Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Aerts heeft het woord.
Collega’s, op 31 maart 2021 keurde het Vlaams Parlement een kaderdecreet voor energiedelen goed. Dat werd op 15 december nog gewijzigd door het Vlaams Parlement. Er werd toen ook een vierde categorie toegevoegd van personen die kunnen energiedelen, namelijk de actieve afnemers.
In de tussentijd nam de Vlaamse Regering een uitvoeringsbesluit voor de praktische uitwerking. In het oorspronkelijke ontwerp van 9 juli 2021 was er een eerste, stapsgewijze timing voorzien, namelijk: gezamenlijke actieve afnemers mogen vanaf 2022 starten met energiedelen binnen één gebouw. De persoon-aan-persoonverkoop start dan vanaf begin juli 2022. De energiegemeenschappen van burgers kunnen starten vanaf 2023. En hernieuwbare-energiegemeenschappen kunnen ook starten vanaf 2023.
Op last van de Raad van State werd die gefaseerde aanpak integraal geschrapt. Er werd gezegd dat alle systemen in één keer moeten worden uitgerold. En dat is eigenlijk ook wat op 1 januari 2022 van toepassing is, dus niet meer de verschillende timings, maar alle categorieën die tegelijkertijd mogelijk zijn.
Als we echter naar de websites van de Vlaamse overheid en die van Fluvius kijken, dan lezen we daar nog altijd de oorspronkelijk vooropgestelde gefaseerde timing, die dus op last van de Raad van State geschrapt is. Op dit moment kunnen enkel de gezamenlijk actieve afnemers aan energiedeling doen in één gebouw, als ze bij dezelfde leverancier zitten.
Je zou kunnen zeggen dat het een vergetelheid is om die webpagina's aan te passen, maar er blijkt dus meer aan de hand te zijn. Want hoewel bijvoorbeeld de persoon-aan-persoonverkoop nu decretaal mogelijk is, geeft Fluvius aan geïnteresseerden de boodschap dat het nog niet mogelijk is, omdat ze nog niet klaar zijn.
Minister, wat is nu de huidige situatie? Welke categorieën kunnen in de praktijk ook al projecten rond energiedelen opstarten en welke nog niet? Waar zitten de knelpunten nog? Welke stappen zult u ondernemen om zo snel mogelijk de praktijk in overeenstemming te brengen met het decretale kader en op welke termijn? Met andere woorden: welke stappen zult u ondernemen om zo snel mogelijk het energiedelen zo breed mogelijk toepasbaar te maken?
Minister Demir heeft het woord.
Collega, ik wil eerst meegeven dat gezien de zeer korte omzettingstermijnen van de betrokken richtlijnen, wij onmiddellijk zijn gestart met de voorbereiding van het ontwerpdecreet en het besluit. Beide zijn ook goedgekeurd door de regering. Parallel aan de voorbereiding van die regelgeving werd aan de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) en Fluvius gevraagd om ook alle nodige processen in gang te steken opdat energiedelen zo snel mogelijk kan worden toegepast. Dat maakt dat vandaag het regelgevende kader volledig in orde is. U weet ook dat wij als regio de eerste zijn in vergelijking met andere regio’s en lidstaten die het regelgevende kader voorzien hebben.
Het technisch reglement van de VREG werd daarop aangepast. Het eerste protocol van Fluvius dat energiedelen in appartementsgebouwen mogelijk maakt, is ook goedgekeurd door de VREG. De volgende fases en protocollen worden nu door Fluvius volgens de instructies in het technisch reglement van de VREG voorbereid. Wij lopen dus voor. Wij werken ook zo snel mogelijk. Toen de richtlijnen er waren, is Vlaanderen onmiddellijk aan de slag gegaan. We zitten op dit moment dus goed op dat gebied.
Zoals reeds aangeven, keurde de VREG op 21 december vorig jaar het eerste protocol van Fluvius inzake energiedelen in een gebouw goed. Dat protocol regelt alle praktische afspraken en processen tussen de verschillende betrokken partijen. De volgende fases en protocollen worden nu door Fluvius voorbereid. Vanaf 1 juli dit jaar zal ook persoon-aan-persoonverkoop van groene stroom, bijvoorbeeld tussen twee familieleden of twee buren, mogelijk zijn.
