Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, de influencercode is nog een element dat we hier al veelvuldig besproken hebben. De code is al enige tijd in opmaak. U gaat dus niet over één nacht ijs. Dat vind ik een goede zaak en dat draagt hopelijk minstens bij aan de inhoud en het gewicht van de code.
Uit onderzoek van de UGent en de Arteveldehogeschool – we hebben dat hier ook al besproken – bleek dat de influencers zelf een deontologische code op prijs zouden stellen. Er was ook sprake van een certificaat voor influencers. Deze elementen werden vorig jaar in mei allemaal aangehaald tijdens een vraag van collega Brouwers.
Ondertussen stelde ik er ook een aantal schriftelijke vragen over. Uit het laatste antwoord op een schriftelijke vraag van mij bleek ook dat er een samenwerking is met verschillende organisaties om deze code op te stellen en dat u ook input krijgt van verschillende influencers. Dat bracht al vier thema’s aan het licht die in deze code opgenomen zouden worden: welzijn, informatie en privacy, geld en discriminatie. Tegelijk vernamen we uit de schriftelijke vraag en van het Kinderrechtencommissariaat zelf dat zij geen betrokken partner zijn in het opstellen van deze code, naar hun eigen verklaringen in deze commissie een spijtige zaak.
Ondertussen lanceerde de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) het Content Creator Protocol, dat aangeeft hoe je conform de regelgeving video’s online kunt plaatsen. Dat is een heel belangrijk element, zeker wat betreft de wettelijke basis. Dat maakt natuurlijk dat er wat vragen kunnen rijzen over de verhouding tussen het protocol en de influencercode. Dat moeten we in het achterhoofd houden.
Minister, met dat allemaal in het achterhoofd kom ik aan mijn vragen.
Mijn eerste vraag leidde ik al in: Op welke manier werd het Kinderrechtencommissariaat betrokken bij het ontwerpen van deze influencercode? Zij gaven zelf aan dat ze niet om advies gevraagd werden.
Hoe zal de nieuwe influencercode zich verhouden tot het Content Creator Protocol van de VRM, dat eerder al gelanceerd werd?
Uit welke hoekstenen zal de influencercode bestaan? Zal het idee van een certificaat zoals meegegeven in het onderzoek van de UGent en de Arteveldehogeschool worden opgenomen?
Influencers overschrijden – en dat verbaast niemand – geografische grenzen, zowel binnen het eigen land als naar het buitenland toe. Ze bereiken mensen uit de verschillende gemeenschappen. Hebt u weet van gelijkaardige initiatieven in andere gemeenschappen die een correlatie hebben met de influencercode?
Minister, kunt u een overzicht geven van welke influencers betrokken waren bij het ontwikkelen van deze code?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Perdaens, dank u wel voor de vraag over een thema dat hier inderdaad al verschillende keren aan bod gekomen is, waar we veel van verwachten, en terecht. Zoals jullie weten zal die influencercode een handleiding zijn voor iedereen die online actief is, een houvast bij twijfel over wat wel of niet gezegd of gedeeld mag worden. De code zal verschillende thema’s behandelen, die onder vier overkoepelende thema’s vallen: welzijn, informatie en privacy, geld en discriminatie.
Het was voor mij essentieel dat de influencercode tot stand kwam in samenwerking met uiteraard experten – en zo hebben we er heel wat in de relevante domeinen die behandeld worden in Vlaanderen – en natuurlijk de influencers zelf. Hierbij is natuurlijk de uitdaging voor een beleidsmaker anders dan in andere sectoren: er zijn geen gekende adviesraden waar de influencers representatief vertegenwoordigd zijn. Het is ook zo dat je natuurlijk als minister van Media vroeger minister van Kranten, Radio en Televisie en eventueel Online Platformen was. Maar ik zie mij nu ook – dat is deze legislatuur heel erg duidelijk aan het worden – verantwoordelijk om de evoluties op sociale media zeer nauwgezet te volgen, zeker ook gelet op mijn bevoegdheid Jeugd. Want je merkt dat voor jonge mensen diegenen die actief zijn op sociale media vaak nog belangrijker en bekender zijn dan diegenen die actief zijn in de klassieke media.
We hebben een poging gedaan om de influencers zo goed mogelijk te betrekken. Allereerst hebben we verkennende gesprekken gehad met een aantal influencers en influencer-agencies. Ook die zijn interessant, omdat ze natuurlijk verantwoordelijkheid hebben op zakelijk gebied voor de influencers en daar ook een heel belangrijke plaats innemen.
