Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega's, voor deze vraag om uitleg zijn we naar Nederland gaan kijken. Om te voldoen aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord en het Schone Lucht Akkoord, zoals het daar heet, wil de Nederlandse overheid dat de bouwsector in 2030 60 procent minder stikstof en 0,4 megaton minder CO2 uitstoot. Daartoe trekt ze 270 miljoen euro uit om tot 2030 subsidies te geven voor uitstootvrij bouwmateriaal, zoals graaf- en heimachines, betonmixers en bouwaggregaten.
Daarenboven kan de bouwsector in Nederland ook een subsidie krijgen voor het ombouwen en aanpassen van hun huidig materiaal op diesel naar waterstof of elektriciteit, of het plaatsen van een katalysator. Ook innovatie wordt niet vergeten. Ook daarvoor is er geld uitgetrokken om bijvoorbeeld nieuwe uitstootvrije machines met bijhorende laadoplossingen te ontwikkelen.
In Vlaanderen is er sinds 22 februari 2019 de Green Deal Circulair Bouwen. Via dit gezamenlijk engagement willen bouwbedrijven, bouwmateriaalproducenten, lokale en regionale overheden, private bouwheren, onderzoekers en andere organisaties samenwerken om in de toekomst circulair bouwen in Vlaanderen tot een dagelijkse realiteit te maken.
Ook in Vlaanderen willen we hard inzetten op de energietransitie in de bouwsector. Heel wat bedrijven staan klaar om de transitie te maken. Men wil bijvoorbeeld af van dieselgeneratoren en evolueren naar hybride en batterijsystemen. Veel evenementen zoals festivals zijn ook vragende partij om hun tijdelijke energievoorziening te verduurzamen zodat die puffende dieselgroepen uit het landschap kunnen worden verwijderd.
Het lijkt er echter op dat de transitie naar meer duurzame systemen in de bouwsector hier minder vlot verloopt dan in Nederland. Door de bijzonder gulle subsidieregeling door de Nederlandse overheid worden de Vlaamse bouwbedrijven en leveranciers aan Vlaamse bouwbedrijven geconfronteerd met een concurrentiel nadeel, zeker als men weet dat veel van die bedrijven zowel op de Vlaamse als de Nederlandse markt actief zijn. Een gelijkaardige subsidie- of ondersteuningsregeling zou dit kunnen verhelpen.
Minister, kunt u een stand van zaken geven van de Green Deal Circulair Bouwen? Welke doelstellingen zijn daar vooropgesteld en hoe worden die gemonitord? Hoe evalueert u deze Green Deal? Op welke manier en met welke inzet van middelen kunt u de bouwsector ondersteunen in zijn energietransitie richting minimale uitstoot tegen 2030 en, eventueel op de langere termijn, tegen 2050? Wat zijn daar de plannen?
Hoe staat u tegenover een subsidieregeling zoals in Nederland is vormgegeven? Zijn er elementen die u ook in Vlaanderen wilt implementeren? Voorziet u een dergelijke steun voor onze bouwsector?
Minister Demir heeft het woord.
De Green Deal Circulair Bouwen werkt mee aan een vermindering van 30 procent van de materialenvoetafdruk tegen 2030. De deelnemende organisaties experimenteren in pilootprojecten en brengen hun kennis en ervaring samen in een lerend netwerk. We testen tools, methodieken en nieuwe vormen van ketensamenwerking uit. Intussen werden al meer dan honderd projecten in de bouw opgestart in Vlaanderen.
We hebben de groep van de Green Deal de afgelopen jaren ook begeleid met een groep van onderzoekers met veel expertise in circulair bouwen in de Proeftuin Circulair Bouwen met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB), UHasselt en de VUB. Dit werd gefinancierd vanuit de overheid.
