Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Deze vraag om uitleg werd via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat u zich geen betere reclame kunt inbeelden voor het terugkeren naar fysieke vergaderingen. Zelf ben ik een voorstander van hybride vergaderingen, maar de discussies daarover lopen nog. Dit is alvast voorlopig mijn laatste vraag in een digitale setting.
Mijn vraag gaat over de productiviteitsgroei in Vlaanderen, of beter gezegd: de bezorgdheden over de stagnerende productiviteit. In het kader van de Vlaamse Brede Heroverweging (VBH) werden een aantal topics aangeduid waarover meer onderzoek nodig is. Ik ga dat hele verhaal niet herhalen.
Voor Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) leverde de projectgroep daarvoor het eindrapport ‘De weg naar een integrale duurzame Vlaamse productiviteitsagenda’ op. Dat rapport maakt een uitgebreide analyse van het Vlaams EWI-beleid en werd reeds besproken in deze commissie. Het rapport besteedt veel aandacht aan de dalende productiviteitsgroei. Voor alle duidelijkheid: de productiviteit in Vlaanderen is nog zeer groot maar we zien een zekere stagnatie. Die groei is de laatste tijd beperkt. Als we, zeker na corona, de economische relance verder willen aanzwengelen, dan moeten we bekijken hoe we die productiviteitsgroei opnieuw kunnen laten stijgen.
De projectgroep pleit daarom voor een algemene doorlichting, een systematische spending review van de gehele Vlaamse begroting met het oog op het detecteren van uitgaven die de productiviteit verhogen. De bedoeling is om uitgaven te detecteren die positief bijdragen aan de Vlaamse productiviteitsagenda.
Via een mededeling aan de Vlaamse Regering werd de lijst van uitgaventoetsingen voor deze legislatuur vastgelegd, waaronder het ‘Vlaams beleid in het kader van de productiviteit’. In die mededeling stonden nog geen details over de concrete uitwerking of de manier waarop die spending reviews zouden gebeuren. Ik heb hierover een vraag gesteld aan minister Diependaele en hij verwees mij door naar de bevoegde vakministers. Daarom richt ik deze vraag tot u, minister.
Minister, kunt u de scope van het onderzoek binnen deze spending review over het Vlaams beleid in het kader van productiviteit verder toelichten? Weet u op dit moment al welke uitgaven en onderwerpen deel zullen uitmaken van het onderzoek?
Op welke wijze zullen de aanbevelingen van de EWI-projectgroep om alle uitgaven over alle domeinen mee in rekening te nemen worden opgenomen? Dus ook infrastructuurwerken, enzovoort.
Hoe gaat u dat concreet aanpakken en welke timing stelt u daarvoor op?
Zult u daarbij ook kijken naar andere beleidsniveaus zoals het federale en het lokale?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vande Reyde, dank u wel voor uw vraag. Ik zal aan minister Diependaele zeggen: ‘foei, dat u naar al de vakministers verwijst’. Nee, nee, ik ben blij dat u de vraag stelt.
De Vlaamse economie kent een zeer hoog niveau van productiviteit, maar sinds de jaren 2000 zien we een dalende productiviteitsgroei. We moeten er dus alles aan doen om die dalende trend te keren. De Vlaamse overheidsuitgaven kunnen daarin een belangrijke rol spelen. Ons beleidsdomein EWI leverde in september 2021 dan ook een eindrapport op in het kader van de VBH, onder de titel ‘De weg naar een integrale duurzame Vlaamse productiviteitsagenda’.
De Vlaamse Regering heeft de bevindingen uit het EWI-rapport meegenomen bij de uittekening van het kader voor de specifieke uitgaventoetsingen voor de periode 2022-2024, zoals vastgelegd in de mededeling aan de Vlaamse Regering op 19 november 2021.
Acht thema’s werden afgebakend die aan een uitgaventoetsing zullen worden onderworpen. Voor het beleidsdomein EWI betreft het een uitgaventoetsing die het Vlaams beleid in het kader van productiviteit als voorwerp heeft.
Zoals door de academische experten in de EWI VBH-projectgroep – de professoren Reinhilde Veugelers en Gert Peersman – aanbevolen werd, is het de ambitie in de oefening om die uitgavenstromen te identificeren die gunstig bijdragen aan de Vlaamse productiviteitsagenda. Het gaat hier dus om een systemische uitgaventoetsing, dus beleidsdomeinoverschrijdend. Welke uitgaven zijn vanuit het oogpunt van productiviteitsverhoging meer of minder efficiënt en effectief en welke schieten hun doel volledig voorbij? Het betreft ook uitgavenstromen in het arbeidsmarktbeleid, in het hoger onderwijs, in digitale en fysieke infrastructuur, in onderzoek en ontwikkeling (O&O), in digitalisering, in verduurzaming, enzovoort.
