Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, de Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen (VARIO) heeft op uw vraag een advies opgesteld over het Beleidsplan Wetenschapscommunicatie 2022-2030. Als het goed is, mag het ook worden gezegd. De adviesraad beoordeelt dit plan in diverse opzichten als positief.
Ze zien daarin de volgende positieve punten: de continuïteit met het vorige beleidsplan, het zoeken naar synergieën, meer inzetten op citizen science, het stimuleren van het maatschappelijk debat, de koppeling met de STEM-agenda 2030 (Science, Technology, Engineering and Mathematics) en de monitoring via de wetenschapsbarometer.
Daarnaast benoemt VARIO een aantal groeikansen voor toekomstige keuzes in het wetenschapscommunicatiebeleid. Ze vertaalden deze kansen naar vijf aanbevelingen. De eerste is om wetenschapscommunicatie zoveel mogelijk in te bedden in de huidige maatschappelijke context met de ambitie om van Vlaanderen een topregio te maken. Ten tweede: haal meer uit alle mogelijke partners in het wetenschapscommunicatiebeleid, zoals individuele onderzoekers, onderzoeksinstellingen, hogescholen, de VRT, de bedrijven en sectoren, en het onderwijs. Ten derde: werk meer vanuit een vraaggedreven perspectief, en werk strategieën uit voor specifieke doelgroepen zoals meisjes, kansengroepen, min-12-jarigen, 12- tot 18-jarigen enzovoort. Ten vierde: geef extra aandacht aan STEM, aan taal en begrijpend lezen én aan interdisciplinariteit. Ten vijfde: werk beter uit hoe het beleidsplan wetenschappelijke geletterdheid bij de algemene bevolking kan bevorderen.
Ik heb hierover een aantal vragen aan u, minister.
Volgt u deze aanbevelingen van VARIO?
Op welke manier gaat u met deze aanbevelingen om? Welke aanbevelingen neemt u verder op?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega De Roo, voor deze zeer vlotte vraagstelling. Eerst en vooral wil ik VARIO bedanken voor dit advies. Ik vind het goed dat ze op deze wijze tewerk gaan. U weet dat het mijn ambitie is om wetenschap in de harten van eenieder te krijgen en om het draagvlak te vergroten. Ik deel dus absoluut de visie van VARIO dat een excellente wetenschapscommunicatie extreem belangrijk is.
We zijn nu aan het bekijken hoe we die aanbevelingen kunnen concretiseren. We willen in stappen werken.
Bij de uitvoering van het wetenschapscommunicatiebeleid zijn diverse structurele partners betrokken. Dat zijn organisaties die als kerntaak hebben bij te dragen aan een of meerdere van onze beleidsdoelstellingen. We hebben een convenant afgesloten met een looptijd van vijf jaar.
Dit jaar zal, na afloop van de evaluaties van de convenanten van RVO-Society en van de volkssterrenwachten, het advies benut worden bij het opmaken van nieuwe convenanten voor deze organisaties. Ik zal die adviezen bezorgen aan alle partners zodat zij er hun eigen strategische en operationele doelstellingen op kunnen afstemmen. Volgend jaar wil ik dat ook herhalen voor FTI vzw (Flanders Technology International), voor de expertisecellen wetenschapscommunicatie en voor Eos Wetenschap vzw.
Ondertussen vragen we ook aan VLAIO om in het STEM-beleid maximaal met die aanbevelingen rekening te houden, vooral dan met aanbeveling 3 en aanbeveling 4. Vanuit de STEM-werkgroep en de STEM-stuurgroep die VLAIO trekt en waaraan ook het departement Onderwijs deelneemt, kunnen aanbevelingen 3 en 4, en gedeeltelijk ook aanbeveling 2, doorstromen naar de onderwijswereld.
Het Duitse initiatief waarnaar VARIO verwijst, ‘Komm, mach MINT’, dat voor een verdubbeling van het aantal meisjes in STEM-richtingen heeft gezorgd, is superinteressant om van dichtbij te bekijken. Hier willen we dus ook absoluut op inzetten.