Waar zitten de knelpunten? Energiedelen is een complexer gegeven dan het op het eerste gezicht lijkt, niet zozeer decretaal of wetgevend of wat dan ook, maar wat betreft de praktische uitvoering en het operationele. In het voorbereidingstraject werd duidelijk dat heel wat betrokken partijen, waaronder alle leveranciers, tegen complexiteiten aanlopen die vandaag nog niet opgelost kunnen worden. Vandaar het initiële voorstel van een gefaseerde implementatie in het ontwerpbesluit. In de praktijk is die timing en fasering hetgeen wat momenteel technisch mogelijk is. Het wegvallen van de timing en fasering in het besluit op advies van de Raad van State betekent jammer genoeg niet dat die obstakels daarmee ook wegvallen.
Een onmiddellijke, volledige en onvoorwaardelijke implementatie nu is gewoonweg niet mogelijk, omdat te veel technische en operationele processen bij alle verschillende marktpartijen daar nog niet op voorbereid zijn. Er komt veel meer bij kijken, zeggen ze ons, dan alleen maar het aanpassen van energievolumes in de database van de netbeheerders. Heel veel partijen zijn ook betrokken, zoals de afnemers zelf, de distributienetbeheerders, in sommige gevallen de transmissienetbeheerder, de leveranciers en de evenwichtsverantwoordelijken. Energiedelen beïnvloedt ook de balancing, de sourcing, de settlementprocessen, de facturatie enzovoort. De IT-systemen, de datasystemen en de marktprocessen zijn dus nog in volle voorbereiding, omdat die daar blijkbaar meer tijd voor nodig hebben dan wij, die met onze wetgeving al klaarstaan.
Deze aanpassingen vergen de nodige en vaak vastgelegde procedures en doorlooptijden met alle betrokken partijen. Er zijn ook procedures die ze blijkbaar moeten doorlopen. Vandaar dus dat geopteerd werd voor een stapsgewijze implementatie waarbij elke fase zou worden geoptimaliseerd op basis van voortschrijdend inzicht en marktafspraken, om zodoende te komen tot betrouwbare, klantvriendelijke en marktgedragen oplossingen.
Het heeft natuurlijk helemaal geen zin dat het niet werkt en dat de mensen zich afvragen wat dat allemaal is met dat energiedelen, dat ze er hun buik vol van hebben en er dan maar niet aan meedoen. Als alle betrokken partijen zeggen dat er ICT-gewijs en op het vlak van datasystemen enzovoort nog van alles moet worden aangepast, dan is het beter om dat stapsgewijs te doen.
Onnodig uitstel van bepaalde fasen moet worden vermeden. We doen dat het best zo snel mogelijk en we moeten streven naar een correcte uitvoering van het Energiebesluit, maar een bruuske all-inimplementatie zou in de huidige situatie tot heel veel onzekerheid, discussies en te veel ad hocoplossingen leiden. Dat is ook niet de bedoeling. We blijven de voorbereidingen volgen. Het is de regulator die toezicht houdt op de implementatie van het decretaal kader.
Om energiegemeenschappen toch zo snel mogelijk in te voeren, is het des te belangrijker dat er nu reeds pilootprojecten starten. Ik heb dit besproken met Fluvius, en er werd afgesproken dat Fluvius in de komende maanden drie proefprojecten opstart. Deze projecten zijn bewust divers gekozen om het leerproces van al de betrokkenen te versnellen zodat een grootschalige uitrol in 2023 vlot kan verlopen.
