Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, om de leesvaardigheid van kinderen uit het lager onderwijs op te krikken, ontwikkelden de digitale leermiddelenmaker VAN IN en Microsoft onlangs een nieuw leerplatform. Leerlingen kunnen zelfstandig oefenen op dat platform en leerkrachten kunnen de vorderingen in leesvaardigheid op de voet volgen. Met de hulp van artificiële-intelligentietechnologie worden het leesniveau en het soort fouten van de leerling geëvalueerd. De leerling en de leerkracht krijgen daarbij feedback van het systeem.
Zelf leg ik daar graag ook de ambities uit het Vlaamse Leesoffensief naast, dat eind vorig jaar gelanceerd werd. Dat actieplan bevat immers heel wat ambitieuze doelstellingen, die domeinoverschrijdend aangepakt worden. Een van de krachtlijnen van het Leesoffensief is het ontwikkelen van drie instrumenten die samen de kwaliteit van de verschillende leescontexten bewaken. Er is sprake van een kader, een scan en bijhorende vorming of professionalisering. Zo kan men op een geïntegreerde en ‘evidence-informed’ manier werken aan het verbeteren van de leesvaardigheid.
Ik heb daarbij de volgende vragen, minister. Werd u betrokken bij of op de hoogte gebracht van het ontwikkelen van het systeem van VAN IN en Microsoft? Welke middelen worden vanuit het Leesoffensief voorzien om scholen kwaliteitsvol en duurzaam aan beter leesonderwijs te laten werken? Hoe wordt concreet werk gemaakt van de ontwikkeling van het leeskader, de leesscan en de professionalisering van het onderwijsveld, zoals omschreven in het Leesoffensief?
Minister Weyts heeft het woord.
Er is in 2020 een nieuwe raamovereenkomst gesloten met Microsoft, maar de leesbevorderingstools maakten destijds geen deel uit van die onderhandelingen. Inmiddels is er wel een demo ingepland met mijn administratie. We gaan op basis daarvan bekijken of we verder kunnen samenwerken.
Het Leesoffensief loopt tot 2030 en is een beleidsdomeinoverschrijdend plan. Onderwijs is daarbinnen uiteraard een cruciale partner, die inzet op strategische en duurzame initiatieven die het projectniveau inzake lezen overstijgen. Uw vraag naar middelen zal ik dus zowel inhoudelijk als systemisch en financieel beantwoorden.
Op systeemniveau denk ik bijvoorbeeld aan de initiatieven die we samen met minister-president Jambon nemen in het kader van het Comité van Ministers van de Taalunie, waar hij natuurlijk niet als minister-president, maar in de hoedanigheid van minister van Cultuur optreedt.
Wat zit daarin? Dat is de omvorming van de Taalraad Begrijpend Lezen voor het basisonderwijs naar een Taalraad, die vanaf dit jaar zal inzetten op de vier talige vaardigheden, lezen, spreken, luisteren en schrijven, omdat die uiteraard onlosmakelijk samenhangen. En er is de samenwerking die we vanuit de Taalunie aangaan met de lerarenopleidingen, zowel voor het vak Nederlands als voor Nederlands als drager van alle vakken. Daar is het van belang om niet alleen te focussen op leesmotivatie, hoe belangrijk ook, maar ook op de drie-eenheid van kennis, vaardigheden en motivatie. Dat is wel geregeld een discussie, maar kennis is in dezen ook wel belangrijk.
Ik ben uiteraard ook blij met het heldere standpunt van de Commissie Beter Onderwijs over het belang van het Nederlands als instructietaal en de handvatten die ook vanuit die hoek zijn aangereikt om het niveau inzake begrijpend lezen aan te pakken. Uit de resultaten van het Programme for International Student Assessment (PISA) en de Progress in International Reading Literacy Study (PIRLS) bleek dat we daar effectief mee aan de slag moeten.
Daarnaast zijn er de financiële middelen voor het Leesoffensief. We zijn eind vorig jaar binnen onderwijs gestart met de goedkeuring van vier trajecten. Ten eerste is dat een langetermijncommunicatiestrategie en een koepelconcept voor het Leesoffensief, gevolgd door een investering in mediaruimte. Die investering wordt meegenomen richting horizon 2030. Ten tweede is er een leesfonds bij de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren, waar het de bedoeling is om via een externe fondsenwerving concrete acties op te zetten. Daarvoor wordt er samengewerkt met de vijf Vlaamse cultuurfondsen. We proberen dus ook van elders middelen te mobiliseren.
