Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
De Vlaamse Regering sloot met de sociale partners op 24 november 2020 een kaderakkoord, VIA 6, voor de periode 2021-2025. Dat moest zorgen voor meer koopkracht, meer handen in de zorg en meer veerkracht voor de Vlaamse zorgsector. Ondertussen sloten de Vlaamse Regering en de sociale partners op 23 december 2020 ook een deelakkoord over de concrete invulling van de koopkrachtmaatregelen in de private en publieke sector.
Minister, bij elke vraag die ik u stel, refereert u aan dat befaamde VIA 6. Daarom kom ik graag even terug op dit akkoord want dat zou moeten zorgen voor een koopkrachtverhoging. De eerste uitbetalingen vanwege het agentschap Opgroeien, gebeurden met enige vertraging, pas eind november 2021.
Het artikel 4 bepaalt echter het volgende: “§ 1. De subsidie geldt per kalenderjaar. In afwijking daarvan ontvangt de organisator die stopt, de subsidie alleen voor de periode van 1 januari tot en met de laatste dag vóór zijn stopzetting. De subsidie wordt berekend op basis van het aantal gesubsidieerde opvangplaatsen op 1 januari van het kalenderjaar waarvoor de subsidie geldt of op basis van de personen die bij de organisator werken op 1 januari van het kalenderjaar waarvoor de subsidie geldt. § 2. De subsidie wordt betaald met één voorschot per jaar en bedraagt maximaal 80 procent van de geraamde subsidie. Dat voorschot wordt betaald uiterlijk op 30 juni van het kalenderjaar in kwestie. Het saldo wordt uiterlijk afgerekend op 1 april van het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar in kwestie. In afwijking van het eerste lid kan het agentschap, bij ernstige problemen bij de organisator, en minstens als er een risico is op plotse stopzetting van de specifieke dienstverlening, of bij vermoeden van fraude door de organisator beslissen om een specifieke regeling toe te passen voor de uitbetaling van de voorschotten.”
Zoals hierboven gesteld wordt de subsidie betaald met een voorschot per jaar en bedraagt dit maximaal 80 procent van de geraamde subsidie. Dat voorschot wordt dan betaald op uiterlijk 30 juni van het betreffende kalenderjaar.
Minister, hierover heb ik volgende vragen. De kinderdagverblijven betalen de lonen, RSZ en bedrijfsvoorheffing voor 100 procent. Ze moeten wel de lonen voorschieten. Waarom ontvangen ze slechts de subsidie voor 80 procent en niet voor 100 procent? Indien ze niet aan 100 procent wordt uitbetaald, kan ze dan niet samen met de andere kwartaalvoorschotten aan 95 procent worden uitbetaald? Om welke reden gebeurde de uitbetaling in november, en niet uiterlijk op 30 juni van het kalenderjaar? Brengt u de kinderdagverblijven op die manier niet in de problemen? Hoe evalueert u dit systeem van uitbetaling?
Minister Beke heeft het woord.
De hoogte van Vlaamse subsidievoorschotten, met name de 80 procent, is vanuit Begroting richtinggevend voor de Vlaamse subsidies om te vermijden dat bij financiële of andere problemen het saldo dat zou moeten worden teruggevorderd, te hoog is.
De 80 procentregeling is voor de kinderopvang ingevoerd ten tijde van de start van het decreet Kinderopvang en de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten in 2014. Op dat moment gold de 80 procentrichtlijn, en daarop is de reguliere subsidie vanaf dan geënt.
Uw vraag om de voorschotregeling te herbekijken, is ons bekend en op dit moment ook pertinent, gelet op de financiële uitdagingen die onder meer de energieprijzen met zich meebrengen.
Ik kan u alvast meegeven dat we in uitvoering van VIA 6 in het dossier van de pedagogische coaches opnieuw de 95 procentvoorschotregeling hebben kunnen opnemen, met als motivatie dat het hier over een nieuwe loonmassa gaat en we het niet evident vinden dat organisatoren dit moeten prefinancieren.
De uitbetaling in november is het gevolg van de periode die de sociale partners nodig hadden om het sociaal akkoord van 30 maart 2021 te concretiseren.
Wat de koopkrachtsubsidie betreft, kon de technische uitwerking en legistieke vertaling voor de private sector nog worden afgerond in 2021, waarna het agentschap onmiddellijk overging tot storting.
Een globaal intersectoraal sociaal akkoord is niet uitvoerbaar op de dag dat het afgesloten wordt. VIA 6 legt de grote lijnen en principes vast en bepaalt de budgetten voor elk onderdeel van dat akkoord.
De normale gang van zaken is dat de sociale partners van elke sector vervolgens technisch overleg starten om voor elk van de maatregelen de concrete uitvoering te bepalen.
Pas als de maatregelen in het akkoord geconcretiseerd zijn, kan Opgroeien aan de technische uitvoering beginnen.
Opgroeien volgt stipt de contouren voor de betaling van voorschotten zoals vanuit Begroting wordt voorgesteld. Binnen deze contouren heeft Opgroeien stipt de richtlijnen opgevolgd en deze uitbetalingen uitgevoerd zo snel als het kon.