Welke zijn die pilootprojecten? Een energiegemeenschap van een appartementsgebouw met een PV-installatie op het dak, een energiegemeenschap van een bedrijf met zijn werknemers, een energiegemeenschap van een lokaal bestuur of OCMW met kwetsbare burgers. Fluvius gaat daar werk van maken en zal contact opnemen met de leveranciers die hieraan willen meewerken. Het is van groot belang dat dat zo snel mogelijk opstart. Het is de bedoeling dat dat in de komende maanden gebeurt, zodat we van die drie grote pilootprojecten inzake energiegemeenschappen dit jaar veel kunnen leren en nagaan waar er problemen zijn, zodat we daar in de implementatie rekening mee kunnen houden. Als je zoiets invoert, is het belangrijk dat het vooral werkt en dat er geen grote fouten zijn, want dan zouden mensen daar een degout van krijgen, en dat is helemaal niet de bedoeling.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister, u zegt dat we voorlopen met het regelgevend kader, maar wat heb je daaraan als de rest, de praktijk niet volgt? Ik heb nog enigszins begrip voor het feit dat die timing last minute is geschrapt door de Raad van State. Elia is klaar met de balancing van het net. Ook de energiemarkt, de verschillende private spelers zijn klaar om projecten op te starten. Fluvius is echter niet klaar, dus in de praktijk kan dat nog niet plaatsvinden.
U zegt dat energiedelen in één gebouw wel mogelijk is, maar ik begrijp dat dat dan enkel en alleen bij dezelfde leverancier is, zoals oorspronkelijk is voorzien. Ik vind het goed dat er al proefprojecten worden opgestart, dat is toch al een kleine eerste stap, maar tegelijk blijven we met een soort van vacuüm zitten.
De regelgeving zegt dat vanaf 1 januari alles mogelijk is, maar eigenlijk zegt u nu dat pas vanaf 1 juli een verkoop van persoon tot persoon mogelijk zal zijn, en de rest pas in 2023. Wat doen we dan met de burgers, de bedrijven die stappen verder willen zetten? Kunnen ze dan een schadevergoeding krijgen? Op welke manier gaan ze daarmee om?
De projecten worden uitgesteld, terwijl de regelgeving zegt dat het kan vanaf 1 januari. Daaraan gekoppeld: er is een verschillende timing, maar we houden nu vast aan de oorspronkelijke timing van vorig jaar. Je zou toch kunnen denken, aangezien de regelgeving is aangepast, dat we dat zo snel mogelijk in orde brengen. Ik heb niet de indruk dat dat nu gebeurt.
Vandaar mijn derde vraag: kunnen we niet sneller schakelen zodat we ons eigen regelgevingskader in de praktijk sneller kunnen waarmaken?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, tenzij ik het verkeerd begrepen heb, geeft de heer Aerts hier een verkeerde voorstelling van de feiten. Ik denk dat er eerst was afgesproken om gefaseerd te werken: eerst de departementsgebouwen, dan vanaf 1 juli van persoon tot persoon. De Raad van State zei dat we alles in één keer moeten doen, maar de marktwerking is niet klaar. Daar kan de minister niets aan doen, niet door met een vlaggetje te zwaaien, niet door een ministerieel besluit te nemen.
Ik heb gebeld met verschillende marktspelers. De belangrijkste die alles een beetje coördineert, Flux50, zegt dat ze beginnen op te starten in de appartementsgebouwen. In Mechelen, met dezelfde opdrachthouder, is men de link aan het maken tussen een hal van de gemeente en het gemeentehuis. U zit daar mee in het bestuur, informeer u daar eens, zodat u weet waarover het gaat. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) is alle dergelijke projecten aan het opstarten.
Natuurlijk zijn er ook conflictfases. Er zijn nog problemen met Fluvius omdat het IT-platform nog niet helemaal klaar is, maar ik denk dat het decretale en de initiatieven vanuit de Vlaamse overheid af zijn. Nu moet de markt zich organiseren, en ze doet dat ook. Daar is tijd voor. U bent tegen marktwerking, de markt is niet rap genoeg, straks gaat u nog boetes uitdelen aan de markt. Ik begrijp dat niet goed.
Ik denk wel degelijk dat alles er is. De marktwerking moet gebeuren. De VVSG test van alles uit binnen de gemeenten en start proefprojecten. Het snelste dat er zou komen, is dankzij Groen in Mechelen. Informeer daar eens hoe het loopt en waar het eventueel nog fout loopt.
