Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de door de Vlaamse Regering aangekondigde maatregelen om de energieprijzen te temperen
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, sinds de inval van Rusland in Oekraïne is de energiecrisis heel tastbaar geworden voor heel veel mensen. De prijzen van zowat elk energieproduct zijn de hoogte ingegaan en we zijn helaas nog niet aan het eind van die rit.
Dat heeft ook een nieuw debat losgewekt rond energieonafhankelijkheid. Er zijn ook heel wat internationale instanties die daarrond werken of daar aanbevelingen rond doen. Er zijn onder andere de tien aanbevelingen van het Internationaal Energieagentschap (IAE). Op een daarvan had u al gereageerd, namelijk de aanbeveling rond de beslissing op het federale niveau om te werken rond de kernuitstap, maar het grootste deel van de aanbevelingen betreft eigenlijk Vlaamse materie, Vlaamse beleidsuitdagingen rond renovatie, hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Het is dus niet onlogisch om ook in deze commissie aan u te vragen wat we extra kunnen doen. Ik zie dat u versterking hebt voor het beantwoorden van deze vraag, dus dat belooft voor de energieonafhankelijkheid van Vlaanderen.
De importafhankelijkheid voor energie bedraagt in België 78,1 procent, het op vier na hoogste cijfer in de Europese Unie. We hebben er dus alle belang bij om hierop te gaan werken. Onder invloed van de hoge energieprijzen betaalt de EU momenteel naar schatting 360 miljard euro per jaar om fossiele brandstoffen te importeren. Ik kan me zo inbeelden dat u en ook elk ander lid van deze commissie heel goed weet wat we allemaal zouden kunnen doen met dat geld in functie van de energietransitie. Energieonafhankelijk worden en vooral de import van fossiele brandstoffen verminderen is dus een bijzonder belangrijke doelstelling die zowel maatschappelijk als economisch grote effecten kan hebben.
Het is niet enkel de energiesector, maar de hele Europese economie die momenteel gegijzeld wordt door de hoge prijzen. De prijzen veroorzaken inflatie, tasten de koopkracht van gezinnen en burgers aan alsook de concurrentiepositie van bedrijven.
De oplossingen zijn eigenlijk gekend, we weten wat we moeten doen, maar dan moeten we het sneller en meer doen. We moeten massaal investeren in energie-efficiëntie, elektrificatie en de uitbouw van eigen hernieuwbare-energieproductie; we moeten nog sterker inzetten op de isolatie van gebouwen, het vervangen van gasketels door warmtepompen en zo snel mogelijk PV-installaties installeren op elk dak in Vlaanderen. Elektrificatie is bovendien dé manier om energie te gaan besparen en onafhankelijker te worden van fossiele brandstoffen. Een warmtepomp is nu eenmaal een stuk efficiënter in de omzetting van energie naar warmte dan een ketel op aardgas bijvoorbeeld en een elektrische wagen verbruikt drie keer minder energie dan een auto met verbrandingsmotor.
Hoe schat u de risico’s in van de energieafhankelijkheid in Vlaanderen op dit moment? Welke maatregelen om op korte termijn onze afhankelijkheid van Russisch gas en olie te verminderen kunt u nemen ter voorbereiding op de volgende winter? Welke middelen zult u hiervoor vrijmaken?
Hoe wilt u op middellange termijn loskomen van de import van fossiele brandstoffen – want het gaat natuurlijk verder dan Russische import?
We staan er op dit vlak niet alleen voor. Op het federale niveau hebben we een minister van Energie die rond energieonafhankelijkheid wil werken. Er is sprake van een taskforce om oplossingen aan te reiken. Is de Vlaamse Regering betrokken bij dit initiatief of zult u op Vlaams niveau een gelijkaardig initiatief nemen?
Zult u de maatregelen uit het Vlaams klimaatplan van eind vorig jaar herbekijken in functie van het debat over energieonafhankelijkheid?
Binnenlandse hernieuwbare energieproductie is dé manier om onafhankelijker te worden van het buitenland. Op welke manier wilt u de doelstellingen voor zon en wind fors optrekken? Ondertussen heeft de Vlaamse Regering op dat punt al een aantal zaken aangekondigd. Graag wat toelichting daarbij.
