Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over seksueel grensoverschrijdend gedrag op het openbaar vervoer
Vraag om uitleg over seksueel grensoverschrijdend gedrag op voertuigen en aan haltes van het openbaar vervoer
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik zal proberen om mijn vraag iets korter te brengen dan ik ze heb voorbereid en ingediend, maar het betreft een belangrijk probleem dat herhaaldelijk in de aandacht kwam, namelijk ongewenst gedrag op het openbaar vervoer.
Uit een onderzoek van de federale overheid weten we dat een op de drie vrouwen aangeeft dat ongewenst gedrag door medepassagiers voor hen een obstakel vormt om het openbaar vervoer te gebruiken. Op 25 januari 2022 konden we verschillende getuigenissen lezen over seksueel overschrijdend gedrag op het openbaar vervoer. Het gaat van opdringerige aanbiedingen tot ongewenste aanrakingen. Dat zorgt ervoor dat voornamelijk vrouwen met een gevoel van onveiligheid op de bus, trein of tram zitten, terwijl dat een heel aangename en routineuze ervaring zou moeten zijn. Voor veel vrouwen betekent dat echter een constant gevoel van angst en waakzaamheid.
Collega Schryvers – die straks ook het woord neemt – heeft al schriftelijke vragen gesteld over wat dat betekent bij De Lijn. In 2019 en 2020 waren er respectievelijk 90 en 107 meldingen, maar we weten dat dat een onderschatting van het werkelijke aantal is. Uit een bevraging van Plan International België blijkt dat jongeren in België het openbaar vervoer als een van de hotspots van seksueel grensoverschrijdend gedrag ervaren. U hebt op 8 juli 2021 in de commissie gezegd dat er waarschijnlijk een aanzienlijk ‘dark number’ is.
De Lijn werkt al sinds 2006 aan haar actieplan ‘Veilig op Weg’ om de sociale veiligheid van haar medewerkers en van de reiziger te garanderen. De rol van buschauffeurs en personeel als eerste aanspreekpunt is hierin enorm belangrijk. De chauffeur kan bij een incident via de dispatching de politie en/of de Lijncontrole-interventie contacteren. Dat kan ook de drempel om een aangifte te doen, verlagen. Uiteraard kan ook de chauffeur zelf ingrijpen op zijn of haar bus. Zowel tijdens de basisopleiding als de voortgezette opleidingen van medewerkers van De Lijn is er structurele aandacht voor sociale veiligheid.
Een belangrijk element ter preventie van seksueel overschrijdend gedrag is volgens de betrokken partijen de mogelijkheid om discreet alarm te slaan. In zulke situaties is het namelijk niet altijd mogelijk om de buschauffeur aan te spreken of om een noodnummer te bellen. Een optie om discreet de veiligheidsdiensten en de buschauffeur op de hoogte brengen van de situatie, kan de mogelijkheid geven om sneller in te grijpen maar ook om een veiliger gevoel te hebben. Minister Gilkinet heeft deze week een proefproject aangekondigd op de treinstellen van de NMBS. Ik ben benieuwd wat u voor De Lijn voorstelt.
Ik heb volgende vragen. Hoe evalueert De Lijn haar actieplan ‘Veilig op Weg’ in het kader van seksueel overschrijdend gedrag? Acht u bijkomende maatregelen nodig? Bent u van plan om de strijd tegen seksueel overschrijdend gedrag expliciet op te nemen in de nieuwe beheersovereenkomst van De Lijn? Daarbij vraag ik mij af of u De Lijn zult vragen om de rapportering van seksueel overschrijdend gedrag expliciet op te nemen in haar driemaandelijkse veiligheidsmonitor? Is er binnen het thema 'sociale veiligheid' bij de opleidingen van medewerkers van De Lijn ook aandacht voor de problematiek rond seksueel overschrijdend gedrag?
