Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Vijf jaar geleden, op 1 januari 2017, daalde de snelheid op de gewestwegen van 90 kilometer per uur naar 70 kilometer per uur. De bedoeling was om het aantal ongevallen en vooral het aantal doden in het verkeer te verminderen. Momenteel wordt hier en in de media geregeld de discussie gevoerd om de snelheid in de bebouwde kom te verlagen.
Een jaar geleden, in februari 2021, vroeg ik u naar een evaluatie van die maatregelen. U schreef toen: “Kijken we specifiek naar het jaar 2017 zien we een neerwaartse knik in de ongevallencijfers.” Dat klopt uiteraard, maar de daaropvolgende jaren zagen we het aantal dodelijke ongevallen opnieuw licht stijgen, en het totale aantal ongevallen bleef lichtjes dalen, maar die trend was al eerder ingezet.
In het antwoord schreef u ook: “Hierbij dienen we op te merken dat een uitgebreidere studie naar het effect van het verlagen van de snelheidslimiet van 90 naar 70 km/u gepland staat, waarin enerzijds het effect op de gereden snelheid bekeken zal worden en anderzijds het effect op het aantal ongevallen geanalyseerd zal worden. Immers, voor het analyseren van dergelijke maatregel wordt het best een voor- en nastudie opgezet, waarin gecorrigeerd kan worden voor andere maatregelen die eventueel een invloed hadden op het aantal ongevallen.”
Ondertussen zijn we een jaar verder en is het rapport wellicht ter beschikking. Daarom had ik graag geweten welke conclusie die studie heeft opgeleverd. Wat is uw visie op die studie? Welke maatregelen zult u nemen op basis daarvan?
Minister Peeters heeft het woord.
Dat is heel interessant, maar ik moet u helaas teleurstellen en zeggen dat uw vraag iets te vroeg komt. Om exacte uitspraken te doen over het effect van het verlagen van die snelheidslimiet van 90 naar 70 kilometer per uur op onze gewestwegen wachten we op de resultaten van Vias, dat alle data aan het analyseren is om daar meer conclusies uit te kunnen trekken.
Vias maakt een volledige en grondige analyse van zowel de snelheids- als de ongevallengegevens. Het heeft aangegeven dat we de resultaten tegen de zomer mogen verwachten. De studie zal dan publiek beschikbaar gemaakt worden en iedereen zal die kunnen raadplegen. Het spijt me dat ik u vandaag nog niet veel meer kan zeggen, maar ik neem aan dat we daar tegen de zomer op kunnen terugkomen om te zien wat de concrete gevolgen van die snelheidsverlaging zijn.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik heb hier niet veel aan toe te voegen. Ik ben hoopvol in afwachting dat de studie opgeleverd wordt in de zomer. Ik ga zeker nog eens mijn vraag herhalen. Ik ben benieuwd naar de studie.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Ook ik wacht vol ongeduld op de resultaten van dat onderzoek. Het zal aan bod komen, begrijp ik, dat die verminderde snelheid wel al tot minder verkeersslachtoffers leidt. Zo zijn er in Brugge, met de invoering van een grote zone 30, 25 procent minder ongevallen en 36 procent minder fietsongevallen.
Ik heb nog volgende vraag. Wat is de respons van de lokale besturen met betrekking tot het beslissingskader voor het invoeren van een zone 30? Heeft het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) daarover al veel adviesvragen gekregen? Houdt u bij of er zones 30 bij komen door dat afwegingskader?
De heer Verheyden heeft het woord.
De Vlaams Belangfractie is alvast geen believer van het verlagen van de snelheid op gewestwegen. Er gebeuren inderdaad ongevallen op gewestwegen. Maar ik ben ervan overtuigd dat de huidige snelheidslimieten op een doordachte manier zijn ingevoerd. Vervoersnelheid wordt niet zomaar met de natte vinger ingevoerd. Dat wordt bestudeerd. Men moet analyseren wat de oorzaken zijn van die ongevallen. Maar het kan ook liggen aan de staat van de weg. Klopt het dat bepaalde wegen er zich niet toe lenen om snel te rijden? Hoe kan men onaangepast rijgedrag aanpakken? Men gaat dat rijgedrag niet veranderen door gewoon de snelheid te verminderen. Je gaat dat rijgedrag niet op die manier veranderen bij bestuurders die bijvoorbeeld onder invloed van alcohol, drugs of lachgas rijden, integendeel zelfs. Op een bepaald deel van de autobestuurders gaat het verlagen van de snelheid geen effect hebben. Ik ben ervan overtuigd dat het net die bestuurders zijn die oververtegenwoordigd zijn in de ongevallencijfers. Ofwel blijft men de toegelaten snelheid verlagen en raden wij binnenkort misschien de mensen aan om opnieuw paard en kar te gebruiken. Maar geloof mij, ook met paard en kar gebeurden er destijds ongevallen. Ofwel bekijkt men alternatieven, zoals de verbetering van de infrastructuur of het inzetten op sensibilisering. De minister zet wel degelijk in op die sensibilisering. Ik denk dat ook de terugkommomenten een gunstig effect gaan hebben.