De heer Aerts heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit aan bij de vraag en vertrek daarbij vanuit de persconferentie die op 14 maart werd gegeven door de Vlaamse Regering. Daarin kondigde u aan een aantal structurele maatregelen te nemen om de stijgende energieprijzen te counteren. Tijdens de plenaire vergadering van vorige week bleek alvast duidelijk dat het niet ging om bijkomende inspanningen om het aandeel Vlaamse heffingen in de energiefactuur te verlagen. Er waren wél inspanningen rond de verbouwpremie en een hogere premie voor warmtepompen. Er werd niet vermeld welke resultaten er met deze maatregelen moeten worden bereikt, hoeveel extra warmtepompen en extra renovaties men wil bereiken. (Opmerkingen)
Ja, ‘veel’, wordt er hier in de zaal gezegd. Maar ik had daar ook wel graag doelstellingen aan gekoppeld gezien. Ik vermoed dat dat ook berekend is.
Op het vlak van renovatie en energiebesparing zien we wel maatregelen, maar geen doelstellingen. En op het vlak van hernieuwbare energie zie ik eigenlijk het omgekeerde: tijdens de persconferentie, maar ook tijdens het debat werd er enkel verwezen naar hogere doelstellingen: van 108 naar 150 megawatt per jaar wat windenergie betreft en van 300 naar 450 megawatt per jaar wat zonne-energie betreft. Maar daar zitten geen maatregelen achter en die verhoging zou enkel gelden voor 2022 en 2023. Dat lijkt mij in alle eerlijkheid dan ook niet de forse stijging waarnaar collega Bothuyne daarnet verwees, maar misschien eerder de bevestiging van de huidige trend op het vlak van hernieuwbare energie die zich nu al voor wind en voor zon aan het voltrekken is.
Minister, ik heb heel wat vragen voor u. Een eerste reeks vragen betreft renovatie. Welke impact verwacht u nu de premies werden verhoogd? Op hoeveel bijkomende renovaties of extra warmtepompen rekent u om te kunnen spreken van een geslaagde maatregel?
Hebt u al een zicht op het effect van de verhoging van de premies voor hybride en gewone warmtepompen in november 2021? Is dat een forse stijging of is die nauwelijks merkbaar?
Ik verwijs naar een discussie die we al eerder hebben aangehaald en waarbij ik op dezelfde nagel blijf kloppen, namelijk of we de premies voor hybride warmtepompen niet beter zouden uitsluiten voor nieuwbouwprojecten, omdat we dan niet van het gas af geraken?
Overweegt u om zoals in Brussel een echte brede alliantie op te zetten met de bouwsector, lokale overheden, VDAB, sociale economie en onderwijs, en zo samen in voldoende mankracht te voorzien om de renovatiegolf waar te maken? Ik verwijs dan naar het project RENOLUTION in Brussel.
Een tweede reeks vragen betreft hernieuwbare energie. Klopt het dat die doelstellingen enkel voor de komende twee jaar worden verhoogd?
Welke extra maatregelen zult u nemen om dit te realiseren? Of verwacht u dat de hoge prijzen de doelstellingen zelf oplossen?
Het is goed dat de doelstellingen worden opgekrikt. Maar in vergelijking met bijvoorbeeld de Dynamische Energieatlas kan er nog veel meer worden gedaan. Waarom tonen we dan niet meer ambitie? Bent u bereid om die op te schroeven?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, ik zal beginnen met het beantwoorden van de vraag naar de maatregelen van de afgelopen week.
Het is pedagogische studiedag en u zult af en toe mijn dochter in beeld zien verschijnen. Er zijn in mijn omgeving veel mensen met corona, waardoor ik geen opvang heb gevonden.
De Vlaamse visienota met bijkomende klimaatmaatregelen van 5 november 2021 bevat heel wat extra maatregelen die samen moeten zorgen voor een verhoging van de energie-efficiëntie en dus ook een vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Ik denk bijvoorbeeld aan de renovatieverplichting voor residentiële woongebouwen – de renovatieverplichting voor niet-residentiële woongebouwen hadden we al genomen –; de verplichting om vanaf 1 januari 2023 in nieuwbouw minstens een hybride warmtepomp te installeren; het verstrengd wetgevend kader voor energie-efficiëntere kmo’s en het schrappen van subsidies voor fossiele nieuwe of ingrijpend gewijzigde warmte-krachtkoppelingen (wkk’s) vanaf 1 januari 2023.
Op 14 maart 2022 heeft de Vlaamse Regering een pakket bijkomende maatregelen goedgekeurd om gezinnen te ondersteunen. Ik besef heel goed dat dat nu niet meteen iets aan die factuur zal doen. We hebben daarbij gefocust op maatregelen voor woningrenovatie en op andere maatregelen om het energiegebruik te doen dalen. Het gaat over een verhoging in 2022 en 2023 van de verbouwpremie voor de twee doelgroepen met een gemiddeld en laag inkomen. Voor de lage inkomens wordt het subsidiepercentage verhoogd van 35 naar 50 procent van de renovatiekosten. Collega Aerts, ik vind dat wél heel veel. Voor de middeninkomens gaat het van 25 naar 35 procent.
