Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, wanneer we hier vragen stellen over Brussel, dan gebeurt dat nogal eens vanuit een klacht, vanuit dingen die niet goed gaan. Ik wil vandaag de tevredenheidsenquête van BRUZZ gebruiken om dat misschien eens op een andere manier aan te pakken en te kijken naar de dingen die wél goed gaan. Want de tevredenheidsenquête die op 9 maart 2022 is bekendgemaakt, geeft aan dat 1800 respondenten aan BRUZZ een gemiddelde score geven van 7,8 op 10. Vooral de berichtgeving van BRUZZ krijgt heel positieve feedback van de gebruikers van BRUZZ. Een grote meerderheid van de gebruikers vindt dat die berichtgeving kwalitatief, betrouwbaar, actueel en informatief is en helder en toegankelijk wordt gebracht. BRUZZ wordt bovendien gewaardeerd voor zijn positieve en unieke kijk op het leven in Brussel in al zijn diversiteit.
Dat eigen waarderingsonderzoek van BRUZZ staat niet geïsoleerd. Naast die eigen bevraging is er ook het jaarlijkse NORTV-waarderingsonderzoek (Niet-Openbare Regionale Televisieverenigingen Vlaanderen) waarin gepeild wordt naar de waardering van de nieuwsprogramma’s van de regionale zenders in opdracht van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid – u dus – verwacht dat de omroepen daar minstens 7 op 10 halen. Dat wordt door alle zenders gehaald, behalve door BRUZZ. BRUZZ deed het de voorbije jaren wat minder goed, met een waardering van 6,7, maar is er nu flink op vooruitgegaan, met een score van 7,5, waarmee het een van de best scorende zenders is.
Dat zijn toch 2 zeer positieve elementen over het werk van BRUZZ. Misschien is dat een gevolg van het feit dat u op 18 december 2020 een nieuwe beheersovereenkomst hebt afgesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en BRUZZ. In het beleidsplan ‘Omarm de verandering’ van BRUZZ voor 2021-2025 werden 22 operationele doelstellingen opgesteld om de verschillende doelstellingen van BRUZZ te kunnen waarmaken. BRUZZ streeft ernaar om als relevante, geloofwaardige en impactvolle mediaorganisatie dé referentie voor Brusselnieuws te zijn. BRUZZ tracht daarbij een kwalitatief aanbod te brengen en een digitale strategie uit te werken. BRUZZ stelt duurzaamheid centraal en wil als verbindend project een verschil maken in het dagelijks leven van de Brusselaar.
We hebben dat gisteren ook kunnen merken. Minister, u was ook op het verjaardagsfeest van BRUZZ. We kregen er een toelichting, niet alleen bij die tevredenheidsenquête, maar ook bij de plannen van BRUZZ voor de volgende jaren. Die plannen zagen er zeer veelbelovend uit.
In het kader van al deze gegevens wil ik u een paar vragen stellen.
Hoe evalueert u zelf als minister de tevredenheidscijfers over BRUZZ aan de hand van de prioriteiten in de beheersovereenkomst en het beleidsplan voor 2021-2025?
Welke aspecten werden er door de respondenten als belangrijk aangegeven? Komen die aspecten terug in de beheersovereenkomst?
Hoe staan de respondenten tegenover het taalbeleid van BRUZZ? Dat is een element dat hier in de commissie al vaker aan bod is gekomen. Hoe staan zij bijvoorbeeld tegenover de aandacht die BRUZZ heeft voor andere talen in de communicatie?
Neemt u bijkomende initiatieven op basis van de conclusies van deze resultaten of zal BRUZZ dat doen?
Hoe zal BRUZZ in het algemeen met deze resultaten aan de slag gaan?
Minister Dalle heeft het woord.Â
Collega Bex, ik dank u voor de vraag. Ik heb het voordeel om naast mijn bevoegdheid voor Brussel ook verantwoordelijk te zijn voor de media in heel Vlaanderen. In gesprekken die ik met heel wat regionale omroepen heb, merk ik dat men soms toch wel met een zekere bewondering naar het model van BRUZZ kijkt. Waarom? Omdat dat een van de meest geïntegreerde crossmediale modellen is die er bestaan in ons land, waarbij men print, namelijk een wekelijks magazine, combineert met televisie, met radio, met online en ook – en dat is gisterenavond ook in de verf gezet – met socialemediaberichtgeving. En dat is effectief het model van de toekomst.
