Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Pieters heeft het woord.
In maart 2020 werd het Circular Economy Action Plan (CEAP) – het Europees actieplan voor de circulaire economie – geïntroduceerd als belangrijke bouwsteen van de Europese Green Deal. Op 22 november 2021 hield het Steunpunt Circulaire Economie zijn slotevent in Leuven. Daarbij werd een rapport voorgesteld dat opgesteld was door medewerkers van verschillende universiteiten in Vlaanderen. Het onderzoek heeft vijf jaar geduurd. Het werd online voorgesteld. Normaal zou het hebben plaatsgevonden in het Vlaams Parlement, collega's, maar dat heeft niet kunnen doorgaan.
De opdracht, onder impuls van de OVAM, werd uitgevoerd door een aantal Vlaamse universiteiten. De studie was in opdracht van en werd gefinancierd door de Vlaamse Regering. Zowel minister Crevits als uzelf waren daar aan het woord.
Minister, welke conclusies trekt u uit de resultaten van het onderzoek? Welke gevolgen zult u geven aan de resultaten? Welke zullen de eerste aanzetten zijn ter implementatie?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, de monitor bundelt meer dan honderd indicatoren over kringlopen in onze economie en de impact op de omgeving.
Ik overloop kort enkele van de conclusies. We meten een circulariteitscijfer van 21 procent. Dat cijfer berekent hoeveel van onze materialen in onze economie van recyclage en hergebruik afkomstig zijn. Hoe groter dat aandeel, hoe circulairder de economie. We kunnen dat cijfer nu bekijken als een soort nulmeting, die we in de komende jaren verder kunnen zien evolueren.
Een tweede conclusie is dat we stilaan op weg zijn naar een ontkoppeling tussen afvalproductie en welvaart. Vlaanderen realiseert de zogenaamde ontkoppelingen op het vlak van afvalproductie. Bij huishoudens daalt de hoeveelheid, terwijl het huishoudbudget nagenoeg constant blijft. Dat is een absolute ontkoppeling: de trend is dalend in absolute cijfers. Dat is dan ook goed. Bij bedrijven zien we een relatieve ontkoppeling. De afvalproductie stijgt minder snel dan de groei van de economische activiteit. De trend is dus nog stijgend, maar niet langer in gelijke tred. De stijging vertraagt. Ook dat is een goed teken. Ook bedrijven lijken dus steeds succesvoller in hun strijd tegen afval.
Vlaanderen zette de voorbije decennia sterk in op de selectieve inzameling van afval en de uitbouw van een recyclage-industrie. We laten hoge recyclagegraden optekenen. Van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval gaat 67 procent naar een inrichting voor recyclage of compostering. Bij bedrijfsafval krijgt 68 procent een tweede leven. Dat wordt 79 procent als we de recyclage en het hergebruik van bouw- en sloopafval er bijtellen. Het cijfer is met 10 procentpunt gestegen in de voorbije tien jaar.
We moeten streven naar hoogwaardigere recyclage en een maakindustrie die kiest voor ecodesign en het gebruik van duurzame, circulaire materialen. Alleen door tegelijk in te zetten op alle circulaire strategieën kunnen we die daling van de materialenvoetafdruk met 30 procent tegen 2030 realiseren.
De uitdaging voor Vlaanderen ligt erin om daarnaast ook te kiezen voor hoogwaardige recyclage. We zijn al goed in selectieve inzameling. Dat doen we dus goed, maar de uitdaging is om te kiezen voor hoogwaardige recyclage en meer diverse circulaire strategieën, zoals bijvoorbeeld levensduurverlenging en as-a-servicemodellen.
Een verdere ontwikkeling van de data die uitgaan van meer diverse circulaire strategieën is ook iets waar we gevolg aan moeten geven, hoewel dat geen eenvoudige oefening is. Maar we willen toch steeds fijnmaziger gaan meten. Dat is ook heel belangrijk.
Het publiek-private partnerschap Vlaanderen Circulair coördineert de inspanningen die worden gedaan in de transitie naar een circulaire economie. Binnen het partnerschap werken we aan een roadmap met zes thematische werkagenda’s – bouw, bio-economie, chemie/kunststoffen, maakindustrie, voeding en waterkringlopen – met een blik op de toekomst, maar met concrete engagementen en acties voor de korte termijn. We kijken vanuit de overheid ook mee naar de hefbomen die de circulaire economie versterken om de omslag te maken en om de goede praktijken op te schalen naar een nieuw model. Samen met collega Crevits hebben we de afgelopen jaren zo’n 120 miljoen euro geïnvesteerd in circulaire innovatie. Vanuit mijn bevoegdheid kan ik bijvoorbeeld verwijzen naar de call rond recyclagehubs, waar heel wat goede projecten zijn ingediend en waarvan de evaluatie vandaag ook loopt.
