentrum Welzijn, Wonen, Zorg behoort tot de hefboomdossiers Vlaamse gemeenschapsinfrastructuur in het kader van de relancemiddelen. Deze vallen uitdrukkelijk onder het richtlijnenkader voor investeringen via het Vlaams Brusselfonds dat specifieke beleidsdoelstellingen naar voren schuift die de maatschappelijke meerwaarde van investeringsprojecten moeten garanderen. Het verbouwingsproject van het Kenniscentrum Welzijn, Wonen, Zorg speelt mooi in op een aantal van deze beleidsdoelstellingen. In het totaal zijn er zeven gedefinieerd, vier ervan komen prominent aan bod in dit specifieke investeringsdossier.
Ik verklaar me nader. Zo faciliteert en stimuleert deze investeringssubsidie de intersectorale samenwerking tussen organisaties en instellingen omdat een deel van de infrastructuur gedeeld wordt, zowel door de interne gebruikers, als door externen. Soms voor een eenmalige activiteit, andere samenwerkingen zijn structureel. Een greep uit deze externe partners: ATD Vierde Wereld, het Centrum ter preventie van zelfdoding, Tele-Onthaal, Voem, Oxfam, deelnemers van verschillende burenhulpnetwerken, buurtvergaderingen enzovoort. De aanpassingen maken de infrastructuur aantrekkelijker en polyvalenter, wat tot een verhoogd gebruik zal leiden. Het Lakenhuis verankert zich zo sterker in de buurt.
Het investeren in deze infrastructuur optimaliseert uiteraard de werking van het Kenniscentrum Welzijn, Wonen, Zorg. Er zal efficiënter ruimtegebruik zijn, interne samenwerking wordt door de inrichting vergemakkelijkt en de medewerkers krijgen een toekomstklare, aangename werkomgeving met de nodige faciliteiten. Het optimaliseren van de werkomgeving en het verhogen van de efficiëntie zullen een positief effect hebben op de werking en dienstverlening.
Ik zou hier nogmaals willen benadrukken dat dit verbouwingsproject ook een positieve impact zal hebben op de vele andere partners in het Lakenhuis, waaronder het Huis voor Gezondheid, een andere structurele partner van het Brusselbeleid.
Ten slotte zal de vzw in de uitvoering van de werken sterke aandacht hebben voor duurzaamheid en toegankelijkheid, ook een van de beleidsdoelstellingen in het richtlijnenkader van het Vlaams Brusselfonds. De Sustainable Development Goals zijn voor het Kenniscentrum Welzijn, Wonen, Zorg een belangrijk kader van waaruit gewerkt wordt. Het gebouw, de gebruikte materialen, de energiezuinigheid ondersteunen het duurzaamheidsdenken van de organisatie. Het gebouw wordt door de verbouwing ook volledig toegankelijk.
Het kenniscentrum is een structurele partner van mijn Vlaams Brusselbeleid. De vzw staat ten dienste van de Brusselaars door het inzetten op welzijn, vernieuwende woonvormen en toegankelijke zorg. Ze staat ook ten dienste van het Brusselse werkveld: welzijnswerkers, organisaties, initiatiefnemers en zorgvoorzieningen. Ik geloof dat deze investeringssubsidie in het kader van het relancebeleid perfect bijdraagt aan de doelstellingen van het plan Vlaamse Veerkracht.
Uw tweede vraag heeft betrekking op de bredere besteding van de middelen. Ik verwijs ook naar mijn antwoord op de vraag om uitleg nummer 306 en op schriftelijke vraag nummer 62. Ik streef ernaar om eind september 2022 een definitieve bestedingstabel te hebben voor de relancemiddelen toegekend vanuit het Vlaams Brusselfonds. Momenteel worden daartoe volop dossiers geïdentificeerd en onderzocht.
Alle investeringsdossiers die vandaag zijn goedgekeurd, zijn gepubliceerd op de website van ‘Coördinatie Brussel’. In de chronologische lijst van goedgekeurde investeringssubsidies wordt per dossier aangegeven welke in het kader van het relanceplan Vlaamse Veerkracht werden vastgelegd. Tot op heden gaat het over een totaalbedrag van 1.783.393 euro, ongeveer 40 procent van de resterende 4,2 miljoen euro.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden.
Het Kenniscentrum Welzijn, Wonen, Zorg levert enorm nuttig en belangrijk werk. Het is een belangrijke partner van het Vlaams Brusselbeleid, laat daarover alstublieft geen twijfel bestaan. Ik heb het zelf bezocht en ben in dialoog gegaan. Ik heb met mijn eigen ogen gezien dat het gebouw aan vernieuwing toe is, dat betwist ik helemaal niet.
