Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Roo heeft het woord.
Voorzitter, minister, om drinkwater te produceren, maken de waterbedrijven in Vlaanderen gebruik van grondwater en oppervlaktewater. Volgens de drinkwaterbalans werd in 2020 in totaal 379 miljoen kubieke meter ruw water gewonnen. Naast de drinkwaterkwaliteit, het beheer van de infrastructuur en de prognose van de behoefte aan drinkwater, is de ruwwaterbeschikbaarheid een belangrijk aandachtspunt voor de drinkwaterbedrijven.
Een van de oplossingsrichtingen die de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) daarvoor suggereert in haar rapport ‘Drinkwatervoorziening in Vlaanderen’ uit 2019, is de ondergrondse opslag van oppervlaktewater voor gebruik tijdens drogere periodes via de zogenaamde ‘aquifer storage and recovery’ (ASR).
Het dagwaterverbruik van drinkwater is sterk variabel, met duidelijke pieken in warme periodes en met periodes waarin er bijna geen neerslag valt. Zo schommelde het verbruik in 2020 tussen ongeveer 1 en 1,4 miljoen kubieke meter per dag.
Via deze techniek wordt de opslagcapaciteit van de maatschappijen opgedreven. Water dat op overschot is in periodes met een lage vraag, bijvoorbeeld overproductiecapaciteit in de winter, brakwaterontzilting, zeewaterontzilting, transport vanuit het Albertkanaal, wordt dan gestockeerd en kan weer worden opgehaald als de vraag toeneemt, bijvoorbeeld in de zomer. De ASR-reservoirs kunnen ook bij calamiteiten in productie- of transportinstallaties worden ingezet en verhogen zo ook de algemene leveringszekerheid.
Minister, ondertussen werken twee drinkwatermaatschappijen aan een proefproject rond ASR: de Intercommunale Waterleidingsmaatschappij van Veurne-Ambacht (IWVA) onderzoekt de mogelijkheden in het landeniaan te Sint-André, FARYS onderzoekt in Knokke-Heist en werkt aan een nieuw waterproductiecentrum met ASR op het Eiland Zwijnaarde te Gent. De Watergroep, Farys en IWVA zouden ook samenwerken in de onderzoeken naar ASR, om zo de uitdagingen van weersveranderingen en droogte de baas te kunnen.
Minister, wat is uw visie op het inzetten van ASR in Vlaanderen? Welke opportuniteiten biedt de techniek voor onze regio? Welke drempels ziet u?
Wat is de stand van zaken van de lopende proefprojecten en de voorziene samenwerking rond AST? Op welke manier zijn de VMM en/of andere Vlaamse administraties betrokken?
Kunt u een inschatting geven van het Vlaamse potentieel en de gewenste totale opslagcapaciteit via ASR?
Op welke manier wordt de verandering in waterkwaliteit door stockage in bepaalde lagen precies onderzocht?
Is het de bedoeling om de techniek te onderzoeken en/of te implementeren bij alle drinkwaterbedrijven? Zo ja, op welke manier?
Minister Demir heeft het woord.
ASR of de ondergrondse opslag van oppervlaktewater voor gebruik tijdens drogere periodes is een van actiepunten in de strategische planning voor de waterbevoorrading. Het kunstmatig aanvullen van grondwater op momenten dat we een overschot hebben aan water, met het oog op meer water ter beschikking te hebben voor de productie van leidingwater in tijden van droogte, is een waardevolle piste omdat we zo een buffer kunnen aanleggen en het aanbod kunnen spreiden.
Daarnaast moet ook de ondergrond zich lenen voor ASR. ASR kan niet overal en ook niet op een kosten-batenefficiënte wijze.
De VMM brengt alvast concreet de mogelijkheden in het kust- en poldergebied in kaart. We verwachten de resultaten tegen de zomer.
Het bestaande VLAREM-kader (Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning) voor de kunstmatige aanvulling van grondwater moet worden aangepast zodat ook ASR-projecten mogelijk zijn. Het traject om dit aan te passen, werd al opgestart door de VMM gelet op de concrete projecten die momenteel worden onderzocht.
