Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Claes heeft het woord.
Minister, toen ik vorige week donderdag deze vraag om uitleg over een potentiële knip in de groenestroomcertificaten indiende, ging het enkel nog maar om een gerucht in De Tijd. De dag erna hebben we kunnen vernemen dat de Vlaamse Regering daar ook effectief een beslissing over genomen heeft. Dat is goed, want de consumenten betalen nu via hun stroomfactuur mee voor de oversubsidiëring van groene stroom, waarvan de groenestroomcertificaten een belangrijk onderdeel uitmaken.
Mijn partij was van meet af aan tegen die groenestroomcertificaten. Ik heb een vraag om uitleg teruggevonden van onze goede ex-collega, Jan Penris, die in 2010 in het Vlaams Parlement al het volgende zei: “Het zijn die bedrijven die met dergelijke projecten niet alleen hun imago oppoetsen, maar vooral extra winsten genereren. Het is de man in de straat, die het al moeilijk heeft, die op het einde van de rit de rekening van dit mooie verhaal zal moeten betalen.” Dat zei hij in 2010.
Ik kan niet anders dan concluderen dat collega Penris gelijk heeft gekregen, want al snel bleek inderdaad dat het certificatensysteem een ware zonnepanelenzwendel werd voor bepaalde grote bedrijven, die hiermee nog grotere megawinsten konden boeken, megawinsten waarvoor de burger jarenlang de rekening betaalt. De Vlaamse Regering zou nu alsnog de stroomfactuur goedkoper willen maken door een deel van de factuur van de groenestroomcertificaten op te kuisen. De vraag is natuurlijk op welke wijze dit juridisch haalbaar is, want het is een onverstandig uitgewerkt systeem. Het systeem van de groenestroomcertificaten is een pervers uitgewerkt systeem, maar helaas wel een volkomen legaal systeem, dat voor vele bedrijven jarenlang inkomsten garandeerde. Volgens De Tijd en volgens uzelf vergt de oplossing die zou worden uitgewerkt een soort van ‘juridische spitstechnologie’.
Dat is allemaal zeer interessant, zeker omdat de problematiek van de onbetaalbare stroomfacturen nu uiterst urgent is. Ik heb daarover de volgende vragen, minister.
Binnen welke termijn denkt u hiermee de factuur te kunnen ontlasten? Denkt u effectief een juridisch sluitende oplossing te kunnen voorzien die dure juridische procedures kan vermijden? Welk bedrag denkt of hoopt u zo uit de factuur te kunnen halen om die verder te ontvetten en meer betaalbaar te maken voor de consument?
Minister Demir heeft het woord.
Zowel in het parlement als in de commissie hebben we inderdaad de afgelopen twee jaar heel vaak gediscussieerd over de openbaredienstverplichtingen en alles wat daarin zit, en over of dat op een goede en structurele manier kan worden bekeken. We hebben dat het afgelopen jaar gedaan, om daar een goede juridische grond voor te vinden. Jullie weten dat de groenestroomcertificaten ongeveer 90 procent uitmaken van de openbaredienstverplichtingen. Als je iets wilt doen aan de Vlaamse component in de energiefactuur, kom je vrij snel daar terecht.
Het is de bedoeling in de loop van het voorjaar een ontwerpdecreet aan de Vlaamse Regering te kunnen voorleggen. Dat ontwerpdecreet moet dan de regelgevende procedures volgen en aan de adviesraden en de Raad van State worden voorgelegd. Daarna zal het naar het parlement gaan. Het streefdoel om deze nieuwe regeling te operationaliseren is 1 januari 2023. ‘As we speak’ wordt gewerkt aan de teksten.
U vraagt naar juridisch sluitende oplossingen om juridische procedures te vermijden. Dat is natuurlijk de bedoeling. Ik ben zelf jurist en weet dus dat als je een regeling wilt uitwerken, je ervoor moet zorgen dat het juridisch zo goed als waterdicht is. Men mag zich niet in avonturen storten. Ik heb hier al wat avonturen gehad. Dat is helemaal niet de bedoeling.
Ik ben me er wel van bewust dat de aangekondigde wijzigingen niet zonder slag of stoot zullen worden aanvaard. Het gaat over veel geld. Teneinde een zo juridisch robuust mogelijke regeling te creëren, laten we de Vlaamse overheid in deze operatie dan ook bijstaan door verschillende externe juristen die de nodige kennis en ervaring hebben in alles wat met staatssteun te maken heeft. Wij zijn ervan overtuigd dat ons standpunt juridisch overeind zal blijven. Het is niet de bedoeling om aan iets te beginnen zonder te weten dat we het kunnen halen. Vandaar dat wij uiteraard ook uitkijken naar het advies van de Raad van State, waarmee we natuurlijk rekening zullen houden.
