Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, Statistiek Vlaanderen controleert en bevraagt op geregelde tijdstippen de Vlamingen over hun ervaringen en tevredenheid met alle aspecten of onderdelen van het overheidsbeleid. De laatste versie dateert van februari 2019. De documenten zijn dus twee jaar oud, en normaal moest er vorig jaar in september een update gekomen zijn, maar dat is niet gebeurd.
In de Statistiek Vlaanderen van 2019 was het duidelijk dat de inwoners van het Vlaamse Gewest tevreden zijn over de gemeentelijke bestuurszaken zoals de huisvuil-, cultuur- en sportvoorzieningen, maar ook kinderopvang en groen doen het goed. Van de diensten door de Vlaamse overheid verzorgd, scoort enkel onderwijs echt goed, de meeste andere voorzieningen scoren onder de helft. De tevredenheid over de staat van de voetpaden, fietspaden en wegen, alsook over de opvang en begeleiding van armen, ligt het laagst. Slechts ongeveer een kwart van de Vlamingen was tevreden over deze aspecten.
Het meest opvallende van alle cijfers is echter dat de tevredenheid over het openbaar vervoer en de staat van de wegen, fiets- en voetpaden tussen 2007 en 2018 sterk is gedaald. We weten dat er inspanningen gedaan zijn voor meer investeringen in fietspaden en wegen, maar de vraag is of dit voldoende is. Ook op het vlak van het openbaar vervoer hebben we aanzienlijke stappen gezet, maar hier blijft onder andere de uitwerking van de vervoerregio’s en basisbereikbaarheid toch vaak haperen.
Minister, wanneer komt de update van de gegevens? Hebt u zicht op nieuwe data?
Welke tekortkoming zult u wegwerken om de tevredenheid van de bevolking te laten stijgen?
Komen er nog bijkomende of nieuwe bevragingen om de tevredenheid van de burgers te meten op het vlak van het openbaar vervoer en de staat van de wegen?
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Fournier, ik dank u voor uw vragen.
De tevredenheid van onze burgers en van onze reizigers ligt ons uiteraard nauw aan het hart. De bevraging van Statistiek Vlaanderen, waar u naar verwijst, dateert inderdaad van 2018. Naar aanleiding van uw vraag hebben wij navraag gedaan bij Statistiek Vlaanderen. Men heeft mij gezegd dat er op dit ogenblik een nieuwe bevraging loopt en dat die resultaten worden verwacht in maart 2022. Hopelijk kunnen we binnen ruim een maand er iets meer over weten.
Uit de bevraging van Statistiek Vlaanderen 2018 konden we afleiden dat een kwart van de Vlamingen heel tevreden was over de staat van de fiets- en voetpaden.
Wat het openbaar vervoer betreft, was iets meer dan 35 procent tevreden.
Enerzijds is er Statistiek Vlaanderen maar daarnaast zijn er ook heel wat andere bevragingen. Zeker voor heel wat lokale besturen en mandatarissen is de stadsmonitor die vanuit het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) wordt gemonitord, heel belangrijk. Daar zagen we onder andere dat 41 procent van de Vlamingen tevreden is over de voetpaden en fietspaden. Er lopen dus ook andere heel belangrijke bevragingen.
Vanmorgen heb ik de meest recente cijfers gekregen over de tevredenheidsenquête binnen De Lijn. De resultaten zullen binnenkort worden gepubliceerd. Uit de eerste resultaten die ik vandaag al kon inkijken, blijkt dat de reizigerstevredenheid bij De Lijn is gestegen. In 2020 bedroeg die 58,5 procent, in 2021 was dat 65,4 procent. Dat is toch een mooie vooruitgang.
De prioriteiten voor de reiziger zijn stiptheid, correcte reisinformatie en de chauffeur. De eerste twee elementen stonden in het verleden vaak in een negatief daglicht. Maar hier zien we nu positievere elementen. Ruim zeven op de tien reizigers zijn tevreden.
Een ander aandachtspunt, en de coronacrisis speelt daar vast in mee, is de drukte op de voertuigen en de manier waarop de reiziger deze ervaart. Een op de vier is daar eerder ontevreden over.
We hebben hier positieve cijfers en ik denk dat dat op zich belangrijk is. Er was een negatieve kentering sinds 2017. De cijfers over stiptheid en tevredenheid kenden een negatieve tendens, maar kennen in 2021 voor het eerst een positieve tendens. Wanneer ruim 65 procent van de reizigers een tevredenheidsscore geeft van 7 op 10 en zelfs van 10 op 10, dan stemt dat ons zeker positief.
