Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de toename van het zwartrijden bij De Lijn tijdens de coronacrisis
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, corona en het openbaar vervoer, het is al twee jaar een van de grote gespreksonderwerpen in deze commissie en het zal dat helaas misschien nog wel een aantal maanden blijven. Maar ook deze vraag om uitleg heeft daarmee te maken.
Door de coronamaatregelen zijn er blijkbaar een pak meer reizigers van De Lijn gaan zwartrijden. Dat is natuurlijk geen goede evolutie. Voor corona lag het percentage waarvan we weet hebben, gemiddeld onder de 10 procent, en nu is dat in landelijk gebied, dus op het platteland, rond de 10 à 15 procent. Daar zie je dus al een stijging.
Maar nog veel frappanter is de score die men in de steden haalt. In de steden ligt dat cijfer van zwartrijders rond de 40 à 50 procent. 40 à 50 procent, dat wil zeggen dat de helft van de reizigers op een bus of een tram van De Lijn rijdt zonder te betalen. Dat is niet alleen asociaal gedrag, maar dat is ook iets waar we echt wel op moeten werken, iets wat we moeten tegengaan.
Een van de redenen zou zijn dat men nu achteraan moet instappen. Tijdens de coronacrisis wordt achteraan ingestapt. Dat zou volgens de directeur-generaal van De Lijn een grote rol spelen in deze toch wel zeer opmerkelijke cijfers.
Niet alleen dat cijfer van 40 à 50 procent zwartrijders is trouwens frappant, de niet-geïnde inkomsten daardoor lopen op tot 20 à 30 miljoen euro, en dat is toch niet gering.
Minister, ik ondervroeg u daarom al tijdens de commissievergadering van 21 oktober vorig jaar over deze problematiek. In uw antwoord liet u toen weten dat er de voorbije twee jaar door corona minder sociale controle was, omdat de reizigers inderdaad niet meer vooraan opstappen. Er was niet alleen minder sociale controle, maar er was ook gewoon minder controle door de controleurs van De Lijn zelf, omdat zij tijdens de coronacrisis andere prioriteiten hadden dan controleren, namelijk onder andere het instaan voor de begeleiding van reizigers, maar zeker ook de opvolging van de mondmaskerplicht.
Daarnaast vertelde u nog dat de installatie van een betaalterminal achteraan de bus – wat een en ander ook makkelijker zou maken tijdens de coronacrisis – een te dure optie is en niet opweegt tegen de lagere inkomsten van zwartrijden. Ik kan dat begrijpen, aangezien er al een terminal vooraan is en we hopen dat die coronapandemie eindelijk ten einde zal komen.
In uw antwoord in oktober sprak u ook over het transitieplan dat De Lijn samen met TEC en de MIVB aan het opstellen was om zich uit de coronacrisis te laten uitfaseren met verschillende nieuwe maatregelen of door terug te komen op de genomen maatregelen, onder andere het weer vooraan opstappen op de bus.
Minister, in die context heb ik een aantal vragen voor u. Wat is uw reactie op de nieuwe cijfers waaruit blijkt dat – ik herhaal, heel frappant – in de steden 40 tot 50 procent van de reizigers niet betaalt voor hun ritten?
Acht u het, gelet op de, laat ons eerlijk zijn, zeer gunstige evolutie van de omikronvariant van het coronavirus de afgelopen weken, nog nodig dat reizigers achteraan de bus moeten opstappen en controleurs voornamelijk worden ingezet ter controle van de coronamaatregelen? Zoals heel veel zaken in de maatschappij zullen we eerstdaags een aantal beperkingen kunnen terugschroeven. Gelukkig maar. Het wordt echt tijd om ook De Lijn daarop te laten aligneren en ervoor te zorgen dat de gewone regels op de bussen, weliswaar met uitzondering van het mondmasker, weer kunnen gelden, zodat iemand vooraan kan opstappen en die controleurs kunnen controleren op zwartrijden en niet meer op andere coronamaatregelen.
Wat is de huidige stand van zaken van het daarnet vernoemde transitieplan van De Lijn, samen met de MIVB en TEC?