Dat is ook het model dat in heel het land voor heel wat mediabedrijven naar voren wordt geschoven. Ik was bijvoorbeeld vorige maand nog in Antwerpen waar er een versterkte samenwerking tot stand is gekomen tussen de redacties van de Gazet van Antwerpen en ATV. Zij zeggen uitdrukkelijk dat ze op een gelijkaardige manier willen werken rond televisie, krant, papier, het digitale en social media, zoals men ook met BRUZZ doet.
De context is natuurlijk verschillend. Een krant zoals Gazet van Antwerpen is niet hetzelfde als een magazine. Een regionale omroep als ATV is niet hetzelfde als BRUZZ. Maar je merkt wel dat het crossmediale model het model van de toekomst is en dat het goed begint te werken in Brussel, vijf plus een jaar na de befaamde fusie die tot het nieuwe mediawerk heeft geleid.
Het is fijn om te zien dat ook de mediagebruikers zelf, de Brusselse en de gebruikers in de Rand, dit beginnen te appreciëren. Bijna 1800 lezers, kijkers en luisteraars hebben aan de bevraging deelgenomen. Dat duidt toch op een sterke betrokkenheid van de BRUZZ-gebruikers bij een medium. Ze hebben in het algemeen goede punten gegeven voor alle BRUZZ-platformen.
De meerderheid, 86 procent, van de respondenten geeft BRUZZ een score van 7 op 10 of méér. Aan de universiteit is het een grote onderscheiding. 9 procent van de respondenten geeft een score van 5 op 10 of minder. Gemiddeld is de score 7,8 op 10. Opnieuw net een grote onderscheiding. De berichtgeving wordt gezien als betrouwbaar, laagdrempelig en gevarieerd.
Het was niet alleen een kwantitatieve bevraging, maar men heeft het ook kwalitatief gevoerd met ook de mogelijkheid om zogenaamde argumenten en opmerkingen naar voren te brengen. De belangrijkste thema’s die uit de meer dan 4300 argumenten van de respondenten af te leiden vallen, komen overeen met waar BRUZZ in het nieuwe beleidsplan op inzet: kwaliteit van de berichtgeving, voeling en verbinding met de stad, toegankelijkheid en aandacht voor het Nederlands.
De aandachtspunten die deze studie blootlegt, stroken met de beleidsdoelstellingen in het beleidsplan 2021-2025: een aanhoudende focus op kwaliteit, toegankelijkheid en meerstemmigheid, nog meer aanwezigheid in de stad, een helder taalbeleid en digitale vernieuwing.
Het BRUZZ-beleid en de ondersteuning van BRUZZ door het beleidsveld Brussel en de samenwerkingsovereenkomst met BRUZZ en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), hebben we hier al herhaaldelijk besproken. Ik maakte de presentatie van het waarderingsonderzoek ook over aan de voorzitster van deze commissie.
De beleidsmatige kernpunten zijn gekend. Dus beperk ik mij tot de bevestiging dat alle thema’s die door de respondenten als belangrijk naar voren werden geschoven in lijn liggen met de beleidsobjectieven van de Vlaamse overheid en de VGC en met de strategische doelstellingen van BRUZZ. In dalend belang waren dat: kwaliteit (41 procent), voeling met de stad (33 procent), verbinding (10 procent), toegankelijkheid (8 procent), aandacht voor het Nederlands (4 procent) en eigen stijl (4 procent).
De inhoudelijke analyse geeft een genuanceerd maar positief beeld van de waardering van BRUZZ. BRUZZ wordt door zijn gebruikers gezien als een positieve brenger van lokaal nieuws en een inspiratie om Brussel te ontdekken. BRUZZ wordt geapprecieerd omdat het verbinding tot stand brengt tussen taalgemeenschappen, verschillende generaties, inwoners en niet-inwoners.
Ik leer uit dit onderzoek vooral dat BRUZZ zijn rol van Vlaams-Brusselse verbindingsfiguur op een goede manier vervult, en dat is algemeen beschouwd misschien wel zijn belangrijkste rol en bestaansreden.