Het punt dat ik vandaag wil maken, is of dit soort van investeringen wel past binnen de filosofie van het relanceplan Vlaamse Veerkracht. Het doel van het plan is net om met grootschalige investeringen een structurele impact op lange termijn te genereren om de welvaart en het welzijn, in dit geval van de Brusselse Vlamingen, te verhogen. Als ik dit dossier van het kenniscentrum ernaast leg, dan stel ik mij de vraag in welke mate het aan die doelstelling beantwoordt. Hoe waardevol deze organisatie ook moge zijn, nogmaals, toch lijkt deze investering mij wat voorbij te schieten aan het doel van het relanceplan.
Ik denk dat er binnen het Brusselbeleid voldoende alternatieven zijn om zo'n project te financieren.
Minister, ik heb in deze commissie al vaak met veel enthousiasme een pleidooi gehouden voor de bestedingen in het dko in Brussel. Het zijn investeringen die onmiskenbaar een structurele en wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan het welzijn van Brusselse jongeren op de lange termijn. Ik zou dan ook graag mijn pleidooi om de middelen hiervoor te verhogen, willen herhalen.
Minister, ik weet dat u uw standpunt in de commissie van 27 oktober 2021 reeds duidelijk hebt gemaakt, maar voor de N-VA-fractie blijft deze piste toch wel het overwegen waard. 3 miljoen euro is, zoals gezegd, reeds een stap in de goede richting – en zal nog worden aangedikt door de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en de lokale besturen –, maar het is niet genoeg om aan de infrastructuurnoden tegemoet te komen; die worden geschat op 20 miljoen euro.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik ben eerlijk gezegd verrast door de reactie van collega Tavernier.
Om te beginnen, het richtlijnenkader van het Vlaams Brusselfonds is uiteraard ook gepasseerd via de Vlaamse Regering. We hebben zeven doelstellingen gedefinieerd, waarvan vier zeer uitdrukkelijk voor het kenniscentrum en deze investering.
Een tweede, belangrijkere punt is dat dit investeringsdossier ook expliciet is goedgekeurd door de Vlaamse Regering, ook door de N-VA-collega's in de Vlaamse Regering. Er nu vragen bij stellen, vind ik merkwaardig.
Maar ik zal ingaan op de grond van de zaak. Waarom is dit naar mijn aanvoelen een toonvoorbeeld van een dossier dat binnen de Vlaamse relance past? Dat is omdat het infrastructureel het Vlaams-Brussels netwerk versterkt. Het is natuurlijk niet omdat het gaat over een kenniscentrum dat dit niet tegemoetkomt aan de reële noden van de Brusselaars. Het belang van het deeltijds kunstonderwijs is bijzonder groot en is voor heel wat kinderen en hun familie relevant voor een opleiding, voor hun vrije tijd, voor hun artistieke opleiding. Hier gaat het over de gezondheid van de Brusselaars. Als u zegt dat investeren in de gezondheid van onze Brusselaars en investeren in het Nederlandstalig netwerk van dat kenniscentrum maar ook van al die interne en externe partners, niet behoort tot de corebusiness van Vlaamse relance, dan weet ik het eerlijk gezegd niet meer. Ik sta er dus een beetje van te kijken dat u zegt dat dit er niet in past. Het is formeel goedgekeurd door de regering, maar het is vooral ook een zeer goed dossier.
Voor het deeltijds kunstonderwijs hebben we samen met de VGC een budget afgebakend. Dat beantwoordt niet alleen aan een budgettaire realiteit; het is de grootste investering ooit in het deeltijds kunstonderwijs in Brussel, samen met de VGC. Het beantwoordt ook aan de chronologie van dossiers. De verschillende onderwijsinstellingen, het vrij onderwijs, het gemeenschapsonderwijs, zijn bepaalde dossiers aan het voorbereiden. We hebben ook een timing afgesproken en we proberen ze te realiseren in deze legislatuur. In die zin is een verhoging van de budgetten, zelfs al zou het wenselijk zijn, vandaag niet aan de orde. Op het moment dat er extra vragen zouden zijn over concrete zaken – in het kader van de relance zijn die vorig jaar en dit jaar vastgelegd –, wil ik dat zeker bekijken, maar het is vandaag absoluut niet aan de orde.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Nogmaals, ik wil benadrukken dat wij het werk van organisaties als het Kenniscentrum WWZ zeker appreciëren en ondersteunen. Ze leveren nuttig werk en creëren zonder twijfel een belangrijke maatschappelijke meerwaarde. Maar wij als N-VA, als parlementaire fractie, zien in die richtlijnen een ander doel, een andere focus.
Er is nog een resterend bedrag. We gaan daar binnenkort hopelijk meer duiding over krijgen. Ik zou mijn oproep nog eens willen herhalen: alstublieft, vergeet het dko in Brussel niet. Misschien zijn daar bijkomende middelen mogelijk. Kunt u dat in overweging nemen?
De vraag om uitleg is afgehandeld.