Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Collega’s, minister, op 7 december gaf u in uw antwoord op een vraag van collega Schauvliege aan ontevreden te zijn met de toen voorlopige ontwerpversies van de nieuwe stroomgebiedbeheerplannen. De aanleiding was de ambitieverlaging voor tien waterlichamen van onder meer de Zenne, de Blankaart en de Kalkense Vaart. U gaf toen aan niet tevreden te zijn met de voorstellen die werden overgemaakt en gaf de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) de opdracht om de voorlopige plannen te evalueren. Waar nodig zou u de plannen bijsturen vooraleer ze voor te leggen aan de Vlaamse Regering.
Nu lezen we dat de ambitieverlaging voor de 10 waterlichamen ongewijzigd blijft en Vlaanderen tegen 2027 slechts 10 procent van de 195 waterlichamen in goede staat zal brengen. Die afgezwakte ambities blijven niet zonder gevolg. Vlaanderen riskeert, zoals we weten, miljoenenboetes door het niet naleven van de Europese verplichting om de kwaliteit van de waterlopen te verbeteren. U reageerde op 2 februari via uw woordvoerder dat er nog geen politieke beslissing genomen is en dat u nog steeds vragende partij bent de waterkwaliteit naar een hoger niveau te tillen.
Minister, wanneer kunnen we een definitieve politieke beslissing over de nieuwe stroomgebiedbeheerplannen verwachten en op welke manier zullen die afwijken van de huidige plannen die nu voorliggen?
Welke zijn de voornaamste redenen waardoor het ambitieniveau van die tien waterlichamen verlaagd is en op welke manier zult u er alsnog op toezien dat de waterkwaliteit van die waterlopen verbetert, zoals Europa voorschrijft?
Op welke manier is er vervolg gegeven aan uw oproep om de voorlopige plannen te evalueren en eventueel bij te stellen?
Hoe kijkt u naar de druk vanuit Europa en de miljoenenboetes die boven ons hoofd hangen indien we de kwaliteit van onze waterlopen onvoldoende kunnen optrekken?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, ik hoop half maart met een nieuw stroomgebiedbeheerplan naar de regering te gaan.
Het merendeel van de opmerkingen bij de plandoelstellingen zijn ingediend door gemeenten en rioolbeheerders. Financiële onhaalbaarheid was veruit het belangrijkste argument dat werd ingeroepen. Daarnaast zijn er nog opmerkingen van technische aard en in verband met de afhankelijkheid van werken van derden.
Vervolgens heeft de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) die opmerkingen geëvalueerd. Voor waterlichamen met een hoge prioriteit werden eerst de meest recente resultaten van de toestandsbeoordeling voor stikstof en fosfor in rekening gebracht en de modelleringsresultaten nagekeken.
Vervolgens werd ingezoomd op het aandeel van de sector huishoudens in de plandoelstelling en het aandeel van de betrokken gemeenten daarin.
Hierbij werd ook nagegaan welke inspanningen de gemeente in het verleden reeds geleverd heeft, welke inspanningen nog nodig zijn en welke financiële middelen de gemeente ter beschikking heeft.
Als een gemeente een doorslaggevende rol heeft in het halen van de doelstelling en op basis van de uitgevoerde inschatting van de onhaalbaarheid geoordeeld wordt dat de opmerking terecht is, werd dit door de CIW beschouwd als een gegronde reden voor klasseverlaging.
Voor de waterlichamen met klasse 1-2-3 hebben gemeenten en rioolbeheerders voor 27 waterlichamen opmerkingen ingediend. De evaluatie heeft geleid tot een voorstel van klasseverlaging door de CIW voor 9 waterlichamen. Voor waterlichamen met een klasse 4, 5 of 6 werden er voor 38 waterlichamen opmerkingen gemaakt. Er werd slechts voor 1 waterlichaam, namelijk de Zenne, een voorstel tot aanpassing van de gebiedsgerichte prioritering gedaan door de CIW door het groot aantal gemeenten dat een bezwaar formuleerde.
Zoals reeds eerder gesteld, werkt mijn kabinet momenteel een voorstel uit, waarbij de kritieken op het door de CIW naar beneden bijgestelde ambitieniveau worden meegenomen.
Er hebben verschillende overlegvergaderingen plaatsgevonden tussen mijn kabinet en de administratie. Het ambitieniveau is een evenwichtsoefening tussen ambitieuze doelstellingen en betaalbaarheid en haalbaarheid. Het ambitieniveau wordt bovendien niet enkel bepaald door de inspanningen van de Vlaamse overheid, maar ook deze van de lokale overheden en de sectoren.
Intussen zijn bijkomende verduidelijkingen aangebracht waarin beschreven is dat de plandoelstellingen die geformuleerd worden voor de waterlichamen waarvoor de doelafstand nog zeer groot is, ambitieus zijn en belangrijke inspanningen vergen van alle actoren, ook in de gebieden met klasse 4, 5 en 6.
Ik vind de druk vanuit Europa om maximaal te streven naar een goede waterkwaliteit wel terecht, en ik deel dat streven ook volledig. Daarom heb ik de teksten, zoals ze van de CIW gekomen zijn, niet zomaar ter goedkeuring aan de regering voorgelegd. Ik ben met diverse partijen in overleg gegaan die aangaven dat het ambitieniveau omhoog kon. Een goede waterkwaliteit is belangrijk voor ieder van ons, voor mens en natuur.
Eventuele boetes vanuit Europa zijn een parameter waarmee we zeker rekening moeten houden, maar zijn niet mijn belangrijkste drijfveer om de plannen bij te sturen. Ik vind gewoon dat we een goede waterkwaliteit moeten hebben, los van Europa. Ik verwacht namelijk nog niet direct een miljoenenboete van de Europese Commissie. Na indiening van de plannen zal de Europese Commissie deze evalueren. Er zijn natuurlijk diverse andere lidstaten met wie we deze uitdagingen delen. Het is niet omdat het moeilijk is, dat we niet de lat hoog genoeg moeten leggen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, dank u voor uw reactie. We moeten er inderdaad voor zorgen dat het ambitieniveau hoog genoeg blijft. U hebt gezegd er werk van te maken. Uiteraard zal ik dat grondig blijven opvolgen. Ik vind ook dat het belangrijk is om ons niet zomaar neer te leggen bij de negatieve spiraal aan berichten die we toch altijd horen en die zeggen dat we de doelstellingen van 2027 sowieso niet gaan halen. Los van de haalbaarheid, moeten we proberen om de lat zo hoog mogelijk te leggen, het ambitieniveau zo hoog mogelijk te houden en al het mogelijke te doen om de waterkwaliteit naar een hoger niveau te tillen.
De druk van Europa is inderdaad groot. Het is ook belangrijk om de doelstellingen zoveel mogelijk te behalen.
Ik volg het dossier zeker met u op. Ik hoop dat we het toch nog naar een hoger niveau zullen tillen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.