Hoeveel voertuigen van De Lijn zijn er uitgerust met camera's die incidenten kunnen registreren? Is De Lijn van plan om dit toe te passen voor alle voertuigen? Binnen welke termijn? Hoe staat u tegen het uitwerken van preventieve maatregelen zoals een noodnummer of de mogelijkheid om de buschauffeur discreet te contacteren via een mobiele applicatie als WhatsApp of sms, zoals federaal minister Gilkinet voor de NMBS aankondigt? Hebt u daarover al overleg gehad met uw federale collega? Is daarvoor samenwerking met de vervoersmaatschappijen van de andere gewesten nodig om te komen tot een zekere uniformiteit? Dat lijkt mij aanbevolen. De Lijn heeft in 2022 budget voorzien voor een algemene sensibiliseringscampagne voor respect op het openbaar vervoer. Wanneer kunnen we die campagne verwachten? Dit is een algemene campagne tegen grensoverschrijdend gedrag. Acht u het gezien de getuigenissen noodzakelijk om ook in te zetten op een campagne specifiek gericht op seksueel grensoverschrijdend gedrag?
Bent u bereid om samen met de andere gewesten, de federale overheid en de openbaarvervoersbedrijven een interfederaal actieplan over seksuele intimidatie en agressie op het openbaar vervoer op te stellen, in samenspraak met het betrokken middenveld en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
De voorbije weken kwam de problematiek van seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag in de media. De aandacht werd er ook op gevestigd dat veel vrouwen te maken krijgen met seksueel grensoverschrijdend gedrag op het openbaar vervoer. Een eerder onderzoek toonde al aan dat een op de drie vrouwen hierdoor het openbaar vervoer vermijdt. De recente getuigenissen tonen aan dat er nog veel gedaan kan en moet worden om de situatie te verbeteren.
Momenteel heeft De Lijn een actieplan ‘Veilig op Weg’. Binnen dat plan worden organisatorische en preventieve maatregelen genomen om het objectief en subjectief veiligheidsgevoel te vergoten. Zo zouden tegen 2025 alle bussen uitgerust moeten zijn met camera’s. Daarnaast krijgen de chauffeurs ook een opleiding over hoe ze met agressie moeten omgaan.
Dit actieplan is broodnodig. Uit eerdere schriftelijke vragen die collega’s stelden, weten we dat in de eerste helft van 2021 er 791 incidenten van agressie tegenover personeelsleden van De Lijn werden vastgesteld. Daarnaast werden in 2020 111 gevallen van seksueel grensoverschrijdend gedrag gemeld. Dit cijfer is in werkelijkheid waarschijnlijk veel hoger.
Daarom heb ik volgende vragen. Welke acties van het actieplan ‘Veilig op Weg’ staan precies op de planning in 2022? Wordt er bij de opleiding voor buschauffeurs en controleurs over hoe om te gaan met geweld ook vorming gegeven rond het erkennen van en het ingrijpen bij seksueel grensoverschrijdend gedrag? Kunnen reizigers momenteel seksueel grensoverschrijdend gedrag meteen melden bij De Lijn zodat er ingegrepen kan worden? Overweegt u in de app van De Lijn een soort noodknop in te bouwen of een andere vorm van laagdrempelige meldingsmogelijkheid in te voeren? Hoe werkt De Lijn samen met de politie voor het vermijden, vaststellen en aanpakken van seksueel overschrijdend gedrag op trams en bussen? Welke acties plant u om seksueel grensoverschrijdend gedrag op het openbaar vervoer tegen te gaan?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Mijn vragen heb ik al enkele weken geleden ingediend, maar aan actualiteitswaarde hebben ze nog niets ingeboet. Integendeel, het kwam in de voorbije weken in verschillende sectoren naar boven hoezeer het grensoverschrijdend gedrag een diep ingeworteld probleem is. Dat blijkt uit getuigenissen uit uiteenlopende sectoren, zoals de hogescholen en universiteiten, de sportsector, de cultuursector, de media en zo verder.