Ten derde: vijftig auteursresidenties van telkens minstens zes maanden in evenveel scholen met een beroepsgerichte en dubbele finaliteit, dus in bso en in tso. Dat traject is in volle voorbereiding. Dat zal lopen tijdens de schooljaren 2022-2023 en 2023-2024. De coördinatie is in handen van Literatuur Vlaanderen, met assistentie van de Universiteit Antwerpen.
Ten vierde: het traject (voor)leesversterking na de eerste KOALA-screening wordt gecoördineerd door de vzw Iedereen Leest en ondersteund door de Universiteit Gent. Dat initiatief is ook in volle voorbereiding voor volgend schooljaar en het schooljaar daarop en richt zich natuurlijk op de kleuterklas en het eerste leerjaar van de lagere school.
Naast die middelen voor het Leesoffensief wordt uiteraard ook op andere terreinen versterkt ingezet op de aanpak van het begrijpend lezen. Ik kan verwijzen naar de prioritaire nascholing in het secundair onderwijs die momenteel loopt en de volgende reeks prioritaire nascholing, die inzet op de taalintegratietrajecten na de KOALA-test, dus na de taalscreening. Er zijn ook de zomerscholen, waar de focus op het Nederlands natuurlijk groot is. Ik verwijs ook graag naar de ondertussen reeds twee schooljaren lopende trajecten ‘taalstimulerende activiteiten buiten de schoolse tijd’, waar 57 lokale besturen aan meewerken, en de trajecten ‘lezen op school’, die momenteel ook hun tweede schooljaar beleven. Daar spreken we over 344 scholen.
De voorbeelden die ik noem, zijn natuurlijk ook geen losse projecten. Ze zijn allemaal gebaseerd op de aanbevelingen van de Taalraad Begrijpend Lezen en op de vijf sleutels inzake begrijpend lezen van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor). Op die manier pakken we dus ook de aandachtspunten binnen ons onderwijs methodisch aan en worden de initiatieven via strategische partnerschappen heel breed aangepakt. Ook met vzw ‘de Rand’ en de VRT werken we samen in het kader van het Leesoffensief.
Met de verwijzing naar de leeskaders, de leesscans en de professionaliseringsinitiatieven raakt u eigenlijk ook de kern van het Leesoffensief binnen onderwijs aan. Het leeskader voor het onderwijs zou ik graag laten ontwikkelen door de vijf associaties van het hoger onderwijs, in samenspraak met de klasvloer. Dat leeskader zal een aantal kernprincipes bevatten, zoals de samenhang tussen technisch, begrijpend en gemotiveerd lezen en de samenhang tussen de vier talige vaardigheden. Maar ik kijk daarvoor dus wel naar het werkveld.
Voor het basisonderwijs zijn we al gestart met de leesscans, die daarop geënt zullen zijn en waarmee we ook op termijn voor elke school een eigen foto willen maken, elke school een spiegel willen voorhouden van waar ze voor staan. Dat zit vervat in een onderzoek van Odisee Hogeschool, AP Hogeschool, UGent, Iedereen Leest, de Stichting Lezen en de Taalunie. Het moet nog verder worden uitgebreid, maar we zijn ook daar al gestart.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw zeer uitgebreid antwoord. Het hoeft geen betoog dat we deze passie delen en dat we het lezen zeer belangrijk vinden. We hebben het al een aantal keren aangehaald. Als er één virus is dat we graag verspreiden, dan is het het leesvirus.
Ik ben zeer tevreden over de initiatieven die u aanhaalt. Ik volg er een aantal van zeer nabij op, zoals ‘lezen op school’ en de ‘taalstimulerende activiteiten’, en ik kan daar alleen maar zeer positief over zijn.
Minister, u verwijst naar de Commissie Beter Onderwijs. Voorzitter, ik realiseerde mij dat we de antwoorden op onze vele vragen nog niet hebben ontvangen. Misschien moeten we dat nog bespreken in de regeling van de werkzaamheden, want daar ben ik toch zeer benieuwd naar, zeker wat het antwoord of de reactie van de minister betreft.
We zullen dat zeker bespreken in de regeling van de werkzaamheden, want er is ook een reactie gekomen van de commissie.
