Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, deze vraag gaat inderdaad over de nieuwe inspectie- en screeningsdienst. Het betreft een dienst waar u en ik hoge verwachtingen over hebben in verband met de uitvoering van het nieuwe Eredienstendecreet. Zij worden verondersteld om aan u als minister kwalitatieve adviezen te geven om al dan niet nieuwe erkenningen af te leveren, maar ook – u weet dat ik dat even belangrijk vind – om eventueel erkenningen in te trekken, mocht dat nodig zijn. Ik denk dat het belangrijk is dat zij kunnen rekenen op een uitgebreid netwerk, zowel van andere Vlaamse diensten als van de geloofsgemeenschappen zelf. U ziet al waar ik naartoe wil, we zitten daar alweer met hetzelfde probleem.
Mijn vragen voor u zijn de volgende.
Een, op welke manier zal de informatie -en screeningsdienst communiceren met de andere Vlaamse overheidsdiensten ter ondersteuning van de uitvoering van zijn taken? Werden hiervoor samenwerkingsprotocollen of afspraken gemaakt?
Twee, wat is de stand van zaken met betrekking tot de noodzakelijke afspraken met de verschillende veiligheidsdiensten om data-uitwisseling en informatiedeling te optimaliseren? Zijn hierbij concrete samenwerkingsafspraken op papier gezet?
Drie, zal de informatie -en screeningsdienst op regelmatige wijze formeel contact onderhouden met de representatieve organen, of wat daarvan overschiet, van de erkende geloofsgemeenschappen? Zijn er reeds bilaterale contacten geweest omtrent de nieuwe erkenningsvoorwaarden en de bevoegdheden van de screeningsdienst?
Minister Somers heeft het woord.
Mevrouw Sminate, voor wat betreft de Vlaamse overheidsdiensten en waar ze samenwerken, kan ik u zeggen dat zij informatie moeten inwinnen bij federale, Vlaamse, provinciale en lokale overheidsdiensten. Wat de Vlaamse overheidsdiensten betreft, zal men informatie inwinnen en uitwisselen met de volgende instanties: de dienst Erediensten van het Agentschap Binnenlands Bestuur, die de erkenningsaanvragen behandelt en het kenniscentrum vormt voor alle regelgevende en juridische aspecten rond het thema erediensten, het Agentschap Integratie en Inburgering voor informatie rond de inburgeringsverplichting van de bedienaars van de eredienst, en het Departement Werk en Sociale Economie voor informatie over de arbeidsvergunningen verleend aan de bedienaars van de eredienst voor tewerkstelling in een erkende lokale geloofsgemeenschap.
Indien de informatie- en screeningsdienst informatie wenst in te winnen, neemt ze steeds contact op met deze Vlaamse instanties, wat ook is gebeurd in een aantal concrete dossiers die door de dienst worden opgevolgd. De samenwerking tussen de informatie- en screeningsdienst en de andere overheidsinstanties zal de komende maanden intensiever zijn zodra er erkenningsaanvragen voor de verkorte procedures tot uiterlijk 15 november 2022 worden ingediend. De dienst zal ze dan grondig moeten screenen op de ontvankelijke erkenningsaanvragen. Momenteel is er maar één erkenningsaanvraag ingediend. Het betreft een protestantse lokale geloofsgemeenschap. Dat lijkt me normaal, de informatiecampagnes zijn nu nog bezig. Ook de rooms-katholieke kerk heeft op dit moment nog geen enkel dossier ingediend.
In een aantal concrete dossiers is ook rechtstreeks contact geweest tussen de informatie- en screeningsdienst en een aantal burgemeesters en schepenen, leden van lokale integrale veiligheidscellen (LIVC’s) en de information officer van de lokale taskforce (LTF) van Limburg. In het kader van de verdere uitbouw van het netwerk van de screeningsdienst zijn er door deze dienst ook contacten gelegd met andere relevante instanties zoals de FOD Justitie, de dienst Vreemdelingenzaken en het College van Gouverneurs. Deze contacten waren vooral gericht op wederzijdse kennismaking en toekomstige samenwerking en informatie-uitwisseling.