De heer Pieters heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister. Circulaire economie is een duurzame economie. Wij zijn als fractie koele minnaars van de Blue Deal, hoewel de circulaire economie, waar Europa toch ook heel zwaar de nadruk op legt, wel degelijk een thema is waar we serieus vooruitgang op kunnen boeken en waar wij als fractie ook volledig achter kunnen staan.
Het gaat ook over productverantwoordelijkheid. U hebt het in driekwart tot 80 procent van uw antwoord over recyclage. Nu, de recyclage is maar het sluitstuk van het geheel. Dat dient natuurlijk zo klein mogelijk te zijn.
Het gaat erom, zoals het met een uitdrukking gezegd kan worden: ‘get it right from the start’. Dat wil zeggen dat de producten die wij toelaten op onze markt en de producten die hier ontwikkeld worden, ook beoordeeld worden op hun kwaliteit door Vlaanderen. Dat wil zeggen dat ze ook circulair zijn gemaakt.
Het Steunpunt Duurzaam Materialenbeheer (SuMMa) is al een aantal jaren actief. Zij hebben toch al een viertal jaren iets meer dan 2 miljoen euro gekregen om juist dat te doen, het omzetten van de maatregelen naar de realiteit in die circulaire economie. U hebt met betrekking tot SuMMa in 2019 aangegeven dat er in 2021 een eindevaluatie zou zijn en dat u daar dan begin 2022 gevolg aan zou geven. Wat gaat u daarmee doen? Hebt u die eindevaluatie al? Welke uitvaardigingen gaat u dan doen met betrekking tot de toekomst van dat steunpunt?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Het hoeft niet te verbazen dat, in tegenstelling tot de vraagsteller, ik samen met mijn fractie wel fan ben van de Blue Deal en ook eens zoveel van circulaire economie.
Minister, ik heb een korte vraag. Is er een tijdslijn voor de doorvertaling van de monitor circulaire economie naar de beleidsvoorbereiding? Hebt u daar meer informatie over?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Pieters, uiteraard is het de bedoeling dat we verder vooruitgang kunnen boeken. Net daarom hebben wij ook de governance van Vlaanderen Circulair verbreed naar andere stromen. Productnormering is helaas niet mijn bevoegdheid, maar een federale bevoegdheid. We nemen dat ook maximaal op binnen het intrafederale overlegplatform, om ook daar die boodschap mee te geven.
De eindevaluatie van het steunpunt was positief. Daar zal dus ook een vervolg aan komen. De brugfunctie tussen onderzoek en beleid wordt daarbij ook versterkt.
Collega Perdaens, de inzichten uit de verschillende onderzoeken van het steunpunt worden sowieso ook meegenomen. Bijgevolg zit er rond afval en recyclage al een heel traject op en leggen we vandaag ook mooie cijfers voor. Als we kijken naar de binnenste kringlopen, dan kunnen we daar ook aan de slag om die inzichten uit de monitor verder door te vertalen naar beleid. Concreet is dat momenteel lopende in zes thematische werkagenda's die dit voorjaar klaar zullen zijn en die concrete acties zullen bevatten, ook rond die zogenaamde binnenste kringlopen.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, ik ben een beetje verwonderd over uw tweede antwoord. Zoals ik al zei, zijn we een koele minnaar van de Green Deal, maar van de circulaire economie zijn wij grote voorstander. Het is heel belangrijk dat we in de toekomst die transitie kunnen maken van alleen maar studie naar de realiteit, waarbij we producten op de markt kunnen brengen die effectief circulair zijn. U zegt dat de productverantwoordelijkheid niet binnen uw bevoegdheid ligt, maar ik denk dat alles wat in Vlaanderen op de markt komt of alles wat daar in Vlaanderen mee gebeurt, toch wel belangrijk is en dat u moet maken dat dat in orde is. Laat ons hopen dat die bevoegdheid snel genoeg naar Vlaanderen komt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.