Er is ook een verlenging van de tijdelijke verdubbeling van de dakisolatiepremie in 2022 en 2023. Er is de omvorming van de 0 procent-energielening tot ‘Mijn Verbouwlening’. De doelgroep en aard van investeringen van Mijn Verbouwlening zullen maximaal worden afgestemd op de premies. Daarnaast wordt de energielening uitgebreid inzake leningsbedrag. Ook de looptijd wordt uitgebreid.
De basispremie voor hybride warmtepompen wordt ten opzichte van 2021 verhoogd tot 2000 euro, deze voor lucht- en waterwarmtepompen tot 3000 euro. Dat is toch wel een grote vrijstelling die we de komende jaren doen.
Het is natuurlijk nog te vroeg om op basis van cijfers inzake premie-aanvragen en uitbetaalde premies al een uitspraak te doen over de impact van de eerder besliste premieverhogingen. Er verloopt enige tijd tussen een investeringsbeslissing, gevolgd door materiaalkeuze en uitvoerder, en de uitvoering zelf. We zullen daar nog even op moeten wachten.
Voor de tijdelijke verhoging in 2022 en 2023 van de procentuele tegemoetkoming aan de middelste en laagste inkomensgroepen rekenen we op een toename van minstens 10 procent premieaanvragen of minstens 8000 extra premieaanvragen voor deze doelgroepen.
Voor de extra verhoogde premies voor de twee vermelde types van warmtepompen rekenen we op een viervoudiging van de premies voor hybride warmtepompen.
Voor de verhoogde dakisolatiepremie rekenen we op een toename van minstens 10 procent.
De bijkomende middelen kosten 218 miljoen euro. Samen met de middelen die er al waren voor dit jaar en volgend jaar, zitten we op een totaal budget van ongeveer een kleine 700 miljoen euro. Hiermee wordt het volgende jaar en het jaar daarop een gigantisch budget gemobiliseerd.
We zullen uiteraard ook de samenwerking tussen de bouwsector en de energiehuizen versterken. Het is belangrijk dat de bouw kan volgen. De verwachte toename in renovaties stelt de bouwsector inderdaad voor grote uitdagingen, zeker gezien de verwachte uitstroom de komende jaren. De ministers van Onderwijs en Werk zijn mee verantwoordelijk om samen met de partners in het Vlaams Bouwoverlegcomité (VBOC) een actieplan op te stellen. Als ik mij niet vergis hebben we deze week een ontmoeting met het VBOC. Daar zal de thematiek aan bod komen.
De zonne-energiedoelstelling is inderdaad verhoogd, van 300 naar 450 megawatt. We schatten dat 100 megawatt van deze groei gerealiseerd wordt via kleine PV-installaties en 50 megawatt via de grotere installaties. Kleine PV-installaties kunnen rekenen op een investeringspremie. Het bedrag zou in juli 2022 terug naar beneden gaan, maar de regering heeft beslist om het bedrag te behouden, gezien de context waarin we zitten.
Middelgrote installaties kunnen inschrijven op de call groene stroom, die jaarlijks verschillende keren wordt opengesteld. We voorzien hiervoor al in 2022 een bijkomend ondersteuningsbudget van 40 miljoen euro.
Voor windenergie verhogen we de jaarlijkse subdoelstelling van 108 naar 150 megawatt. Hiervoor zullen we de verschillende acties uit het Windplan 2025 versneld implementeren. Ik denk onder andere aan de procedures. De verhoging geldt voor deze legislatuur, maar ik ben wel van mening dat de volgende regering deze verhoogde doelstelling wellicht zal behouden. Dat is de weg die we moeten opgaan.
Ik wil alvast opmerken dat een technisch potentieel, zoals dat in de Dynamische Energieatlas is berekend, niet altijd economisch gerealiseerd kan worden. Sommige gebouwen zijn immers technisch mogelijk geschikt voor zonne-energie, maar hebben door hun lage elektriciteitsverbruik of hoge aansluitingskost geen businesscase om veel zonnepanelen te installeren. Dat neemt evenwel niet weg dat er nog heel veel potentieel is op de daken in Vlaanderen en dat we daar echt wel mee aan de slag moeten gaan opdat we die verhoogde doelstelling behalen.