Welke andere, bijkomende initiatieven kan en zal De Lijn nemen om de problematiek van het zwartrijden aan te pakken? Want 40 à 50 procent is hallucinant hoog en 10 à 15 procent in de landelijke gebieden blijft nog altijd zeer hoog; als we weten dat we voor corona gemiddeld net onder de 10 procent zaten – en zelfs dat is een hoog getal. Ik wil u vragen om De Lijn te verzoeken daar extra aandacht voor te hebben. Ik ben benieuwd naar initiatieven die daartoe zullen kunnen worden genomen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega Maertens heeft al heel wat gezegd. Het is een steeds weerkerend fenomeen. Op 1 oktober 2020 ondervroeg ik u reeds over het zwartrijden, op 23 oktober van vorig jaar waren we daar weer en helaas moeten we nu opnieuw die vraag stellen.
Volgens directeur-generaal Ann Schoubs van De Lijn zorgt de coronacrisis voor een significante stijging van het zwartrijden. Omdat reizigers door de coronaregels achteraan of in het midden moeten opstappen, heeft de chauffeur minder zicht op wie betaalt. Volgens de directeur-generaal lijkt het wel of het vanzelfsprekend is geworden om niet meer te betalen, klaagt Schoubs aan.
Collega Maertens heeft het al gezegd: in landelijke gebieden zou 10 à 15 procent van de reizigers zwartrijden. In stedelijk gebied blijkt uit controles dat dat kan oplopen tot 40 à 50 procent. De financiële impact mag zeker niet worden onderschat en wordt op 20 à 30 miljoen euro geschat, en dit op een totale opbrengst van zo’n 200 miljoen euro. Dat is dus 10 à 15 procent.
Minister, hoe wilt u het probleem van het zwartrijden effectief aanpakken?
Hoe ver staat De Lijn ondertussen met het befaamde transitieplan dat samen met TEC en de MIVB werd bekeken en dat moet toelaten dat reizigers onder andere weer vooraan kunnen opstappen?
Is het gezien de financiële impact van dat zwartrijden niet aangewezen om toch de denkpiste rond het plaatsen van die betaalterminals op andere plaatsen in de bus te overwegen? Wegen de baten niet op tegen de kosten die moeten worden gemaakt? Ik stel u die vraag omdat ik vanuit het openbaar vervoer nog geen signalen heb gehoord dat men daar effectief, ongeacht de gunstige cijfers van de coronapandemie, zou gaan versoepelen.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik kan mij zoals iedereen alleen maar kwaad maken over zwartrijden, als ik die cijfers hoor. Zwartrijden is asociaal. Achteraan opstappen en niet meer langs de chauffeur moeten passeren, mag geen vrijgeleide zijn om niet te betalen voor het openbaar vervoer.
Jullie vragen om dat achteraan opstappen af te schaffen. Vandaag zijn we misschien allemaal verheugd dat wij de cijfers de goede kant zien opgaan maar binnen De Lijn zijn wij van oordeel dat de epidemiologische toestand nog altijd zorgwekkend is. Het is te vroeg om de plastiekfolies weg te halen en iedereen weer vooraan te laten opstappen. De Lijn wil haar chauffeurs maximaal blijven beschermen tegen mogelijk besmettingsgevaar om zo de dienstverlening zo maximaal mogelijk te kunnen blijven vrijwaren. Achteraan opstappen blijft dus geldig, zolang code rood geldt. Zodra de toestand het toelaat, worden die maatregelen opnieuw bekeken.
Bij de start van de pandemie werd het takenpakket van de controleurs wat herschikt: hun eerste focus lag inderdaad op het ondersteunen en wegwijs maken van onze reizigers en chauffeurs in de vele nieuwe coronamaatregelen. In de periode midden mei-juni 2021 werd de controle op vervoerbewijzen een eerste keer opnieuw ten volle opgestart. Toen waren er ook al aanwijzingen dat er te veel aan zwartrijden werd gedaan. Maar de nieuwe opstoot van corona in de zomer liet de controles weer stilvallen. Uiteindelijk zijn de controles op vervoerbewijzen definitief van start gegaan begin september 2021 en ze zijn sindsdien niet meer stilgevallen.
