Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, er bestaat grote ongerustheid bij de poetshulpen binnen de gezinszorg. Die poetshulpen gaan onder meer ter plaatse bij ouderen om hen te helpen met hun huishoudelijke taken. Om het tekort aan verzorgenden tegen te gaan – we kennen allemaal dat probleem –, krijgen deze reguliere poetshulpen de kans om zich om te scholen tot verzorgende of om met dienstencheques te beginnen werken. Niet iedereen uit de sector ziet dit echter zitten. Deze omschakeling zou veel gevolgen kunnen hebben voor zowel de reguliere poetshulpen alsook de ouderen die ze bijstaan. We weten dat de job van de reguliere poetshulpen niet enkel gaat over het vervullen van huishoudelijke taken; ze bieden vaak ook ondersteuning aan de ouderen en vervullen een belangrijke signaalfunctie voor onder meer het detecteren van dementie en eenzaamheid.
Minister, u gaf in het verleden aan dat er voorzien wordt om de poetsdienst die door de diensten voor gezinszorg wordt geboden, voor te behouden voor diegenen die zorg nodig hebben in kwetsbare situaties. Deze kwetsbare situaties zouden worden gedefinieerd aan de hand van twee criteria, enerzijds de hoogte van de gebruikersbijdrage voor poetshulp en anderzijds de kwetsbaarheid van de gebruiker. Als men niet voldoet aan een van die twee criteria voor poetshulp, geboden door een dienst voor gezinszorg, dan zou men gebruik kunnen maken van de dienstencheques. Begin 2020 werd er een traject met de sector opgestart om de twee criteria die van toepassing zijn voor de afbakening van de doelgroep voor de diensten voor gezinszorg verder uit te werken.
In een eerder antwoord deelde u mee dat het traject rond de afbakening van de poetshulp tussen de diensten voor gezinszorg en de dienstencheques door de coronapandemie in de wachtkamer staat. Normaal zou dit traject opnieuw opgestart zijn begin dit jaar. De onzekerheid in deze sector is echter groot en men vraagt dan ook om snel de nodige duidelijkheid te krijgen.
Ik heb hierbij de volgende vragen, minister.
Welke sociale gevolgen zal dit traject rond de afbakening van de diensten voor gezinszorg en de dienstencheques met zich meebrengen?
Hoe verloopt het overleg met uw collega, minister Crevits, omtrent deze afbakening? Is er reeds zicht op de grootte van de groep gebruikers die voortaan voor poetshulp een beroep moet doen op dienstencheques?
U gaf in uw beleidsnota aan dat er geen verliezers zullen zijn bij de gebruikers. Hoe zult u garanderen dat degenen die door de beperking van het toepassingsgebied geen gebruik meer kunnen maken van de poetsdienst door de diensten voor gezinszorg, nog steeds kunnen rekenen op kwaliteitsvolle poetshulp en ondersteuning?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, door de vierde en de vijfde coronagolf, die ook de werking van de diensten voor gezinszorg hard getroffen hebben, wordt het traject rond de afbakening van de poetshulp tussen de diensten voor gezinszorg en de dienstencheques pas nu opnieuw opgestart. Het is op dit moment dan ook nog te vroeg om de sociale gevolgen van dit traject te kunnen inschatten. Zoals ook in het zesde intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social- en de non-profitsectoren voor de periode 2021-2025 is opgenomen, zullen we de afbakening van de aanvullende thuiszorg realiseren met aandacht voor de duurzame tewerkstelling van de betrokken sectoren.
Zoals ik eerder in het antwoord op uw schriftelijke vraag heb aangegeven, zal er doorheen het traject rond de afbakening op geregelde basis afstemming zijn met mijn collega Crevits. Zodra er meer zicht is op de criteria die de doelgroep voor poetshulp binnen de diensten voor gezinszorg afbakenen, en daardoor ook op de grootte van de groep gebruikers die voortaan voor poetshulp een beroep moet kunnen doen op dienstencheques, zal ik daarover in overleg gaan met mijn collega Crevits.
Het is momenteel nog te vroeg om een antwoord te formuleren op uw derde vraag. De afbakening van de doelgroep voor poetshulp in overleg met de sector moet nog gebeuren. Het is wel de bedoeling om via een onderzoeksvraag aan het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (SWVG) tot een definiëring van deze kwetsbare doelgroepen van gebruikers te komen, gebruik makende van objectief meetbare criteria en volgens verschillende dimensies van gezondheid en welzijn van de doelgroepen: fysiek, psychisch, cognitief en sociaal. Het resultaat van dat onderzoek kan dan gebruikt worden om tot een afbakening van de doelgroep te komen die de ondersteuning van de dienst voor gezinszorg bij poetshulp nodig heeft.
De heer De Reuse heeft het woord.