Uit de resultaten van het waarderingsonderzoek blijkt dat het taalgebruik van BRUZZ niet ervaren wordt als een probleem of als storend. Van alle argumenten die aangebracht worden door de respondenten gaat 4 procent specifiek over het gebruik van de Nederlandse taal. Dat zijn ongeveer 160 opmerkingen. Het overgrote deel daarvan vindt dat het Nederlands in BRUZZ de juiste plaats krijgt. Een minderheid oordeelt dat er te veel of te weinig aandacht gaat naar andere talen. Dat zijn ongeveer 40 reacties.
Belangrijk is ook dat van de 350 bemerkingen die er kwamen op de toegankelijkheid van de BRUZZ-media, meer dan 300 vinden dat BRUZZ een toegankelijk taalgebruik hanteert.
Ik kom bij uw laatste vragen over eventuele aanpassingen aan het beleid.
Door de grote tevredenheid van de respondenten is het niet mijn ambitie om het beleid ten aanzien van BRUZZ te veranderen. Ik denk dat we een duidelijke overeenkomst hebben afgesloten die vandaag ook rendeert. Het lijkt mij wel opportuun dat BRUZZ vooreerst onderzoekt of een verdere analyse van de resultaten mogelijk of noodzakelijk is. Ik verwacht dat BRUZZ waar nodig remediërende acties op touw zet en daarover naar mij terugkoppelt tijdens ons jaarlijks tussentijds convenantgesprek in juni. Vervolgens is het de bedoeling dat eventuele redactionele of operationele bijsturingen in functie van de resultaten van het waarderingsonderzoek ook een neerslag krijgen in het jaarprogramma 2023 van BRUZZ.
Voor mij staan er twee zaken met stip op de agenda in juni. Dat is ten eerste de uitvoering van het taalcharter en ten tweede, misschien wel de grootste uitdaging voor BRUZZ, niet alleen vandaag, maar ook de afgelopen jaren en de komende jaren, de verdere acties waartoe zij zich hebben geëngageerd inzake de kwaliteitsvolle redactionele stukken. Zoals ik hier al gezegd heb, heeft BRUZZ ook een belangrijke rol om jonge journalisten op te leiden en binnen te trekken. Je merkt ook dat in heel veel mediabedrijven de zogenaamde BRUZZ-alumni aanwezig zijn, die Brussel ook kunnen uitdragen in onze diverse Vlaamse media. Jonge journalisten zijn een grote opportuniteit, want dat betekent ook dat je telkens bezig moet zijn met vorming en dat je die journalistieke deontologie en kwaliteit ook moet kunnen versterken binnen BRUZZ. Ik denk dat dat misschien wel de belangrijkste uitdaging is waar BRUZZ voor staat de komende jaren.
Het is nu natuurlijk aan BRUZZ om met deze resultaten verder aan de slag te gaan. Hoe BRUZZ dat doet, is in eerste instantie de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid van het management en de raad van bestuur. De resultaten van de bevraging werden ook uitgebreid besproken met de raad van bestuur. Twee werkgroepen van medewerkers hebben zich ondertussen ook over de resultaten gebogen en formuleren voorstellen om waar nodig tot aanpassingen te komen.
Het is duidelijk dat het waarderingsonderzoek ook enkele aandachtspunten aan de oppervlakte brengt. Een minderheid – zeer klein, maar toch belangrijk om te vermelden – percipieert BRUZZ als te veel voor en door jongere generaties, soms te partijdig. Men spreekt soms over links, als dat politiek nog een term is die betekenis heeft. Ik citeer nog een aantal van de commentaren die gekomen zijn: te veel aandacht voor maatschappelijke mistoestanden, soms worden groepen onderbediend, te weinig aandacht voor het dagelijkse leven van de inwoners en de problemen in Brussel. Het is een kleine minderheid, maar toch vermeldenswaard, omdat het misschien ook voor BRUZZ interessant kan zijn om te bekijken hoe dat komt en wat daarmee kan gebeuren.