U vraagt naar de stand van zaken en de betrokkenheid van de VMM. Zoals bekend, is de VMM betrokken bij de verschillende projecten, enerzijds vanuit het drinkwaterbeleid en anderzijds vanuit de noodzakelijke afstemming met VLAREM.
Er lopen proefprojecten voor de drinkwaterproductie. De Watergroep en FARYS plannen testen in Oudenaarde en Aalst om de haalbaarheid en capaciteit in te schatten. Aquaduin overweegt om een aanvraag in te dienen met bestaande putten en bouwt daarvoor verder op bestaand onderzoek. Verder lopen er ook een aantal kleinschalige testen. Daarnaast kan nog worden opgemerkt dat De Watergroep in het verleden al wat testen heeft uitgevoerd op een veelbelovende locatie, maar dat deze geen goed resultaat opleverden.
Een inschatting van het potentieel van ASR in Vlaanderen is nog niet beschikbaar op dit ogenblik, omdat, zoals zonet uitgelegd, de proefprojecten lopende zijn. Inschattingen louter op basis van geologische informatie hebben helaas geen goede voorspellende waarde, zoals blijkt uit de eerdere testen.
Inzake de waterkwaliteit bestaat een vooronderzoek van een ASR-project klassiek uit twee stappen. Eerst en vooral wordt de ontvangende aquifer voldoende in beeld gebracht. Als dit positief is, kan een injectieproef gebeuren waarbij een hoeveelheid water wordt geïnjecteerd en weer opgepompt. Daarbij wordt de waterkwaliteit van het opgepompte water onderzocht. Dit wordt aangevuld met wat over de aquifer geweten is, zoals analyse van sediment, gesteentemonsters en dergelijke. Op basis daarvan worden huidige en kwaliteitsveranderingen en ook veranderingen op de lange termijn bekeken en ingeschat.
De drinkwaterbedrijven hebben de verplichting om langetermijnvoorzieningsplannen op te maken en die om de zes jaar te actualiseren. Deze plannen bevatten de strategie, de visie en de investeringen om de levering van drinkwater te verzekeren. In deze plannen wordt telkens twintig jaar vooruitgekeken. Bij de opmaak van de plannen verdient ASR de nodige aandacht bij alle drinkwaterbedrijven. Zoals u kunt lezen in het strategisch plan Waterbevoorrading wordt dit onderzocht door de verschillende drinkwatermaatschappijen.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is zeer belangrijk dat er voldoende op voorhand wordt gekeken en vooruitgekeken naar onze drinkwaterbevoorrading. Water is een strategisch goed. Het is een zeer belangrijk goed. Kunnen beschikken over voldoende en kwaliteitsvol water is essentieel.
Als we twintig jaar terug in de tijd gaan kijken, zullen er een aantal trends zijn geweest die nog niet op de radar waren. Of misschien waren ze wel op de radar, maar nog niet zozeer richting die drinkwaterbevoorrading. Lange periodes van droogte, lange periodes zonder neerslag, verzilting van een aantal waterbronnen, schaarste van een aantal bronnen, het niet tijdig aangevuld geraken van het grondwater, hebben de afgelopen jaren toch wel een aantal ogen geopend wat betreft onze drinkwaterbevoorrading.
Ik vind het waardevol dat er een aantal proefprojecten zijn. Maar, minister, ik kan mij toch niet van de indruk ontdoen dat het eerder traag vooruitgaat. Ik begrijp natuurlijk dat zoiets er niet ligt op een jaar, dat dat ook een nieuw te verkennen techniek is waarbij er nog een aantal proeven moeten gebeuren. Een dergelijke techniek kan er echter voor zorgen dat we een zekere buffer kunnen aanleggen zonder andere bronnen te moeten aanboren en zal op het vlak van kosten en baten wellicht een betere techniek zijn dan bijvoorbeeld het ontzilten van zeewater en brak water. Minister, daarom wil ik u vragen om snel voor duidelijkheid te zorgen over de resultaten van die proefprojecten en een duwtje te geven om dat zo goed en zo snel mogelijk op te starten, zodat we onze drinkwaterbevoorrading kunnen garanderen.
