Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik wil het hebben over een thema dat in deze commissie en in de commissie Mobiliteit al een aantal keren aan bod is gekomen. Het is een heel belangrijk thema door de grote watersnood die ons deze zomer heeft getroffen.
Er was een aankondiging van beide ministers dat een expertenpanel zich zou buigen over de problematiek om na te gaan hoe we de waterveiligheid kunnen verhogen, wat noodzakelijk is. Er zijn studies die aantonen dat, als het zich in dezelfde omvang in Vlaanderen zou hebben voorgedaan, het tot een regelrechte ramp zou hebben geleid, met schade die in de miljarden euro's zou lopen.
Het expertenpanel zou zich buigen over waterbeheersingsprojecten. Omdat deze ongetwijfeld ook een ruimtelijke impact hebben, bestond het panel uit experten ruimtelijke planning en landschapskunde, maar ook uit beleidsadviseurs van het departement Omgeving.
U schoof januari naar voren op een vraag naar de timing.
Minister, is de studie over de zogenoemde waterbom reeds afgerond? Wat waren de conclusies van deze studie? Kunnen er al beleidsadviezen worden gedeeld met ons?
Welke toekomstige studies zullen eventueel worden opgenomen door dit expertenpanel dat inmiddels actief is?
Minister Demir heeft het woord.
Deze studie werd uitgevoerd in opdracht van De Vlaamse Waterweg en zal half februari worden opgeleverd. Na afloop wordt de studie uiteraard voorgelegd aan het expertenpanel, waarbij ook mijn kabinet betrokken is.
Het expertenpanel werkt aan de opdracht die het heeft gekregen van de Vlaamse Regering.
Op 21 december 2021 vond de eerste digitale samenkomst van het expertenpanel plaats, onder het voorzitterschap van Henk Ovink, gevolgd door bilaterale dieptegesprekken tussen de voorzitter en de verschillende leden van het panel in de loop van januari. Verder staat een tweedaagse werksessie gepland half februari. Bedoeling is om tegen begin september een globaal onderbouwd advies af te leveren aan de Vlaamse Regering.
Hierbij zal het huidige overstromingsrisicobeleid onder de loep worden genomen en worden bekeken wat opgezet, versterkt of aangepast moet worden. Onderwerpen die hierbij minstens aan bod zullen komen, zijn waterveiligheid en de landschapsbenadering, prioritaire maatregelen, governance en grensoverschrijdende samenwerking, investeringen, proeftuinen en innovatie, participatie en communicatie en kosten/baten. Of en welke bijkomende studies er nodig zullen zijn, zal moeten blijken uit het verdere proces, in het bijzonder de werksessie van februari.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, er zijn dus twee zaken. In eerste instantie is er de opdracht aan De Vlaamse Waterweg voor de grote ‘Wat als?’-analyse. Ik begrijp dat die wat vertraging heeft opgelopen want die zou er normaal begin januari zijn, maar alle begrip. Het is dan wel uitkijken naar de kijk van het expertenpanel op die ‘Wat als?’-analyse en hun verdere beleidsadviezen en conclusies voor ons om de waterveiligheid te versterken.
U hebt er kort naar verwezen, maar uiteraard zijn er in Vlaanderen verschillende gebieden die meer gevoelig zijn dan andere. We hebben in de Maasvallei bijzonder veel geluk gehad in het Limburgse gedeelte van de Maas. In Luik was het een grote ramp.
Het grensoverschrijdend aspect is ook belangrijk. We weten inmiddels dat Rijkswaterstaat investeringen heeft gepland, maar pas over tien jaar. Het is belangrijk om dat op veel kortere termijn te doen. Misschien kunnen we de Nederlanders bij de les houden om het sneller te doen dan in de voorziene planning.
Ik heb nog een specifieke vraag rond de waterveiligheid van de onbevaarbare waterlopen, die niet onder De Vlaamse Waterweg maar onder de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) vallen. Welke specifieke vragen zijn er hierover meegegeven in de opdracht voor het panel?
Voor de rest heb ik geen bijkomende vragen.
De heer Pieters heeft het woord.
Collega, bedankt voor de vraag want het is wel degelijk aan de orde.
Ik wil even wijzen op het feit dat exact een jaar geleden de Maas ook zeer hoog stond. De waterbom dateert van een half jaar geleden. Het doet zich dus niet sporadisch voor. Een jaar geleden stond het water maar 1,5 meter of 2 meter lager dan in juni.
Ik denk dat er toch wel enige urgentie is, zeker met de oversteekplaats van de brug in Maaseik. Dat is het kritieke punt. We moeten daar een degelijke oplossing voor vinden, want als alles stroomopwaarts wordt bekeken, maar niet de smalle doorgang aan de brug in Maaseik, dan denk ik dat het niet voldoende is. Daar is zeker enige urgentie.
U zegt dat er in februari overleg is met het panel. Wanneer verwacht u resultaten? Kunnen wij daar inzage in krijgen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Brouns, grensoverschrijdend werken is inderdaad belangrijk en is ook expliciet meegenomen. Het feit dat voorzitter Ovink Nederlander is, is een meerwaarde. Hij heeft in Nederland ook het nodige werk verricht; die ervaring, maar ook zijn contacten in Nederland, nemen we mee.
De VMM volgt het proces mee op, zowel organisatorisch als inhoudelijk, als beheerder van onbevaarbare waterlopen. Ze vertolken ook hun regierol in dezen. Het is belangrijk dat ze dat doen; ze moeten dat doen.
Collega Pieters, uiteraard worden de knelpunten meegenomen. Ik zal de resultaten aan het parlement meegeven. Wat mij betreft, kan dat zeker.
Ik denk dat we eerst de experten voldoende tijd moeten geven om hun advies op te maken. Voorzitter, het is misschien ook interessant dat de expertengroep of de heer Ovink zelf het komt toelichten. Ik heb al verschillende gesprekken met hem gehad en het is zeer interessant wat de man in kwestie weet en wat er in zijn advies naar voren zal komen. Het kan voor het parlement ook een meerwaarde zijn.
De suggestie nemen we zeker mee naar de regeling der werkzaamheden, minister.
De heer Brouns heeft het woord.
Heel kort, omdat collega Pieters me heeft getriggerd. Ruimte voor water is natuurlijk belangrijk. In Vlaanderen hebben we daar een strategische visie rond en de Maasvallei is er een mooi voorbeeld van. Er is ruimte gegeven aan de oorspronkelijke bedding van de Maas, wat voor een deel ook de redding is geweest. Er zit inderdaad een trechter aan de brug, de enige brug naast die van Maasmechelen over de Maas en de verbinding tussen België en Nederland. We moeten durven te kijken naar een verbreding en dat betekent dus ook een nieuwe brug.
Minister, ik zoek hier bondgenoten voor een nieuwe brug in het Maasland en ik denk dat u een bondgenoot kunt zijn om samen met minister Peeters aan de Maaslanders te geven waar ze recht op hebben. In functie van de verbreding van de Maas is een nieuwe Maasbrug gewenst. Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.