Ook heeft de informatie- en screeningsdienst goede contacten uitgebouwd met de verbindingsofficier geïntegreerde politie van de Vlaamse Regering, de heer Luc Vanlouwe, hoofdcommissaris van de federale politie. De verbindingsofficier heeft voor de informatie- en screeningsdienst ook een aanvraag verricht aan de federale minister van Binnenlandse Zaken en het College van procureurs-generaal voor toegangsrechten tot politionele informatie in het kader van controlebevoegdheden.
De dienst heeft de afgelopen maanden ook nauwe contacten gelegd met de federale veiligheidsinstanties, die prioritaire veiligheidspartners zijn van de dienst. Met Staatsveiligheid en het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) is er regelmatig overleg en wordt vertrouwelijke informatie al uitgewisseld met de personeelsleden van de dienst die over een veiligheidsmachtiging beschikken. Met de federale politie is er ook contact geweest voor een toekomstige samenwerking. Met de lokale politie wordt ook samengewerkt wanneer dat nodig is bij een concreet dossier.
Zoals u hoort, heeft de informatie- en screeningsdienst, een dienst die nog maar recent werd opgericht, al heel wat contacten gelegd en al de nodige info uitgewisseld met andere instanties. Die samenwerking wordt het komende jaar geformaliseerd in informatie-uitwisselingsakkoorden, waarvoor de dienst de decretale bevoegdheid heeft om ze te sluiten.
Voor het concreet sluiten van zulke akkoorden, waarbij ook persoonsgegevens worden uitgewisseld, is er een juridische moeilijkheid gerezen vanuit het oogpunt van de GDPR-regelgeving (General Data Protection Regulation). Tijdens het lopende regelgevende traject voor de opmaak van het uitvoeringsbesluit rond het digitaal uitwisselen van informatie tussen de verschillende actoren, lokale besturen, toezichthoudende overheden, representatieve organen, eredienstbesturen, vernoemd in het Erkenningsdecreet, heeft de Vlaamse Toezichtcommissie geoordeeld dat de informatie- en screeningsdienst voor de verwerking en uitwisseling van persoonsgegevens zelf decretaal als gegevensverantwoordelijke moet worden aangeduid. Dat betekent concreet dat artikel 47, paragraaf 2, van het Erkenningsdecreet dient te worden aangevuld met de informatie- en screeningsdienst als gegevensverantwoordelijke. Mijn administratie is momenteel bezig met een voorstel daarvoor, opdat het decreet door het Vlaams Parlement op dat punt kan worden aangepast.
Ik geef ook mee dat voor bepaalde informatie de dienst ook netwerken zal uitbouwen met relevante buitenlandse overheidsinstanties, in eerste instantie rond mogelijke ongewenste buitenlandse invloed en inmenging, aangezien die veelal uitgaat van transnationaal georganiseerde actoren. Denk maar aan de Moslimbroederschap, Milli Görüs en Diyanet.
In het kader daarvan is de informatie- en screeningsdienst recent lid geworden van een platform van overheidsinstanties van verschillende EU-landen, onder andere Frankrijk, Duitsland, Nederland, Denemarken, Oostenrijk en Zweden. Dat platform zet zich in rond de aanpak van ongewenste buitenlandse inmenging in geloofsgemeenschappen. Ook de dienst van de Europese coördinator voor terrorismebestrijding maakt daar deel van uit.
Op dat platform worden verschillende zaken besproken, zoals het in kaart brengen van binnenlandse en buitenlandse actoren en netwerken rond religieus gedreven ideologieën. Ook worden expertise en ervaringen uitgedeeld rond de aanpak van ongewenste buitenlandse beïnvloeding en financiering, van preventie van extremisme en dergelijke meer. Dat is dus een cruciaal internationaal platform, dat recent is opgericht, waarbij landen die te maken hebben met die buitenlandse invloeden, eindelijk de handen in elkaar slaan. Want je kunt dat alleen maar transnationaal aanpakken. De Oostenrijkers zijn daarbij, de Duitsers, de Nederlanders.
Dat platform tussen verschillende Europese overheidsinstanties is tot stand gekomen naar aanleiding van uw dienaar zijn pleidooi op het Vienna Forum on Countering Segregation and Extremism in the Context of Integration van 28 oktober 2021 voor een structurele Europese samenwerking en uitwisseling van informatie over de problematiek van buitenlandse inmenging, die de landelijke en regionale grenzen overschrijdt. Er was op dat forum grote interesse in ons nieuwe Erkenningsdecreet, meer bepaald in het verbod op buitenlandse financiering. Het is daar in Wenen dat ik het idee van een transnationale samenwerking heb gelanceerd, waar nu toch al een achttal landen zich formeel toe hebben geëngageerd.