Is dat een reëel spanningsveld? Strookt dat met de realiteit? Of is het een louter perceptieprobleem? Ik denk dat het verstandig zou zijn dat BRUZZ zich daarover zou bezinnen en de kans krijgt om dat in alle sereniteit te doen. Hoe dan ook verwacht ik van BRUZZ dat ook de minder positieve resultaten van het waarderingsonderzoek worden meegenomen bij het uittekenen van de toekomstige beleidsplannen. Maar laat het duidelijk zijn dat niets van al die meer kritische opmerkingen afbreuk doet aan de grote tevredenheid van de 1800 BRUZZ-gebruikers die deelnamen aan het waarderingsonderzoek. Dat verdient terecht waardering. Gisterenavond is die waardering ook uitgesproken voor alle medewerkers die dat op een fantastische manier mee hebben uitgedragen.
De heer Bex heeft het woord.
Dank u wel voor uw omstandige antwoord, minister, waar ik het in grote lijnen en zelfs in vele details volledig mee eens ben. Ik denk dat we als Vlaamse overheid terecht veel middelen besteden aan BRUZZ. En het is heel tof om te horen dat dat niet alleen nuttig en nodig is om de Nederlandstalige stem in de hoofdstad te vertolken en er ook voor te zorgen dat het nieuws in de hoofdstad ook in het Nederlands wordt gebracht. Dat alleen zou op zich al een reden zijn om stevig te investeren in BRUZZ. Maar het interessante is wat u daar aanhaalt, namelijk dat BRUZZ tegelijkertijd ook een soort laboratorium is van uw mediabeleid en op die manier eigenlijk ook elementen aanbrengt en een leerschool is voor jongeren die een loopbaan in de media starten. Ik denk dat dat een samenspel is dat bijzonder positief is en dat ook rechtvaardigt dat we daar als Vlaamse overheid stevig in investeren.
Het is zeer interessant om in deze commissie even stil te staan bij de resultaten van de enquête wat betreft het taalgebruik. Daar hebben we toch al vaak over gediscussieerd in deze commissie. Er wordt in BRUZZ inderdaad op bescheiden wijze ook in het Frans en het Engels gecommuniceerd. We zien nu dat gebruikers van BRUZZ dat eigenlijk in overgrote mate appreciëren. Slechts 40 op 1800 respondenten, als ik u goed begrepen heb, zeggen wat vragen te hebben bij dat taalgebruik. En daar zijn er zelfs ook nog een aantal bij die eigenlijk een pleidooi houden om andere talen meer te gebruiken. Ik denk dat de vragen die bij dat taalgebruik gesteld worden, dat wel in een perspectief plaatsen.
Wij hebben het ook altijd toegejuicht dat BRUZZ in meerdere talen communiceert, uiteraard vooral in het Nederlands. Op die manier bereikt men immers mensen die een eentalig Nederlands medium misschien minder zouden bekijken en op die manier toch de link maken met het Nederlandstalige leven in Brussel en zien dat er hier meer leeft dan Franse media, een Frans publiek en zo verder. Dat stemt ons bijzonder tevreden.
Voor alle duidelijkheid, we hebben er geen enkel probleem mee dat u aan de mensen van BRUZZ vraagt om ook de kritische punten uit het onderzoek nog eens tegen het licht te houden, zelfs al zijn die maar in bescheiden mate naar boven gekomen tijdens de enquête. Als er dingen zijn die we kunnen leren, bijvoorbeeld dat de oudere Brusselaar zich te weinig aangesproken voelt door BRUZZ, dan vinden wij absoluut ook dat BRUZZ best eens kan bekijken hoe ze die mensen op een nog betere manier een aanbod kunnen doen.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Normaal gezien zou mijn collega Vanlouwe dit thema behandelen, zoals hij dat in het verleden heeft gedaan. Vandaag kan hij er niet bij zijn en heeft mij gevraagd om over te nemen.
Net zoals collega Bex heeft ook onze fractie aandachtig de PowerPoint met de resultaten van het waarderingsonderzoek doorgenomen. We hebben al aan de commissievoorzitter laten weten dat we graag in dialoog zouden gaan met de redactie van BRUZZ zelf over de resultaten. Het lijkt ons interessant om met hen persoonlijk dieper in te gaan op de cijfers en de resultaten.
