Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Mijn vraag gaat over een studie van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) die verscheen op 22 februari 2022 waarin de economische impact van de culturele en creatieve sectoren in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wordt onderzocht. De cijfers dateren van net voor de coronacrisis en uit de studie blijkt dat bijna een vierde van de Belgische jobs in de culturele en creatieve sector zich in Brussel bevinden. De culturele en creatieve sector vormt daarmee de tweede grootste werkgever van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, mede door de grote mediabedrijven die er gevestigd zijn, en is een sector waarbij de werkgelegenheid – tot voor de coronacrisis – ook elk jaar toeneemt. Uit de studie concludeert men dan ook dat de sector een belangrijke motor is van de economie, en daarom prioritair ondersteund moet worden.
Dat de werkgelegenheid in de culturele sector de voorbije jaren zo sterk steeg, heeft in sterke mate te maken met het aantal actieve freelancers. Van 2010 tot 2018 is het aantal freelancers in Brussel met maar liefst 130 procent toegenomen, van ongeveer 5500 tot meer dan 12.000. Gemiddeld stijgt het aantal freelancers dat actief is in de culturele sector in Brussel met 11 procent per jaar. In het kader van de coronacrisis wordt er dan ook gewezen op de kwetsbare positie van freelancers en zelfstandigen en de nood aan ondersteunende maatregelen voor deze groepen.
De uitgebreide studie brengt de rol van de culturele sector in de Brusselse economie mooi en gedetailleerd in kaart. De impact van de coronacrisis op deze sector vormt het onderwerp van een vervolgstudie, waarvan de resultaten deze zomer mogen worden verwacht.
In het kader van deze studie heb ik de volgende vragen, minister-president.
Via onder meer de Vlaamse Gemeenschapscommissie speelt Vlaanderen een belangrijke rol in het culturele en creatieve leven in Brussel. Ook veel Vlamingen vinden binnen deze sector in Brussel werkgelegenheid. Plant u bepaalde acties of beleidskeuzes die de rol van Brussel als onze culturele hoofdstad ondersteunen en versterken?
Deze studie schetst een goed en gedetailleerd beeld van de rol van de culturele sector in de Brusselse economie. Zijn dergelijke cijfers ook voor Vlaanderen beschikbaar? Hebben we een duidelijk beeld van de werkgelegenheid van de culturele sector in Vlaanderen en de rol die deze sector speelt binnen onze economie? Indien ja, kunt u deze cijfers ter beschikking stellen? Indien niet, plant u om een dergelijke studie voor Vlaanderen te laten uitvoeren?
Zal de impact van de covidcrisis in Vlaanderen ook op gelijkaardige, diepgaande manier onderzocht worden? In uw antwoord op de schriftelijke vraag nr. 113 van Stephanie D'Hose stelt u dat er in de loop van januari 2022 een rapport zou worden opgeleverd met financieel-economische inzichten op basis van een vergelijking tussen de situatie voor de coronacrisis en de huidige situatie. Intussen hebben we dat gekregen, denk ik. Dit onderdeel van de vraag is intussen achterhaald, maar de rest blijft relevant.
Goed beleid steunt op cijfers, dus het lijkt ons dat de Vlaamse cultuursector alleen maar gebaat kan zijn bij een dergelijke studie. Ook het bijeenbrengen en centraliseren van bestaand cijfermateriaal kan het beleid alleen maar ten goede komen. Nu zitten heel wat cijfers vaak verspreid over verschillende instanties, en zijn ze vaak onvolledig. Erkent u deze problematiek? Wat zijn uw ambities op dit vlak en op het vlak van het wetenschappelijk onderzoek naar de economische rol van de cultuursector?
Uit de Brusselse studie komt de rol van zelfstandigen en freelancers, onze meest kwetsbare spelers, nog maar eens aan de oppervlakte. Deze vaststelling wijst bovendien op de noodzaak van een beleid dat focust op de individuele kunstenaars en de mensen actief in deze sector, niet enkel op infrastructuur en grote instellingen.