Ook de Nederlandse overheid toont interesse in de aanpak van ongewenste buitenlandse inmenging via het nieuwe Vlaamse Erkenningsdecreet en de werking van de informatie- en screeningsdienst. De Nederlandse overheid vroeg via haar ambassadeur aan mij om een werkbezoek daarover te organiseren. Want wij staan daar eigenlijk verder dan de Nederlanders. Vlaanderen gidsland!
Het werkbezoek wordt momenteel nog voorbereid, maar het is de bedoeling dat het dit jaar zal plaatsvinden. Daarbij zullen vertegenwoordigers van verschillende Nederlandse overheidsinstanties – justitie, binnenlandse zaken, buitenlandse zaken, sociale zaken en de Nederlandse veiligheidsdiensten – toelichting krijgen over ons nieuwe Erkenningsdecreet en hoe we vanuit Vlaanderen werken rond het thema erediensten. De bedoeling is dat de informatie -en screeningsdienst ook een samenwerkingsakkoord zal sluiten met de relevante Nederlandse overheidsinstanties voor de uitwisseling van informatie, aangezien beide landen nauw verbonden zijn op dit vlak, en ook op het vlak van het verkeer en de banden die er bestaan tussen gemeenschappen.
De representatieve organen zijn voor de informatie- en screeningsdienst belangrijke partners aangezien de Vlaamse decreetgever ze ook een rol heeft toebedeeld bij zowel de erkennings- als de screeningsprocedures. Zo geeft het representatief orgaan adviezen bij de erkenningsprocedure en bij de opheffingsprocedure. Ook wordt het representatief orgaan in kennis gesteld van mogelijke tekortkomingen door lokale geloofsgemeenschappen.
De directeur van de informatie- en screeningsdienst heeft zijn dienst en de werking ervan een eerste maal kunnen voorstellen aan de vertegenwoordigers van de representatieve organen op de vergadering van 21 januari 2022 van de Vlaamse Interlevensbeschouwelijke Dialoog.
Momenteel is de directeur bezig met een kennismakingsronde, waarbij de representatieve organen individueel worden bezocht met als doel elkaars werking toe te lichten, de verwachtingen af te stemmen en afspraken te maken over informatiedoorstroming. De informatie- en screeningsdienst zal dus voor de uitvoering van zijn decretale opdrachten nauw samenwerken met alle organen. Dat is de stand van zaken van een pril orgaan dat een zeer dynamische werking aan de dag legt en al veel contacten heeft uitgebouwd.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, het doet me heel veel plezier om te horen dat er zoveel internationale belangstelling is voor het idee dat ik in 2019 – u was erbij – op tafel heb gelegd over de oprichting van een screeningsdienst om het verbod op buitenlandse financiering te controleren.
Wat de rest van uw antwoord betreft, bevestigt u eigenlijk dat het van cruciaal belang is dat die screeningsdienst van bij de start over zoveel mogelijk informatie beschikt en dat er geen administratieve rompslomp mag zijn. U bevestigt ook dat het contact met de representatieve organen heel belangrijk is. Zij zouden een gezaghebbende rol moeten hebben en zij zouden moeten kunnen bijsturen wanneer er problemen zijn. Zij zouden ook bijkomende informatie moeten kunnen bezorgen aan die screeningsdienst maar zoals we in de vorige vraag hebben gesteld, zitten we daar alweer met een probleem.
Als ik het goed heb begrepen, zei u ook dat er nauwe contacten zijn met de andere Vlaamse diensten en met de veiligheidsinstanties maar ik heb toch goed begrepen dat daar nog geen officiële protocollen, samenwerkingsakkoorden van kracht zijn? Dat moet nog komen.
Ik heb nog een laatste kleine vraag. Die screeningsdienst is vandaag 100 procent operationeel qua bezetting en organisatie?
Minister Somers heeft het woord.
Wat uw laatste vraag betreft, zijn er nog drie inspecteurs die moeten worden aangeworven. Voor het overige is het kader volzet en zijn de mensen aan de slag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.