Ik wil alvast nogmaals benadrukken dat we hier voor de grote installaties te maken hebben met een steunmaatregel in de zin van artikel 107 van het Europees verdrag met betrekking tot staatssteun. U weet dat in de hiërarchie der normen bepaalde regels voorrang hebben. Een van de elementen waarmee bij staatssteun steeds rekening moet worden gehouden, is dat de overheid er te allen tijde voor moet zorgen dat er geen overcompensatie plaatsvindt. Daarbij stelde de Europese rechtspraak al dat men geen gewettigd vertrouwen kan baseren op het verkrijgen van overcompensatie. Niemand heeft recht op een onrechtmatig verkregen voordeel. Ik wil ook benadrukken dat subsidies geen contracten zijn, maar gunstmaatregelen van de overheid die, zoals alle overheidshandelingen, aan regels zijn onderworpen en dus ook aan de staatssteunregeling. Rechtszekerheid betekent ook dat burgers en ondernemingen erop kunnen rekenen dat regels consequent worden toegepast, niet dat onrechtmatige oversubsidiëring in leven wordt gehouden.
De hervorming die de Vlaamse Regering in 2012 en 2013 doorvoerde, zorgde er via een beperkte steuntermijn en de invoering van de bandingfactor voor dat installaties met startdatum vanaf 2013 minder werden gesubsidieerd. De bandingfactor voor bijvoorbeeld zonnepanelen volgt daarbij immers de elektriciteitsprijzen. Jaarlijks herberekent het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) de bandingfactoren voor bestaande installaties met startdatum vanaf 2013.
Een dergelijk systeem bestaat echter niet bij de oude installaties met startdatum van voor 2013. Dergelijke installaties ontvangen immers nog steeds één groenestroomcertificaat per opgewekt megawattuur elektriciteit, en dit voor een periode tot twintig jaar vanaf de indienstneming, met daarbovenop de mogelijkheid tot verlenging als ze bij het verstrijken van die termijn nog niet afgeschreven investeringen zouden hebben. Deze combinatie van de steuntermijn, de waarde van de groenestroomcertificaten en de waarde van de elektriciteit die door de installatie wordt opgewekt, zorgt er dan ook voor dat veel dergelijke installaties overgesubsidieerd zijn. Het is dit hele systeem dat we nu zullen herbekijken.
We stellen dan ook voor de termijn van de steun in principe tot tien jaar te beperken, maar natuurlijk met de garantie dat die installaties daarbij een billijk maar niet onredelijk rendement zullen hebben. Zoals eerder gezegd, zullen we niet retroactief optreden en worden er geen certificaten teruggevorderd, zelfs al zou een overgesubsidieerde installatie heden al meer dan tien jaar steun hebben genoten.
Door deze wijzigingen beogen wij om gedurende de volgende tien jaar ongeveer 1,2 miljard euro minder groenestroomcertificaten uit te betalen aan grote investeerders in zonnepaneleninstallaties. Dit zijn bedragen die anders in de distributienettarieven zouden worden doorgerekend of waarvoor de netbeheerders vanuit de Vlaamse begrotingsmiddelen een vergoeding kregen.
Tot slot wil ik nogmaals benadrukken dat deze operatie op geen enkele wijze de eigenaars van kleinschalige zonnepanelen zal raken. Doordat zij in verhouding tot die grote installaties per jaar slechts een handvol groenestroomcertificaten ontvangen, zal er voor hen immers niets veranderen.
De heer Claes heeft het woord.
Minister, ik kijk samen met u uit naar het advies van de Raad van State. Dat lijkt mij zeer interessant en belangrijk in dit dossier.
Ik kom even terug op het bedrag dat u noemde: 1,2 miljard euro, gespreid over tien jaar. Dat lijkt veel, maar als we dat omzetten naar wat dat voor de consument betekent, zou dat jaarlijks een vermindering zijn van ongeveer 37 euro op de energiefactuur. Dat is natuurlijk, als je de totale energiefactuur op jaarbasis bekijkt, een peulschil. Ik ben zelf op zoek naar een nieuw energiecontract. Het is goed dat het zal gebeuren, maar het is niet veel. U wilt het systeem niet afschaffen, maar ik heb het gevoel dat dit een grote Demirshow is. We hebben een week geleden het federale energieakkoord gehad, dat ook slecht was. En nu moet de Vlaamse Regering ook met iets in de pers komen, dat ook niet veel betekent. Zij moet wel effe de show stelen.