Dit jaar gaat het vierde en laatste jaar van de Green Deal Circulair Bouwen in. Sinds de lancering in 2019 maken ondertussen 369 organisaties, ondernemingen, overheden en onderzoeksinstellingen en experts deel uit het van het actieve netwerk. Elk van hen heeft ondertussen circulaire stappen gezet in het bouwproces. Hun successen en hindernissen willen we verder capteren om de transitie naar circulair bouwen nog sterker te maken. Er sluiten nog steeds nieuwe deelnemers aan bij de Green Deal, wat duidelijk maakt dat circulair bouwen meer en meer ingebed raakt in de bouwsector.
Om te kijken of we de nodige impact bereiken met de diverse strategieën in de circulaire economie, hebben we in november 2021 een monitor gelanceerd met diverse indicatoren. Hiermee willen we de transitie monitoren en evalueren. Aan de hand van de veranderingen in de indicatoren van deze monitor kunnen we nu onze voortgang in de transitie naar de circulaire economie opvolgen.
De Proeftuin Circulair Bouwen heeft in een eerste fase heel wat concrete beleidsaanbevelingen, belangrijke knelpunten en oplossingsrichtingen aangeleverd rond sloop en hergebruik. In de tweede fase, die nu loopt, wil het onderzoeksconsortium op basis van de ervaringen en leerlessen uit de experimenten van de Green Deal, de gesubsidieerde projecten van Vlaanderen Circulair en verder gericht onderzoek hetzelfde doen voor de thema’s veranderingsgericht (ver)bouwen, synergieën voor circulaire businessmodellen en overheden als versnelling voor circulaire innovatie in de bouw. Het budget hiervoor was net geen 3 miljoen euro.
Het ontwerp van het nieuwe beleidsprogramma ‘Op weg naar circulair bouwen 2022-2030’ zit in de laatste fase van de besluitvorming en wordt binnenkort ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering voorgelegd. Het beleidsprogramma bevat een heel aantal ambities waaraan de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) samen met partners de komende jaren zal werken om de transitie naar een circulaire bouweconomie voort te zetten. De kennis en de knowhow van de bouwsector is dan ook zeer welgekomen.
Deze verschillende initiatieven werken complementair. Hun grootste focus ligt op het verduurzamen van het gebouwde patrimonium en het verlagen van de energie- en milieu-impact via een volledige levenscyclusbenadering, en niet rechtstreeks op de omschakeling van fossiele brandstoffen naar duurzamere energievoorziening voor bouwmaterieel. Onrechtstreeks wordt dit echter wel bevorderd doordat de milieu-impact in een volledige levenscyclusbenadering sterk beïnvloed wordt door de manier van produceren, verwerken, enzovoort.
Binnen het kader van het plan Vlaamse Veerkracht werd onlangs nog 10 miljoen euro voorzien. Deze middelen worden opgevolgd door het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Parallel wordt ook het gewone instrumentarium ingezet. Concreet gaan de middelen naar negentien projecten rond het aanpakken van knelpunten op het vlak van circulair bouwen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik denk dat het goed is dat Vlaanderen bijzonder actief bezig is met dat circulair bouwen. Ik hoor allerlei zaken die zeer goed klinken: een nieuw programma, negentien concrete projecten, een levenscyclusanalyse …
Ik heb enkele bijkomende vragen. Welk budget is voorbehouden voor dat nieuwe programma? U zei dat het in de eerste fase ging om 3 miljoen euro. Welk budget wordt er uitgetrokken voor die negentien projecten?
De Green Deal Circulair Bouwen en het groene programma situeren zich vooral in de sfeer van onderzoek en ontwikkeling. Ik denk dat dat goed is: proefprojecten, bekijken wat werkt en hoe het eventueel beter kan. In Nederland gaat men een stap verder en gaat men echt heel breed met het ondersteunen van bedrijven op het terrein om een omschakeling te maken inzake hun bouwmateriaal en machines. Men trekt daar bijzonder veel geld voor uit. Die Nederlandse bouwbedrijven die hun dieselgroepen en dieselaggregaten willen vervangen door elektrische of batterijtoepassingen, kunnen daarvoor 40 tot 50 procent subsidie krijgen. Daardoor wordt een enorm concurrentieel nadeel gecreëerd voor de Vlaamse bedrijven, die ook op die Nederlandse markt actief zijn. Omgekeerd zijn het de Nederlandse bedrijven die, op basis van de subsidieregeling van de Vlaamse overheid, hier actief worden.