Hoe pakken we dat nu concreet aan? In de mededeling wordt uiteengezet dat voor de verschillende thema’s een plan van aanpak wordt uitgewerkt voor de uitvoering van de uitgaventoetsing. Hiervoor wordt een bestek opgesteld. Hierin wordt het benodigde budget geraamd, de budgettaire scope van het onderzoek, en er wordt een exactere omschrijving en invulling gegeven aan het thema en de timing. Het departement werkt op dit ogenblik het bestek uit voor de uitgaventoetsing in het kader van de Vlaamse productiviteitsverhogende begrotingsuitgaven. Het plan van aanpak wordt voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Na de lancering van de bestekken wordt ook de uitgaventoetsing door de administraties uitgevoerd. Alle analyses worden opgestart tegen het einde van 2022.
Het doel van de uitgaventoetsingen is om het resultaat ten laatste te kunnen meenemen bij de volgende regeringsvorming. Het resultaat van de uitgaventoetsing moet dus ten laatste beschikbaar zijn voor de onderhandelende partijen. Toch is het ook zo dat om de zes maanden de voortgang van de opgestarte uitgaventoetsingen wordt toegelicht in het kader van de rapportering over Recovery and Resilience Facility (RRF).
Kijken we naar interacties met andere beleidsniveaus? Eigenlijk doen we dit niet op dit ogenblik. De uitgaventoetsing heeft volledig betrekking op het Vlaams beleid. Het is een zeer interessant en uitdagend project waar VLAIO, zoals ik het begrijp, volop met veel plezier mee aan de slag gaat.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, bedankt voor de antwoorden. Ik heb op zich geen bijkomende vragen. Ik ga akkoord met uw aanpak. Dat is een goede aanpak. Het probleem is dat het geen evidente oefening is. Productiviteit is een economisch begrip. Vaak lijkt dat iets heel abstracts.
Maar toch, die productiviteit is de belangrijkste hefboom die we hebben voor economische welvaart in de toekomst en tevens de sleutel voor de financiering van de vergrijzing, van de zorg, van het onderwijs, van alle uitdagingen die er zijn. Ik denk dat het goed is dat er nu op een systematische manier naar wordt gekeken – niet dat het in het verleden niet zo was, maar nu gaan we echt de begroting ‘fileren’ om te kijken welke uitgaven de productiviteitsgroei kunnen aanzwengelen. Dat is een heel goede zaak.
We moeten wel de vraag durven te stellen welke uitgaven echt een factor zijn en hoe we die meer prioriteit kunnen geven in de toekomst om de productiviteit te verhogen. We moeten er ook gebruik van maken in het kader van de verdere inzetting van de relancemiddelen waarvan we dit jaar nog een deel moeten inzetten. We mogen ze zeker niet enkel spenderen aan zaken die misschien leuk en ook wel nuttig zijn, maar niet onmiddellijk een impact hebben op de productiviteitsgroei. We moeten ze richten naar zaken zoals infrastructuur, digitalisering, het bevorderen van het aantal STEM-profielen (Science, Technology, Engineering and Mathematics) enzovoort. Het zijn niet de meest sexy thema’s of thema’s waarmee je begeesterend bent, maar op termijn dreigt echt wel een kloof te ontstaan in de productiviteitsgroei, ook een kloof tussen enerzijds een kleine groep van zeer hoogtechnologische en productieve bedrijven en anderzijds een grote groep van bedrijven die een beetje achterop hinken.
We zullen het verder opvolgen. Ik heb geen bijkomende vragen meer. Ik kan wel nog melden dat uw muzikale ode, als we volgende week fysiek vergaderen, zeker ook op de agenda zal staan.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik twijfel een beetje of ik fysiek wil komen of niet, het hangt een beetje van uw muzikale kwaliteiten af. Ik heb wel begrepen dat, als u iets aanbiedt, het topkwaliteit zal zijn. Bij dezen hebt u het complimentje al op voorhand gekregen.
Ik ben wel tevreden met uw antwoord, al is het niet mijn taak om tevreden te zijn met uw repliek. U erkent dat productiviteit absoluut de essentie is. Het is een heel complex project, dat weet u. Als ik naar mijn eigen bevoegdheden kijk, dan zijn daarin de belangrijkste hefbomen informatisering, innovatie, opleiding, werkbaar werk. Het zijn zaken die ook de productiviteit aanzwengelen.
Ik vind het een heel interessante oefening om te maken. Het zou de eerste keer zijn dat we, of anderen, zo'n werkstuk in handen krijgen vooraleer er een nieuwe regering wordt gevormd. Het is interessant dat je dat kunt meenemen in de prioriteiten die je gaat optekenen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.