Nadien werd ook op mijn vraag, via de bevraging uitgevoerd door de Universiteit Gent en de Artevelde Hogeschool, de input van 179 Vlaamse influencers verzameld over hun houding ten aanzien van een code, hun kennis omtrent de bestaande regelgeving en over de thema’s die zij graag vervat zouden zien in een mogelijke code. Verder zijn ook een vijftal influencers erg nauw betrokken als deel van het kernteam. Die influencers zijn actief op verschillende kanalen en op verschillende domeinen. Er zijn ook verschillende types van influencers bij betrokken, gaande van klassieke influencers op TikTok en Instagram tot zogenaamde ‘mom influencers’.
Ten slotte werd de afgelopen maanden ook volop extra inhoudelijke input verzameld bij andere influencers via de socialemediakanalen van de influencercode.
De input van die influencers wordt momenteel verwerkt tot een onderbouwde tekst en zal voorgelegd worden aan de experten. Het Kinderrechtencommissariaat zal uiteraard gecontacteerd worden aangaande zaken die hen aanbelangen. Waar relevant zal de influencercode bovendien zeker verwijzen naar het Kinderrechtencommissariaat, bijvoorbeeld voor info maar ook als meldpunt. Kinderen kunnen namelijk ook klacht indienen bij het Kinderrechtencommissariaat.
Het is niet de bedoeling dat wij in de influencercode nieuwe regels omtrent reclame opnemen. Per thema verwijzen wij naar de reeds bestaande relevante regelgeving. Onder het thema ‘geld’ zal de influencercode verwijzen naar het Content Creator Protocol (CCP) van de VRM.
Het is belangrijk dat we eerst tot een goed onderbouwde code komen en dat we daarna inzetten op verspreiding en implementatie. In een latere fase zal zeker onderzocht worden of een soort van certificaat of label opportuun is. Daar is het momenteel nog te vroeg voor.
We zien inderdaad dat de problemen waarmee influencers in Vlaanderen geconfronteerd worden, zich ook in andere gemeenschappen voordoen. Dat is evident. Maar ik ben niet op de hoogte van een gelijkaardig initiatief als de influencercode waar influencers terechtkunnen voor tools omtrent verscheidene thema’s, niet in de Franse Gemeenschap noch in andere landen. Uiteraard kan het zijn dat men daarmee bezig is, zonder dat wij dat weten. We hebben uiteraard nauwe contacten met minister Linard van de Franse Gemeenschap en zij is daar bij mijn weten momenteel niet mee bezig.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor de antwoorden. Ik denk dat het uiteraard een goede zaak is om de mening of het advies te vragen van het Kinderrechtencommissariaat, aangezien geen klein aantal influencers zelf jong of minderjarig is. U gaf zonet aan dat in die influencercode ook aangegeven zal worden wat wel en niet gedeeld mag worden. Dan zitten we in de grijze zone tussen wat wettelijk afdwingbaar en wat wenselijk gedrag is. Hoe lijnen we dat wenselijk gedrag dan af? Hoe zou je dat dan afdwingen?
Dat brengt me tot het label, dat al dan niet ingevoerd zou worden, en tot de gevolgen. We hadden het eerder in deze commissie al over het feit dat deze influencercode zeker geen papieren tijger mag zijn en dat je daar ook effectief iets mee moet kunnen doen. Dat betekent ook dat het niet alleen overheidsinstellingen zijn die hiermee aan de slag gaan.
We hadden het daarstraks bij het actieplan Grensoverschrijdend Gedrag over privémediabedrijven die mee op de kar gesprongen zijn. Ik vraag mij af of er bij deze influencercode eenzelfde beweging bezig of mogelijk is. Ik denk dat die minstens wenselijk is.
Het CCP zal ongetwijfeld nuttige inspiratie opleveren, maar zal de code daar dan op afgestemd worden? In welke mate is dat een toegevoegde waarde? Het zou zonde zijn mocht dat gewoon hetzelfde zijn – wat ik niet verwacht. Maar de vraag is dan: wat zal er ruimer zijn?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Het is een interessante vraag, collega Perdaens. Als ik het goed heb begrepen, minister, is er volgens u nog niets dergelijks in de maak in de andere gemeenschappen in ons land en misschien ook niet binnen Europa. Het is ook iets totaal nieuws. U bent zelf met het idee op de proppen gekomen, en ik vind het ook goed dat u daar de tijd voor neemt, dat u dat allemaal heel grondig doet met de influencers zelf, met de agencies, met de hogeronderwijsinstellingen die u daarbij helpen. Ik vind de aanpak heel grondig en degelijk.