Ik blijf op mijn honger zitten. Als u het meent dat u de factuur wilt ontlasten, zou ik heel graag van u horen wat u zult ondernemen om die factuur te verlagen, zodat er geen energiearmoede meer is en zodat de consument op het einde van de rit veel minder betaalt. Ik zou nu graag van u weten, naast die knip die u voorstelt en waarvan het niet zeker is dat hij er zal komen, wat u verder nog zult ondernemen om de torenhoge energiefactuur te verlagen. Want ook op het Vlaamse niveau kan men nog bijzonder veel doen.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, als u een einde kunt maken aan de oversubsidiëring via de groenestroomcertificaten, dan ben ik daar 100 procent voor en zal ik dat absoluut toejuichen. Ik vind dat een goede zaak. Aan de andere kant denk ik dat nogal wat burgers teleurgesteld zullen zijn wanneer ze zien dat het maar dat is. Want die groenestroomcertificaten worden al jarenlang verkocht als dé reden waarom de stroomfactuur hoog is. Als dan blijkt dat het op 37 euro per jaar per gezin zal neerkomen, gespreid over vele jaren, zet dat de dingen wel in perspectief. En bovendien: het is vorige week met grote trom aangekondigd, maar het zal ten vroegste voor volgend jaar zijn. Veel zoden zet dat vandaag niet aan de dijk bij mensen die gestresseerd naar hun factuur van volgende maand kijken. Maar nogmaals: als het lukt, zal het een goede zaak zijn.
Ik heb een suggestie om het veel sneller te laten gaan. Minister, ik ben het met u eens dat dit staatssteun is, maar het is, denk ik, de enige staatssteun, bedrijfssubsidie, die we rechtstreeks aanrekenen aan mensen via hun elektriciteitsfactuur. Alle andere subsidies aan bedrijven worden gesubsidieerd uit specifieke budgetten daarvoor, via een overheidsbudget, via bepaalde fondsen en dergelijke meer. Als u dus echt snel wilt gaan en een verschil wilt maken, zelfs al is het maar 37 euro, waarom haalt u dan niet onmiddellijk ook deze staatssteun, deze subsidies voor de heer Huts en anderen, uit de factuur, en financiert u ze bijvoorbeeld niet met het Energiefonds, of met de opbrengst van die aardgasheffing die de Vlaamse Regering heeft aangekondigd?
Als het staatssteun is, betaal dat dan zoals alle andere staatsteun, en stop met deze specifieke staatssteun aan te rekenen aan mensen via hun elektriciteitsfactuur. Want het is het een of het ander. Ofwel is het een energiebeleid, ofwel is het staatssteun. Als het subsidies zijn, waarom moeten deze subsidies dan door de mensen opgehoest worden elke maand, via de elektriciteit die ze nu al veel te duur betalen? En waarom hoest de Vlaamse Regering ze dan niet op via al de andere potten die ze heeft om bedrijven te subsidiëren, en herverdeelt ze daarin? Dat lijkt mij veel terechter, en dat kan vanaf volgende maand. Dat kan zelfs vanaf volgende week, als de Vlaamse Regering daar een akkoord over vindt. En ook daar zult u de steun van Vooruit vol voor krijgen, minister.
De heer Aerts heeft het woord.
Collega’s, minister, het zal u niet verbazen dat wij vanuit onze Groenfractie ook absoluut voorstander zijn om die groenestroomcertificaten voor grote zonneparken uit de energiefactuur te halen.
Mijn collega’s Björn Rzoska en Johan Danen dienden hier acht jaar geleden al een amendement over in. En begin februari 2021, eigenlijk dag op dag een jaar voor de persconferentie van vorige week, diende Johan Danen ook nog een vraag om uitleg in voor deze commissie. En het is opvallend dat het antwoord telkens was dat dat onmogelijk is. Minister, u hebt toen ook verwezen naar een juridisch advies. Want u had dat juridisch goed bekeken. Nu, ik heb ondertussen dat advies ook kunnen lezen, en het viel mij op dat dat dateerde van 2014, en dat dat dus helemaal niet zo recent was. Dat bleek toch wat uit uw antwoord van vorig jaar in de commissie.