Er werd ook een vraag gesteld over de taskforce van de federale minister. Ik denk dat het een goed idee is om de vertegenwoordigers van de federale instellingen, zoals de CREG, Fluxys en APETRA, bijeen te brengen om te bekijken hoe de afhankelijkheid van Russisch aardgas en aardolie kan worden verminderd. Dit initiatief past natuurlijk binnen een exclusief federale bevoegdheid, maar ik heb wel geregeld contact, zowel fysiek als telefonisch, met de federale minister om het ene op het andere af te stemmen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik wil beginnen met dat laatste punt. Het is goed dat er een federale taskforce is. Ik ben ook blij dat u overleg pleegt met uw federale collega. Ik hoop dat er ook effectief samengewerkt wordt, want dit is geen exclusieve uitdaging voor Vlaanderen of voor de federale overheid. De helft van het gasverbruik in ons land gebeurt voor residentiële verwarming, een kwart voor de industrie en een kwart voor elektriciteitsgeneratie. Dat laatste is inderdaad een verhaal dat voornamelijk federaal bepaald en geregeld wordt, maar drie vierde van het gasverbruik valt eigenlijk onder de bevoegdheid van Vlaanderen. Dan gaat het voornamelijk over het residentiële gebeuren. Op dat vlak ben ik blij met de verhoogde premies en de ondersteuning die u biedt. Ik wil u oproepen om dat structureel te maken en om tegelijkertijd ook een monitoring te doen van de prijzen. We zien natuurlijk dat bijvoorbeeld isolatie en warmtepompen, evenals alle andere grondstoffen en bouwstoffen, snel in prijs aan het stijgen zijn. We moeten er dus voor zorgen dat het effect van de premieverhoging die u voorziet niet teniet wordt gedaan door de prijsverhogingen die zich op de markt manifesteren. Ik denk dat daar monitoring nodig is, zodat de steun die Vlaanderen geeft nog effectief voldoende een hefboom is om extra investeringen uit te lokken, want daar gaat het uiteindelijk om.
Het is ook goed dat er een extra budget van 700 miljoen euro is vrijgemaakt. De grote uitdaging zal zijn om die 700 miljoen euro de deur uit te krijgen, minister. Ik denk dat we daarvoor ook nog stappen zullen moeten zetten. Ik vrees dat heel weinig mensen in de bouwsector, heel weinig architecten en heel weinig lokale besturen op dit moment een goed zicht op hebben op de manier waarop de ondersteuning nu precies in elkaar zit. Ik heb onlangs nog vragen gekregen van collega’s uit het parlement over wat er nu precies beslist was inzake steunverhogingen. Als de collega’s in dit parlement al moeilijk kunnen volgen, maak ik me dus geen enkele illusie over hoe dat zit bij woonloketten of lokale besturen die hun burgers in de eerste lijn adviseren. Er is dus actie nodig om mensen mee te krijgen in dat verhaal en om de juiste informatie te verspreiden.
Ik wil nog ingaan op een laatste element. Er komt decretaal werk aan om die hybride warmtepomp minstens te verplichten bij nieuwbouw. Ik denk dat we toch moeten nadenken of het niet beter is om meteen over te schakelen op een warmtepomp als norm en verplichting. De realiteit heeft ons ingehaald. Ik weet dat er een opstap was: we gaan eerst de hybride warmtepomp verplichten bij nieuwbouw en daarna pas de andere types van warmtepompen die volledig zonder fossiele energie werken. Ik denk dat we een stap verder kunnen en moeten gaan. Ik kende daar graag uw mening over. Bent u bereid om dat aan te passen? De markt zal al een stuk van het werk doen, maar ik denk dat het belangrijk is om ook regelgevend de juiste richting aan te geven.
De heer Aerts heeft het woord.
Ik zal voor een groot stuk inpikken op wat de heer Bothuyne heeft gezegd en ik begin bij het laatste omdat dat nog het verst in mijn geheugen zit. Ik ben er absoluut ook van overtuigd dat het nu niet het moment is om de lock-in van hybride warmtepompen in nieuwe woningen te subsidiëren. Dat is niet wat we nodig hebben en ook niet wat de woning zelf nodig heeft. Laat ons dit dus niet verder promoten met subsidies. Ik sluit me helemaal aan bij die vraag.
