Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, op 4 februari 2022 ontmoette u de minister-president van Noordrijn-Westfalen, Hendrik Wüst, in het Errerahuis hier in Brussel. Volgens het Vlaams Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken werden verscheidene thema’s besproken. Het ging over corona, dat beide deelstaten heeft getroffen, maar ook over het verdiepen van de samenwerking tussen sterke regio’s en deelstaten binnen de EU, de spoorwegverbinding 3RX, wat vroeger de IJzeren Rijn heette, de samenwerking in het kader van de Einsteintelescoop, het energiebeleid en de gemeenschappelijke belangen van beide regio’s op het vlak van waterstof. Bovendien vermeldde het departement dat eind maart 2022 een gezamenlijke vergadering tussen beide regeringen van beide regio’s zal plaatsvinden.
Een nauwe samenwerking tussen Vlaanderen en andere sterke Europese regio’s is bijzonder belangrijk. Goede banden met Länder als Noordrijn-Westfalen, net zoals Vlaanderen een motor van economische welvaart, zijn daarbij essentieel.
Minister-president, kunt u wat bijkomend verslag uitbrengen over uw ontmoeting met de minister-president van Noordrijn-Westfalen, ter aanvulling van wat we hebben vernomen via het persbericht van uw departement? Wat werd er precies besproken? Is er al een bepaalde output? Zijn er akkoorden afgesproken?
Hoe kan de samenwerking tussen sterke Europese regio’s in het algemeen en Vlaanderen en Noordrijn-Westfalen in het bijzonder nog worden versterkt?
Kunt u een stand van zaken geven inzake de voorbereiding van de gezamenlijke vergadering tussen de Vlaamse Regering en de regering van Noordrijn-Westfalen die eind maart 2022 gepland staat? Wat zal er tijdens die vergadering worden besproken?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Vanlouwe, ik geef u een overzicht van wat werd besproken met minister-president Wüst. Dat was trouwens een zeer hartelijke ontmoeting met een aangename man.
De gezamenlijke regeringszitting zal op 29 maart plaatsvinden in Düsseldorf, nadat ze eind vorig jaar was uitgesteld wegens corona. Er werd afgesproken dat de voorbereidingstekst hier en daar nog zal worden verfijnd.
Verder hadden we het over de coronatoestand in onze respectieve regio’s, en hoe we ermee omgaan en wat de vooruitzichten zijn.
We bespraken verder de samenwerking van de sterke regio’s. We bekijken hoe we vanuit gezamenlijke belangen kunnen wegen op onder andere het EU-beleid en denken eraan om hierbij andere regio’s te betrekken. Ook rond specifieke thema’s kunnen we gezamenlijke visies uitwerken. Er werd afgesproken om dit tijdens de gezamenlijke regeringszitting verder te bespreken. We hebben ook van gedachten gewisseld over de Conferentie over de Toekomst van Europa.
Inzake energie en waterstof spraken we allereerst over de uitdagingen die de energiecrisis met zich meebrengt. We zullen bekijken of er mogelijkheden zijn om bepaalde aspecten hiervan samen aan te pakken. We bespraken daarnaast ook de mogelijke samenwerking inzake waterstof. Onze Vlaamse havens hebben de ambitie om waterstof te produceren en te importeren. Ons land kan een belangrijke invoer- en doorvoerhub worden voor waterstof. Het is cruciaal om een pijpleidingconnectie naar Noordrijn-Westfalen te realiseren, met name naar de haven van Duisburg. Hierbij verwezen we ook expliciet naar de ontwikkeling van tankstations zoals het polyvalente CMB-tankstation (Compagnie Maritime Belge), dat ook schepen van waterstof kan voorzien. Het zwaar en langeafstandsvervoer en de binnenvaart zullen in belangrijke mate aangedreven worden met waterstof.
3RX was vanzelfsprekend een heel belangrijk onderdeel van die ontmoeting. Noordrijn-Westfalen blijft een trouwe partner van Vlaanderen, zo werd bevestigd, en we zijn het er beiden over eens dat we dit dossier hoog op de agenda moeten houden, onder meer tijdens contacten met Nederland en de federale Duitse overheden.
Noordrijn-Westfalen wenst nauwer betrokken te worden bij de Einsteintelescoop, aangezien het federale niveau in Duitsland dit project in handen heeft.