Onze fractie is van mening dat het waarderingsonderzoek een schat aan informatie bevat voor de journalisten en de directie van BRUZZ. Het onderzoek geeft aan dat BRUZZ op een aantal vlakken zeer goed scoort. Het doet de gebruiker de stad beleven en men heeft ook aandacht voor een gevarieerd aanbod aan thema's. Er is weinig verschil merkbaar in de beoordeling van de verschillende media, misschien met BRUZZ tv als negatieve uitschieter. Het onderzoek is natuurlijk afgenomen bij mensen die vaak met het medium in contact komen. Het kan natuurlijk een vertekend beeld geven. Het is positief dat de mensen van BRUZZ al hebben aangegeven dat ze met de resultaten aan de slag zullen gaan en zullen bekijken hoe ze nog beter kunnen doen. Je kunt natuurlijk niet voor iedereen goed doen maar het moet wel de ambitie zijn om de kritische bedenkingen tot een minimum te beperken. BRUZZ heeft een unieke positie. Het is het enige Brusselse medium in het Nederlands en heeft geen concurrentie op dat vlak. Iemand die voor zijn informatie in het Nederlands bediend wil worden, kan niet overstappen naar een andere krant of zender. Daarom moet BRUZZ een meerwaarde voor iedereen kunnen betekenen.
BRUZZ krijgt toch wat kritiek over het taalgebruik. U kent ons standpunt. Dat is anders dan dat van de heer Bex. BRUZZ is een medium dat in de eerste plaats het Nederlands moet hanteren en andere talen louter als een bijkomstigheid moet zien. Zelfs anderstalige lezers bevestigen dit. Ze geven aan dat ze BRUZZ net lezen voor de Nederlandse taal en het feit dat de Nederlandse berichtgeving zaken uitlicht die niet aan bod komen in het Franstalige nieuws. Dat is nog altijd de meerwaarde van BRUZZ. We vinden dat men nog altijd te veel verschillende talen faciliteert. We zullen dat vanuit de N-VA blijven aankaarten en aanklagen.
Minister, kunt u een stand van zaken geven van de uitrol van het objectiviteitsonderzoek van BRUZZ door de VUB? U verwees er reeds naar. Er kwamen reeds een paar kritieken aan bod: BRUZZ is te links en te vaak gericht op een bepaalde doelgroep, namelijk jongeren. Ik had daar graag de stand van zaken over gehoord.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s Bex en Tavernier, ik dank u voor de extra opmerkingen en vragen.
Collega Bex, het gaat over 40 reacties op 4300 reacties. Sommigen vinden dat er te veel aandacht is voor andere talen, anderen vinden dat er nog meer aandacht moet zijn voor andere talen. De reactie was wat gemengd. Bijna 1800 mensen hebben geantwoord, en in 40 van de 4300 commentaren die zij hebben gegeven, was dit een issue.
Het klopt wat collega Tavernier heeft gezegd. Het is natuurlijk een bevraging van mensen die BRUZZ-gebruikers zijn en die dus per definitie dat aanbod interessant vinden. Ik kan me ook inbeelden dat er mensen zijn die zeggen dat ze nooit naar BRUZZ kijken, ook niet bevraagd zijn en die er anders naar kijken. Men moet er eerlijk in zijn. Het is een zeer nuttige bevraging, aansluitend op de bevraging die ook NORTV op een andere manier doet met een representatieve steekproef die in Brussel wel heel beperkt is. Het gaat dus wel over diegenen die al BRUZZ-gebruikers zijn. Die commentaar klopt wel.
Het is moeilijk om een bevraging in Brussel te doen. Werken via de BRUZZ-kanalen heeft het voordeel dat men een breed bereik heeft en werkt met mensen die het kennen. Het nadeel is dat men sowieso, ik ga niet zeggen, met ‘believers’ zit, want ik ga er ook van uit dat een aantal mensen die het regelmatig consulteren, er ook niet altijd heel tevreden over zijn. Dat is ook zo, maar het gaat wel over mensen die het een nuttig medium vinden. Anders werken via representatieve steekproeven, is ook niet evident. Denk aan de politieke peilingen die in Brussel niet altijd even betrouwbaar zijn voor Nederlandstalige partijen. Enfin, ik hoop toch dat ze niet betrouwbaar zijn.
Alle gekheid op een stokje: die 40 op 4300 is in deze bevraging niet zo belangrijk gebleken. Collega Tavernier, we verschillen misschien een beetje van mening, maar ik vind het wel een zeer belangrijk thema. Het taalbeleid is ook in de beheersovereenkomst fundamenteel.