U hebt nog geen concrete timing vooropgesteld – tenzij ik die heb gemist –, maar het zou goed zijn om, als die code in de komende tijd in voege zou treden, daar een project van te maken dat u op Europees niveau zou kunnen aankaarten. Ik vind de vraag van collega Perdaens terecht. Die influencers overschrijden de landsgrenzen. De mensen worden beïnvloed door influencers van landen in de hele wereld. We zouden ten minste binnen Europa daar iets mee kunnen doen.
Zoals u uiteraard weet, heeft België in het eerste semester van 2024 het Europese voorzitterschap. U kunt er misschien naartoe werken om daar op dat moment iets mee te doen. Ik geef die suggestie gewoon mee. Als u zegt dat de code tegen dan nog niet ver genoeg gevorderd is, dan heb ik niets gezegd.
Ik vind het een heel interessant thema, en ik bedank collega Perdaens voor de vraag, zodat we een update hebben gekregen.
Minister Dalle heeft het woord.
Wanneer het gaat over wat wel en niet mag worden gezegd, bedoel ik dat de code een houvast kan bieden als er vragen zijn. We zullen geen nieuwe regels bepalen over wat je al dan niet mag doen. De bedoeling is dat je wat betreft wenselijk gedrag kunt wijzen op de risico’s van bepaald gedrag door de impact van online pestgedrag bijvoorbeeld.
De code zal een hulpmiddel zijn om door te verwijzen naar de regels. De grote mediabedrijven zijn normaal gezien wel op de hoogte van die regels. Dat verwacht ik toch. Een belangrijk punt is dat we naast de influencers zelf ook agenten hebben betrokken die vaak instaan voor de zakelijke ondersteuning en ook nut hebben. We hebben gemerkt in de bevraging van de Arteveldehogeschool en de Universiteit Gent dat de influencers – al dan niet ondersteund door zo’n professional – niet altijd goed op de hoogte zijn, ook niet van bijvoorbeeld de regels over marketing of fiscaliteit. Het is duidelijk dat er op dat vlak nog een uitdaging ligt. Uiteraard is er ook de Digital Services Act, die op het Europese niveau wordt behandeld en die ook op de professionele bedrijven en op de sociale mediaplatformen een grote impact zal hebben. We volgen dat vanuit Vlaanderen heel nauwgezet op.
Wat het Content Creator Protocol van de VRM betreft is het niet de bedoeling om dubbelop te werken. Dat kan een vindplaats zijn. Er zijn de VRM-website en de influencercode. Daar kun je die zaken vinden. We zullen daarnaar verwijzen.
Wat de vraag van collega Brouwers betreft is het heel terecht om ook naar het buitenland te kijken. Mijn idee is om in eerste instantie ons huiswerk hier te maken. Het grote voordeel van Vlaanderen is dat we de expertise van de verschillende domeinen die aan bod komen – denk bijvoorbeeld aan zelfdoding met het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie (VLESP), aan mentale problemen, aan gezond leven – allemaal in huis hebben. Die organisaties kunnen helpen bij het opstellen van dergelijke aanbevelingen. Ik ben ervan overtuigd dat het een goed werkstuk zal zijn als het klaar is. Dat zou ook inspirerend kunnen zijn voor de andere gemeenschappen in dit land en misschien ook in een breder Europees en internationaal perspectief. De influencercode zal ruim voor 2024 klaar zijn. Ik ben het helemaal met u eens dat we die ook aanbrengen in het kader van het Europese voorzitterschap begin 2024. De timing zal zeker toelaten om dat op een goede manier te doen. Het is inderdaad overal in de wereld en zeker in Europa een aandachtspunt.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Bedankt, minister, voor de antwoorden en, mevrouw Brouwers, voor het lof. U was natuurlijk een van de anderen mensen die ook al heel vaak vragen stelde over de influencercode. We delen die bezorgdheid dus zeker.
Minister, ik denk dat het een heel belangrijk gegeven zal zijn om dat evenwicht te blijven zoeken tussen wat wettelijk is en wat wenselijk is, om op zoek te gaan naar de afdwingbaarheid van die influencercode.
Tot slot wil ik een bezorgdheid uiten voor u die code afwerkt en voorstelt, het zou enorme zonde zijn mocht die code in plaats van een referentiedocument een opdeling teweegbrengen, tussen influencers type a en type b, waarvan de ene verkozen worden boven de andere. Ik denk dat we daar zeker niet naartoe moeten gaan, of willen evolueren. Het is dus een kwestie om in het achterhoofd te houden, alstublieft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.