De controleurs schreven in 2021, op ongeveer 5,5 maanden tijd, minder processen-verbaal uit: 56.621 processen-verbaal in 2019 ten opzichte van 49.872 in 2021. Maar die processen-verbaal leidden wel tot meer boetes dan tijdens het volledige jaar 2019: 33.579 boetes in 2019 en 35.232 boetes in 2021. De controleurs van De Lijn hebben dus de komende maanden de handen vol om onze reizigers opnieuw aan te sporen om altijd een geldig vervoerbewijs op zak te hebben en dit ook correct te gebruiken. Reizigers weten dat ze moeten beschikken over een geldig vervoerbewijs. Daartoe heeft De Lijn een campagne opgezet die midden maart start, onder voorbehoud van nieuwe evoluties in de pandemie. De campagne heeft tot doel de reizigers eraan te herinneren dat zij moeten beschikken over een geldig vervoersbewijs.
Dan is er nog de vraag over het verplaatsen van de betaalterminals. Aan de achterdeur van alle bussen en trams zijn er mobibscanners geplaatst. Iedereen kan daar contactloos zijn rit betalen. Maar het cEMV-betalen (contactloos met Europay, Mastercard en Visa) moet wel nog vooraan gebeuren. Dat wordt minder gebruikt. Men heeft berekend wat het zou opbrengen als men het achteraan zou installeren. De kosten lagen niet in verhouding tot de opbrengsten en men heeft dus beslist dat niet te doen. Op alle voertuigen zijn wel mobibscanners aanwezig ter hoogte van de achterdeur. Achteraan opstappen mag geen vrijgeleide zijn tot zwartrijden. Veel reizigers boeken overigens hun ticket met de app. Maar laten wij hopen dat wij zo snel mogelijk in code groen geraken, zodat het achteraan opstappen niet langer hoeft.
De heer Maertens heeft het woord.
Inderdaad, zwartrijden is asociaal en het is ook diefstal van De Lijn en van de overheid. Dat moeten wij tegengaan. De aangekondigde campagne vind ik goed. Maar het meest geruststellende nieuws is toch dat sinds september vorig jaar de controleur weer echt controleur mag zijn en dat hij weer mag toezien op het geldig vervoersbewijs. Wat u zegt over het aantal pv’s verwondert mij een beetje. U meldt een lichte daling maar dat heeft dan geleid tot meer boetes. Hoe is dat mogelijk?
Mijns inziens moeten de versoepelingen waarover u het hebt, er wel dringend komen in het openbaar vervoer. Het lijkt mij logisch dat de verschillende vervoersmaatschappijen in ons land die versoepelingen afstemmen op elkaar. Ik vraag u daarin als minister een actieve rol te spelen. Als ik kijk naar het onderwijs, dan stemmen de betrokken ministers met elkaar af, en komen zij met een eensgezind standpunt naar het Overlegcomité. Eind volgende week komen wij wellicht in code oranje. In de horeca mag je dan met meer dan zes aan tafel gaan zitten, mag je zelfs rechtstaand aan de toog of in de gang een pintje drinken met elkaar. Enkel het horecapersoneel zal nog een mondmasker moeten dragen. Als wij dat zien, denk ik, minister, dat het ook voor het openbaar vervoer dringend tijd is om te versoepelen onder code oranje. Het moet weer mogelijk zijn vooraan op te stappen. Het zal voor De Lijn minstens 20 tot 30 miljoen euro schelen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, u blijft zich achter de covidpandemie verschuilen en op het op elkaar afstemmen van de maatregelen van de verschillende vervoersmaatschappijen. Ik vind niet dat wij daarop moeten blijven wachten. Collega Maertens zegt dat volgende week waarschijnlijk versoepelingen mogelijk worden. Dat zal inderdaad ook in de horeca zijn. Maar hoe verklaart u dat vanaf volgende week wellicht zelfs dancings zullen mogen opengaan en dat men daar opnieuw tot in de vroege uurtjes zal kunnen feesten – gelukkig maar, ik ben de eerste om dat toe te juichen –, maar dat er tegelijkertijd op het openbaar vervoer geen versoepelingen zouden komen? Dat vind ik een vreemde redenering.
