Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brouns heeft het woord.
In het rapport ‘B-Solutions’ verwijst de Europese Commissie naar een negentigtal grensproblemen binnen haar grenzen. B-Solutions, ondertussen vier jaar geleden opgericht, heeft veel wettelijke barrières ontdekt in grensoverschrijdende problematieken en biedt juridische steun aan lidstaten die met deze problemen in aanraking komen. Het rapport beschrijft negentig geselecteerde pilootprojecten waarbij door de organisatie ondersteuning werd geboden. Op vraag van de Nederlandse provincie Limburg werd zo ook de toekomstige lijn Hasselt-Maastricht ondersteund.
B-Solutions signaleert voor deze lijn een probleem met de handhavingsbevoegdheid voor de lijnen van het openbaar vervoer die gedeeltelijk over het grondgebied van Nederland gaan. De Nederlandse wet Personenvervoer uit 2000 maakt een duidelijk onderscheid tussen toezichthoudende en handhavende bevoegdheden, waarbij Belgisch trampersoneel op Nederlands grondgebied enkel een toezichthoudende bevoegdheid mag uitoefenen.
De Europese Commissie vreest daarbij dat De Lijn personeel zal moeten zoeken in een Nederlands bedrijf, wat extra kosten zou kunnen betekenen. De Lijn zelf heeft nog geen exploitatieberekeningen dienaangaande gemaakt.
B-Solutions raadt De Lijn aan een aparte regeling af te spreken met de stad Maastricht. In deze regeling kan dan een samenwerking van het personeel van De Lijn met de gemeente en de lokale politie worden vastgesteld. Zo hoeft De Lijn geen specifiek personeel aan te nemen voor deze route. Een alternatief is om een regeling te maken in Benelux-verband, waar afspraken gemaakt kunnen worden over specifieke grensproblemen en er mogelijk zelfs specifieke, gezamenlijke trainingen kunnen worden georganiseerd.
Het EU-rapport maakt geen melding van een mogelijk probleem voor de lijn Luik-Maastricht, waarop een trein van de Belgische Spoorwegen rijdt.
Minister, op welke manier gaat Vlaanderen of België vandaag om met controleurs die grensoverschrijdende lijnen moeten bemannen? Hoe werkt dit vandaag voor het busverkeer?
Hebt u zicht op de impact op de kostprijs van deze route indien De Lijn extra Nederlands personeel moet aanwerven?
Zult u stappen ondernemen om afspraken te maken zodat personeelsleden van De Lijn een handhavingsbevoegdheid krijgen op deze route?
Op welk niveau wilt u bij voorkeur hieromtrent afspraken maken? Hebt u hierover reeds overlegd met minister Georges Gilkinet, die in het beheer van de NMBS voor hetzelfde dilemma wordt gesteld?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Brouns, hoe gaan we om met controleurs die grensoverschrijdende lijnen moeten bemannen? Er zijn twee manieren. De Lijn voert reizigerscontroles uit bij reizigers die gebruikmaken van de voertuigen van De Lijn ongeacht of deze voertuigen in Vlaanderen, Wallonië, Brussel, dan wel op Nederlands of Frans grondgebied rijden. Als een lijn gezamenlijk geëxploiteerd wordt door een Nederlandse en een Vlaamse operator, bijvoorbeeld de lijn 42 Brugge-Breskens, dan voert elk land controles uit op het eigen grondgebied, ongeacht of het voertuig Vlaams of Nederlands is.
Wat betreft uw andere vragen kan ik u meegeven dat specifiek voor het project van de sneltramlijn Hasselt-Maastricht tussen Vlaanderen en Nederland een kaderovereenkomst is afgesloten met de afspraak om een realisatie- en exploitatieovereenkomst op te maken waarin de rechten en plichten van de partijen gedurende de realisatiefase en exploitatiefase verankerd worden.
Momenteel staat in het concept van die overeenkomst opgenomen dat het handhavend optreden zal gebeuren op grond van de artikelen 70 tot 74 van de wet op het personenvervoer van 2000. En dat zal gebeuren door een beëdigde buitengewone opsporingsambtenaar openbaar vervoer, die ter beschikking zal worden gesteld door de gemeente Maastricht.
Via de realisatie- en exploitatieovereenkomst worden voor het specifieke project van de sneltramlijn Hasselt-Maastricht concrete afspraken gemaakt met de provincie Nederlands Limburg en de gemeente Maastricht. De details omtrent de kostprijs die eraan verbonden is, zijn nog niet gekend, aangezien ook de overeenkomst als dusdanig nog niet geformaliseerd of volledig gefinaliseerd is.
Als het personeel van De Lijn op Nederlands grondgebied ook daadwerkelijk handhavend wil kunnen optreden op grond van de artikelen 70 en volgende van de wet op het personenvervoer van 2000, is een officiële aanstelling als buitengewoon opsporingsambtenaar conform die Nederlandse regelgeving vereist. En die kan men verkrijgen bij het voldoen aan welbepaalde specifieke eisen die in Nederland worden opgelegd voor die opsporingsambtenaren.
De heer Brouns heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoorden, minister. De vraag was natuurlijk ook een beetje ingegeven door de hoge cijfers van het zwartrijden. We kennen daar de percentages in stedelijke context en in meer landelijke omgeving. Die zijn al vaak genoemd, ook in deze commissie. Wat betreft de problematiek van het grensoverschrijdende verkeer en de controles daarop, hebt u er zicht op of we daar dan ook minder in slagen? De regeling die daar moet worden gemaakt, is immers vrij omslachtig. U verwees naar het voorbeeld in Brugge. De vraag is dan in welke mate er ook effectief gecontroleerd wordt op die lijnen.
Is er zicht op het zwartrijden, specifiek in onze Vlaamse grensregio, die toch wel vrij uitgestrekt is in relatie tot Nederland, maar ook met Frankrijk? Zijn er specifieke cijfers over het zwartrijden in grensregio’s?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Brouns, ik heb vandaag natuurlijk niet rechtstreeks cijfers of er meer aan zwartrijden wordt gedaan op de grensoverschrijdende lijnen. Ik heb daarnet inderdaad de lijn Brugge-Breskens vernoemd. Op al die lijnen worden onze reizigers gecontroleerd. Ik heb vorige week in deze commissie expliciet gezegd dat onze controleurs nog meer zullen worden ingezet voor zwartrijden. En uiteraard gaan zij dan niet zeggen dat het, als men bijvoorbeeld vanuit Breskens komt, niet relevant is of men al dan niet een ticket heeft. Dat is in zijn algemeenheid, maar alleszins heb ik vandaag geen indicatie dat er meer aan zwartrijden zou worden gedaan op de grensoverschrijdende lijnen. Er wordt te veel aan zwartrijden gedaan, maar we weten dat dat op dit ogenblik vooral te maken heeft met het achteraan opstappen, waardoor de sociale controle een pak minder is. Maar onze controleurs zullen daar alleszins volop op inzetten om dat, samen met de sensibiliseringscampagne, een halt toe te roepen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.