Uit de cijfers in het antwoord op mijn schriftelijke vraag van 12 juli 2021 bleek dat De Lijn in 2020 107 meldingen registreerde van seksueel grensoverschrijdend gedrag op haar voertuigen of aan de haltes. In 2019 ging het om 90 meldingen. Die cijfers liggen ver van de conclusies van een bevraging die Plan International enige tijd geleden deed bij 3000 jongeren. Daaruit bleek dat het openbaar vervoer een zogenaamde hotspot is voor gevallen van seksuele intimidatie, en dat onderweg van en naar school maar liefst een op de tien jongeren ermee te maken krijgt.
Naar aanleiding van het rapport van Plan International stelde ik vorig jaar ook een vraag om uitleg op 8 juli 2021. Daarop zei u onder meer dat het ‘dark number’ van seksueel grensoverschrijdend gedrag op het openbaar vervoer inderdaad een groot probleem blijft en dat u aan De Lijn zou vragen daarin klaarheid te scheppen en te kijken op welke manier men kan nagaan of er effectief meer problemen zijn dan het aantal dat gemeld wordt. De voorbije dagen getuigden na berichten op sociale media verschillende vrouwen over hoe ze op het openbaar vervoer al werden benaderd en zich heel ongemakkelijk voelden. In antwoord op mijn vraag om uitleg zei u ook dat er bekeken zou worden of en hoe een opleiding specifiek gericht naar seksueel grensoverschrijdend gedrag eventueel kan worden opgenomen in de vakbekwaamheid of in de basisopleiding van het personeel.
In antwoord op mijn schriftelijke vraag van 3 november 2021 stelde u dat binnen de werkgroep met de andere openbaarvervoermaatschappijen onderzocht wordt of een overkoepelende campagne kan worden opgezet bij ieder van hen ter preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag op de voertuigen en ter aanmoediging van slachtoffers of omstaanders om klacht in te dienen als er zo’n voorval plaatsvindt. U zei toen ook een schrijven te hebben gericht aan De Lijn met de vraag om te onderzoeken hoe de registratie en de meldingsbereidheid van seksueel grensoverschrijdend gedrag op voertuigen en haltes van De Lijn verbeterd kan worden.
Ik heb hierover volgende vragen. Welke terugkoppeling kreeg u al van De Lijn op uw schrijven over de rapportering en de meldingsbereidheid? Welke stappen zullen er worden gezet om dat te verbeteren? Werd het opzetten van een overkoepelende campagne rond seksueel grensoverschrijdend gedrag op het openbaar vervoer intussen verder besproken binnen de werkgroep met de andere vervoersmaatschappijen? Komt er een overkoepelende campagne en, zo ja, wanneer en hoe wordt die opgevat? In welke mate wordt er al meer aandacht besteed aan de problematiek tijdens de opleiding van het personeel?
Hebt u intussen al cijfers over het aantal meldingen dat De Lijn ontving via de verschillende kanalen in 2021 over voorvallen van seksueel grensoverschrijdend gedrag op de voertuigen of aan de haltes? Graag krijg ik een opdeling per kanaal en per provincie. In hoeveel van die gevallen werd de melding rechtstreeks gedaan aan De Lijn en hoe vaak kwam de melding van bij de politie? Welke evoluties zijn hierin vast te stellen en hoe reageert u daarop, minister? Hoe zult u deze problematiek verder aanpakken?
Minister Peeters heeft het woord.
Naast zwartrijden zijn ook alle andere ongeoorloofde handelingen voor niemand aanvaardbaar. Dat moet zeker aangepakt worden. Onze reizigers moeten beschermd worden. Er is inderdaad het actieplan ‘Veilig op Weg’, maar dat is niet de oplossing van de problematiek en slechts een aanpak van een problematiek die er niet zou mogen zijn.
‘Veilig op Weg’ is een uitgebreid actieplan met maatregelen op vier verschillende pijlers die alle vormen van agressie en overlast aanpakken. Het is in maatregelen binnen deze vier pijlers dat ook de aanpak van seksueel ongewenst gedrag kadert. De maatregelen worden jaarlijks geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig in functie van het aantal incidenten en onder meer ook de externe context.