Wat betreft de automaten: 20 tot 30 miljoen euro inkomsten worden op die manier verspeeld. U kunt mij toch niet wijsmaken dat er een investering nodig is van 20 tot 30 miljoen euro om extra scanners achteraan in de bussen te gaan plaatsen? Is men dan helemaal niet beducht voor het feit dat men zoveel inkomsten verliest? We horen hier telkens verhalen over het slechte financiële plaatje van De Lijn en daar heeft men blijkbaar geen probleem mee, want er is de coronapandemie.
Mijn boodschap is: controleren, controleren en nog eens controleren. Het is goed dat de controleurs opnieuw hun werk kunnen doen. We zijn daar vragende partij voor. De campagne die u aankondigt dat mensen een vervoersbewijs zullen moeten kopen, zal op de zwartrijders weinig indruk maken. Volgens mij is het enige adequate antwoord: duidelijke controles en de pakkans vergroten. Ik blijf bij mijn voorstel dat ik al een paar keer heb gedaan: waarom worden er geen anonieme controleurs op de bussen en de trams ingezet? Dat kan in het buitenland. Waarom kan dat hier niet?
De heer Brouns heeft het woord.
In tijden dat er een structurele terugloop van het aantal reizigers bij De Lijn is – vooral door corona, maar alles wijst erop dat dat ook na corona het geval zal zijn –, is het een hele uitdaging om die reizigers terug op de bus te krijgen. Het percentage van 40 tot 50 procent zwartrijders is dramatisch. Ik geloof ook heel sterk in controle samen met handhaving. We moeten vandaag alle technologische middelen durven inzetten en benutten in die controle, minstens naast de fysieke controleurs.
Ik geloof heel erg in de technologische toepassingen. Er zijn er heel veel. Het zou ons te ver leiden, maar dat komt zo dadelijk misschien ook nog aan bod bij het grensoverschrijdend gedrag op de bus. Ik heb een vraag: is er een internationale benchmark over de technologische toepassingen van controles op busvervoer? Er zijn tal van mogelijkheden. De NMBS werkt aan een app op basis van gps-locatie. Het is belangrijk dat we ons een goed beeld van de internationale technologische controlemiddelen vormen om te kijken wat de meest performante toepassing voor De Lijn in Vlaanderen is.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik dank de collega’s voor de bijkomende vragen en bedenkingen. Ik verschil van mening met jullie. We hopen allemaal dat we straks in een code groen zitten en dat er heel wat versoepelingen zijn. We zijn blij als we straks de vrijheid krijgen om naar restaurants, discotheken en dergelijke meer te kunnen gaan. Dat houdt een vrije keuze in. Als je beslist dat je naar een overvolle discotheek of festiviteit wilt gaan, is dat een vrije keuze. Als het gaat over de verplaatsing met openbaar vervoer, is dat voor veel mensen de enige mogelijkheid. Bij de aanvang van de pandemie is heel duidelijk gesteld dat, ondanks het feit dat nagenoeg alle sectoren stopten met hun activiteiten, De Lijn een noodzakelijke dienst was die moest blijven draaien. Dergelijke diensten kon je maar uitvoeren als het personeel van De Lijn voldoende bescherming genoot. Anders waren de chauffeurs uiteraard niet geneigd om hun werk te doen. U weet dat er bij de aanvang van de pandemie een heel groot ziektepercentage bij De Lijn was, omdat heel veel mensen niet durfden te werken. Enerzijds is er dus de bescherming van het personeel van De Lijn, maar anderzijds ook van de mensen die aangewezen zijn op het openbaar vervoer. Dat is een drastisch verschil met de keuze om al dan niet naar een café, een restaurant of naar een discotheek te gaan. Veel mensen zijn aangewezen op dat openbaar vervoer. Dan moeten we de nodige zorgzaamheid aan de dag leggen zodat mensen dat in alle veiligheid willen doen.