Minister Demir heeft het woord.
Mijnheer Aerts, wij doen alles wat we kunnen, zo snel mogelijk. Maar er zijn heel veel partners. Iedereen moet natuurlijk mee. Ik kan toch niet sneller werken dan al die partners waar we afhankelijk van zijn. Het moet eerst in orde zijn.
Het gaat ook over een heel groot ICT-systeem, waar iedereen bij betrokken is. Dat betekent ook – zoals vaak bij zulke grote oefeningen – dat het gefaseerd verloopt. Nogmaals, hoe sneller, hoe liever, maar ik kan al die partners de arm niet ombuigen als zij zeggen dat er nog werk is aan de ICT en andere zaken. Als u een wonderoplossing hebt, hoor ik het graag. We zitten hiervoor continu rond de tafel.
Het belangrijkste voor mij is dat Vlaanderen er al mee bezig is. Regelgevend is alles al achter de rug. We zijn al bezig met de implementatie. Vanaf juli dit jaar is al van alles mogelijk. Er zijn heel wat pilootprojecten in heel wat steden rond energiegemeenschappen. Misschien moet u eens kijken waar uw partij in de regering zit. Zo moet men in Wallonië nog heel veel doen.
Ik vind ook dat u begrip moet hebben. U moet niet zeggen dat het te traag is of te dit of te dat. Wij zijn echt wel de regel. We zijn zo snel mogelijk gestart zodra de betrokken richtlijnen er waren. Sneller dan dit, zie ik niet gebeuren, tenzij we dat halsoverkop invoeren met heel wat fouten, rampen, foute facturen enzovoort tot gevolg. Dat doe ik niet, daar pas ik voor. Het systeem moet operationeel en in orde zijn. Dat heeft wat tijd nodig.
Ondertussen staat de markt niet stil, de mensen zijn zich aan het informeren. Dan is het goed, als het systeem klaar is, dat alles mooi kan lopen. Het is geen kwestie van jaren meer, rapper dan dit kan ik niet. Ik ben afhankelijk van heel veel betrokken partijen. Ik hoor heel graag uw oplossingen, dan kan ik die voorleggen aan de partners waar ik vaak mee aan tafel zit. Zeg het me dan.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister, het wordt bijzonder vermoeiend. Ik zal u nog eens uitleggen dat Groen niet in de Waalse Regering zit, en dat doet er zelfs niet toe. Ik dacht dat ik net aan u niet moet zeggen dat Vlaanderen beter zou moeten doen. Ik stel deze vragen hier omdat we energiedelen een warm hart toedragen en graag willen dat het beter zou functioneren.
Collega Gryffroy zegt hier dat we tegen marktwerking zijn en dat de markt niet klaar is. Excuseer, ik ben geïnformeerd door marktspelers– het is er meer dan één – die aangeven dat ze klaar zijn en willen starten, maar dat ze niet kunnen omdat het nog niet in orde is: Fluvius is nog niet in orde gebracht.
Ik heb dat in december vorig jaar al aangebracht tijdens de bespreking van de decreetsaanpassing: het is niet in orde, het gaat voor problemen zorgen want de overgang is te snel. Het decretaal kader is wel klaar, maar als de praktijk niet volgt, zijn we niet vooruitgeholpen. Dat is niet de schuld van de marktspelers. Laat ons maximaal inzetten op proefprojecten, dat vind ik goed, dat heb ik ook gezegd. Het lijkt me logisch dat we ervoor zorgen dat zo snel mogelijk de praktijk in overeenstemming wordt gebracht met het decretaal kader. Dat gebeurt vandaag niet. Ik hoop en verwacht dat er meer op wordt ingezet. Ik kijk uit naar de proefprojecten. Ik stel voor dat we er zoveel mogelijk lanceren, want er zijn wel degelijk mogelijkheden om meer te doen op het vlak van energiedelen.
Ik heb het gehad met al die verzinsels dat wij tegen marktwerking zijn en dat we in de Waalse Regering zitten. Zorg dat dit energiedelen draait. Dan kunnen we stappen vooruitzetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.