Ik gaf al aan dat we voor de pedagogische versterking, met het akkoord van Begroting, opnieuw de 95 procent hanteren. Gelet op de verschillende percentages die we de facto hanteren, bekijken we welke drempels er nog zijn om de regeling in globo te herzien.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, dank u wel. U verwees daarnet zelf al naar de kinderopvang die het moeilijk heeft, want daar heeft men natuurlijk ook te maken met de stijgende energieprijzen. Dat maakt natuurlijk dat het forfait dat aan hen wordt uitbetaald, te laag is om die stijgende kosten te compenseren. Nu komen ze een tweede keer in de problemen want de uitbetaling van die koopkrachtsubsidie heeft voor hen een pervers gevolg. U gaat uitbetalen in twee keer: een keer 80 procent en vervolgens 20 procent. Die eerste 20 procent, die ze nu hebben gemist, zullen ze misschien zien op het einde van hun carrière, als ze blijven voortbestaan. Anders krijgen ze helemaal niets. Ze hebben dus al een verlies van 20 procent.
Er is ook een tweede gevolg. De koopkracht zit vervat in de lonen van het personeel, maar de werkgevers moeten dat half jaar voorschieten. Dat is zuiver voor het loon. Eigenlijk heeft de sector daar geen reserve op. Wat ze niet krijgen, moeten ze natuurlijk ergens gaan halen. Ik heb u er al op gewezen dat zeker de kinderdagverblijven in trap 0, trap 1 en trap 2B over onvoldoende middelen beschikken. Deze maatregel zet nogmaals extra financiële druk op die sector. Ik zou u nogmaals willen vragen om daaraan te werken. Zij werken nu met verlies. De kinderdagverblijven waar de vrije prijs geldt, zouden in theorie misschien wel hun prijs kunnen optrekken, maar dat is ook niet te bespreken met de ouders want het is op dit ogenblik al heel duur. Zij zitten met de handen in het haar. Ik vrees dat u de sector hier voor het blok zet. Mijn vraag is nogmaals: kunt u dat herbekijken? U zei dat u de kwartaalvoorschotten ging herbekijken, maar kunt u ook op deze manier 95 procent uitbetalen en niet 80 procent?
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, ik heb gelijkaardige berichten gehoord van mensen die op dit moment echt in de problemen komen wat de financiering betreft. Ik was eerlijk gezegd zelf aan het uitzoeken wat er precies is misgegaan. Aangezien de vraag nu al voorligt, ga ik ze aan u stellen: wat is er misgegaan? Komt dit door een communicatieprobleem? Is het omdat het zo lang duurde om het akkoord in uitwerking te krijgen dat die mensen in financiële problemen zitten? Is het een combinatie van die twee of nog iets anders? Minister, ik vind het niet kunnen dat mensen op een akkoord ingaan, investeringen doen en dan het signaal geven dat ze in de problemen komen. Ik vraag me af wat er van die berichten aan is en wat er precies is misgegaan.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, dat besluit is geformuleerd zoals het is geformuleerd. Is de regeling van die 80 procent voor de uitbetaling op voorhand gecommuniceerd naar de verschillende initiatiefnemers? Zo ja, wanneer hebben zij die communicatie daaromtrent gekregen of niet gekregen? Dat is toch niet onbelangrijk voor de cashflow van dergelijke initiatieven.
Minister Beke heeft het woord.
Ik heb een stuk van het antwoord al gegeven tijdens de eerste ronde. We hebben dat wat de ene groep betreft opgetrokken naar 95 procent voor de aanwerving van coaches en voor het overige bekijken we het. Ik wilde nog eens het antwoord herhalen, maar ik heb het daarnet al gegeven. VIA 6 wordt afgesloten en dan is er de implementatie. Daarover wordt samen met de sectoren overlegd, wordt dat in regels gegoten en dan kan het agentschap ermee aan de slag.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, u verwijst naar de koopkracht voor de coaches, maar de kinderdagverblijven die momenteel in de problemen zitten, zijn kleinere kinderdagverblijven. Dat zijn die in T0, T1 en T2B en daar is geen sprake van coaches.
Het gaat hier vooral over die zuivere koopkrachtverhoging, het geld dat zij moeten betalen aan hun personeel omdat er een loonsverhoging is overeengekomen. Daar gaat het over. U betaalt nu slechts 80 procent en de resterende 20 procent van dit jaar krijgen ze pas in maart 2023, maar ondertussen moet de opvang wel al die kosten voorschieten. Dat is niet normaal.
Voor u is dat misschien een normale regeling van VIA-subsidies, maar in het verleden zijn er ook via VIA 5 en VIA 6 fases van het groeipad gerealiseerd waar ook een loonsverhoging voor het personeel inzat maar die wel in het normale systeem van kwartaalvoorschotten zat. Bij dat normale systeem wordt 95 procent gestort en 5 procent van het saldo in het jaar erna, en dat maakt voor die opvang een heel groot verschil. De vraag is heel concreet om dat hier ook te doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.