U vroeg hoe de samenwerking tussen sterke Europese regio’s in het algemeen en Vlaanderen en Noordrijn-Westfalen in het bijzonder kan worden versterkt. Met Noordrijn-Westfalen zijn onze contacten al zeer intens. Ik had reeds het genoegen om contact te hebben met de vorige minister-president, Armin Laschet. Samen met de Minister für Bundes- und Europaangelegenheiten van Noordrijn-Westfalen bezocht ik in het najaar van 2021 de haven van Antwerpen met het oog op de samenwerking rond waterstof. Ik had ook al kort minister-president Wüst gezien in november vorig jaar tijdens het gezamenlijke bezoek aan de Bundesrat. Ik was dan ook blij dat we nu uitgebreid de tijd genomen hebben om het grote potentieel aan samenwerking verder te bespreken.
Ik kijk uit naar de vervolgmomenten, ook na de deelstaatverkiezingen in Noordrijn-Westfalen op 15 mei 2022. We hebben binnenkort de gezamenlijke regeringszitting, waarbij ook tal van bilaterale ontmoetingen gepland staan tussen de vakministers. Onze diplomatiek vertegenwoordiger in Berlijn heeft nauwe contacten met de overheden van Noordrijn-Westfalen en gaat er regelmatig op zending om de bestaande samenwerking te bestendigen en nieuwe opportuniteiten uit te werken. Ook de collega’s van Flanders Investment & Trade (FIT) doen dit vanuit hun kantoor in Keulen.
We nemen ook deel aan informele netwerken van Europese regio’s zoals de RLEG, dat zijn de regio’s met wetgevende bevoegdheden, en de Regions for EU Recovery. Ik sprak eind januari nog via videoboodschap op een evenement van de RLEG om een boodschap over de rol van regio’s in de EU richting Conferentie over de Toekomst van Europa te sturen. Ook met Noordrijn-Westfalen werken we hierover nog samen.
Ten slotte voer ik zelf nog gesprekken met andere sterke regio’s om samen gemeenschappelijke uitdagingen aan te pakken.
De voorbereiding van de vergadering was zo goed als klaar, maar de pandemie zorgde ervoor dat de zitting moest worden uitgesteld. Er worden momenteel nog wat inhoudelijke details verder uitgewerkt en praktische regelingen getroffen. Naast verschillende bilaterale afspraken tussen de vakministers zullen we het protocol overlopen, waarin volgende thema’s aan bod komen: de vooruitzichten na de pandemie; digitalisering; energie, met focus op waterstof; mobiliteit; stad-samenleving-milieu; Europese samenwerking.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, het is een hele boterham. Ik stel vast dat er heel wat belangrijke punten, zowel voor Vlaanderen als voor Noordrijn-Westfalen, werden besproken. U had het ook over de mogelijke samenwerking inzake waterstof. Als ik het goed voorheb, is er in de haven van Antwerpen een wereldprimeur met het waterstoftankstation dat daar vorig jaar werd geïnstalleerd. Een deel van de wereld kijkt met enige jaloezie naar wat wij hier verwezenlijken.
Het is goed dat die verschillende thema’s besproken werden. Ik hoorde u ook zeggen dat u gesproken hebt over de conferentie over de toekomst van Europa. De Vlaamse Regering heeft daar samen met de kanselarij al een studiedag over ingericht. Twee weken geleden hebben we dat hier ook in het Vlaams Parlement gedaan. Ons thema was toen ‘De positie van deelstaten binnen de Europese Unie’. Werd dat ook besproken met de minister-president van Noordrijn-Westfalen? Kunt u daar wat toelichting over geven?
Minister-president Jambon heeft het woord.
We hebben daar inderdaad over gesproken. We hebben van gedachten gewisseld over de vraag of die conferentie van Europa op een of andere manier soelaas kan bieden om de deelstaten toch wat steviger te kunnen laten drukken op de Europese besluitvorming. Ik zal proberen diplomatiek taalgebruik te hanteren: noch de collega uit Noordrijn-Westfalen noch ikzelf zag dit als de beste weg om dat te bewerkstellingen. Er zijn waarschijnlijk nog andere wegen, namelijk de sterke regio’s samenbrengen en van daaruit proberen een rechtstreeks gesprek met de Europese Commissie aan te gaan. Maar wat de Toekomstconferentie van Europa betreft, weten we nog niet goed hoe we moeten inschatten wat van daaruit te verwachten zal zijn.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, ik sluit me volledig aan bij uw woorden. Ik weet dat we met Vlaanderen een unieke positie hebben binnen de Europese Unie, met onze exclusieve wetgevende bevoegdheid. We steunen u daar alleszins in om ook partners binnen Europa te vinden die op een gelijkwaardige positie als Vlaanderen staan en dus ook willen deelnemen aan die Europese raden. Ik dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.