Ik wil nog een aanvulling doen. We hebben het vandaag al veel gehad over de datageletterdheid van scholen. Ik merk dat het niet altijd zo evident is om via de leerlingvolgsystemen in kaart te brengen wat de evolutie is van het lezen.
Minister, op het nieuws van het initiatief van VAN IN en Microsoft zijn er toch wel wat bezorgde signalen gekomen van scholen die zich afvragen of ze daar dan ook voor moeten betalen. Als ze daarop intekenen en er een leesscan komt, moeten ze daar dan voor betalen? Je merkt dat scholen aan de ene kant wel bereid zijn om daarmee te werken, maar dat scholen, aangezien hun koopkracht onder druk staat, op zoek gaan naar middelen die gratis zijn.
Er is nog een element dat nauw samenhangt met het Leesoffensief. Ik heb het hier al een aantal keren aangekaart. Ik geloof heel sterk in het werk van de Luisterpuntbibliotheek, die inzet op ondersteuning van wie moeilijk leest. Uit wat ik hoor, zijn die ongelooflijk goed bezig, maar zijn ze een beetje slachtoffer van hun succes en vragen ze naar een structurele subsidie of een structurele manier van financiering. Momenteel stond er in de nota van het Leesoffensief dat er 70.000 euro zou worden voorzien. Hoe kijkt u daarnaar? Gaat u in op de vraag van de Luisterpuntbibliotheek? Want als we echt het leesvirus willen verspreiden, moeten we ook diegenen die het moeilijk hebben met het lezen, maximaal kunnen ondersteunen. En daar is de Luisterpuntbibliotheek wat mij betreft de ideale partner voor.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Collega Vandromme, ik dank u voor uw belangrijke en relevante vraag. Het spreekt voor zich dat ook onze fractie heel veel belang hecht aan lezen. Het Vlaamse Leesoffensief ligt onze fractie zeer na aan het hart. Want de cijfers liegen er niet om: onze leerlingen scoren in de PISA en PIRLS-onderzoeken steeds slechter op het vlak van leesvaardigheid en leesmotivatie. Het is daarom een absolute must dat we onze leerlingen weer massaal goed en met heel veel goesting aan het lezen krijgen.
De N-VA-fractie is dan ook zeer tevreden met de lancering van het Vlaamse Leesoffensief. Het is een ambitieus en alomvattend plan, beleids- en domeinoverschrijdend. Als ik me niet vergis, bevat het 12 krachtlijnen, 8 strategische doelstellingen, 30 operationele doelstellingen en 50 concrete acties, om zowel binnen als buiten de schoolmuren het tij te keren op het vlak van leesvaardigheid, leesmotivatie en leesplezier.
Deze grote inhaalbeweging zal natuurlijk niet voor morgen zijn. Daarom loopt het Leesoffensief tot 2030. Dat biedt dan voldoende tijd om de veelheid aan acties om te zetten in de praktijk.
Collega Vandromme wees reeds op een zeer belangrijke krachtlijn, met name de ontwikkeling van het leeskader, de leesscan en de professionaliseringsinitiatieven. Ik ben dan ook blij om van de minister te horen dat daar werk van wordt gemaakt en dat er reeds is gestart met een aantal initiatieven, zoals de leesscan voor het basisonderwijs. Jammer genoeg is er tijd te kort om dieper in te gaan op alle krachtlijnen, doelstellingen en acties. Daarom wil ik voorstellen om een gedachtewisseling te organiseren, met zowel de voorzitter als de ondervoorzitter van het Vlaamse Leesoffensief, mevrouw Heyvaert en mevrouw De Moor. Sorry voorzitter, maar we kunnen in de regeling van de werkzaamheden straks misschien bekijken of er nog ergens een gaatje te vinden is.
Ik wil nog even van mijn tijd gebruikmaken om in te gaan op een zeer belangrijk aspect van het plan, namelijk de focus op de vroeggeletterdheid bij kleuters en de belangrijke rol die het onderwijs daarin kan spelen. In het verleden is de focus vaak enkel en alleen gelegd op het lezen in het lager onderwijs. Het Vlaamse Leesoffensief verbreedt het nu onder andere naar de kleuterschool. Want de basis voor leesvaardigheid wordt natuurlijk lang voor het formele leesonderwijs gelegd en dus lang voor het kind überhaupt kan lezen. Daarom is het van cruciaal belang om structureel aandacht te besteden aan die vroeggeletterdheid bij kleuters, door in de praktijk meer in te zetten op interactief voorlezen. Zoals jullie allemaal weten, is het deze maand Jeugdboekenmaand, een jaarlijks initiatief van Iedereen Leest om het belang van lezen en voorlezen in de kijker te zetten.