Wat de premies betreft, zal het inderdaad een uitdaging zijn om de budgetten op te krijgen want dat is nu ook al het geval. Dat is een eerste uitdaging. Een tweede uitdaging is ervoor te zorgen dat die premies worden gebruikt door wie deze het meest nodig heeft. Dan zitten we opnieuw met het systeem van premies waarmee men achteraf budgetten krijgt, of met de renteloze leningen waar dan ongetwijfeld ook opnieuw naar wordt verwezen. Maar de mensen die in de meest precaire situatie zitten, in de slechtst gerenoveerde woningen, staan er financieel vaak zo slecht voor, dat het voor hen niet volstaat om met premies of energieleningen te werken die al dan niet renteloos zijn, want ze kunnen die er gewoon niet meer bijnemen. De spaarpot is opgegaan aan de energiefactuur en zij hebben niet die marge om die investeringen nog te prefinancieren. We moeten daar dus verder kijken naar een rollend fonds, naar manieren om te prefinancieren in plaats van het achteraf te geven. Dat is echt heel belangrijk met die focus op de allerarmsten in vaak de slechtste woningen.
Mijn vraag is of daar nog extra inspanningen zijn gepland. Dat sluit ook een beetje aan bij mijn vraag waarin ik verwees naar het project in Brussel met RENOLUTION. Tenzij ik me vergist heb, want ik was af en toe afgeleid door de extra bezoeker in de commissie, denk ik dat u daar geen antwoord op hebt gegeven.
Wat het verhogen van de doelstellingen voor deze legislatuur betreft, sprak u zelfs over de hoge doelstellingen voor zonne- en windenergie. Sta me toe om dit niet op deze manier te kunnen onderschrijven. Dit is een bevestiging van de huidige tendens, dat zien we de laatste dagen nog meer in de media. Dit is gewoon doelstellingen aanpassen aan de realiteit terwijl doelstellingen het beleid ertoe zouden moeten leiden om extra inspanningen te doen om de doelstellingen te realiseren. Maar dat ontbreekt hier. Die doelstellingen moeten omhoog maar er is vooral ook nood aan ambitieuze maatregelen om daar effectief werk van te maken. Op federaal vlak worden inspanningen geleverd met de btw-verlaging en dergelijke. U zult wel kunnen uitpakken met ruim overschreden doelstellingen, daar ben ik al van overtuigd, maar dat heeft vooral te maken met de doelstellingen zelf. Naast de inspanningen die u op voorhand al had aangekondigd en sinds de wereld is veranderd, is het toch voor iedereen duidelijk dat we meer moeten doen rond hernieuwbare energie. Ik hoop dat daar nog extra maatregelen over in de pijplijn zitten.
De heer Schiltz heeft het woord.
Wat de doelstellingen betreft, hebben wij natuurlijk ook in regeerakkoorden en bij andere aangelegenheden tussen de partijen stevig gediscussieerd. Destijds was gekozen om iets voorzichtiger te beginnen en dan te kijken hoe ver we zouden kunnen springen. Wel, we zullen nu moeten springen. We zijn aan het springen maar we zullen nog veel forser moeten springen. Ik juich natuurlijk toe dat een en ander wordt gerealiseerd, dat is voor een deel conjunctuur en voor een deel beleid, maar vandaag is het minder aan de orde om exact uit te vogelen wat nu exact de impact is van het beleid of van andere elementen. Ik denk dat de uitdagingen kolossaal zijn en dat we stilaan moeten nadenken over hoe we niet langer over tientallen of zelfs 100 megawatt kunnen spreken maar over gigawatt.
U hebt aangehaald dat de businesscases voor gebouwen inderdaad vaak nog beperkt zijn omdat een gebouw bijvoorbeeld niet optimaal ligt of omdat vooral het gebruik van het gebouw niet voldoende is om de eigen consumptie over te nemen. En daar komen we natuurlijk ook bij nog een van die belangrijke werven die hopelijk de transitie of de groene-energierevolutie verder kan stuwen, en dat zijn de energiegemeenschappen. Wanneer gebouwen veel energie kunnen produceren, dan is het niet onze grootste zorg dat zij die energie zelf consumeren maar wel dat die energie ergens nuttig terecht kan komen. En dan denk ik dat dat potentieel nog veel beter verzilverd kan worden.
Ik denk dat het nu vooral ook zoeken is naar structurele maatregelen. We hebben een aantal premies ingezet. We hebben hier en daar ook moeten remediëren aan transitie-uitdagingen. Daar hebben we het vanmorgen met de ombudsman nog over gehad. Maar het is nu zoeken naar structurele maatregelen die ervoor kunnen zorgen dat er een stuwende investeringsgolf komt naar energie. De condities voor investeringen zijn goed. Die zullen nog een heel aantal jaren zo blijven, en dus is het een beetje zoeken wat we verder kunnen doen. Ik vraag me af of we er ook niet over moeten nadenken om het noodkoopfonds uit te breiden naar de bredere bevolking.