Het staat ondertussen al vast dat er her en der trajectcontroles worden ingevoerd, ook op gewestwegen. Zijn de effecten van al die maatregelen al bekend? Zijn daar dan conclusies aan verbonden? Mijn fractie legt de zwartepiet niet bij de snelheidslimieten, maar bij het rijgedrag. Maar bij bepaalde groepen scoort men inderdaad goed met het verlagen van de snelheidslimieten. Daar doen wij dus niet aan mee.
De heer Bex heeft het woord.
Ik was niet van plan tussen te komen na het antwoord van de minister. Ik wilde wachten op de resultaten van de studie. Maar als reactie op andere tussenkomsten wil ik er toch op wijzen dat er al studiewerk bestaat over de invloed van de impact van snelheidsverlagingen op de verkeersveiligheid. Wij hebben hier veel specialisten aan het woord gehoord op de hoorzittingen die wij daarover hebben georganiseerd. Natuurlijk moeten de verschillende problemen die collega Verheyden aanhaalt, ook aangepakt worden. Maar snelheidsverlaging is evenzeer een essentieel punt als je wilt komen tot verkeersveiligheid. Ik dacht dat wij het daarover al eens waren, maar dat wij daarin de lokale autonomie wilden laten spelen. Maar blijkbaar zijn sommigen nog niet zo ver gevorderd.
Voorts, minister, wil ik mij aansluiten bij de interessante vragen van collega Lambrecht. Ik kijk uit naar uw antwoord daarop.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik bevestig dat er al heel wat studies zijn van de impact van snelheidsverlagingen op het vervoer. Maar ik denk dat mevrouw Fournier vooral peilt naar de studie van Vias, die besteld is naar aanleiding van de verlaging van de snelheid van 90 naar 70 kilometer per uur op onze gewestwegen. Precies daarmee is Vias nu bezig. Er komt een volledige analyse van het aantal ongevallen en de impact van de ongevallen op onze gewestwegen waar de snelheid is verlaagd van 90 naar 70. Ik deel niet de mening van de heer Verheyden dat een snelheidsverlaging geen impact heeft. Maar ik wacht graag eerst de grondige analyse af.
Maar ik wacht graag eerst de grondige analyse af. Dan kunnen wij daarover verder discuteren.
Wat het afwegingskader betreft voor zones 30: wij hebben dat ter beschikking gesteld van alle lokale besturen. Mijn bedoeling was dat lokale besturen ermee aan de slag kunnen gaan, niet alleen de schepen van Mobiliteit of de schepencolleges, maar ook elk gemeenteraadslid in debatten in de gemeenteraad over snelheidsverlagingen. Met dat kader kan eenieder de afweging maken welk snelheidsregime past bij elk type weg.
Wat de feedback betreft, moet ik navraag doen bij mijn administratie. Zo respecteer ik de lokale autonomie maar geef ik ze een instrument om dat op een doordachte manier te doen. Dat afwegingskader is tot stand gekomen dankzij de medewerking van heel wat experten in onze taskforce. Ik ben ervan overtuigd dat het een goede tool is. Maar het staat iedereen vrij om op lokaal niveau daarmee aan de slag te gaan. Ik zie hier 2 Bruggelingen. Wellicht hebben zij al deelgenomen aan een bespreking daarvan in de gemeenteraad. Ik ga nog navraag doen naar de vragen die daarover bij mijn administratie zijn binnengekomen.
Na de zomermaanden gaan wij de bespreking van dit onderwerp kunnen verderzetten, meer in het bijzonder wat de gewestwegen betreft.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Hopelijk kunnen wij het na de zomer weer doen op een vergadering met fysieke aanwezigheid, minister.
Na de tussenkomsten van de collega’s wil ik nog kort wat zeggen. Het klopt dat het geen zin heeft om zomaar de snelheid te verlagen, noch in de bebouwde kom, noch op gewestwegen. Ik denk dat handhaving heel belangrijk is, maar ook de indeling van de wegtypes. Het is geen goede zaak een weg een autostrade te noemen en de snelheid er te beperken tot 50 kilometer per uur. Alles hangt samen: de verlaging van de snelheid, de handhaving en de wegindeling. Maar zoals u zegt, minister, wordt de discussie voortgezet na de zomer.
De vraag om uitleg is afgehandeld.