Alle maatregelen en acties worden flexibel en gericht ingezet, gebaseerd op de resultaten van het ‘Sociale Veiligheid Incidentbeheer’. Om de meldingsbereidheid te verbeteren en hierdoor een hogere rapportering te krijgen, maakt het onderwerp deel uit van de hoffelijkheidscampagne die zal lopen in het najaar van 2022. In deze najaarscampagne zal eveneens gekeken worden naar de mogelijkheid om daarin aanspreekgedrag mee op te nemen. Het tegengaan van elke vorm van geweld, en dus ook deze vorm van geweld, zal deel uitmaken van het nieuwe openbaredienstencontract dat in de maak is.
Ook zie ik zelf een meerwaarde om interfederaal samen te werken voor het opstellen van een actieplan over seksuele intimidatie en agressie op het openbaar vervoer. De Lijn zal hieraan meewerken. Het fenomeen doet zich immers niet alleen voor bij De Lijn, maar ook bij de andere vervoersdiensten. Wij hebben al een afspraak met die andere diensten van openbaar vervoer om samen een actie op te zetten tegen agressie op reizigers. Door een spijtig voorval deze week is die actie enigszins verdaagd. Maar er wordt zeker interfederaal werk van gemaakt.
Ik heb geen cijfers per provincie, maar wel het aantal feiten van het eerste tot en met het derde kwartaal van 2021, opgedeeld in zone west, met 15 feiten, en zone oost, met 52 feiten. Dat zijn in totaal 67 feiten, waarvan ongeveer de helft – 34 meldingen – rechtstreeks bij De Lijn wordt meegedeeld, en 33 gevallen bij de politie. Ondertussen zijn alle trams uitgerust met camera’s. Ongeveer 77 procent van de bussen in regie en 67 procent van de bussen van de exploitanten beschikken over camera’s. Elk nieuw voertuig dat aangekocht wordt, is voorzien van camera’s. Voertuigen in regie zullen tegen 2025 allemaal uitgerust zijn. Voor exploitanten is dit tegen 2027.
Wanneer er een klacht wordt ingediend bij de politie, dan stelt De Lijn uiteraard de beelden van haar camera's ter beschikking.
Op de voertuigen van De Lijn is steeds een rode noodknop voorzien. Die kan men in alle discretie indrukken, waarna de chauffeur en/of de controleur op het moment dat zij kennisnemen van dit signaal, kunnen kijken wat er aan de hand is. Ze kunnen eventueel ook via een monitor hulp of bijstand vragen of een controleploeg consulteren om ervoor te zorgen dat er onmiddellijk iemand kan ingrijpen.
Wat dat betreft zijn zeker de opleiding en de cursussen voor de chauffeurs en de lijncontroleurs van belang. Zij moeten te allen tijde de gewoonlijke procedure voor het erkennen en ingrijpen bij de verschillende vormen van agressie en overlast volgen. Bijkomend is er ook een opleiding voor de medewerkers voorzien, zowel inzake agressie als inzake overlast in zijn algemene vorm. Zij krijgen daar sowieso de nodige cursussen en opleidingen voor.
Slachtoffers kunnen zich onmiddellijk melden bij de chauffeur of een lijncontroleur die opstapt of aanwezig is. Ze kunnen dit uiteraard ook later melden via een klantenreactie.
Er zijn op dit ogenblik geen concrete plannen om de bestaande app van De Lijn aan te vullen met een noodknop, omdat elk voertuig al een rode noodknop heeft. Men zegt wel dat men die mogelijkheid gaat onderzoeken. Het is zeker geen slechte suggestie omdat het misschien handig zou zijn om op de app van De Lijn de noodknop op te nemen, zeker voor wie digitaal zijn vervoersbewijzen boekt. Daarom hebben wij aan De Lijn gevraagd om dat verder te onderzoeken.