Iets anders is, collega Aerts, dat de meest precaire gezinnen die het moeilijk hebben, die het kwaad hebben, die op de armoedegrens balanceren, zelden huiseigenaars zijn. Bij de oudere bevolking zijn er wel arme gepensioneerden maar er zijn heel veel huurders. Natuurlijk moeten we dan ook kijken hoe we met de eigenaarsmarkt aan de gang gaan om de eigenaars van huurwoningen te stimuleren om fors in hun woningen te investeren. Want natuurlijk, een huureigenaar plukt niet de energiewinsten van zijn investeringen. We moeten natuurlijk zien dat hetgeen mensen nu te veel betalen aan energie ze niet aan huur moeten betalen. Dat zal nog doortastend ingrijpen vergen, lijkt mij, of slimme constructies opzetten zijn, zodat ook de eigenaars die nog een beetje een spaarpotje hebben, gemotiveerd worden om te investeren in huurwoningen zodat huurders ook lagere facturen kunnen betalen.
Minister, u merkt het, een aantal van de maatregelen die u genomen hebt juichen wij uiteraard toe, we steunen die volle bak. Maar wat betreft appartementen, gedeelde woningen, gedeelde eigendom of mensen die huren, zijn er nog uitdagingen om hen minder afhankelijk te maken van fossiele energie.
Wat betreft de hybride warmtepompen, dat is een moeilijke discussie. Uiteraard zou het beter zijn om van in het begin niveau D of geen fossiele hybride warmtepomp te installeren maar meteen volledig energieneutraal of schoon of fossielvrij te gaan. Maar er zijn een aantal plaatsen waar blijkbaar zo’n volledig elektrische warmtepomp niet mogelijk zou zijn, waardoor die hybride nog moet worden overwogen. Maar kunt u er wel op toezien dat dat een zo beperkt mogelijk aantal gevallen blijft om de lock-ins te vermijden, minister? Iemand die vandaag een hybride warmtepomp koopt gaat over een of twee jaar geen volledig elektrische warmtepomp aanschaffen. Daar moeten we zeker waken over de lock-ins.
De heer Tobback heeft het woord.
Om te beginnen, minister, ik steun u wanneer u in de Vlaamse Regering zou aandringen op meer middelen voor goede kinderopvang. Er is duidelijk nood aan, los van de charmante beelden.
Ik steun ook de suggestie van collega Bothuyne dat het inderdaad qua nieuwbouw onzinnig is om overgangstechnologieën zoals hybride warmtepompen in nieuwbouw te installeren. Je installeert die misschien bij een renovatie of in een bestaande woning maar in nieuwbouw is het al te gek om nog overgangstechnologieën in te bouwen. Ga daar meteen naar de finale doelstelling.
Ik wil niet alles opnieuw hernemen wat de collega’s al hebben gezegd en wat ik ongetwijfeld in de toekomst nog heel vaak aan bod ga brengen rond renovatie. U weet wat mijn stokpaardjes daar zijn. Ik wou eigenlijk een wat bredere vraag stellen.
Ik denk dat de huidige crisis wel aantoont hoe kwetsbaar we zijn in functie van onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Er zijn heel veel doelstellingen van de Vlaamse Regering naar instrumenten en naar nieuwe technologieën, maar waar ik een beetje op mijn honger blijf is de recente evolutie inzake de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in Vlaanderen. Ik heb echt niet de indruk dat er in de voorbije tien jaar veel minder afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in onze industrie, in onze woningen, in onze verplaatsingen is gekomen. Er zijn misschien wat technologieën bij gekomen, maar globaal zijn we echt niet minder olie en aardgas gaan gebruiken. Dat is heel erg mijn gevoel.
U wordt deels terecht heel vaak boos over subsidiëring van een aantal hernieuwbare technologieën zoals zonnepanelen. Ja, als er nu een ding is dat we vandaag zien is dat we jaarlijks een hoger bedrag aan subsidie en middelen laten wegvloeien naar regimes als dat van Vladimir Poetin dan dat we ooit besteed hebben aan zonnepanelen. En dat is nog veel schandaliger. Want het geld voor de zonnepanelen bleef tenminste in ons eigen land. Ik denk dat het hoog tijd is dat de Vlaamse Regering – dit is ook een oproep – een duidelijke evaluatie maakt van de evolutie van ons fossiele brandstoffengebruik in de Vlaamse industrie, in de Vlaamse overheid, in de Vlaamse privésfeer, en dat we realistische maar wel keiharde ambities formuleren om dat af te bouwen. En we moeten daar ook een duidelijk pad in bouwen.