Ik denk dus dat we daar ofwel zelf ook iets tegenover moeten stellen vanuit de Vlaamse overheid, ofwel moet er in overleg gegaan worden met de Nederlandse overheid, omdat ze hier op het pad zitten van staatssteun die niet toegelaten is en dat ze op die manier de markt aan het verstoren zijn. Ik vrees dat de tweede optie de moeilijkste zal zijn en dat Vlaanderen dus zelf ‘uit zijn kot’ zal moeten komen om ervoor te zorgen dat onze bouwsector en vooral de toeleveranciers niet weggevaagd worden door de Nederlandse gulheid en plannen.
Ik heb daarover nog de volgende vragen. Zult u overleg plegen met uw Nederlandse collega over hun programma en de impact op Vlaanderen? Zult u overleg plegen met de bouwsector over een concreet ondersteuningssysteem gelijkaardig aan dat van Nederland? Zo niet dreigen onze bedrijven straks gewoon weggeveegd te worden.
De overheid kan niet alleen met financiële middelen, proefprojecten, onderzoek en ontwikkeling, het circulair bouwen en de transitie in de bouwsector ondersteunen, maar ook via aanbestedingen. Op welke manier kunnen we er met het beleid voor Vlaamse overheidsaanbestedingen voor zorgen dat bedrijven die werk maken van een slimme transitie naar klimaatvriendelijke alternatieven, daar de vruchten van plukken? Hebt u intenties op dat vlak?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega Bothuyne. Voor die negentien projecten wordt ongeveer 10 miljoen euro voorzien. Ik denk dat onderzoek en ontwikkeling inderdaad van groot belang zijn. Dat werd ook al deels omgezet in beleid. Ik denk bijvoorbeeld aan het selectief slopen, dat we verplicht gemaakt hebben in het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA). Maar we nemen alle input uit de Green Deal en uit de proeftuinen ter harte. Daar waar het wetgevend nodig is, zullen we daar ook een initiatief voor nemen.
Wat die grotere werven betreft: na evaluatie denk ik dat we ook de kleinere werven kunnen meenemen. U hebt een punt op dat vlak. Wat het over de grens kijken betreft, ben ik het met u eens. We moeten ervaringen delen. Ik zit trouwens binnenkort samen met de nieuwe minister, Rob Jetten. Dat is een uitgelezen moment om het daarover te hebben en om te bekijken hoe ze in Nederland hun renovatiebeleid zien en hoe ze daarop zullen inzetten.
Circulair aanbesteden zit als hefboom in onze governance van Vlaanderen Circulair. Dat wordt dus ook maximaal meegenomen. Uiteraard moet de overheid daarbij het goede voorbeeld geven.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Bedankt, minister. Het is goed dat er 10 miljoen euro wordt uitgetrokken voor die negentien projecten. Er zijn ongetwijfeld ook reguliere budgetten die voor een aantal zaken qua vergroening en transitie aangesproken kunnen worden. Maar als ik dat afzet tegen die 270 miljoen euro, specifiek voor de vergroening van materiaal en machines in de bouwsector in Nederland, dan zien we wel dat we hier een probleem hebben. Het is een gemeenschappelijke markt, met heel veel bedrijven die op elkaars terrein actief zijn. Ik zou het dus appreciëren, mocht u dit echt als een belangrijk punt meenemen in uw overleg met uw Nederlandse collega binnenkort, zodat we aan onze bedrijven toch kunnen aangeven dat we ook voor hun rechten opkomen. En als blijkt dat Nederland doorzet en dat de impact op onze bedrijven groot is, dan zullen we toch moeten nadenken over een manier om een tandje bij te steken op het vlak van de ondersteuning van bedrijven richting een klimaatvriendelijkere bouwsector.
De vraag om uitleg is afgehandeld.