Ik heb nog een aantal details over de cijfers inzake de bron en de specifieke plaats van die 67 meldingen die wij hebben voor 2021. Desgevallend zal ik die via de commissiesecretaris ter beschikking stellen. Deze cijfers nu allemaal opnoemen, is misschien iets te veel. In totaal gaat het over die 67 feiten, waarvan de helft bij De Lijn en de helft bij de politie ter ore zijn gekomen.
Alvast bedankt daarvoor, minister. Dan zullen wij die via de secretaris aan de leden bezorgen.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. U maakt duidelijk dat u dit een belangrijke problematiek vindt en dat u daar ook iets aan wilt doen. Dat kunnen we alleen maar toejuichen.
Ik wil in mijn repliek vooral ingaan op de mogelijkheid die wij zouden moeten bieden aan reizigers om via hun telefoon discreet alarm te slaan. Ik denk dat dat echt belangrijk is. Er is een groot verschil met de beweging maken richting zo’n rode knop, en dan alles wat daarop volgt, voor de chauffeur of iemand anders kan ingrijpen. Je kunt dan evengoed roepen of wat dan ook. Maar dat is juist wat slachtoffers in die omstandigheden vaak net niet durven of kunnen doen. Het is nu eenmaal zo dat mensen tegenwoordig heel de tijd op hun telefoon zitten. Kijk naar ons allemaal in de plenaire vergadering. Daar kan je wel veel discreter een melding doen van zo'n probleem. Ik denk dat dat een goede piste is om te onderzoeken.
Ik herhaal mijn pleidooi om daarover overleg te plegen met andere vervoersmaatschappijen. We willen dat mensen vlot overstappen van de ene modus op de andere. Het lijkt me dan ook handig dat je geen verschillende apps nodig hebt om grensoverschrijdend gedrag te melden.
Bent u ook van plan om aan De Lijn te zeggen dat ze dat samen met andere openbaarvervoeraanbieders zou moeten bekijken?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ik wil u danken voor uw antwoord. Ik had begrepen dat het actieplan van De Lijn ‘Veilig op Weg’ vooral gericht was op agressie, diefstal en vandalisme, en dat daar grensoverschrijdend gedrag iets minder expliciet als doelstelling in was opgenomen. Uit uw antwoord leid ik af dat dat alleszins wel zo is of in de toekomst zo zal zijn. Dat is positief.
We zouden natuurlijk het beste grensoverschrijdend gedrag voorkomen, maar als het zich voordoet, is het belangrijk dat het zeker gemeld wordt en dat we de meldingsbereidheid verbeteren. Dat kan inderdaad via sensibiliseringscampagnes. Maar net zoals collega Bex zou ik ook zorgen voor dat laagdrempelig discreet meldpunt. Ik vind het positief dat u die suggestie meeneemt.
We moeten daar zeker mee aan de slag gaan. Dat zou een stap vooruit zijn. Dat element specifiek meenemen in de opleiding van het personeel, en externe partners die daarmee bezig zijn, erin betrekken, lijkt me ook belangrijk. Het is ook positief dat bijna 80 procent van de bussen ondertussen is uitgerust met camera's. Dat is een goede stap vooruit. Ik vind het ook belangrijk dat u hebt bevestigd dat dit specifiek wordt meegenomen in de nieuwe beheersovereenkomst en dat we daar effectief een doelstelling van maken. Ik ben blij dat u op die suggesties ingaat.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord en ook voor uw engagement om dit als een prioriteit te aanzien. Het is natuurlijk heel belangrijk dat mensen die gebruikmaken van het openbaar vervoer, zich daar veilig kunnen voelen. Als men daarover studies en getuigenissen leest, is het een wijdverspreid probleem, maar het aantal meldingen geeft dat niet weer. Er werden over heel 2020 107 meldingen geregistreerd, en u geeft net de cijfers over de eerste drie kwartalen van 2021, namelijk 67 meldingen, dan weten we allemaal dat dat een zeer, zeer zware onderschatting is. Als je de voorbije dagen de getuigenissen hebt gehoord in de verschillende sectoren, is er natuurlijk iets mis. Er is iets mis met de cultuur dat veel mannen vinden dat dat allemaal niet zo erg is en dat dat kan. Daar moeten we op alle terreinen aan werken.