Ik heb een bijkomende vraag voor u: wanneer acht u de implementatie van dergelijke technieken in Vlaanderen op haar allervroegst mogelijk? Kunt u daar een timing, een inschatting van geven?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Collega, dank u voor de vragen. Minister, dank u voor de antwoorden. Mijn vraag is tweeledig.
Hebben de onderzoeken die werden gevoerd naar ASR, al een afwegingskader opgebracht? Valt dat breder in Vlaanderen uit te rollen, dus niet louter voor de functie van de leveringszekerheid?
Een ander element hebben we in deze commissie ook al vaker besproken. Enerzijds kan het probleem worden opgelost door voor meer drinkwater te zorgen, onder andere door het op te slaan in periodes waarin dat kan, om het dan te gebruiken in periodes van tekorten. Anderzijds is het echter ook nuttig om te bekijken waar er momenteel drinkwater wordt ingezet terwijl het eigenlijk niet nodig is om daarvan gebruik te maken. Worden er nog stappen gezet inzake het in kaart brengen van toepassingen waarvoor momenteel drinkwater wordt gebruikt en waarvoor ander water zou kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld afvalwater, spoelwater en dergelijke meer? Minstens in enkele gevallen is het zo dat het hoofdzakelijk het wetgevend kader is dat dat limiteert of afremt, terwijl het technisch gezien mogelijk zou zijn om iets anders dan drinkwater te gebruiken. Worden er ook stappen gezet om dat in kaart te brengen en te hertekenen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega De Roo, wat die traagheid betreft, ik denk dat u misschien verwijst naar het ontziltingsproject in Nieuwpoort. Dat proefproject gaat daar inderdaad drie maanden lopen, en dan wordt daar actie ondernomen. Wanneer komt er duidelijkheid over ASR? Dat hangt natuurlijk af van de resultaten. Er zijn in het verleden al proefprojecten geweest, maar die waren niet haalbaar. We blijven natuurlijk proefprojecten doen, omdat ik ook denk dat dit belangrijk is. Het is natuurlijk ook een extra instrument om onze bevoorrading te verzekeren. Dat is ook de reden waarom we dit verderzetten. We willen zeker ook alle ruimte geven aan deze techniek en technologie. Daarom is dit ook opgenomen in het plan inzake waterbevoorrading.
Collega Perdaens, wat het gebruiken van ASR als voorraad bij calamiteiten betreft, ASR dient sowieso als back-up. Het zou natuurlijk vreemd zijn om die back-up niet in te zetten wanneer er nood aan is. Dan was er uw vraag over het gebruik van gezuiverd water door landbouw. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) werkt in mijn opdracht ook aan regelgeving om waterkringlopen verder te sluiten. Momenteel worden de drempels, maar ook de opportuniteiten – wat kan, wat kan niet, wat kan beter, wat kan anders – in kaart gebracht. Daarom is de VMM ook in overleg met de stakeholders en experts in de watersector, zodat we die drempels kunnen verlagen en nieuwe wegen kunnen inslaan.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, dank u voor uw bijkomende antwoord. De proefprojecten waar ik het over had, gingen daadwerkelijk over ASR. Ik steun hetgeen u zegt, namelijk dat het nodig is om dergelijke proefprojecten uit te voeren. Dat het ook voorzien is in de plannen, is ook een zeer goede zaak. Ik denk dat het een veelbelovende techniek kan zijn. Ik hoop ook dat de inzet van die techniek geen jaren meer op zich zal laten wachten, dat we het potentieel daarvan ten volle kunnen verkennen en implementeren, om zo ook tegemoet te kunnen komen aan de variabiliteit van de vraag naar ons drinkwater in Vlaanderen. Ik volg dit echter graag verder op. Dank alvast voor het geven van de nodige duwen om ervoor te zorgen dat die techniek verder wordt verkend.
De vraag om uitleg is afgehandeld.