De Net Promoter Score (NPS) gaat na in welke mate mensen die het openbaar vervoer nemen, dat willen promoten bij andere reizigers. Die score bedroeg in 2020 min 16 procent en bedraagt nu 3 procent. Dat is dus op zich een positief verhaal, waardoor in de toekomst hopelijk meer reizigers gebruik zullen maken van De Lijn.
In mijn beleid ligt de focus op drie pijlers: fietsinvesteringen, verkeersveiligheid en duurzaamheid. We blijven daar volop in investeren.
Ik ben blij dat ik u die positieve data kan meegeven.
Welke tekortkoming zal ik wegwerken om de tevredenheid van de bevolking te laten stijgen? In mijn beleid ligt de focus op drie pijlers: fietsinvesteringen, verkeersveiligheid en duurzaamheid. Ik blijf daarin volop investeren. Ik heb hier in de commissie soms al te horen gekregen dat het mooi is een ruim investeringsplan op te nemen in mijn budget maar dat al die extra middelen ook vastgelegd moeten worden. Welnu, voor 2023 wordt een investeringsbudget van niet minder dan 300 miljoen euro voorzien voor fietsinfrastructuur. In 2021 heb ik in totaal 329 miljoen euro vastgelegd. De kentering in onze infrastructuur zal men zeker in de komende jaren kunnen waarnemen. Daarnaast maak ik ook subsidies vrij voor lokale besturen voor de realisatie van veilige schoolomgevingen en veilige schoolroutes langs gemeentewegen. De nadruk ligt hierbij ook op het wegwerken van onveilige, ontbrekende en oncomfortabele schakels in het fietsnetwerk. Voor fietssnelwegen ligt nog heel wat werk op de plank wat betreft het wegwerken van missing links. Voor 2020-2023 heb ik een bedrag van niet minder dan 187 miljoen euro uitgetrokken voor het Fietsfonds. Kortom, er wordt volop geïnvesteerd, en ik hoop dat de tevredenheid van de bevolking toekomstgericht zal toenemen. Ook inzake verkeersveiligheid, verkeersveilige kruispunten, wordt heel wat ondernomen, en ook dat kan de tevredenheid alleen maar doen toenemen.
Uw derde vraag is of er nog bijkomende nieuwe bevragingen komen. Elk jaar wordt door mijn diensten de Tevredenheidsenquête bij de reizigers van De Lijn uitgevoerd. Telkens in het voorjaar worden de resultaten hiervan bekendgemaakt. De resultaten voor 2021 zullen eind februari gepubliceerd worden. Zij moeten eerst nog voorgelegd worden aan de raad van bestuur van De Lijn. Over de staat van de wegen rapporteert het Agentschap Wegen en Verkeer en kan de burger problemen melden via het meldpunt. Daarnaast is er ook het jaarlijkse verslag van de Vlaamse Ombudsdienst. En er zijn ook bevragingen door Statistiek Vlaanderen. Bijgevolg acht ik het niet noodzakelijk om bijkomende burgerbevragingen te organiseren.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Bedankt voor uw uitgebreide antwoord, minister, maar we zijn dat intussen gewend. Uw antwoorden zijn altijd leerrijk. Ik wil toch nog eens duidelijk stellen dat de statistieken waarnaar ik verwijs, van voor uw tijd dateren. Het laatste was van 2018. Ik weet ook wel dat u enorme inspanningen levert voor mobiliteit en openbare werken. U verwijst naar uw drie pijlers: fietsinfrastructuur, weginfrastructuur, en veiligheid en duurzaamheid. Natuurlijk zien wij uw investeringen niet altijd onmiddellijk op het terrein. Ik kijk hoopvol uit naar de statistieken van binnen een paar jaar. Dan kan duidelijk blijken wat het echte effect is van de investeringen. Het budget dat is vastgelegd voor fietsinvesteringen, was in 2020 309 miljoen euro. Dat is zeer goed. Het budget dat voorzien wordt, wordt ook gespendeerd.
Ten slotte wil ik het nog eens hebben over de tevredenheid over De Lijn. Wij hebben de laatste tijd zowel in de commissie als de plenaire vergadering nogal negatieve berichten gehoord. Het zal iedereen deugd doen, en vooral ook voor de mensen van De Lijn, dat de tevredenheid van 58 naar bijna 66 procent is gestegen. Dat is een pluim voor iedereen die vooral ook in coronatijden extra inspanningen heeft geleverd.
En dan is er ook het promoten ten aanzien van andere reizigers. De beste reclame is nog altijd de mond-tot-mondreclame. Plus 3 is nog altijd niet veel, maar als dat van min 16 naar plus 3 gaat, kan dat alleen maar positief zijn.
Minister, ik kijk uit naar de cijfers van de statistieken van de volgende maand. We zullen dat zeker nauwlettend in het oog houden. We hopen dat de tevredenheid over de fiets- en weginfrastructuur de komende jaren zal vergroten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.