Maar we moeten natuurlijk ook slachtoffers motiveren om een melding te doen. Dat betekent dat ze gemakkelijk een melding moeten kunnen doen en dat ze die dadelijk moeten kunnen doen en niet wanneer het voorbij is en ze terug thuis zijn. Daarin ondersteun ik absoluut de vraag naar een discrete melding via een app. Ik heb ook de toelichtingen gelezen over wat de NMBS daar wil doen. Ik vind het absoluut goed en zelfs noodzakelijk dat u zult laten onderzoeken of dat op voertuigen en aan haltes van De Lijn kan, want dat zou een grote meerwaarde zijn.
Slachtoffers moeten op een goede en gemakkelijke manier een melding kunnen doen, maar ze moeten ook weten dat er nadien iets met die melding gebeurt. Hoe gaat De Lijn daar nadien mee om? De dader is weer weg en neemt de volgende dag misschien gewoon opnieuw de bus of staat weer aan een halte en doet het misschien gewoon opnieuw. Wacht De Lijn op meldingen of veroordelingen vanuit de politie? Hoe wordt daarmee omgegaan? Dat is een bijkomende vraag.
Ik geloof ook nog wel in een overkoepelende campagne met de verschillende vervoersaanbieders. Zult u daar werk van maken?
Wat betreft het aanspreken van de omstaanders, weten we allemaal hoe belangrijk maar ook hoe moeilijk dat is. Mensen kijken graag weg en zijn ook niet altijd zeker van wat ze hebben gezien. Ze hebben zelf angst. We moeten daar echt op inzetten. Daar zijn campagnes voor nodig. Eind vorig jaar is er een grote campagne gestart vanuit Sensoa met affiches en radiospots om mensen aan te spreken maar ook om opleidingen te geven aan professionals in heel wat beleidsdomeinen. Participeert De Lijn daar ook aan of bent u bereid om eens te kijken of dat ook een meerwaarde zou kunnen zijn?
De heer Keulen heeft het woord.
Die vragen zijn er boenk op. Dit is helaas blijkbaar het klimaat, de tijdsgeest. Geen enkele sector ontsnapt daaraan. Het probleem ligt niet bij De Lijn, dat mogen we nooit vergeten, maar wel bij een aantal hoofdzakelijk hitsige mannen die geen blijf weten met hun gedrag. Ik vind de suggesties heel goed. Hoe pakt men dat aan bij andere vervoersmaatschappijen? Hoe pakken we dat aan in het buitenland? Het beeld van een laagdrempelige aangiftemogelijkheid met opvolging, het verhaal van de rode knop en het verhaal van de camera's zijn allemaal instrumenten die absoluut opgeteld moeten worden gebruikt. Het is geen of-ofverhaal, maar een en-enverhaal.
Collega Schryvers, u haalde mij de woorden uit de mond: het is heel belangrijk om de omstaanders daarin te responsabiliseren. Als deze of gene collega op de werkvloer, als deze of gene medepassagier zich misdraagt en er staat een andere man of vrouw op, of ze doen dat met een aantal, om te zeggen dat het goed is geweest, dan is dat een heel belangrijk signaal. Maar daarvoor moet je over een aantal drempels heen gaan, drempels van angst, maar ook omdat we zijn opgevoed in een cultuur van wegkijken, een cultuur van dat we ons moeten weghouden van alles wat een ander aanbelangt. Dat is de foute definitie van privacy. Ik verwijs naar het beeld van Ajax, met Marc Overmars, de directeur voetbalzaken en ooit gevierde voetbalster, het beeld van Ajax als apenrots, waarbij vrouwen bij manier van spreken loslopend wild zijn. Ook ons openbaar vervoer mag geen apenrots worden, maar moet een veilige oase zijn voor álle reizigers en gebruikers van het openbaar vervoer, ongeacht leeftijd en gender.