Wat lezen we in dat advies? Dat de piste van een vermindering van de steun aan bestaande PV-installaties denkbaar is voor zover een dwingende reden van algemeen belang bestaat, en het vertrouwensbeginsel niet op buitensporige wijze teniet wordt gedaan.
Vorige week woensdag bleek dit ook nog de piste te zijn die binnen de meerderheid circuleerde, als ik De Standaard mag geloven. Daarin stond een citaat vanuit de meerderheid hierover. En het viel mij op dat u nu vandaag, maar ook afgelopen vrijdag, eerder de piste bewandelt van de oversubsidiëring en de Europese de-minimisregels.
Dus ik ben er absoluut voorstander van om dat eruit te halen. Maar het gehele voortraject, namelijk telkens eerst zeggen dat het niet mogelijk is, en dan op één week schijnbaar twee verschillende pistes bewandelen, dat boezemt mij niet zoveel vertrouwen in. En daarin volg ik de collega’s dat het mij toch wat lijkt op een rookgordijn dat snel moest worden opgetrokken na de federale inspanningen. Het is iets op lange termijn, zeker, en het heeft een beperkte impact op de factuur. Dus ik ben benieuwd op welke manier u dit zult realiseren. En alle applaus indien het lukt, maar ik vroeg mij toch ook af welke extra inspanningen u nog op kortere termijn voor die energiefactuur zult nemen.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, jullie weten dat ik, sinds ik hier twee jaar zit, systematisch dingen uit de factuur haal. Jullie kunnen dat ook zien, dat het Vlaamse aandeel van die energiefactuur gedaald is, in vergelijking met het federale aandeel. Daar zie je eigenlijk wel een grote stijging.
Maar de hoge energieprijzen hebben vooral te maken met wat er zich internationaal afspeelt. Ik wil ook nog wel eens benadrukken dat dat het grootste probleem is. Dat betekent ook wel dat we goed moeten nadenken over welke toekomst we ingaan als het gaat over energiebevoorrading in dit land.
Ik denk niet dat we iets moeten gaan ondernemen waardoor die factuur nog meer omhoog gaat. Ik heb altijd heel goed naar iedereen geluisterd, naar mensen die nog andere suggesties hebben in dit parlement. Ik heb zelf ook altijd gezocht naar oplossingen: wat kan ik doen, en wat kan ik doen dat ook juridisch volledig staande blijft, zonder dat we in allerlei grote processen belanden waarvan we de uitkomst niet kennen? Ik doe wat ik kan, en meer nog, ik heb de afgelopen twee jaar geen nieuwe zaken in de energiefactuur gestoken. Daar zijn we mee gestopt. En we halen er ook systematisch zaken uit. Dit jaar gaan de distributienettarieven met 20 procent naar omlaag. De aardgasheffing komt er ook aan, collega Tobback. Dat gaan we ook gebruiken om de factuur opnieuw te verzachten.
Ik zie inderdaad dat men voor de subsidies voor hernieuwbare energie in het verleden heeft beslist om dat in de energiefactuur te steken. U weet ook dat daar nog 9 miljard euro betaald moet worden tussen nu en de komende tien jaar. Dat is een historische erfenis waar ik mee zit. Maar ik kan geen 9 miljard euro op de begroting gaan zetten. Want als ik dat op de begroting zet, dan is dat bijna net zoveel als of misschien iets minder dan het budget van Welzijn. Dan wordt dat ook op de een of andere manier weer doorgerekend naar de belastingbetaler. Iemand zal dat finaal betalen, want ik kan ook geen geld bijdrukken. Ik zie ook nergens geld waarvan ik denk dat we dat daarmee kunnen doen.
Jullie weten dat ik met alles wat binnenkomt in het Energiefonds probeer om op het einde van het jaar groenestroomcertificaten op te kopen. Want dit is geen hocuspocus, collega’s. Het federale niveau heeft iets gedaan voor drie maanden, voor alle duidelijkheid. Wat het federale niveau doet is niet structureel. Maar goed, iedereen moet voor zijn eigen deur vegen, vind ik. Het is wel belangrijk dat iedereen zijn eigen aandeel of component in die energiefactuur naar beneden haalt. Ik denk dat dat toch wel de taak is van iedereen die met die energiefactuur bezig is. Wij doen dat op Vlaams niveau, en we zullen dat ook het komende jaar doen.
