Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister-president, een aantal weken geleden pleegde het leger in Burkina Faso een staatsgreep. De situatie is er momenteel zeer instabiel. Het land volgt helaas een tendens die we nog zien in andere landen in West-Afrika. De militaire overname kwam er nadat een groep soldaten onvrede uitte over de daadkracht van de regering, die volgens hen niet meer adequaat kon reageren op externe dreigingen van verschillende groepen jihadisten. Deze dreigingen werden in de praktijk vaak omgezet in gruwelijke aanslagen, die sinds 2015 frequenter voorkomen. Een gebrek aan militair materieel en mankracht ligt volgens hen aan de basis van dit onvermogen om te handelen. Uit de begrotingstoelichting 2020 bleek dat de Vlaamse overheid het Country Strategic Plan van het World Food Program steunde in Burkina Faso.
Zoals gesteld, zijn er naast Burkina Faso nog verschillende West-Afrikaanse landen, zoals Mali, die ook kampen met politieke instabiliteit. Bijgevolg heb ik volgende vragen:
Hebt u kennisgenomen van de situatie in Burkina Faso en bestaat de mogelijkheid dat de bredere samenwerking met de regio hierdoor moeilijkheden zal ondervinden?
Zijn er nog soortgelijke projecten in Burkina Faso zoals dat aan het Wereldvoedselprogramma of in de bredere West-Afrikaanse regio waar de Vlaamse overheid momenteel steun aan biedt? Zo ja, acht u het mogelijk dat dergelijke humanitaire steunpakketten naar Burkina Faso of in de bredere West-Afrikaanse regio in het gedrang komen door wat is gebeurd?
Zullen de sancties van het West-Afrikaanse economische samenwerkingsverband (ECOWAS) die er wellicht aankomen tegenover Burkina Faso en andere landen in de regio, gevolgen hebben voor de Vlaamse handel, en op welke manier gaat de Vlaamse overheid, en Flanders Investment & Trade (FIT) in het bijzonder, hiermee om?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Lambrecht, ik vernam inderdaad dat er een staatsgreep plaatsvond in Burkina Faso. Volgens de opstandige militairen konden de president Kaboré en zijn regering de uitdagingen van het land niet krachtdadig aanpakken. Hiermee verwijst men naar de terreur van moslimextremisten.
Sedert 2015 treffen ontvoeringen en aanslagen door groeperingen gelinkt aan IS en Al Qaeda Burkina Faso. De laatste jaren nam het geweld stevig toe. Jihadistische groeperingen benutten de bestaande onvrede over economische, sociale en etnische problemen. Zowel de Verenigde Naties als de Afrikaanse Unie veroordeelde de staatsgreep. Ook de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse staten, bekend als ECOWAS, liet haar afkeuring blijken.
Ik stel vast dat het aantal Afrikaanse staatsgrepen het laatste anderhalf jaar opflakkert. Mali kende er twee, in augustus 2020 en mei 2021, in Tsjaad was er een coup in mei 2021. Ook Tunesië, in juli 2021, Guinée, in september 2021, Soedan, in oktober 2021 en nu dus Burkina Faso, in januari 2022, ondergingen dit lot.
De situatie in West-Afrika en de Sahelregio is allerminst stabiel. Daar komt nog bij dat Frankrijk zijn troepen in die streek afbouwt. Op dit moment kunnen we moeilijk inschatten of dit een grote impact zal hebben op onze bredere samenwerking in de regio.
Naast de noodhulp van het Wereldvoedselprogramma financiert Vlaanderen, meer bepaald het Departement Omgeving, zeven projecten rond drinkwater in Burkina Faso. Ook de meeste andere projecten rond duurzame ontwikkeling die Vlaanderen in deze regio steunt, betreffen water en sanitair. Vlaanderen opereert op relatief beperkte schaal in Burkina Faso.
Over hoe FIT daarmee omgaat, geef ik enkele cijfers. Tijdens de eerste tien maanden van 2021 exporteerde Vlaanderen voor 68,45 miljoen euro naar Burkina Faso. De import in diezelfde periode bedroeg 7,67 miljoen euro. De tussentijdse handelsbalans aan Vlaamse zijde totaliseerde aldus een overschot van 60,78 miljoen euro. Met deze cijfers was Burkina Faso tijdens de aangehaalde periode onze 106e exportmarkt, dat betekent een tussentijds aandeel van 0,022 procent. Als leverancier stond het land tijdens de eerste tien maanden van 2021 op plaats 133, goed voor een aandeel van 0,003 procent. Kortom, het is onwaarschijnlijk dat de onrust in Burkina Faso belangrijke gevolgen gaat hebben voor de Vlaamse buitenlandse handel.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister-president, dank voor uw uitleg over waar het allemaal zo slecht gaat daar. Het is niet weinig. Vlaanderen doet daar zeven drinkwaterprojecten. Het is niet veel, maar het zal wel waardevol zijn. Alles helpt. Zullen deze projecten worden stilgelegd na wat er nu is gebeurd? Wordt dat voortgezet?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Uiteraard mijn volledige steun wat betreft de inhoud van deze vraag. Ik wilde even polsen naar de samenkomst op 17 en 18 februari van de EU en de leiders van de Afrikaanse Unie. Minister-president, ik veronderstel dat u daarvan op de hoogte bent? Ik heb even de agenda bekeken. Het is de bedoeling om een hernieuwd en diepgaander partnerschap tussen de EU en de Afrikaanse Unie aan te gaan. Het gaat over wederzijdse belangen, over het opbouwen van welvaart en over een ambitieus investeringspakket. Zal de problematiek die we in Afrika op verschillende locaties kennen, meegenomen worden? Kunt u daar wat meer input over geven?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Lambrecht, we zullen die projecten gewoon voortzetten. Tot nu toe heeft geen informatie mij bereikt dat dat in gevaar zou komen.
De Europese contacten met de Afrikaanse Unie worden voorbereid op DGE-niveau (Directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie). Daar hebben wij onze standpunten, maar die verschillen natuurlijk niet van de standpunten in dezen van de Belgische diplomatie. Daar staan we op één lijn.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Vanuit onze fractie willen we benadrukken dat wij het belangrijk vinden dat de steunmaatregelen die er nu zijn, ook al gaat het maar om zeven waterputten, blijven doorgaan.
Minister-president, u hebt de cijfers over de handelsrelaties gegeven. Het lijkt niet veel en het is niet veel. Wij vinden ook dat de handelsrelaties aan een aantal voorwaarden moeten blijven voldoen, vooral de garantie dat de mensenrechten gerespecteerd worden. Op basis van het verleden heb ik begrepen dat FIT daar heel nauw op toekijkt. Dat is van essentieel belang voor de geloofwaardigheid van het Westen, als we over mensenrechten praten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.