Maar met de optelsom van laagdrempelige aangiftemogelijkheden, van camera's, de rode knop en het responsabiliseren van de hele samenleving kunnen we wel bakens verzetten. Als we alleen maar kijken naar De Lijn en naar het arsenaal waarover zij kunnen beschikken, zullen we zeker en vast verliezen en zullen we ook ten onrechte reizigers verliezen, omdat zij moeten kunnen rekenen op een veilige en comfortabele omgeving om zich te kunnen verplaatsen van punt A naar punt B.
De heer Verheyden heeft het woord.
Collega's, het is eveneens een probleem dat we hier al herhaaldelijk op de agenda hebben gezien. Ik wil er trouwens ook even aan herinneren dat niet alleen vrouwen zich onveilig voelen op het openbaar vervoer. Ook een op de vijf mannen zal het openbaar vervoer niet nemen, net om die veiligheidsredenen. Die cijfers bestaan ook.
Maar we moeten ook durven zeggen dat het vaak over bepaalde groepen gaat en dat veel van die problemen zich voordoen in bepaalde wijken, op probleemlijnen. Maar er wordt al te vaak de andere kant opgekeken. En men heeft het over de andere kant opkijken. Wel, dat gebeurt ook, en vanuit het beleid. Ook daarover moeten we eens duidelijk durven zeggen dat dat afgelopen moet zijn. De heer Keulen heeft het over vrouwen die worden bekeken als een object, als loslopend wild. Onze bussen komen in sommige gevallen in bepaalde wijken die lijken op de Far West.
Het gaat niet alleen over vrouwen, maar ook over het personeel dat zich in vele gevallen onveilig voelt. In die zin is het goed, minister, dat u die camera's ontrolt. Het gaat naar mijn mening nog veel te traag. Maar dan heb je die beelden en moet er ook iets mee gebeuren. En ik herinner mij het feit van enkele maanden geleden dat de politiediensten zelfs weigerden op te draven wanneer er een geval van agressie werd gemeld. Dergelijke zaken kunnen niet. Mijn vraag is dan ook: hoe verloopt de samenwerking met de politie? Want ik denk dat we effectief naar een lik-op-stukbeleid moeten gaan. Het heeft nu al veel te lang geduurd. We kunnen sensibiliseren, dat is goed, dat mag allemaal. Maar dat maakt geen indruk. We moeten duidelijk naar een lik-op-stukbeleid en we hebben daar alle middelen voor nodig.
Minister, mijn vraag is ook: hoe staat u tegenover dashcams? Want tegenwoordig plaatsen heel wat chauffeurs zelf dashcams in hun bussen. In een nota van De Lijn werd duidelijk gesteld dat dat niet is toegelaten. Maar als mensen zich niet veilig voelen en ze voelen zich in de steek gelaten, dan heb je vaak geen andere manier dan tegen die regels te zondigen. Minister, hoe staat u tegenover het gebruik van dashcams door de chauffeurs van De Lijn?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, ik dank jullie voor de bijkomende suggesties en opmerkingen. Die neem ik zeker ter harte. Iedereen beaamt eens te meer dat het absoluut intolerabel is en dat elke reiziger op een veilige en aangename manier moet kunnen gebruikmaken van het openbaar vervoer. Elke vorm van agressie en overlast is intolerabel.
Mevrouw Robeyns, het klopt dat het initieel, in het eerste plan van aanpak, niet zo nominaal actief was benoemd, maar nu is dat wel zo. Dat komt dus al tegemoet aan de verzuchtingen.