Is er binnen Vlaanderen voldoende onderzoek naar, en inzicht in, de situatie van deze spelers binnen de cultuursector? Uit uw antwoord op schriftelijke vraag 113 blijkt dat er enkel wordt gefocust op entiteiten met een ondernemingsnummer. Waarom werd het belangrijke segment freelancers niet meegenomen? Krijgen ze volgens u voldoende aandacht en ondersteuning vanuit het beleid van de Vlaamse overheid?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Uw eerste vraag gaat over acties of beleidskeuzes die Brussel als culturele hoofdstad ondersteunen. Brussel is altijd al een grote bron van culturele inspiratie voor zowel makers als voor publiek. Ik neem Brussel dus ook bewust mee in het brede beleidsinstrumentarium dat de Vlaamse Gemeenschap lanceert.
Samen met de verschillende gemeenschappen hebben we, onder andere in het interministeriële conferentie (IMC) Cultuur, aandacht voor elkaars situatie. We werken onder andere samen over cultuurcommunicatie in Brussel, onder regie van Visit.Brussels, en de Vlaamse overheid investeert, zoals u weet, via het Brusselbeleid van collega-minister Dalle specifiek in Brussel, onder andere met Muntpunt en BRUZZ.
U vraagt of er ook cijfers voor Vlaanderen bekend zijn. Ja, die zijn beschikbaar. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) heeft reeds cijfers bekend gemaakt over de culturele en creatieve sectoren (CCS): In de meest recente cijfers waren de Vlaamse culturele en creatieve sectoren er goed voor 12.251 voltijdsequivalenten (vte’s) en vertegenwoordigen ze een toegevoegde waarde van 991,7 miljoen euro en een omzet van 4 miljard euro. De gedetailleerde cijfers van 2020 en de impact van de coronacrisis zullen wellicht pas in de loop van 2022 berekend kunnen worden.
Daarnaast heb ikzelf ook een globaal onderzoek laten uitvoeren door Graydon – daar hebt u al naar verwezen – omtrent de financieel-economische impact van de COVID-19-pandemie op de cultuursector. Deze studie neemt ook het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest mee in haar analyse naar werkgelegenheid en andere financiële ratio’s. Die studie hebben we vorige week, of twee weken geleden denk ik, besproken.
Zal de impact van de covidcrisis in Vlaanderen ook onderzocht worden? Dit rapport wordt beschikbaar gesteld nadat de resultaten in de commissie Cultuur worden toegelicht. Brussel is meegenomen in de scope van het onderzoek. Ik heb me namelijk gefocust op de Vlaamse Gemeenschap. Deze benoemde studie is niet meegenomen in de onderzoeksopdracht omdat de opdrachtgunning dateert van augustus 2021, en toen was het rapport waar u naar verwijst nog niet beschikbaar gesteld.
Dan vroeg u of ik de problematiek erken van de verspreiding van de cijfers over de verschillende instanties. Ik erken zeker de problematiek dat verschillende sectorspelers en ook mijn administratie data verzamelen en onderschrijf de continue nood aan het steeds beter ontsluiten van data.
Er bestaan verschillende initiatieven daartoe op niveau van de Vlaamse overheid. Er is onder meer het beleid van Digitaal Vlaanderen rond open data en datastromen. Ik verwijs daarbij voor een stuk naar mijn antwoord op de vraag van mevrouw Brouwers. Mijn administratie bereidt ook haar open databeleid voor, waarbij datasets ter beschikking zullen worden gesteld via een open dataportaal.
Binnen het afsprakenkader rond onderzoek werden onder meer afspraken gemaakt tussen het departement en de sectorale steunpunten over de samenwerking voor het verzamelen, beheren, verwerken en ontsluiten van beleidsrelevante data en kerncijfers. Er bestaat een grote behoefte aan permanente monitoring van een aantal kernindicatoren. In 2021 ben ik gestart met trajecten waarbij afspraken worden gemaakt over datastandaarden en semantiek voor kernindicatoren over dossierkenmerken, dossierbeslissingen en financiële gegevens. In overleg met de steunpunten worden ook de kennisnoden geïdentificeerd. Dat vindt u nog uitgebreider terug, mevrouw Meuleman, in het antwoord op de vraag van mevrouw Brouwers. Daarin heb ik dat nog wat meer in detail uitgewerkt.