Ik ben zelf ook jurist, dus ik zit daar, voor alle duidelijkheid, al twee jaar naar die groenestroomcertificaten te kijken. Het is niet omdat het federale niveau nu iets doet met een cheque voor drie maanden, dat Vlaanderen nu ook iets moet doen. Wij hebben vanuit Vlaanderen altijd gezegd dat we niet met eenmalige ingrepen of wat dan ook gaan werken. Wij hebben onszelf altijd voorgehouden dat we daar niets meer in steken, zoals in het verleden wel gebeurde. Daarom zitten we ook met die subsidies van hernieuwbare energie in die energiefactuur. Dat doen we niet meer.
Ten tweede halen we daar zaken uit, op een structurele manier. Jullie weten ook dat ik blijf zoeken, ook al zegt men misschien eerst dat dat niet gaat. Ik blijf zoeken naar oplossingen, naar zaken waar we naar kunnen kijken met gezond verstand, en waar we ook een goede juridische onderbouw voor kunnen vinden. Dat heb ik ook het afgelopen jaar verder gedaan, en terecht, denk ik. In de commissie werd gevraagd om toch maar verder te zoeken, en dat heb ik gedaan.
Weet ook dat er een recent richtsnoer van de Europese Commissie is, van begin dit jaar, dat de lidstaten verplicht om bestaande steun te evalueren en in te grijpen bij oversubsidiëring. Dat richtsnoer versterkt ook ons dossier, naast de bestaande regels rond staatssteun. Dat maakt natuurlijk dat we nu een goede juridische onderbouw hebben.
En ik blijf verder werken, collega’s. Als ik nog mogelijkheden zie, dan zal ik daaraan werken. Want ik besef heel goed dat die energiefactuur een soort belastingbrief is. Maar ik vind ook dat er wat smalend wordt gedaan over de bedragen. Men zegt dat het ‘maar’ over 30, 40 of 50 euro gaat. Ik weet ook niet wat het exacte bedrag per gezin zal zijn. Maar ik vind ook dat het over het principe gaat, het principe dat je dat als overheid aanvecht en aanpakt. Ik denk dat dat ook heel belangrijk is.
Elk initiatief dat je neemt waarmee je de openbaredienstverplichtingen kunt verkleinen en minder doorrekenen op de energiefactuur, is de weg die we moeten bewandelen. Dat is op een structurele manier ook inkomen. Maar ik zal altijd blijven zoeken naar oplossingen en zaken om de energiefactuur nog verder naar beneden te halen. U weet dat ik ook fel inzet op fraude. Als er gefraudeerd wordt, zijn dat ook heel wat miljoenen euro’s die we weer uit die factuur kunnen halen. Zolang ik hier mag zitten, is het werk niet af en zal ik verder blijven zoeken. En als er van de commissieleden juridisch robuuste oplossingen komen, wil ik die ook altijd bekijken, want ik denk die factuur belangrijk genoeg is. We moeten daar met meerderheid en oppositie op een goede manier naar kijken en er goede oplossingen voor vinden.
De heer Claes heeft het woord.
Minister, het is positief dat u de zonnepanelenzwendel met groenestroomcertificaten voor grote bedrijven nu wilt afschaffen, hoewel ik de timing een beetje vreemd vind, aangezien uw partij dat systeem in de Vlaamse Regering al meer dan tien jaar ondersteunt, of toch laat begaan. Maar ik blijf toch een beetje op mijn honger zitten wat betreft de verdere afslanking van de energiefactuur, minister. Het is voornamelijk symboolpolitiek, om te verhullen dat er op Vlaams niveau eigenlijk structureel niets gebeurt om die energiefactuur verder te doen dalen.
U vraagt aan het parlement suggesties om de energiefactuur terug te brengen tot wat ze eigenlijk moet zijn, namelijk de kostprijs voor het opwekken van de energie en het onderhouden van het net. Ik zal er twee doen. Eerst en vooral: haal alle openbaredienstverplichtingen ter subsidiëring van groene stroom gewoon uit de energiefactuur. Schaf die af. En twee: schaf al die ouderwetse energie-intercommunales af, en ook heel de façade die errond is gebouwd van Fluvius, met de honderden bijhorende politieke postjes om de trouwe partijsoldaten tevreden te houden, die ons heel veel kosten. Schaf heel dat systeem van die energie-intercommunales af. Zo gaat u uiteindelijk kunnen terugkomen tot wat een energiefactuur moet zijn: de kostprijs voor het opwekken van energie en de kostprijs voor het net. Energie is een basisproduct en mag geen luxeproduct zijn. Alleen zo gaan we ervoor kunnen zorgen dat er geen energiearmoede meer is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.