Dank u wel, minister. De sector zelf zit momenteel met heel wat vragen. Ze willen natuurlijk graag antwoorden. Er is heel wat onzekerheid. U verwijst naar de vierde en de vijfde golf en naar verder onderzoek, dat nodig zal zijn. Ik dring er toch op aan dat u dat dossier echt ter hand neemt en dat u daar werk van maakt, zodat ik, als ik binnen een paar maanden deze vraag opnieuw stel, niet hetzelfde antwoord krijg, waarbij u bevestigt te zullen doen wat ik vraag.
Daarnaast wil ik u vragen om de nodige initiatieven te nemen om duurzame tewerkstelling van de reguliere poetshulpen, diegenen die zich niet willen omscholen, te verzekeren. Ik heb geen verdere bijkomende vragen.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, dit is al aan bod gekomen in deze commissie. Ik heb dat zelfs in januari 2021 aan u gevraagd. Toen hebt u eigenlijk hetzelfde gezegd als wat u nu zegt, namelijk dat een invulling van het criterium ‘kwetsbaarheid’ gebeurt in overleg met de sector van de diensten gezinszorg. Er zijn inderdaad verschillende aspecten van kwetsbaarheid. Daarom wordt het traject samen met de diensten van de gezinszorg gedaan.
Het is nu maart 2022. Nu moet ik hier nogmaals dezelfde vraag stellen. Is daar ondertussen al meer duidelijkheid over? Ik heb begrepen uit uw antwoord dat dat niet zo is.
Zijn hier al meer stappen gezet? Ik heb begrepen dat uw antwoord ook hier nee is. Minister, u hebt in de vorige commissievergadering ook niet geantwoord op mijn vraag hoeveel middelen er door de afbakening van die doelgroep zouden vrijkomen en wat er dan met die middelen zou gebeuren. Ik kan u alleen nog maar eens vragen wat de einddatum is voor het traject dat u vooropstelt met de sector. Anders zullen we hier niet alleen de 14e en de 15e keer dezelfde vraag stellen, zoals met het vorige onderwerp, maar dan vrees ik dat we hier bij vraag 33 zullen komen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, iedereen die de diensten voor gezinszorg een beetje kent, weet toch wel dat iedereen die daarin is tewerkgesteld, of het nu gaat om het leveren van gezinszorg of om poetshulp vanuit de gezinszorg, veel meer doet dan louter een aantal huishoudelijke taken of dan louter poetsen. Zij zijn een heel grote ondersteuning voor heel wat kwetsbare mensen. Zij detecteren en rapporteren ook een heel aantal zaken. Op dat vlak zijn zij echt onmisbaar voor veel kwetsbare mensen. Wanneer er een wijziging komt, is daarom voorzien dat dat niet geldt voor de meest kwetsbare mensen. Daar is een omschakeling naar de poetsdienst vanuit de dienstencheques niet overal aangewezen. Daarom is het belangrijk om die oefening te doen: wat betekent kwetsbaarheid? Dat kan verschillende invullingen hebben: kwetsbaarheid vanwege de zorgnood, vanwege het financiële aspect, enzovoort. We moeten dat met de nodige omzichtigheid doen. We hebben het hier altijd over kwaliteit van zorg. Als de poetsdienst mee deel uitmaakt van het hele zorgnetwerk rond iemand die ernstig zorgbehoevend is, dan moeten we daar heel omzichtig mee omgaan.
Minister Beke heeft het woord.
Collega Parys, ik denk dat ik een jaar geleden niet precies hetzelfde antwoord heb gegeven. Ik heb hier nog de vierde en de vijfde coronagolf aan toegevoegd. Een jaar geleden zaten we volop…
Dat van mij was nochtans een citaat van uw antwoord.
Een jaar geleden zaten we in de aanvang van de derde coronagolf. Dit maar om te zeggen dat dit een belangrijke rol heeft gespeeld in de uitrol van een aantal zaken. Als het brandt moet je in eerste instantie de brand blussen. Ik denk dat niemand dat zal tegenspreken – althans dat hoop ik toch. Dan bekijk je nadien welk werk er opnieuw moet worden opgenomen en heropgenomen. Dat is wat gebeurd is.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, uit uw antwoord maak ik op dat er nog geen planning werd gemaakt. Dat is zeer jammer, want inderdaad, collega Schryvers, u hebt gelijk: die mensen doen meer dan poetsen. Dat heb ik in mijn vraagstelling ook gezegd. Die mensen brengen inderdaad belangrijke zorg bij die mensen aan huis. We moeten dat zeker waarderen. Uit een vorm van respect voor die mensen zouden we inderdaad de vragen die ze hebben over de hervormingen binnen hun sector ernstig moeten nemen. We zouden dat inderdaad zeker niet op de lange baan mogen schuiven. Minister, uw antwoord ontgoochelt mij omdat u zegt dat we wel eens zullen zien wanneer we dat zullen opnemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.