Ten slotte hebben we het over de rol van de zelfstandigen en de freelancers. De studie die ik heb laten uitvoeren door Graydon waar ik naar verwijs in schriftelijke vraag 113 stelt inderdaad dat er werd gefocust op entiteiten met een ondernemingsnummer. Freelancers, zowel in hoofd- als bijberoep, al dan niet btw-plichtig, beschikken over een ondernemingsnummer. Interimarbeid zit inderdaad niet in de scope, maar freelancers beschikken ook over een ondernemingsnummer. Dat zijn namelijk eenmansbedrijven, bij wijze van spreken.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Ik denk dat er toch nog een aantal hiaten zijn, minister. De studie van Graydon focuste specifiek op de impact van de covidcrisis. Wat interessant is aan die studie van Brussel is dat blijkt dat de toename van het aantal freelancers blijkbaar gigantisch is. Dat is ongelooflijk: een toename van 130 procent, ik heb de exacte cijfers zonet geciteerd. We weten allemaal dat dat ook degenen zijn die met het meest precaire statuut zitten, en dat we daarvoor dringend een oplossing moeten vinden.
Ik ben gisteren even naar de voorstelling van ‘Loont passie?’ geweest, dat is ook een rapport dat in opdracht van het departement Cultuur is uitgeschreven, en dat door de Universiteit Gent werd gemaakt. Ook daaruit komt naar voren – naast het probleem dat vrouwen ongelooflijk moeilijk kunnen doorgroeien in de culturele sector, vooral in de muzieksector – dat de freelancers het bijzonder moeilijk hebben om van hun culturele passie een job te maken. Ik denk niet dat daarover cijfers beschikbaar zijn in Vlaanderen, los van de studie van Graydon over de covidsituatie. Ik denk dus dat er toch nog wel wat werk is om dergelijke zaken op te volgen, en om ook een gelijkaardige studie te doen in Vlaanderen, om een volledig zicht te krijgen op de situatie.
Bent u van plan om dat in meer detail te gaan bekijken? Of denkt u dat u het al hebt, maar dat alles nog verzameld en gebundeld moet worden? Is dat de kwestie?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, ik denk dat ik in de commissie al een aantal keren gezegd heb, meestal naar aanleiding van besprekingen rond covid en de kwetsbaarheid van mensen, dat ik inderdaad grote vragen stel bij het feit dat heel wat mensen in precaire statuten – of zonder statuut, en dat is dan per definitie precair – in de culturele sector werkzaam zijn. We moeten daar zeker en vast beleidsmatig iets aan doen. Beleid begint bij meten, dus als u mij de vraag stelt of ik dat in kaart wil brengen dan kan ik daar alleen maar bevestigend op antwoorden.
Een tweede element is het kunstenaarsstatuut. Dat ligt nu op federaal vlak voor en daar zijn wij, voor alle duidelijkheid, ook bij betrokken. Ik denk dat dat werk eerst moet worden afgerond, omdat je dan weet hoe breed de scope is. Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat een podiumbouwer, ik noem maar iets, niet onder het kunstenaarsstatuut zal vallen. We zullen zien waar we daarmee landen. Maar het is goed dat dit eerst afgebakend wordt, dat we kijken wie daaronder valt, en dat we dan verder het veld bekijken, om die mensen toch iets meer sociale zekerheid te bieden dan wat ze vandaag hebben.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord. De vraag bevat heel goed nieuws: de culturele sector is een heel belangrijke economische speler, zeker in het Brusselse, maar ongetwijfeld ook in Vlaanderen. Anderzijds is er de kwetsbaarheid van de freelancers. Dat statuut komt eraan. Eenmaal dat is afgeklopt op federaal niveau, denk ik dat we hier in de commissie dan moeten bekijken wat de impact is, wat de gevolgen zijn, en wat wij vanuit Vlaanderen kunnen doen om ervoor te zorgen dat die kwetsbaarheid en die precariteit voor een stuk wordt aangepakt. Dan zullen we potentieel een heel bloeiende sector hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.