Want nu hebben we veel ambities richting 2050 en dergelijke meer maar we monitoren niet elke dag wat we daarvan waarmaken. Dat is echt wel essentieel als we een model willen bouwen dat voor de toekomst solide is en dat vermijdt dat we de oorlogen in onze eigen regio blijven subsidiëren terwijl we ze betreuren. Ik wil een metaoproep doen om dat beter in kaart te brengen en dat veel beter, dag na dag, te monitoren en daar waarschijnlijk zelfs een criterium voor de beoordeling van de regeringsprogramma's van te maken. Ik denk dat je dat heel klaar en duidelijk naar voren moet schuiven en heel klaar en duidelijk moet communiceren naar de burgers en naar de industrie.
De heer Pieters heeft het woord.
Dat wij streven naar energieonafhankelijkheid, is een zeer terechte doelstelling. Dat we proberen de fossiele brandstoffen af te bouwen, is ook een terechte doelstelling. Alleen moeten we kijken dat we niet een deel van onze bevolking links laten liggen. We moeten er wel van overtuigd zijn dat de zaken die we promoten, ook de correcte zaken zijn. Op die manier kunnen we de mensen overtuigen om zaken te doen. Er zijn bijvoorbeeld nog heel veel huizen, zowel in eigendom als in verhuur, die niet voldoen aan de voorwaarden die we stellen. We hebben vanmorgen bij de gedachtewisseling gehoord dat de mensen veel zaken doen die het beleid voorstelt, maar dat ze dat niet bewust doen. Ze zijn daar niet mee bezig. Het wordt hun gewoon opgelegd.
Daarom moeten we ook kijken dat wat we voorstellen en zelfs verplichten, geen brug te ver is. Dat we mensen stimuleren, mensen overtuigen en de mogelijkheid bieden om het te kunnen doen, is een terechte bezorgdheid en een terechte doelstelling. Maar dat we die verplichting opleggen aan mensen die er niet van overtuigd zijn, tot wat brengt ons dat? Er is ook de mindere kant van onze samenleving – mindere kant is natuurlijk een zwaar woord –, de mensen die het niet kunnen en niet de mogelijkheid hebben en die ook niet mee zijn. We moeten ervoor opletten dat we iedereen mee krijgen in de transitie waar we in zitten. Nogmaals, de afhankelijkheid van energie is niet goed. Daar moeten we van af. Maar iedereen moet mee en we moeten iedereen daarvan overtuigen. Een verplichting om zaken te doen, is volgens ons niet de goede oplossing.
Minister Demir heeft het woord.
Wij hebben de doelstellingen nu verhoogd. Besturen is ook continu bijsturen. De richting waar we naartoe moeten gaan, is heel duidelijk. Als we de doelstellingen verder moeten verhogen, dan zullen we dat ook doen. Maar laten we eerst beginnen met die 450 megawatt. Die hebben wij vorig jaar trouwens niet gehaald, collega Aerts. Dat was helaas niet de realiteit. Voor windenergie hebben we ze voor de eerste keer gehaald, de afgelopen jaren niet. Mijn bedoeling is om die trend van 150 megawatt wel te kunnen volgen. Ik ben daar niet zo dogmatisch in. Ik ben heel pragmatisch. Als we moeten bijsturen, dan zullen we dat doen. We zullen natuurlijk naar de budgetten moeten kijken.
Hetzelfde geldt voor hybride warmtepompen. Ik heb vaak naar jullie geluisterd. De experten zeggen dat je voor oude gebouwen wel met hybride warmtepompen moet werken. Ik wil gerust kijken of we bij nieuwbouw die stap niet kunnen overslaan en meteen naar gewone warmtepompen kunnen gaan. Ik ga dat bekijken. Het is nu al de tweede of de derde keer dat verschillende collega’s daar een tussenkomst over hebben gehouden.
We zijn natuurlijk ook de regelgeving waartoe we een half jaar of een jaar geleden hebben beslist, aan het omzetten. We komen daar inderdaad nog dingen tegen waarvan we zeggen dat we ze anders hadden moeten doen. Maar nogmaals, ik sta daar zeker voor open. Zoals collega Tobback zegt, leven we door de oorlog in Oekraïne in een nieuwe realiteit. Waar het beleid vooral keek naar 2030 en 2050, blijken betaalbaarheid en leveringszekerheid nu heel belangrijk, zeker op korte termijn, en dat leidt inderdaad tot drastische wijzigingen en ook een wake-upcall.