Wat betreft het zwartrijden weten we dat de bezettingsgraden vandaag nog lang niet op het niveau van 2019 zitten. De bezettingsgraad bij De Lijn bedraagt nu 56 procent. We zijn nog lang niet aan die 100 procent. Dit is de grootste prioriteit: reizigers opnieuw lokken naar het openbaar vervoer, ook in het belang van die modal shift.
De Lijn verzekert zelf ook dat ze erop zal blijven inzetten om dat zwartrijden aan te pakken. Wat dat betreft, wordt volop werk gemaakt van die controleurs. Er zullen ook weer meer pv’s worden opgemaakt en er werden vooral meer boetes uitgeschreven, ook omdat men nog tijd heeft om te kunnen betalen. De Lijn doet er alles aan om ervoor te zorgen dat het zwartrijden een halt wordt toegeroepen, in maart eerst nog met een bijkomende campagne. Voor elke reiziger geldt: stop met laakbaar gedrag te vertonen. Als je gebruikmaakt van een welbepaalde dienst, dan betaal je daar ook voor, ongeacht of je vooraan of achteraan opstapt.
Mijnheer Verheyden, wat de betaalterminals betreft: ik denk dat weinig mensen hun vervoersbewijs specifiek met een bankkaart kopen. Abonnementen en tickets kunnen allemaal via de mobibscanners aan de achterdeuren gebruikt worden. Heel veel mensen werken met een betaalapp – of ze doen het dan niet –, die ook gemakkelijk gebruikt kan worden, zonder dat men daarvoor van die cEMV-toestellen moet gaan plaatsen aan de achterzijde.
Het blijft in elk geval op te volgen. Minder inkomsten door zwartrijden, dat is zeker geen goede boodschap, dus we blijven daarop inzetten.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, ik heb hier absoluut niet gepleit voor onvoorzichtigheid. Dat mag u zeker niet denken. We moeten voorzichtig blijven, ook al gaan we straks misschien naar code oranje en dus versoepelingen. Ik heb er hier ook niet voor gepleit om de mondmaskerplicht op drukke bussen te gaan afschaffen, absoluut niet. Die maskers kunnen zeker nog hun nut hebben.
Maar laat ons eerlijk zijn, het verplicht achteraan opstappen, waartoe leidt dat nog in een fase waar de besmettingen opnieuw zakken en waar de gevolgen van een besmetting stilaan ook minimaal worden voor mensen die gevaccineerd zijn? Als er een iets is wat op de schop kan in code oranje, dan is het dat toch wel? Ik weet dat liberale excellenties en ministers graag dwepen met voluntarisme. Wel, ik wil u vragen om dat voluntarisme ook in dezen in de praktijk te brengen. Als we volgende week vrijdag kunnen overschakelen naar code oranje, laat ons dan alstublieft ook die verplichting om achteraan op te stappen, afschaffen. Dat zal een slok op de financiële borrel bij De Lijn schelen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, ik ben het eens met collega Maertens. Ik heb er ook niet voor gepleit om niet meer voorzichtig te zijn of om de mondmaskers af te schaffen. Ik heb wel gepleit voor versoepelingen. Als dat in sectoren als de horeca wel kan, dan moet dat bij De Lijn ook kunnen. U zegt dat heel veel mensen geen andere keuze hebben, maar we hebben gezien dat het aantal reizigers drastisch is teruggelopen: mensen zijn opnieuw op de wagen overgeschakeld of gebruiken andere vervoersmodi. Uw prioriteit ligt nu bij het terughalen van die reizigers naar De Lijn. Ik ben het daarmee eens, maar dan moeten het wel reizigers zijn die gaan betalen, anders heeft De Lijn daar ook niks aan.
Ik wil afsluiten met iets waar we allemaal mee akkoord gaan: zwartrijden is asociaal.
Ik sluit af met mijn slotwoord van enkele maanden terug, helaas: controles, controles en nog eens controles. Het is de eerlijke reiziger en ook de belastingbetaler, minister, die uiteindelijk de dupe is van dat zwartrijden.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.