Ik wil twee zaken zeggen over ons standpunt wat betreft het gebruik van andere talen. Ook in het verleden hebben we daar al discussies over gehad. Het Nederlands is de standaardtaal van BRUZZ. We proberen ook zo veel mogelijk Brusselaars, Nederlandstaligen en anderstaligen naar dat Nederlands toe te leiden. De vraag is eigenlijk minder principieel dan wel pragmatisch. De vraag is hoe je dat doet op de meest efficiënte manier. Het is mijn overtuiging dat andere talen geen bijkomstigheid zijn, zoals gezegd, maar dat ze essentieel zijn om een aantal groepen op een betere manier te bereiken en vooral toe te leiden naar die Nederlandstalige berichtgeving. Dat is een eerste punt waar er misschien een verschil is, meer op het vlak van de methode dan van de doelstelling. De doelstelling delen we allemaal, namelijk zo veel mogelijk mensen naar de Nederlandstalige berichtgeving, de Nederlandstalige dienstverlening van de Vlaamse gemeenschap toeleiden.
Een tweede punt is de specifieke positie van Brussel als Europese en internationale hoofdstad en headquarter voor heel wat bedrijven en internationale organisaties. Ik denk dat het zeer zinvol is dat er wat aanbod is, ook op televisie, in het Engels of met Engelstalige ondertiteling. Ik zie dit zeker niet als een bijkomstigheid. Het is ook een kerntaak van BRUZZ om dit te doen. Je merkt ook dat de Vlaamse Regering en vele andere domeinen er belang aan hechten. Ik geef het voorbeeld van de recente beslissing van de minister-president om Belga ook in het Engels berichtgeving te laten doen om ervoor te zorgen dat niet alleen de expatgemeenschap maar ook het buitenland extra informatie heeft over het beleid en de situatie in Vlaanderen. Ik geef ook het voorbeeld van de beheersovereenkomst met de VRT waar we ook uitdrukkelijk vragen om een deel van de berichtgeving in andere talen – het Frans, het Duits, het Engels – te doen. Ook in andere beleidsdomeinen merk je dat het gebruik van andere talen in het mediabeleid belangrijk is. In Brussel is dat vooral om toe te leiden naar het Nederlands, maar zeker ook om de internationale gemeenschap een deel van de berichtgeving mee te kunnen geven.
Een laatste punt gaat over kwaliteit. Een objectiviteitsonderzoek is daar een onderdeel van en een belangrijk sluitstuk. Ik denk dat het ook vooral gaat over de engagementen die men op de werkvloer uitvoert. Ik heb geen stand van zaken over het onderzoek van de VUB maar bij een volgende gelegenheid kunnen we zeker meer in detail ingaan op de timing en de manier van werken. Het moet er in elk geval komen, zoals afgesproken.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik denk dat u terecht hebt geschetst wat het belang is van het aanbod van BRUZZ in meerdere talen, met hoofdaandacht natuurlijk voor het Nederlands. Dat staat alleszins buiten kijf.
Het blijft mij verbazen dat de N-VA-fractie zegt dat er te veel verschillende talen in BRUZZ zijn. Ik vraag me af welke er dan moeten sneuvelen. Ik neem aan allemaal behalve het Nederlands, terwijl de eigen minister-president zelf het initiatief neemt om via Belga naar de expat-community te communiceren in het Engels.
Men moet een enquête bij het eigen publiek altijd wat relativeren. Maar als op het totaal van 1800 respondenten er 4300 opmerkingen worden gemaakt waarvan er 40 gaan over het taalgebruik, dan zou ik denken dat we dit debat stilaan kunnen begraven en kijken naar het mooie dat BRUZZ kan betekenen. De minister heeft ook nog gezegd dat er van die 40 een aantal vonden dat er te weinig in andere talen wordt gecommuniceerd.
Laat ons ook kijken, collega's van de N-VA, hoe we een bepaald publiek dat zich vandaag nog onvoldoende bediend voelt, nog beter kunnen bedienen. Daar ben ik het mee eens, maar ik zou hopen dat we met deze resultaten in de hand, die taaldiscussie die eigenlijk over een detail gaat in dezen – straks gaan we belangrijker discussies houden over taalgebruik – en die niet de essentie is, achter ons kunnen laten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.