We gaan ook proberen om die budgetten, die 700 miljoen euro, buiten te krijgen. Die zijn bestemd voor de gezinnen om ermee aan de slag te gaan, dus wij zijn nu al in overleg met verschillende federaties en organisaties om de beslissingen toe te lichten, waaronder de Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven (FEBEG), Bouwunie, en de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB), zoals toegelicht.
De monitoring van de prijzen, collega Bothuyne, dat moeten we inderdaad goed doen. De opstap met de hybride warmtepompen zal ik laten bekijken en onderzoeken, zeker naar nieuwbouw toe.
Wat noodkoopleningen betreft, weet u dat we extra budget hadden, echt naar de meest kwetsbaren in de samenleving toe. Wij krijgen die budgetten inderdaad niet buiten, maar ik heb daar dit weekend nog met collega Tinne Van der Straeten over gebeld en ik denk dat zij zal laten bekijken hoe we die centen via de OCMW’s tot bij de doelgroep kunnen brengen. Daar zijn we eigenlijk deze week al over in overleg gegaan, zodat de budgetten naar de meest kwetsbaren gaan.
Maar nogmaals, collega’s, ik ben ervan overtuigd dat we dit moeten doen en dat we dit versneld moeten doen. Dit is niet ‘dit is het’, het is wel wat we de komende jaren gaan doen, versneld. En zoals gezegd, wil ik zeker een aantal zaken herbekijken.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord en engagement.
De warmtepomp voor nieuwbouw, we moeten inderdaad kijken of we dat meteen op de juiste manier kunnen invoeren en lock-ins kunnen vermijden. Hybride warmtepompen zijn bij renovatie inderdaad wel nuttige instrumenten, dus het is goed dat u de steun daarvoor hebt verhoogd.
Ook bedankt voor uw engagement tot het monitoren van de prijzen voor energiebesparende maatregelen, zodat onze ondersteuning voldoende hefbomen blijft bieden ondanks stijgende prijzen, wat ook zeer belangrijk is.
Dat u met de bouwsector aan de slag gaat om de nieuwe ondersteuning toe te lichten en bekend te maken, is goed. Ik zou daar zeker ook de lokale besturen bij betrekken. Niet alleen de OCMW’s, maar ook de diensten Omgeving en Wonen van elk lokaal bestuur zijn belangrijke partners om de Vlaamse ondersteuning goed en beter bekend te maken.
Wat de doelstellingen betreft, denk ik, collega’s, dat we met de klimaatcommissie die binnen een paar weken van start moet gaan, een kans krijgen. Binnen die commissie kunnen we bekijken of we op een goede en gefundeerde manier onze doelstellingen verder kunnen optrekken en daar misschien steunmaatregelen aan kunnen koppelen. Maar dat is werk voor de komende weken.
De heer Aerts heeft het woord.
Collega’s, de afgelopen maand is de wereld veranderd. Op microschaal zorgt dit ervoor dat de uitgestoken hand van de federale minister van Energie eindelijk beantwoord wordt en dat er opnieuw constructieve contacten zijn. Dat stemt mij verheugd. Dat hebben we meer nodig, niet alleen achter de schermen, maar ook ervoor: in plaats van mekaar vliegen af te vangen en elkaar aan te vallen, zou het beter zijn dat we als land, met alle gewesten en overheden, tonen dat we samen met onze burgers de strijd aangaan tegen die energieonafhankelijkheid en, voor hen persoonlijk, tegen die fel gestegen energiefactuur.
Dat is op microschaal. Maar op grotere schaal toont dat ook wel aan dat we absoluut een turbo nodig hebben op energiebesparing. Daar worden maatregelen rond genomen, zoals de verhoging van de renovatiepremies. Maar onze grote bekommernis blijft daar, ten eerste, hoe we dat kunnen uitrollen, en vooral, ten tweede, hoe we iedereen mee kunnen krijgen.
Rond die turbo op hernieuwbare energie vraag ik naar de doelstellingen, niet per se voor die doelstellingen, maar vooral omdat ik daar geen nieuwe extra bijkomende maatregelen tegenover zie staan. En ik denk dat we die absoluut ook nodig hebben. Ik hoop dan ook dat we in die klimaatcommissie niet enkel zullen discussiëren over die doelstellingen, maar ook over welke maatregelen we nu extra kunnen nemen om ook effectief op hernieuwbare energie in Vlaanderen een turbo te zetten. Want dat hebben we nodig en dat hoor ik ook vandaag weer niet in het gesprek naar boven komen.
Maar ik wil afsluiten met het positieve nieuws dat we nu van alle kanten horen: dat het geen goed idee is om in nieuwbouw hybride warmtepompen te installeren. Ik hoop dat we daar samen werk van kunnen maken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.