Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Het leven in ons land wordt heel snel duurder. De inflatie kwam in de maand januari uit op 7,59 procent. Dat heeft tot gevolg dat ons spaargeld minder waard wordt en dat de lonen snel stijgen. Dat is natuurlijk nefast voor zowel de consument als de bedrijven.
Een van de oorzaken zijn de stijgende energieprijzen. Een andere oorzaak is het herstel van de zwakkere economie door de coronacrisis, wat zich weerspiegelt in schaarste van bepaalde grondstoffen. Zo worden er hogere prijzen aangerekend voor bouwmaterialen, chips, auto-onderdelen, enzovoort. Dat leidt tot langere wachttijden voor bepaalde producten en hogere prijzen die doorgerekend worden aan de consument.
Niet alleen de koopkracht van de consument staat onder druk, ook de competitiviteit van de bedrijven komt in het gedrang doordat investeringen worden afgeremd door de hogere energiekosten en de hogere loonkost. Een hogere loonkost en investeringen die niet worden doorgevoerd, zouden kunnen leiden tot jobverlies.
Minister, welke gevolgen kan dit hebben voor de Vlaamse bedrijven? Hoe zult u die problemen aanpakken? Hoe zal de concurrentiepositie van de Vlaamse bedrijven worden beschermd? Hoe zult u inzetten op het behoud van jobs? Hoe kunt u de koopkracht van de consument beschermen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Malfroot, dank u wel voor de vraag. U hebt gelijk dat we nog geconfronteerd worden met de hoge en nog steeds stijgende inflatie. Dat heeft uiteraard een invloed op de binnenlandse koopkracht van onze mensen, afhankelijk natuurlijk van de mate waarop ondernemingen de hogere kost doorrekenen aan de consument. Oorzaken zijn stijgende energieprijzen, met een gemiddelde prijsstijging van 61 procent, maar ook de kerninflatie die geen rekening houdt met de energieprijzen; en de prijzen van onbewerkte levensmiddelen kennen eigenlijk een zeer grote stijging.
De brutowinsten van heel veel bedrijven hebben de afgelopen jaren ook een zeer sterke stijging gekend, waardoor het er voorlopig naar uitziet dat de Vlaamse bedrijven, gemiddeld gezien dan toch en ondanks corona, nog in staat zullen zijn mogelijke effecten hiervan op de rendabiliteit op te vangen.
Het is wel belangrijk om de koopkracht van de consumenten te bewaken, zodat de binnenlandse vraag niet te erg zal lijden onder deze inflatie. Maar je hebt er natuurlijk niets aan dat je als bedrijf goed rendeert als de mensen niets meer kopen omdat de inflatie te zwaar is.
Op termijn is het dan ook belangrijk om onze bedrijven minder afhankelijk te maken van buitenlandse fossiele brandstoffen, die in de toekomst alleen maar duurder zullen worden en ons zeer afhankelijk maken van derde landen. Daarom investeren we met Vlaanderen enorm in onderzoek en ontwikkeling om deze energietransitie mogelijk te maken.
Het verminderen van afhankelijkheid van toelevering vanuit andere continenten is ook een Europees project. We zijn ook discussies aan het voeren over de Europese strategische autonomie. Denk maar aan de communicatie deze week rond de microchips. Dat is een voorbeeld van beleid dat ontwikkeld wordt.
Dan kom ik aan uw vraag over de concurrentiepositie. Wat de algemene impact zal zijn van de prijsstijgingen van energie op de concurrentiepositie, is niet zo eenvoudig in te schatten, omdat hierin diverse aspecten kunnen meespelen. Zo kent Vlaanderen een relatief grote aanwezigheid van de energie-intensieve industrie, die meer dan gemiddeld een impact heeft van hogere grondstofprijzen.
Maar ook onze buurlanden, die onze grootste directe handelspartners zijn, kampen met dezelfde economische problemen. Het Vlaamse beleid is er vooral op gericht om de langetermijnconcurrentiepositie van de bedrijven te versterken. Daarom investeren we zoveel in onderzoek en ontwikkeling (O&O) en innovatie. Zoals u weet staan we ondertussen op de tweede plaats in Europa, na Zweden.
Hoe zetten we in op het behoud van jobs? We zien nog geen effect van de prijsstijgingen op de prestaties van de Vlaamse arbeidsmarkt. Integendeel, in januari waren er 15 procent minder werkzoekenden ten opzichte van vorig jaar. De openstaande vacatures lagen 50 procent hoger. We houden dus de effecten van de prijsstijgingen goed in het oog, maar we zien dat de arbeidsmarkt nog altijd even fors in brand staat.
Uw vraag over de koopkracht van de mensen is de belangrijkste vraag. Vandaag bestaat het systeem van de automatische loonindexering waardoor we naast de welvaart van de mensen, ook een stabiele afzetmarkt voor de Vlaams onderneming willen garanderen. De Federale Regering heeft maatregelen genomen om de energiefactuur te verlichten en ook Vlaanderen doet hiervoor concrete inspanningen. De laatste vraag, hoe we de koopkracht van de mensen moeten beschermen, is eigenlijk de allerbelangrijkste vraag.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Het is inderdaad een heel moeilijke kwestie. We mogen er natuurlijk ook niet van uitgaan dat de inflatie een tijdelijk probleem is en dat dat enkel veroorzaakt is door COVID-19 en de hogere energieprijzen. Zowel ik als specialisten hebben toch meer en meer het gevoel dat die inflatie een permanent karakter zal krijgen. Natuurlijk, u hebt het zelf ook aangehaald, samen met de inflatie wordt dan de spilindex verhoogd, waardoor de consument wel enigszins wordt beschermd. Maar voor de bedrijven wordt het natuurlijk moeilijker en moeilijker, want zij moeten het verschil in loon compenseren en hun kosten blijven alleen maar stijgen, waardoor bepaalde bedrijven in moeilijkheden kunnen komen.
Naast deze kwestie is er natuurlijk ook nog het feit dat het spaargeld op de spaarrekening verdampt, want voor bepaalde zaken, bijvoorbeeld een rusthuis, moet je je spaargeld gaan aanspreken omdat je pensioen te laag is, maar het spaargeld daalt natuurlijk in waarde. Minister, we staan daar voor een aantal uitdagingen, niet alleen op Vlaams niveau, maar ook federaal moet er eens gekeken worden welke maatregelen u daar samen met uw collega-minister zult kunnen nemen.
Hoe gaat u die koopkracht blijven vrijwaren? We hebben ook in de krant gelezen dat de mensen die momenteel aan het bouwen zijn, toch te maken hebben met heel grote prijsstijgingen. Ik en vele anderen vragen ons natuurlijk af hoe dat allemaal betaald kan blijven worden.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik heb geen extra vragen genoteerd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.