Ik heb daarnet al gezegd en een aantal collega's hebben dat mee benadrukt: we moeten die meldingsbereidheid zeker verbeteren. Die persberichten staan immers niet in verhouding tot het aantal cijfers waarover we zelf beschikken van zowel politie als ons eigen meldpunt bij De Lijn. Ik heb het over het cijfer van 67 over die drie kwartalen, terwijl we horen dat er klaarblijkelijk veel meer mensen klagen over seksueel ongewenst gedrag. Kortom, we moeten die meldingsbereidheid een pak omhoog krijgen. We zullen die hoffelijkheidscampagne dan ook opstarten en we zullen De Lijn vragen om het aanspreekgedrag daar zeker in op te nemen. Want zoals een aantal collega's zeggen, kijken vele mensen weg, reageren ze niet, terwijl men net daar de solidariteit zou moeten hebben dat eenieder op de bres springt, zegt dat dit ontoelaatbaar is, dat we dit niet tolereren in onze maatschappij, en daartegen ingaat. We zullen het aanspreekgedrag daar dus mee in opnemen.
Ook het voorstel om die app ruimer te bekijken, wil ik zeker meenemen. Ik zei het daarnet al: ik wil dat zeker op ons volgend ministerieel overleg mee op tafel brengen. Ik zei al dat we een gezamenlijke campagne voeren met alle openbaarvervoerdiensten. Maar ook met de CEO's van de vier vervoersmaatschappijen doen we al een gezamenlijke campagne rond agressie: agressie naar het personeel van de vervoersmaatschappijen, maar uiteraard ook naar de reizigers. We ondernemen dus al een aantal gezamenlijke acties.
Maar die app van De Lijn of noodapp, waarop men subtiel kan melden dat men in de problemen zit, zouden we ook overkoepelend kunnen ontwikkelen. Ik zal het alleszins agenderen op de volgende interministeriële conferentie (IMC) en bekijken wat we daarmee kunnen doen.
U hebt het over dashcams. Op dit ogenblik hebben we op het merendeel van onze toestellen, op bijna 80 procent van de trams en bussen, beelden via onze camera's. Die worden volop gebruikt. Ik hoor een aantal collega's zeggen dat er te weinig mee wordt gedaan. Zij vragen wat De Lijn specifiek doet voor mensen die zich schuldig maken aan vormen van agressie of ongewenst gedrag. Maar De Lijn kan zelf natuurlijk niet als rechter optreden. Zij kan geen mensen uitsluiten van het openbaar vervoer. Het is aan rechters om al dan niet te ageren. Maar daarom is het eens te meer heel belangrijk dat die meldingsbereidheid groter wordt, net als die aanspreekbaarheid.
Kortom, het moet een plan zijn waarop we blijven inzetten, waaraan we blijven werken, in de hoop dat in de toekomst iedereen weer veilig het openbaar vervoer kan gebruiken. We zullen alleszins alles voortdurend blijven monitoren en opvolgen en waar nodig bijsturen.
Dank u wel voor de suggesties. Ik neem ze zeker mee.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, nogmaals dank voor uw antwoord. Ik ben blij dat u dat ter harte neemt. Campagnes allerhande zijn goed, maar we moeten er ook voor zorgen dat we mensen helpen die in nood verkeren, of die een bus of trein niet nemen omdat ze schrik hebben voor dergelijke situaties.
Ik ben heel blij dat u dat meldingssysteem gaat aankaarten op de interministeriële conferentie. We kijken ernaar uit om daar feedback over te krijgen.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Ik sluit me daarbij aan. Het is inderdaad positief, minister, dat u de suggesties meeneemt en de problematiek ter harte neemt.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw bijkomende antwoorden en uw bereidheid om het probleem aan te pakken. De problematiek is ernstig en het is goed dat we daarover een open discussie kunnen hebben en voorstellen op de tafel leggen zodat er gezamenlijk een plan kan worden uitgewerkt waarbij de meldingsbereidheid kan worden vergroot, het probleem in zijn algemeenheid en het omstaanderseffect kunnen worden aangepakt en er wordt gekeken naar campagnes over de verschillende vervoersaanbieders heen. Ik geloof ook heel sterk in die app met een discrete melding, minister. Ik hoop dat we daarover op korte termijn positief nieuws kunnen krijgen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.