Onder aanbeveling 2 verwijst VARIO naar het FRIS-onderzoekportaal (Flanders Research Information Space). VARIO suggereerde dat er nog opportuniteiten liggen naar outreach. Dat is een piste die we ook al aan het verkennen zijn. Nog onder aanbeveling 2 verwijst VARIO naar het belang van de VRT in het kader van wetenschapscommunicatie. De VRT doet al vrij veel. Dat is ook opgenomen in de huidige beheersovereenkomst, die loopt tot 2025. Ik zie voor hen dan ook een belangrijke rol weggelegd.
De vijfde en laatste aanbeveling interpreteer ik als een aanmoediging om op de ingeslagen weg verder te gaan. Met onze ondersteuning van het project wetenschapsjournalistiek van journalismfund.eu, van de wetenschapscommunicatieacademie van SciMingo, van de Universiteit van Vlaanderen, van Eos Wetenschap vzw en van Scivil, het Vlaams Kenniscentrum voor Citizen Science, denk ik dat die aanbeveling zich al in de uitvoeringsfase bevindt.
Ik vat samen, collega De Roo: het is een goed advies dat we volop aan het implementeren zijn en dat we ook als leidraad willen gebruiken bij de hernieuwing van onze convenanten.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw duidelijk antwoord. Uit vorige adviezen van VARIO weten we natuurlijk dat communicatie echt wel de basis is om onze burgers meer te betrekken bij het wetenschapsbeleid. Het is een zeer belangrijk beleidsplan en het is ook goed dat de adviezen meegenomen zullen worden bij de opmaak van de nieuwe convenanten.
De voorbeelden die u eruit hebt gehaald, had ik ook opgeschreven. Die Duitse actie ‘Komm, mach MINT’ lijkt mij een zeer interessant initiatief om verder te verkennen. Ik ben dan ook blij dat die aanbeveling wordt meegenomen.
Ook over het FRIS-onderzoeksportaal had ik iets genoteerd. Er is een portaal, een verzameling van heel wat wetenschappelijk onderzoek, maar de suggestie van VARIO is om onderzoekers niet te belasten met de communicatie daarvan, maar ook wetenschapsjournalisten daarvoor in te schakelen. Dat vond ik op zich ook een interessante piste.
Ik neem er nog twee uit. Het mediagebruik van jongeren wordt telkenmale herhaald en is variabel in de tijd. We mogen de invloed van rolmodellen zeker niet onderschatten. Misschien moeten we eens bekijken hoe we die kunnen meenemen. Niet elke jongere kijkt naar de VRT of de kanalen daarvan. We kunnen die rolmodellen zeker inschatten, ook in het wetenschapsbeleid.
Ten slotte vond ik bij de laatste aanbeveling over de wetenschappelijke geletterdheid en het kritische denken de conclusie van VARIO zeer goed, in de zin dat ze daar extra argumenteerden dat, als je wetenschappelijke geletterdheid en dat kritische denken aanbrengt, je ook kritisch genuanceerde houdingen krijgt, mensen die fake news kunnen onderscheiden van echt nieuws. Dit kan ook een dam opwerpen tegen polarisatie in de samenleving. We hebben er allemaal baat bij dat er ideeën en logische argumenten worden geformuleerd en dat we op basis daarvan in debat kunnen gaan, onder andere in dit parlement. Ik dank u voor uw antwoord.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel voor de aanvullingen en voor de appreciatie, collega De Roo. Ik heb gezien dat u mijn tip heb gevolgd en de Volkssterrenwacht in Gent hebt bezocht. Dat is trouwens een zeer interessante tip. Ik vind dat die volkssterrenwachten te weinig in het hart van iedereen zitten. We zullen daar een interessante nieuwe convenant mee afsluiten.
U maakte een opmerking over die rolmodellen. Die zijn ontzettend belangrijk. Ik vind het super om de resultaten van dat Duitse project te zien. Het is belangrijk dat we onze wetenschapscommunicatoren inzetten op media zoals Instagram en TikTok. Het is goed om die jongerenkanalen te gebruiken. Technopolis werkt zo al een hele tijd samen met bloggers om via sociale media jongeren te bereiken. We leggen de link met wetenschapsjournalisten. Zij hebben trouwens een belangrijke rol gespeeld in het tegengaan van fake news.
De vraag om uitleg is afgehandeld.