Om in die sfeer van de Jeugdboekenmaand te blijven, heb ik twee vragen aan u, minister.
Op welke manier zult u het stimuleren van geletterdheid bij kleuters en het interactief voorlezen concreet aanpakken? Vinden de acties uit het Leesoffensief die daarop inzetten reeds hun weg naar het kleuteronderwijs?
Ik dank u alvast voor uw antwoorden.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik ga in op de concrete vragen. Het is niet de bedoeling om de leesscan betalend te maken.
De Luisterpuntbibliotheek wordt gefinancierd via Cultuur. We bekijken hun vraag. Zij zetten vooral in op luisterboeken. Maar we moeten er wel voor zorgen dat die, eerder dan een alternatief te zijn voor het lezen, echt aanzetten tot lezen. Ik kan nog geen antwoord formuleren op die vraag.
Wat betreft de gedachtewisseling: het paasreces duurt twee weken, dus ‘have your pick’. Maar dat moeten jullie maar bekijken in de regeling van de werkzaamheden.
Om een en ander te verduurzamen en structureel te maken, starten we met een adviesgroep met experten die twee à drie keer per jaar effectief de acties, de stand van zaken en de vorderingen zullen bekijken en op grond daarvan de aanbevelingen kunnen formuleren. Zo kan het een perpetuum mobile worden, voor altijd.
Wat de uitrol van de acties betreft, is het zo dat verschillende beleidsdomeinen betrokken zijn. Niet alle vijftig acties zijn al in uitvoering. Ook Cultuur en Welzijn spelen een rol in het lezen. We bewaken wel de afstemming via de ambtelijke werkgroep. In het project dat Iedereen Leest voor ons zal coördineren, maken we gebruik van de voorleesscan voor kleuters. Die doelgroep is daarin betrokken. We zetten ook in op het didactische kader, waarmee we beantwoorden aan de acties uit de doelstelling 5 die werd vernoemd, zijnde het inzetten op taalstimulering en vroeggeletterdheid. Als je bovendien kijkt naar wat Iedereen Leest doet, is het op dat vlak ook een duurzame partner van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Die organisatie is perfect geplaatst om te gaan kijken over de domeingrenzen van de bevoegdheden heen.
Zoals al aangegeven, hoop ik dat het veld verder inzet op de uitwerking van leeskaders en -scans voor het secundair onderwijs. We zetten daar ook zelf op in met onze auteursresidenties. We nemen ook acties die kaderen binnen de doelstelling 6, zijnde het aanbieden van instrumenten voor leraren.
Strategische doelstelling 7 gaat vooral over het versterken van kinderbegeleiders en leraren. De opleidingen Kinderopvang en Kinderbegeleider worden aangeboden in het zevende jaar bso en in het volwassenenonderwijs. Die opleidingen zijn van groot belang voor de beginnende geletterdheid van de baby's en de kleuters die in de kinderbegeleiding worden opgevangen. Daarmee wordt een talige basis gecreëerd.
Voor het versterken van het Nederlands binnen het curriculum hebben we een aanvraag ingediend op Europees niveau, maar daar is geen gevolg aan gegeven. We bekijken of we dat op een andere manier kunnen opnemen. Alleszins is er binnen de lerarenopleiding openheid om te werken rond het versterken van het Nederlands.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, dank u wel. Er is heel wat op til, een heel alfabet van maatregelen, en dat stemt mij tot veel vreugde.
Minister, wat de Luisterpuntbiblioteek betreft, kan ik zeggen dat heel veel kinderen, onder andere met dyslexie, er via die weg toe worden aangezet om te lezen. Het is als het ware een hulpmiddel om hen aan het lezen te krijgen. Als de doelstelling is om het lezen te verspreiden, dan doen die mensen daar echt wel heel veel werk voor.
Vermits de link naar Welzijn wordt gelegd, verwijs ik graag naar het Lezerscollectief dat het project Samen Lezen heeft. Wie daarin geïnteresseerd is, moet dat zeker eens opzoeken. Want dat toont dat lezen mensen samenbrengt en op een goed pad brengt.
Ik kijk uit naar wat er nog allemaal komt en ben in ieder geval blij dat de scholen niet zullen moeten betalen voor de leesscan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.